VACANTIE I
Ga naar de Jeugdherbergen!
LEIDSCH DAG&MD, Zaterdrg 12 Juli 1941 Derde Blad No. 24936
Beteekenis van het nationale plan
82ste Jaargang
Onderhoud met dr. ir. F. Bakker Schut
RECHTZAKEN
Ideale oorden voor de Trekkers
Bezoek aan de Trekschuitte de Kaag
Herinneringen aan
Neurenberg
SUW RADIO DEFECT?
Toevoer van slachtvee
wordt wat geremd
In de laatste vijftien Jaar ls er in onstelljke ordening Bij dat onderzoek zullen
land een krachtig streven merkbaar ge- de universiteiten een belangrijke rol spelen.
weest om de stedebouwkundige ontwikke
ling in een ruimer en grootscher kader te
zien dan mogelijk is binnen de veelal enge
en uit stedebouwkundig oogpunt vrij wille
keurige grenzen van het gemeentelijk ge
bied. Dit streven is thans bekroond door het
onlangs verschenen besluit betreffende de
instelling van een rijksdienst voor het
nationale plan.
Wat de historische ontwikkeling betreft,
diene het volgende: Vroeger was een uit
breidingsplan van een stad en zelfs van een
dorp niet veel meer dan een min of meer
uitgebreid stratenplan. Het uitbreidings
plan kon niet groot genoeg zijn. De zorg
voor het landschap als geheel en het be
wustzijn van de sociaal-economische func
tie van de vestigingskern in dat landschap
aldus de inspecteur voor de Volkshuisves
ting, dr. ir. F. Bakker Schut, die nu be
noemd is tot directeur van het Bureau van
den Rijksdienst voor het nationale plan,
met wien het A.N.P. dezer dagen een onder
houd had, waren nog zeer embryonaal en
deze zouden later hoe langer hoe meer op
den voorgrond treden.
Vroeger werd de uitbreiding van elke
stad en van elk dorp als een afzonderlijk
geval gezien, waarin veelal de groote lijn
ontbrak.
Aanvankelijk waren de uitbreidingsplan
nen alleen voor de steden bedoeld en en
kele snel groeiende voorstads-gemeenten.
De vestiging op het land nam in beteeke
nis toe, wegaanleg bleef achterwege. Hier
en daar op het platteland werd de vast
stelling van een uitbreidingsplan het sein
om buiten dat plan om te bouwen: deze
partieele plannen bleken onvoldoende voor
de wering van lintbebouwing langs bestaan
de wegen: de vlucht uit het uitbreidings
plan was begonnen.
CONFLICTEN EN FOUTEN.
Ons land behoort tot de dichtst bevolkte
landen van Europa en dit beteekent, dat
de problemen, welke zich op ons betrekke
lijk kleine territoir voordoen zeer Ingewik
keld zijn. Dat de conflicten, die om oplos
sing vragen, zich veelvuldiger voordoen en
van ernstiger aard zijn dan in de meeste
andere landen en dat gemaakte fouten
hier bedenkelijker gevolgen zullen hebben.
Bovendien bevindt Nederland zich in een
fase van ontwikkeling, waarbij de procen-
tueele toeneming der bevolking grooter is
dan die in de andere Westeuropeesohe lan
den.
Indien er dus één land is, waar de be
hoefte bestaat aan een van overheidswege
gelelde poging tot een rationeele verdeeling
van woon- en werkgelegenheid, tot een in
alle opzichten economiscr verantwoord stel
sel van spoor-, land- en waterwegen, tot
een zorgvuldig bewaren van recreatiegebie
den en natuursohoon, dan ls het wel Ne
derland.
Ir. Bakker Schut wees er met nadruk op,
dat het niet zoo ls, dat het Bureau van den
Rijksdienst zelf aan het planmaken slaat.
Het nationale plan moet het resultaat zijn
van een Innige en vruchtbare samenwer
king van de vakkringen met den Rijks
dienst. De Rijksdienst moet tijdig op de
hoogte worden gesteld van alle projecten,
welke ln dit verband van belang zijn. In
hoe vroeger stadium dit op de hoogte stel
len geschiedt, des te minder kans bestaat
er op botsingen en des te vruchtbaarder is
het overleg. Als de doelmatigheid van een
plan eenmaal vaststaat, dan behoort dit
plan niet, zooals dit nu wel eens gebeurt,
af te stuiten op moeilijkheden bij de ver
deeling van de daaruit voortvloeiende las
ten.
