VACANTIE I Ga naar de Jeugdherbergen! LEIDSCH DAG&MD, Zaterdrg 12 Juli 1941 Derde Blad No. 24936 Beteekenis van het nationale plan 82ste Jaargang Onderhoud met dr. ir. F. Bakker Schut RECHTZAKEN Ideale oorden voor de Trekkers Bezoek aan de Trekschuitte de Kaag Herinneringen aan Neurenberg SUW RADIO DEFECT? Toevoer van slachtvee wordt wat geremd In de laatste vijftien Jaar ls er in onstelljke ordening Bij dat onderzoek zullen land een krachtig streven merkbaar ge- de universiteiten een belangrijke rol spelen. weest om de stedebouwkundige ontwikke ling in een ruimer en grootscher kader te zien dan mogelijk is binnen de veelal enge en uit stedebouwkundig oogpunt vrij wille keurige grenzen van het gemeentelijk ge bied. Dit streven is thans bekroond door het onlangs verschenen besluit betreffende de instelling van een rijksdienst voor het nationale plan. Wat de historische ontwikkeling betreft, diene het volgende: Vroeger was een uit breidingsplan van een stad en zelfs van een dorp niet veel meer dan een min of meer uitgebreid stratenplan. Het uitbreidings plan kon niet groot genoeg zijn. De zorg voor het landschap als geheel en het be wustzijn van de sociaal-economische func tie van de vestigingskern in dat landschap aldus de inspecteur voor de Volkshuisves ting, dr. ir. F. Bakker Schut, die nu be noemd is tot directeur van het Bureau van den Rijksdienst voor het nationale plan, met wien het A.N.P. dezer dagen een onder houd had, waren nog zeer embryonaal en deze zouden later hoe langer hoe meer op den voorgrond treden. Vroeger werd de uitbreiding van elke stad en van elk dorp als een afzonderlijk geval gezien, waarin veelal de groote lijn ontbrak. Aanvankelijk waren de uitbreidingsplan nen alleen voor de steden bedoeld en en kele snel groeiende voorstads-gemeenten. De vestiging op het land nam in beteeke nis toe, wegaanleg bleef achterwege. Hier en daar op het platteland werd de vast stelling van een uitbreidingsplan het sein om buiten dat plan om te bouwen: deze partieele plannen bleken onvoldoende voor de wering van lintbebouwing langs bestaan de wegen: de vlucht uit het uitbreidings plan was begonnen. CONFLICTEN EN FOUTEN. Ons land behoort tot de dichtst bevolkte landen van Europa en dit beteekent, dat de problemen, welke zich op ons betrekke lijk kleine territoir voordoen zeer Ingewik keld zijn. Dat de conflicten, die om oplos sing vragen, zich veelvuldiger voordoen en van ernstiger aard zijn dan in de meeste andere landen en dat gemaakte fouten hier bedenkelijker gevolgen zullen hebben. Bovendien bevindt Nederland zich in een fase van ontwikkeling, waarbij de procen- tueele toeneming der bevolking grooter is dan die in de andere Westeuropeesohe lan den. Indien er dus één land is, waar de be hoefte bestaat aan een van overheidswege gelelde poging tot een rationeele verdeeling van woon- en werkgelegenheid, tot een in alle opzichten economiscr verantwoord stel sel van spoor-, land- en waterwegen, tot een zorgvuldig bewaren van recreatiegebie den en natuursohoon, dan ls het wel Ne derland. Ir. Bakker Schut wees er met nadruk op, dat het niet zoo ls, dat het Bureau van den Rijksdienst zelf aan het planmaken slaat. Het nationale plan moet het resultaat zijn van een Innige en vruchtbare samenwer king van de vakkringen met den Rijks dienst. De Rijksdienst moet tijdig op de hoogte worden gesteld van alle projecten, welke ln dit verband van belang zijn. In hoe vroeger stadium dit op de hoogte stel len geschiedt, des te minder kans bestaat er op botsingen en des te vruchtbaarder is het overleg. Als de doelmatigheid van een plan eenmaal vaststaat, dan behoort dit plan niet, zooals dit nu wel eens gebeurt, af te stuiten