V 82ste Jaargang WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1941 No, 24963 Nieuwe regeling van bestuur van Gemeente en Provincie Duitsche het successen in Oosten Een toelichting van dr. Rabl Een uitspraak van Churchill De Rijkscommissaris ontvangt Nederlandsche officieren VRIJWILI N EGIOEN D Aan alle fronten Nederlaag der Britsche luchtmacht Verduisteren: 21.11 uur 6.19 uur Verspreide berichten EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD Directeur; J. W. Hennj DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Hoofdredacteur: B. W. Merüüaorst, Lelden Pl.verv.: EL Been. Lelden. PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewij emmer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieveD wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maandenƒ2.47 per weekƒ0.19 Franco per post ƒ2.47 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) Op de gisteren gehouden persconferentie te 's-Gravenhage heeft dr. K. Rabl op Verordening no. 152 de volgende toelich ting gegeven: Bij beschouwing van de Verordening nr. 152/41 is het het beste uit te gaan van de beschouwingen over het thema „parlementarisme en ontbinding van de partij", die dezer dagen zijn gehou den in de „Deutsche Zeitung in den Niederlanden". Zooals men weet, ver biedt de Nederlandsche Grondwet in art. 89 aan de leden der Tweede Ka mer van de Staten-Generaal bij het uitbrengen van hun stem bevelen van hun kiezers te aanvaarden of rugge spraak met hen te houden. Een bepa ling in denzelfden geest bevat art. 72 van de Provinciale Wet en art. 51 van de Gemeentewet. De bedoeling van deze bepalingen is de afgevaardigden onaf hankelijk te maken van alle invloeden van buiten, aanwijzingen en bevelen. Volgens den wil van den wetgever moest het onbeïnvloede inzicht en het over leg onder eigen verantwoordelijkheid het eenige richtsnoer voor het optreden der afgevaardigden zijn. De Nederland sche wetgeving wees dus de gedachte der eenzijdige politieke vertegenwoor diging van belangen en groepen en den band tusschen afgevaardigden 'en in vloeden van buiten uitdrukkelijk van de hand. De afgevaardigde behoorde zich daar entegen bij de uitoefening van zijn man daat uitsluitend te laten leiden door zijn inzicht en zijn geweten. De gang van zaken nu heeft bewezen, dat dit denkbeeld niet in practijk te brengen was. Veeleer is de band, die den afge vaardigde vroeger met de patricische geslachten of adelijke families verbond overgegaan in een band, met de poli tieke partij waartoe de afgevaardigde behoorde. Dit feit is weliswaar niet tot uitdrukking gekomen in de geschreven Nederlandsche rechtsorde, maar daar om is het niet minder juridische wer kelijkheid. Het stelsel van den band der afgevaar digden met de partijen was afhankelijk van de voqorwaarde, dat de partijen, die het droegen, in feite ook dragers van de politieke meeningvorming en verantwoor delijkheid waren en bleven. Deze voor waarde is uiterlijk na den herfst van vorig jaar in toenemende mate vervallen, de po litieke meeningvorming voltrok zich bij het Nederlandsche volk ten slotte niet meer binnen het bestek der parlementaire par tijen van vroeger, doch binnen den kring van andere organisaties, bewegingen en groepen. De partijen hebben deze situatie ook er kend en zich ten slotte onthouden van alle activiteit, die rechtstreeks in het open baar aan den dag trad. Maar zelfs indien zij dit niet hadeten gewild, had haar na 22 Juni geen werkzaamheid meer toege staan kunnen worden, want in het bezette Nederlandsche gebied kan nog slechts, na dat de oorlog tusschen Europa en het Bols jewisme is ontbrand, één criterium voor de politieke meeningvorming bestaan, en wel dat van den strijd en de bereidheid tob den strijd tegen het bolsjewisme. Alle an dere tegenstellingen zijn daartegenover van ondergeschikte beteekenis en aan niemand kan worden toegestaan het Nederlandsche volk met tactische tegenstellingen van de parijpolitiek bezig te houden