Het ls moeilijk të Zeggen, welke werken
ln het nationale plan zullen worden opge
nomen. Ir. Bakker Schut noemde als pro
blemen op: cultuur-technische werken, zoo
als verbetering van de afwatering, inpolde
ring, landaanwinning, e.d., herbebossching,
industrialisatie, geologisch onderzoek, zee
havenontwikkeling, bevolkingspolitiek,
drinkwatervoorziening, behoud van natuur-
ruimte, wegenplannen, spoor- en tramweg-
plannen, kanalenplannen, luchthavens, ge
meente- en waterschapsgrenzen enz. De
Rijksdienst zal natuurlijk gaame gebruik
maken van den sdhat van gegevens, zooals
die door de groote gemeenten zijn verza
meld. Ook de verschillende streekplancom-
missies hebben reeds vele kostbare gege
vens. Verder zal er natuurlijk nauw samen
gewerkt worden met de universiteiten en
hoogescholen, het Centraal Bureau voor de
Statistiek en de verschillende economisch-
technologische Instituten. Zoo zien we dus
dat we de medewerking noodig hebben van
alles en ledereen. Het gaat hier om een
zuiver Nederlandsche zaak, de uitwerking
van een reeds jaren bestaand plan.
Als onderdeel van den Rijksdienst wor
den Ingesteld een raad van bijstand, een
vaste commissie, en andere commissies,
welke naar behoefte worden gevormd en
in de vierde plaats een bureau. In de prac-
tijk zal het wellicht zoo zijn, dat de raad
van bijstand, een groot lichaam, ln een
aantal kleinere commissies worden onder
verdeeld, b.v. voor de wegen, voor de in
dustrie, voor den agrarischen kant, voor de
cultuurtechnische belangen, voor het na
tuurschoon, enz.
DRIE AFDEELINGEN.
Het bureau wordt onderverdeeld ln drie
afdeelingen en wordt gehuisvest te Den
Haag. In de eerste plaats de planologische
afdeeling met als leider een planoloog, ten
tweede een afdeeling voor sociaal-econo-
afdeeling met als leider een plano
loog, ten tweede een afdeeling voor
sociaal-economisch en economisch-geo-
grafisch onderzoek wederom onder lei
ding van deskundige, ten derde het
secretariaat, dat den lnwendigen dienst
en juridische kwesties zal behandelen. Wat
het werk zelf betreft .zullen de vaste com
missie en het bureau zich bezighouden met
ten eerste het maken van een nationaal
plan, het toezicht op streek- en uitbrei
dingsplannen hierbij zij opgemerkt, dat
aan de provinciale besturen grootere be
voegdheden worden ingeruimd bij de tot
standbrenging van streekplannen, welke
bevoegdheden in een uitvoeringsbesluit na
der zullen worden geregeld en ten slotte
zal het bureau ln samenwerking met de
verschillende genoemde Instanties het on-
«reoek verrichten als basis voor de ruim
Het is niet slechts de bedoeling sociaal
economen cn economische geografen in te
schakelen maar ook zooveel mogelijk an
dere studierichtingen, waarbij ook moet
worden gedacht aan de hoogescholen te
Delft en Wageningen, waar vele onderdee-
len zooals stedebouw, landmeetkunde, we
genbouw, geologie, landbouw, landbouwar-
chitectuur voor het nationale plan van het
hoogste belang zijn. En speciale opleiding
tot stedebouwkundige ls er in ons land
eigenlijk niet. Er is hier een aantal vaste
bureaux met uitstekende vakkundigen op
dit gebied, maar het aantal jongeren, dat
zich speciaal toelegt op stedebouwkundige,
indien met dit woord neemt in den ruime
ren zin van ruimtelijke ordening is be
trekkelijk zeer gering.
Zooals wij zien. blijft dus de decentrali
satie bij het doorvoeren van de stedebouw
kundige maatregelen bestaan en dat is bij
deze materie ook noodig voor een snelle en
goede uitvoering van de plannen.
De vaststelling van het nationale plan
zal men niet binnen zeer korten tijd mogen
verwachten, er is veel voorbereidend werk
te verrichten. De inschakeling van dit na
tionale plan voor het gebruik van den bo
dem, moge er toe leiden, dat ons zoo dicht
bevolkte land in de toekomst het meest
mogelijke nut zal trekken voor de vier doel
einden: het werk het wonen, de ontspan
ning en het verkeer.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Op het verkeerde pad.
A. F. uit Alphen was op het verkeerde
pad gekomen. Volgens zijn verhaal aan den
Politierechter, was dat gekomen doordat hij
geen werk had en de belastingambtenaar
met zijn vermaningen verscheen.