op moeilijkheden bij de ver deeling van de daaruit voortvloeiende las ten. Het ls moeilijk të Zeggen, welke werken ln het nationale plan zullen worden opge nomen. Ir. Bakker Schut noemde als pro blemen op: cultuur-technische werken, zoo als verbetering van de afwatering, inpolde ring, landaanwinning, e.d., herbebossching, industrialisatie, geologisch onderzoek, zee havenontwikkeling, bevolkingspolitiek, drinkwatervoorziening, behoud van natuur- ruimte, wegenplannen, spoor- en tramweg- plannen, kanalenplannen, luchthavens, ge meente- en waterschapsgrenzen enz. De Rijksdienst zal natuurlijk gaame gebruik maken van den sdhat van gegevens, zooals die door de groote gemeenten zijn verza meld. Ook de verschillende streekplancom- missies hebben reeds vele kostbare gege vens. Verder zal er natuurlijk nauw samen gewerkt worden met de universiteiten en hoogescholen, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de verschillende economisch- technologische Instituten. Zoo zien we dus dat we de medewerking noodig hebben van alles en ledereen. Het gaat hier om een zuiver Nederlandsche zaak, de uitwerking van een reeds jaren bestaand plan. Als onderdeel van den Rijksdienst wor den Ingesteld een raad van bijstand, een vaste commissie, en andere commissies, welke naar behoefte worden gevormd en in de vierde plaats een bureau. In de prac- tijk zal het wellicht zoo zijn, dat de raad van bijstand, een groot lichaam, ln een aantal kleinere commissies worden onder verdeeld, b.v. voor de wegen, voor de in dustrie, voor den agrarischen kant, voor de cultuurtechnische belangen, voor het na tuurschoon, enz. DRIE AFDEELINGEN. Het bureau wordt onderverdeeld ln drie afdeelingen en wordt gehuisvest te Den Haag. In de eerste plaats de planologische afdeeling met als leider een planoloog, ten tweede een afdeeling voor sociaal-econo- afdeeling met als leider een plano loog, ten tweede een afdeeling voor sociaal-economisch en economisch-geo- grafisch onderzoek wederom onder lei ding van deskundige, ten derde het secretariaat, dat den lnwendigen dienst en juridische kwesties zal behandelen. Wat het werk zelf betreft .zullen de vaste com missie en het bureau zich bezighouden met ten eerste het maken van een nationaal plan, het toezicht op streek- en uitbrei dingsplannen hierbij zij opgemerkt, dat aan de provinciale besturen grootere be voegdheden worden ingeruimd bij de tot standbrenging van streekplannen, welke bevoegdheden in een uitvoeringsbesluit na der zullen worden geregeld en ten slotte zal het bureau ln samenwerking met de verschillende genoemde Instanties het on- «reoek verrichten als basis voor de ruim Het is niet slechts de bedoeling sociaal economen cn economische geografen in te schakelen maar ook zooveel mogelijk an dere studierichtingen, waarbij ook moet worden gedacht aan de hoogescholen te Delft en Wageningen, waar vele onderdee- len zooals stedebouw, landmeetkunde, we genbouw, geologie, landbouw, landbouwar- chitectuur voor het nationale plan van het hoogste belang zijn. En speciale opleiding tot stedebouwkundige ls er in ons land eigenlijk niet. Er is hier een aantal vaste bureaux met uitstekende vakkundigen op dit gebied, maar het aantal jongeren, dat zich speciaal toelegt op stedebouwkundige, indien met dit woord neemt in den ruime ren zin van ruimtelijke ordening is be trekkelijk zeer gering. Zooals wij zien. blijft dus de decentrali satie bij het doorvoeren van de stedebouw kundige maatregelen bestaan en dat is bij deze materie ook noodig voor een snelle en goede uitvoering van de plannen. De vaststelling van het nationale plan zal men niet binnen zeer korten tijd mogen verwachten, er is veel voorbereidend werk te verrichten. De inschakeling van dit na tionale plan voor het gebruik van den bo dem, moge er toe leiden, dat ons zoo dicht bevolkte land in de toekomst het meest mogelijke nut zal trekken voor de vier doel einden: het werk het wonen, de ontspan ning en het verkeer. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Op het verkeerde pad. A. F. uit Alphen was op het verkeerde pad gekomen. Volgens zijn verhaal aan den Politierechter, was dat gekomen doordat hij geen werk had en de belastingambtenaar met zijn vermaningen verscheen. De belasting moest worden betaald, en daar had F. geen geld voor. Toen ging hij aan het stelen, en haalde bij landbouwers in de omgeving van Alphen diverse pro ducten weg. In een kort recht had de man zich nu te verantwoorden, want hij was nog maar pas door de politie aangehouden die hem nu bij den politierechter bracht. Verdachte bekende, maar beriep zich op zijn moeilijke omstandigheden. De officier vond het feit echter zoo ernstig dat hij zes maanden gevangenisstraf vorderde, met last tot onmiddellijke gevangenneming we gens vrees voor herhaling. De politierech ter besliste conform den elsch van den officier. elke zomer stapten DE VAnBeRCKELAERS IN MUM CABRIOLET DE LUXC-IKXfciP af in een "rlviera-PALACE AAN DE CÖTCJD'AZUR. ti'Ü STAPPEM ZO AT AAM ?E«6rON'Zo^ERUÜST, en fiSÏD'Ejfct' oiasi land (jewooNRfeq ETE O (Van een onzer Redacteuren). Niet minder dan ongeveer 70 Jeugdher bergen der Ned. Jeugdherbergcentrale lig gen over ons land verspreid: een ieder daarvan heeft zijn eigen karakter, maar een der aardigste en meest idyllisch gele gene is zeker de Jeugdherberg „De Trek schuit" in het Kaagdorp, het watersport- centrum bij uitnemendheid, waar echter ook het landelijk natuurschoon bij voort during zijn triomfen viert! Thans wil een ieder naar buiten, maar het is niet gemakkelijk, want't kampeeren ls verboden en er zijn meer bezwaren: doch de Jeugdherbergen bieden een schitteren de uitkomst! Wij kunnen er van méé praten, want wij waren te gast bij „vader" en „moeder" Geerling, die op écht vriendschappelijke wijze den scepter zwaaien ln „De Trek schuit". Iedere Jeugdherberg heeft zijn „vader" en „moeder" en als zij allen zóó hartelijk zijn, als deze, nudan is de stemming overal „opperbest"! De vader en moeder van de „Trekschuit" zijn beiden nog jong, maar zij kénnen het klappen van de zweep, want him vader en moeder waren óók al Jarenlang vader en moeder van een Jeugdherberg: zij weten dus, wat er voor een goede regeling en een gezellige stemming vereischt wordt! Brandend broeide de zomersche hitte over weilanden en weger, toen wij als een échte „trekker" naar het dorpje de Kaag trokken: per fiets en bepakt. Onwillekeurig kwam het ons toen ln de gedachte; hóe heet moet het nu wel in de groote stad zijn! Arme jeugd, maar ook arme ouderen want ook z IJ zijn in de Jeugdherbergen welkom, al zou de naam het niet doen vermoeden! die tijdens het week-einde in straten, tusschen hooge huizen, doelloos of verveeld rondhangen. Neen: duizendmaal beter is het, er op uit te gaan. ons prachtige Holland te leeren kennen, terug te keeren tot de natuur, zich te ontrukken aan de schadelijke sfeer, die de groote stad dikwijls in velerlei opzicht, op de jongeren kan uitoefenen. Wóar kan men beter een dosis gezond heid en levenslust opdoen, dan tijdens een „trektocht" en telkenmale een kort verblijf in de Jeugdherbergen, waar het eenvoudig, hartelijk, gezellig en sportief toegaat? Zóó heeft reeds menigeen het gevoeld, maar in de toekomst zullen er nog tal loos veel anderen het óók zoo gaan voelen: zij zullen beseffen, dat de liefde voor het eigen land en volk nérgens beter en hech ter wordt aangekweekt