en het daar door af te voeren van bezinning op het. fundamenteele politieke probleem van het eigen bestaan. Concreet gesproken is het van belang, dat het Nederlandsche volk in den strijd tegen het bolsjewisme partij kiest Daartegenover is evenwel zonder be lang, of het treffen van zekere practische maatregelen door bepaalde fracties uit overwegingen van partijtactiek wordt be vorderd of tegengewerkt. Uit dezen staat van zaken heeft veror dening nr. 120/41 de consequentie getrok ken en zij heeft acht van de negen poli- tièke partijen in totaal, die vertegenwoor digd waren in de Staten-Generaal. ont bonden. Echter mag nog steeds de wette lijk bepaalde belangrijke bevoegdheid blij ven bestaan van de afgevaardigden, die aan deze partijen waren verbonden om h kader der publiekrechtelijke vertegenwoordigende lichamen in provincie en gemeente autonome bepalingen uit te vaardigen, begrootingen vast te stellen en het toezicht op haar uitvoering te houden. De vraag werd geopperd, of deze toestand kon voortduren. De overheid is r.a rijpe overweging van den staat van zaken tot de slotsom geko men, dat dit niet mogelijk is. Zij is volgens het geldende volkenrecht veranwoordelijk voor de ooenbare orde en de veiligheid van het openbare leven in de bezette Neder landsche gebieden en zij kon zich niet ver helen, dat de bovenbeschreven toestand een acuut gevaar voor deze rechtsgoede ren met zich bracht. Zij was derhalve ver- -""^t de noodige maatregelen van be stuursrechtelijken aard ter handhaving van de ongeschondenheid dezer rechtsgoe deren te nemen en heeft dit in verorde ning nr. 156/41 gedaan. De inhoud van deze verordening is, naar op den voorgrond moet worden gesteld, met de bevoegde Nederlandsche instanties uit voerig besproken. Uitgaande van de poli tieke en juridische feiten, die op het te genwoordige tijdstip den toon aangeven, is ook instemming van alle betrokken Ne derlandsche instanties met de onderhavige egeling bereikt- Het is dus geen octrooi, maar een regeling die op Duitsch-Neder- landsche overeenstemming berust en in vele opzichten van de zijde der betrokken Nederlandsche ministeries zelfs zeer is toe gejuicht. LEIDENDE GEDACHTE. De leidende gedachten van de verorde ning zijn de volgende: 1. Aan het hoofd van de provincie en gemeente staat in de toekomst niet meer een parlementaire vergadering, doch één man, de commissaris der .pro vincie, resp. de burgemeester. In zijn handen berust de geheele macht, die tot dusverre verdeeld was over den Commissaris der Provincië, Gedepu teerde Staten en Provinciale Staten* resp. den burgemeester, het college van B. en W. en den gemeenteraad. De Commissaris der Provincie resp. de burgemeester, op wien thans alle be voegdheden binnen het kader van het provinciale resp. gemeentebestuur zijn overgegaan, draagt derhalve voortaan ook de algeheele verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur van zijn gebied. 2. De Commissie der Provincie resp. de burgemeester, behoeft evenwel den feite lijken en deskundigen raad van mannen, die vertrouwd en vergroeid zijn met de cultureele, economische en sociale leven van provincie resp. gemeente. Hij kan zijn taak niet los van de bevolking volbrengen. Hem moeten derhalve raadgevers terzijde treden, wier taak het is hem bij de leiding van het bestuur te adviseeren, hem wenken te verschaffen en bij de burgerij begrip voor zijn maatregelen te wekken. 3. Leiding van het bestuur en verstrek king van advies worden duidelijk geschei den. Niemand kan op beide gebieden tege lijkertijd werkzaam zijn. Door toepassing van dit beginsel wordt de bepaling van duidelijk omschreven aansprakelijkheden het beste gediend. 4. Daar het den Commissaris der Provin cie, resp. den burgemeester om technische redenen onmogelijk is de zaken alleen af te handelen, wordt gezorgd dat als zijn vertegenwoordigers bestuursraden resp. wethouders worden aangewezen. Bestuurs raden en wethouders zullen afgezien van enkele uitzonderingen op het gebied van het bestuur der gemeente dit ambt als hoofdberoep vervullen en de hoedanigheid van ambtenaren hebben. Het doel van de zen maatregel is een volstrekt zakelijk, on- beinvlöed en niet vooringenomen bestuur te waarborgen. Het vroegere stelsel, waarbij de gedeputeerden en wethouders lieden waren, die hun werkzaamheid als neven beroep en derhalve opzettelijke of on bedoeld niet geheel vrij van persoonlijke, maatschappelijke of zakelijke overwegin gen verrichten, is daarmede afgeschaft. 5. Nopens het toezicht op de werkzaam heid van provincie en gemeenten worden duidelijke rechtsverhoudingen ingevoerd. Het toezicht op de gemeenten oefenen in het algemeen de Commissarissen der Pro vincies. Slechts de gemeenten Den Haag, Amsterdam en Rotterdam staan onmiddel lijk onder toezicht van den secretaris-ge neraal van het ministerie van Binnenland- sche Zaken. De provinciën staan onder toe zicht van denzelfden secretaris-generaal. In waterschapsaangelegenheden is het des kundig toezicht van den secretaris-gene raal van het ministerie van Waterstaat ge waarborgd. 6. Van bijzonder belang is de invoering van het recht dat de autoriteit, die het toezicht oefent, heeft tegenover de instan tie, die aan dit toezicht is onderworpen. Daardoor wordt de provincie de tusschen-, de gemeente de onderste afdeeling van een uniform, ondeelbaar staatsbestuur. De lage re instantie kan zich niet tegenover een bevel tfan een centrale autoriteit van cen trale regeering beroepen op bijzondere be voegdheden of autonome rechten. De con sequente toepassing van dit beginsel moet beschouwd worden als onmisbare voorwaar de voor een geordend, doortastend bestuur, vooral met het oog op de thans bestaande behoefte. Het Nederlandsche volk zal op een later tijdstip gelegenheid krijgen uit te ma ken, of verordening nr. 152/41, die de bezettende overheid als maatregel van zuiver bestuursrechtelijk karakter in overeenstemming met het geldende volkenrecht ter handhaving van de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven heeft getroffen, zich er ook niet toe leent onder de gewijzigde omstandigheden van een toekomstige situatie als grondslag voor de nieuwe Nederlandsche constitutie in den ruim- sten zin te dienen. Men moet in dit verband vooral niet uit het oog verlie zen, dat wat hier is ingevoerd de autoritaire verstrakking van de be stuursorganisatie in provincie en ge meente reeds sedert vele jaren door de beste koppen van de Nederlandsche bestuursleer en bestuurspractijk met aandrang is geëischt. Het was op 20 Januari 1940, dat Churchill in het Lagerhuis verklaarde: „Het bolsje wisme is geen politiek systeem, maar een ziekte". Dit was naar aanleiding van het feit, dat de sovjet-unie het kleine dappere Finland had aangevallen. Sindsdien is het bolsjewisme waarlijk niet veranderd. Het is een gevaarlijke ziekte ge bleven, die zoo spoedig mogelijk moet wor den uitgeroeid. Bolsjewisme is de kanker die vreet aan de Westersche beschaving. Het is een gevaar lijk gezwel in het lichaam van Europa, dat moet worden uitgesneden. Europa kan alleen dan weer gezond en gelukkig worden als het bolsjewisme radicaal wordt uitgebrand. Hier is géén compromis mogelijk, hier zouden zachte heelmeesters stinkende wonden maken! Adolf Hitler heeft dit ingezien en de tien duizenden, die zich meldden voor de vrij willigerslegioenen, hebben den Führer be grepen. Landgenooten begrijpt dat het bolsjewis me te vuur en te zwaard bestreden moet worden; meldt u aan bij het Vrijwilligerslegioen Nederland, Koninginnegracht 22, 's Gravenhage. Men zie voor de verordening pag. 3 van het Tweede Blaff. De achtervolging der verslagen Sovjet troepen in de Oekraine is ook gisteren voortgezet, zoo meldt het D.N.B. Duitsche vooruitgeschoven af deelingen dwongen vluchtende bolsjewisten tot den strijd en brachten hun zware verliezen toe. In aansluiting op het weermachtsbericht van gisteren verneemt het D.NJB. nog van militaire