dan op een fiets- of wandeltocht van jeugdherberg naar jeugd herberg! Zeldzaam van schoonheid is het plekje, waar de Jeugdherberg „De Trekschuit"ligt. Men komt er van Leiden uit, het fietspad langs den nieuwen Rijksweg tot aan het viaduct bij de Ringvaart, dan de trap af naar den Ringdijk en vervolgens over het pontje a 6 centen voor een retourtje: dat neemt een ieder, want anders komt men het Kaageiland niet meer af, tenzij per boot. De meeste Leidenaars kennen het vriende lijke Kaagdorpje al, met zijn prachtige vérgezichten over landouwen en meren, zijn schilderachtige typisch Hollandsche boerenhoeven en landelijke woningen, zijn eenvoudig kerkje. In één woord: een héérlijk plekje! In het centrum nummer K 50 ligt de Jeugdherberg, een voormalige school, waar men als gast zich meldt in het kan toortje van den „vader", terwijl ook „moe der" die menigeen reeds kent, een stevigen handdruk ontvangt. Ook wij worden hartelijk ontvangen en tijdens een daarop volgend praatje blijkt, dat van Maart af, eiken Zaterdag de Jeugd herberg, die aan 80 personen, plaats biedt, geheel besproken was. Zelfs moesten er •soms 13 noodmatrassen bijgelegd worden, terwijl ook meermalen ongeveer 40 liefheb bers in een boerderij aan het eind van het dorp ondergebracht werden. Voor d 11 week-eind waren er reeds weer 100 lang van te voren besproken indivi- dueele aanmeldingen. Op de weekdagen is het natuurlijk lang niet zóó druk, hoewel de komende vacan- tietijd en de thans groeiende belangstelling voor het Jeugdherbergwezen daarin wel verandering zullen brengen. Gezellig en eenvoudig gaat het hier toe: dit zien we tijdens ons babbeltje met den vader en we hooren het ook uit zijn mond. Jammer genoeg waren er tijdens ons be zoek maar weinig trekkers, maar we kun nen ons goed voorstellen, hóé geanimeerd het hier op een drukken dag moet toe gaan. Vader Geerling is er ook de man met fantasie naar, om het zijn bezoekers aange naam te maken: regelmatig, ook op Za terdagavonden ln den winter organiseert hij kunstavonden, waarbij zijn vrouw de piano bespeelt of wedstrijden. In dit op zicht rust op de Vaders der Jeugdherber gen een groote verantwoordelijkheid veel initiatief en een mooie opvoedende taak' ook voor de Jeugdleiders van groepen die zich eventueel in de toekomst voor een verblijf in een Jeugdherberg zullen aan melden ls dit het geval. Wanneer wij één opmerking willen ma ken, dan ls het dezevoor goed muslceeren ls een góede piano dringend noodig en die in „De Trekschuit" is wel héél erg oud en ontstemd, wat een onmogelijkheid is voor het zuiver doen opklinken van het Hol landsche lied, dat hier toch véél gezongen moet worden, maar dan op de Juiste wijze. Overigens waren onze vele indrukken voortreffelijk: wij hebben, na een heerlij ken middag in de gezonde buitenlucht, den warmen maaltijd met graagte verorberd en daarna gezien, met welk een enthou siasme de jeugdige gasten den Vader en Moeder hielpen de tafel af te ruimen. Men leert hier in goede harmonie dienen en helpen en een ieder doet het vanzelfspre kend met liefde! Om 10 uur ls het slapen gaan het wordt in de Trekschuit ook wel later tot den volgenden morgen zeven uur. Aan dat laatste houdt de Vader streng de hand, want anders zou een leder kunnen opstaan als het hem goeddunkt! Uit jarenlange eigen ervaring weten wij. dat het op de Kaag uitstekend slapen is en zoo vergaat het óók zeker den gasten, wien het in de boven elkaar geplaatste ledikanten met springveerenmatrassen bést zal bevallen. Den volgenden morgen staat de brood maaltijd al weer klaar: men trekt verder of blijft nog een paar dagen, doorbrengend met zeilen, kanoën, zwemmen of wandelen, al naar de plannen zijn! Nu