zijde: In de Zuidelijke Oekraine heeft de ener gieke opmarseh der geallieerde troepen op nieuw belangrijk terrein gewonnen en ten deele reeds de kust van de Zwarte Zee be reikt. Daar den benedenloop van den Dnjepr ten Zuiden van Kief ook reeds onder bereik der Duitsche wapens staat, wordt aan de op die plaats meer dan zevenhon derd meter breede rivier als verkeersweg voor de Sovjets eveneens sterk afbreuk ge daan. Hierdoor is het geheele verkeerswe zen daar ter plaatse verlamd, daar ook de weinige spoorwegen in het Zuidelijke deel van de Oekraine door de geallieerde troe pen worden beheerscht. De Sovjets zullen het hun nog resteerende kleine deel van de bocht van den Dnjepr nu ook niet meer kunnen houden. In den Noordelijken sector van het Ooste lijke front hebben Duitsche infanteristen .verscheidene Sovjet-batterijen, die tot het laatste oogenblik vuurden, in een storm aanval genomen. De bolsjewisten leden daarbij bloedige verliezen. Op een andere plaats in denzelfden sec tor werden 75 Sovjet-pantserwagens, waar onder zeven van zeer zwaar kaliber, ver nield In den Zuidelijken sector werden op denzelfden dag 70 pantserwagens vernietigd Bovendien werden daar 15 Sovjetvliegtui gen neergeschoten. Op 11 Augustus hebben Duitsche eskaders jacht- en gevechtsvliegtuigen opnieuw de in het Noorden van het Oostelijke front overwinnend oprukkende Duitsche leger- afdeelingen op doeltreffende wijze gesteund en den bolsjewisten zware verliezen toege bracht. Een Duitsch bataljon infanterie, dat eeni ge dagen geleden door Smolensk trok en onder voortdurenden strijd 1135 kilometer gemarcheerd heeft, ontmoette op den och tend van 11 Augustus voor Wjasma een aanvullende colonne der Sovjets. Bij den verderen opmarseh zuiverden de Duitsche soldaten den geheelen sector. Als buit viel hun behalve wapens en munitie een vaan der Sovjets in handen, uit welks opschrift bleek, dat het telkens verleend wordt aan het flinkste en meest succesrijke regiment. Blijkbaar betrof het hier de laatste resten van een Sovjet elite-regiment, dat volko men in de pan gehakt was. FINSCHE BERICHTEN. Van officieele Finsche zijde wordt het volgende bekend gemaakt: Tot dusver hebben onze jachtvliegtuigen en ons luchtdoelgeschut 262 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. In dit cijfer zjjn niet begrepen de beschadigde machines en de vliegtuigen die bij de bombardementen van vijandelijke vliegvelden vernietigd werden. Door verschillende wapens van onze ma rine-artillerie, door mijnen, torpedo's, diep tebommen enz. zijn totdusver met volko men zekerheid ongeveer 15 vijandelijke vaartuigen tot zinken gebracht. Onder de tot zinken gebrachte schepen bevinden zich drie duikbooten, twee kleine oorlogsbodems en zes transportvaartuigen. Twee vijande lijke transportschepen zijn zwaar bescha digd. Aan de Finsche kust spoelen voort durend wrakstukken van schepen aan, welke er op wijzen, dat het aantal vernie tigde vaartuigen in werkelijkheid aanzien lijk grooter is dan de met zekerheid vast gestelde cijfers. Er zijn geen eigen verlie zen aan oorlogsvaartuigen geleden. Door onze marinestrijdkrachten beschermd heeft ook onze koopvaardij scheepvaart, zonder schade te lijden, een volkomen nor maal verloop gehad. Onze strijdkrachten te land hebben tot dusver ten minste 444 pantserwagens en 31 gepantserde auto's buitgemaakt of vernie tigd. Alle in het jaar 1922 geboren militaire dienstplichtige personen zijn opgeroepen zich in den tijd van 1 tot 20 September bij de bevoegde militaire dienstinstanties voor de keuring te melden, aldus het DN.B. uit Helsinki. Het D.N.B. meldt: De Britsche luchtmacht heeft gistermid dag bij een aanvalspoging op het West- Duitsche industriegebied een zware neder laag geleden. Door den krachtigen Duit- schen afweer gehinderd, konden de vijan delijke bommenwerpers hun doelen niet bereiken. Zij wierpen hun bommen daarom in de omstreken van Keulen uit. De aan gerichte schade is niet aanzienlijk. Jagers