nog Iets over de practische zijde van het Jeugdherbérgwezen Om in aanmerking te kunnen komer moet men lid zijn van de Ned. Jeugdherbergcentrale. Zij, die al leen er op uittrekken, dienen een trekkers- kaart van de N.J.H.C. aan te vragen: daar bij wordt onderscheid gemaakt tusschen Jeugdige Individueele Trekkers (Jitten) van 1421 j. en Individueele Trekers (Itten) van 21 J. en ouder. Aan groepen onder gelelde wordt een speciale reductie gegeven (o.a. voor die van den Nationalen Jeugdstorm), terwijl hieraan ook jongens en meisjes van 1014 jaar kunnen deel nemen. In de Jeugdherberg gelden matige tarie ven, zoodat men voor weinig geld van een uitstekend onderdak en behoorlijke maal tijden mits men natuurlijk zijn bonnen meebrengt! verzekerd is. Uitvoerige prospectussen lichten de lief hebbers over dit alles nader in. Ons bezoek aan „De Trekschuit" heeft de beste herinneringen nagelaten: in het z.g. „dagverblijf", zorgde de trekster Corrie v. d. Baan uit Leiden voor een aller aardigste wandschildering over het „Zeilen op de Kaag" en we kunnen ons vol ledig indenken, dat, zooals vader Geerling het uitdrukte, velen er leder week-einde naar „hunkeren" de „Trekschuit" te bezoe ken: Rotterdammers, Amsterdammers en „Haglneezen" zijn hier voornamelijk de gasten. Mogen ook de oogen van honderden ón deren opengaan voor de gezonde geneug ten en de groote lichamelijke, zoowel als geestelijke waarde van een korter of lan ger verblijf In de leugriherberg en dus ook zij. die tot nu toe In gebreke bleven, daar van volop genieten. Éénmaal een „trekker", blijft Altijd een trekker": daarvan houden wij ons overtuigd! Men schrijft ons: Voor den oorlog begonnen in deze warme zomermaanden voorbereidingen voor den opmarsch naar den rijkspartijdag te Neu renberg. Wie op deze dagen het Hauptbahn- hof binnenreed en tot den staf van den op marsch behoorde, zag telkens deze oude stad als nieuw voor hem. Trots en sterk omringt de stadsmuur met zijn dikke, ronde torens in steenen eeuwig heid de oude huizenzee aan weerszijden van de Regnitz. Op stellingen tegen de oude voorgevels stonden mannen, die de ver weerde steenen vernieuwen, koperen water spuwers, welke door den wind zijn verbogen, weer recht zetten en als op den ouden keizerburcht hoog boven de daken der stad nieuwe balken opheschen langs de steile burchtwanden, welke door de ven sters in het binnenste van de burcht ver dwenen. Wie met deze mannen sprak, hoorde dan, dat op bevel van den Fuehrer een zaal in de burcht gerestaureerd werd en wel de zaal, waarin keizer Karei V heeft geresideerd, en zijn rijk, waarin de zon niet onderging, heeft geregeerd. Wat denkt hierbij niet de Duitscher, wan neer hij zich den tijd herinnert, waarin Adolf Hitler bouwvakarbeider was en om hem werd gelachen als om een buitenstaan der, die worstelde om de ziel van den mis leiden arbeider en overwon, trots alle drie- gementen hem van de stelling te smijten. Daar heeft hij gezworen den arbeider we derom te maken tot het dragende en rustige geweten van het volk, tot den metselsteen, welke, goed geplaatst, den grondslag van een staat moet vormen. Wie door een nog droomende stad over de Flelscherbrucke schreed, stak de traag- stroomende Regnitz over. De brug, welke een Italiaansch bouwmeester in de zeven tiende eeuw bouwde, is als een verbindings- teekeft. vooral toen voor den oorlog een groep Italiaansche fascisten, die naar Neu renberg was gekomen, daar stond met een groep leiders van den Duitschen arbeids dienst, sprekende over de toekomst. Enthou siast behandelden zij de bedreiging van de volksruimte. Zij spraken over Noord-Afrika, waarheen een deel van hen als kolonisten zou vertrekken. Dit alles, gezien