en luchtdoelartillerie schoten tien bom menwerpers van de aanvallende formatie omlaag. Een andere bommenwerper werd door marineartillerie ten val gebracht. Uit een formatie Britsche jachtvliegtui gen, die de Nederlandsche kust naderde, om de terugkeerende bommenwerpers te vergezellen, schoten Duitsche jagers boven dien zes Spitfires neer. Tegelijkertijd plaats vindende Britsche afleidingsaanvallen aan de kust van het Kanaal leidden tot nieuwe van hedenavond tot morgenochtend ALS LEIDERS VAN HET NEDERLANDSCHE LEGIOEN. Gistermiddag heeft de Rijkcommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijkminister Seyss Inquart, in aanwezig heid van den Hoeheren SS.- und Poiizei- fuehrer S.S.-Gruppenfuehrer Rauter, com missaris-generaal Schmidt en luitenant- generaal Seyffardt afscheid genomen van de Nederlandsche officieren, die de eenhe den van het Nederlandsche legioen in den strijd tegen het bolsjewisme zullen lelden. Nadat de verschillende officieren door lui tenant-generaal Seyyardt waren voorge steld aan den Rijkscommissaris richtte deze een toespraak tot hen waarin hij uitdruk king gaf aan zijn waardeering voor het vrije besluit dat bij ieder afzonderlijk zijn oorsprong vindt in een Nederlandseh- volksch verantwoordelljkheidsbewustzijn. Later zal het Nederlandsche volk eens dezen mannen dankbaar zijn zoo zelde de Rijks commissaris verder, dat zij ln het histori sche conflict met voorultzienden blik hun plaats gekozen hebben aan de zijde, die den doodsvijand van het avondland en zijn cultuur den vemietiglngsstrijd heeft aan gezegd. Nederland is op grond van geogra fische en economische omstandigheden niet in het rechtstreeksche contact geko men met het bolsjewisme dat Dultschland gedwongen heeft tot den strijd op leven en dood tegen het bolsjewisme. Daarom komt den Nederlanders, die den juistcn weg uit eigen beweging gevonden hebben, bijzon dere achting toe. De Rijkscommissaris wees vervolgens op den volgzamen trouw, die een doorslaggevend kenmerk is geweest bij ieder groot historisch optreden van de Ger- maansche volkeren. Daarop berust ook de met het volksche geweten van ieder overeen te brengen eed, dien de officieren van het Nederlandsche legioen moeten afleggen voordat zij den strijd aanbinden en waarin aan Adolf Hftler als oppersten oorlogsleider van in den strijd tegen het boijswisme aan eengesloten naties onvoorwaardelijke trouw wordt beloofd. Nadat luitenant-generaal Seyffardt een dankwoord had uitgeproken, nam de Rijks commissaris met een handdruk en den Sieg Heilgroet afscheid van de officieren van het Nederlandsche legioen. aanzienlijke verliezen voor den vijand, die hier in luchtgevechten dertien jachtvlieg tuigen verloor. De gezamenlijke verliezen van den vijand bedragen daarmede, vol gens tot dusver ontvangen berichten, dertig vliegtuigen. Er werden geen eigen verliezen geleden. Later bleek het aantal neergeschoten Britsche machines tot 41 te zijn gestegen. Aan de Kanaalkust zijn n.l. nog 2 machines neergehaald en 's avonds schoten Duitsche Jagers 9 machines neer. GALICLË. Het tot dusver onder militair bestuur staande deel van het vroegere Poolsche Galicië is thans geplaatst onder het bewind van den gouverneur-generaal, dr. Frank. (D.N.B.) Dif Nummei bevat TWEE Bladen Binnenland Verordening van den Rijkscommissaris be treffende het bestuur van Provincies en Gemeenten. (Ie en 2e Blad). Radiorede van prof. dr. J. van Dam over „Wijzigingen in het Onderwijs" (2e Bl.) Radiorede van luitenant-generaal H. A. Seyffardt tot het Nederlandsche volk. (Binnenland, 2e Blad). Aankomst der Nederlandsche Vrijwilligers te Krakau. (2e Blad). Buitenland De maan komt hedenavond op te 23.43 uur en gaat morgenmid dag té 14.13 uur onder. Verdere Duitsche successen in het Oosten. (Ie Blad). Wijzigingen in de Fransche regecring. Ra diorede van maarschalk Pétain. (Ie Blad). ZIE VOORTS „LAATSTE EERSTE BLAD. BERICHTEN"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1