binnen de nieuwe muren der stad, zijn dingen, waaraan men vast houdt. Boven de stad echter zweeft van de tinnen van den burchttoren de blik over de roode pannen van de daken en de slanke, gothische kerktorens. Het geheel is als een laatste getuigenis van de Noorsche bouw kunst tegen het Zuiden met zijn barok en bontheid van vormen. Over de daken wordt de blik gevangen door de goote dennenbos- schen in de verte, te midden waarvan het geweldige terrein en de bouwwerken van den Rijkspartijdag liggen. Uit de oude om muurde stad voeren de breede straten naar de groote ruimten, waarop Duitschland zich jaar na jaar verzamelde. Daar getuigde het van zijn arbeid, iedere organisatie voor zich, allen voor den Fuehrer. Het opmarcheeren van den rijksarbeidsdienst was steeds een bijzondere belevenis Het presenteeren van de spaden, welke glinsterden in de zon, wekte steeds den bijval van alle toeschou wers. Die plechtigheid echter was steeds een bewijs van de diepe geestelijke waarde van een beweging, welke zich niet ten doel stelde, te exerceeren: het was de bekente nis, dat handenarbeid de hoogste waarde van den mensch beteekent en dai slechts hieruit zich alle andere waarden van het bestaan kunnen ontwikkelen. (•paw "zaani) 6«LS Bel 24244 De Radiotechnische Dienst IEMCO n.v NIEUWE VOORRAADVORMING VOOR DEN WINTER. (Van onzen deskundigen medewerker). Het loopt met de verplichte levering thans Iets te hard, zoodat men er in de afgcloopcn week toe is overgegaan, den veehouders te berichten, het vee, dat nog ecnigszlns aan de melk is, voorloopig tot nader order in de weide te houden. Gisteren waren op de Leidsche markt onge veer 400 stuks in hoofdzaak goede beesten voor de vleeschdistributie aangeboden, doch wanneer men niet een groot kwantum had „afbesteld", zouden meer dan 500 stuks zijn gekomen en bij het huidige rantsoen van vleesch, zou de slager zijn toebedeelde kwantum niet eens kunnen af zetten. Er is de laatste weken al heel wat vleesch ingevroren, tot den tijd, dat men het meer noodig heeft. Men zou het vleesch rantsoen kunnen vergrooten, zoo *~ordt soms gere deneerd, doch in den a.s. winter wordt er natuurlijk zoo goed als niet gemest, zoodat men ook verplicht is wat voorraad te vormen. Intusschen heeft de huidige groote toevoer van slachtvee een zeer nadeeligen invloed uit geoefend op den pluimvee- en konijnenhandel. Voor slachtkippen en konijnen was in de afge- loopen week zoo goed als geen vraag. De kooplui van deze artikelen hebben dan ook aanzienlijke verliezen te lijden gehad. De prijzen „kelderde" met 50 en 60% en veelal werd het artikel als ..onverkoopbaar" bestempeld. Dit was ook het geval op de magere varkens- en biggen markten Wat dr de oorzaak van mocht zijn was niet zoo heel gemakkelijk aan te wijzen Doch de warmte is voor den var kenshandel minder goed geweest, dus drzc zal nu ook wel eenig nadeel bezorgen. Maar de hoofdzaak is wel te zoeken in het feit dat het frauduleuze slachten thans gelukkig zulke groote risico's met zich meebrengt. Men kan dus voor het magere goed ook niet meer zulke hooge prijzen besteden dan voorheen. Wat overigens den toestand betreft: het was in den gebruiksveehandel weer overal zeer kalm en ofschoon de prijzen iets gedrukt wer den. kon men toch niet bepaald van teruggang spreken. D-» wolvehandel ve-l!ep voor foksch^r-n en magere vld""dn"r Wil 7?rn voor ooien vnor de Mck-r'» f rr f prr c'ui* be steden. en voor welder* f 50 tot f 54 oer stuk. In de weidelammercn liep de handel zeer traag af. met afloopende prijzen. Ooijes bleven duur, doch de rammen gingen met enkele gul dens per stuk naar omlaag op het einde van de markt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 9