De belasting moest worden betaald, en
daar had F. geen geld voor. Toen ging hij
aan het stelen, en haalde bij landbouwers
in de omgeving van Alphen diverse pro
ducten weg. In een kort recht had de man
zich nu te verantwoorden, want hij was
nog maar pas door de politie aangehouden
die hem nu bij den politierechter bracht.
Verdachte bekende, maar beriep zich op
zijn moeilijke omstandigheden. De officier
vond het feit echter zoo ernstig dat hij zes
maanden gevangenisstraf vorderde, met
last tot onmiddellijke gevangenneming we
gens vrees voor herhaling. De politierech
ter besliste conform den elsch van den
officier.
elke zomer stapten DE VAnBeRCKELAERS IN MUM CABRIOLET DE LUXC-IKXfciP
af in een "rlviera-PALACE AAN DE CÖTCJD'AZUR.
ti'Ü STAPPEM ZO AT AAM ?E«6rON'Zo^ERUÜST,
en fiSÏD'Ejfct' oiasi land (jewooNRfeq ETE
O
(Van een onzer Redacteuren).
Niet minder dan ongeveer 70 Jeugdher
bergen der Ned. Jeugdherbergcentrale lig
gen over ons land verspreid: een ieder
daarvan heeft zijn eigen karakter, maar
een der aardigste en meest idyllisch gele
gene is zeker de Jeugdherberg „De Trek
schuit" in het Kaagdorp, het watersport-
centrum bij uitnemendheid, waar echter
ook het landelijk natuurschoon bij voort
during zijn triomfen viert!
Thans wil een ieder naar buiten, maar
het is niet gemakkelijk, want't kampeeren
ls verboden en er zijn meer bezwaren: doch
de Jeugdherbergen bieden een schitteren
de uitkomst!
Wij kunnen er van méé praten, want wij
waren te gast bij „vader" en „moeder"
Geerling, die op écht vriendschappelijke
wijze den scepter zwaaien ln „De Trek
schuit". Iedere Jeugdherberg heeft zijn
„vader" en „moeder" en als zij allen zóó
hartelijk zijn, als deze, nudan is de
stemming overal „opperbest"!
De vader en moeder van de „Trekschuit"
zijn beiden nog jong, maar zij kénnen het
klappen van de zweep, want him vader en
moeder waren óók al Jarenlang vader en
moeder van een Jeugdherberg: zij weten
dus, wat er voor een goede regeling en een
gezellige stemming vereischt wordt!
Brandend broeide de zomersche hitte
over weilanden en weger, toen wij als een
échte „trekker" naar het dorpje de Kaag
trokken: per fiets en bepakt.
Onwillekeurig kwam het ons toen ln de
gedachte; hóe heet moet het nu wel in de
groote stad zijn! Arme jeugd, maar ook
arme ouderen want ook z IJ zijn in de
Jeugdherbergen welkom, al zou de naam
het niet doen vermoeden! die tijdens
het week-einde in straten, tusschen hooge
huizen, doelloos of verveeld rondhangen.
Neen: duizendmaal beter is het, er op uit
te gaan. ons prachtige Holland te leeren
kennen, terug te keeren tot de natuur, zich
te ontrukken aan de schadelijke sfeer, die
de groote stad dikwijls in velerlei opzicht,
op de jongeren kan uitoefenen.
Wóar kan men beter een dosis gezond
heid en levenslust opdoen, dan tijdens een
„trektocht" en telkenmale een kort verblijf
in de Jeugdherbergen, waar het eenvoudig,
hartelijk, gezellig en sportief toegaat?
Zóó heeft reeds menigeen het gevoeld,
maar in de toekomst zullen er nog tal
loos veel anderen het óók zoo gaan voelen:
zij zullen beseffen, dat de liefde voor het
eigen land en volk nérgens beter en hech
ter wordt aangekweekt dan op een fiets- of
wandeltocht van jeugdherberg naar jeugd
herberg!
Zeldzaam van schoonheid is het plekje,
waar de Jeugdherberg „De Trekschuit"ligt.
Men komt er van Leiden uit, het fietspad
langs den nieuwen Rijksweg tot aan het
viaduct bij de Ringvaart, dan de trap af
naar den Ringdijk en vervolgens over het
pontje a 6 centen voor een retourtje: dat
neemt een ieder, want anders komt men
het Kaageiland niet meer af, tenzij per boot.
De meeste Leidenaars kennen het vriende
lijke Kaagdorpje al, met zijn prachtige
vérgezichten over landouwen en meren,
zijn schilderachtige typisch Hollandsche
boerenhoeven en landelijke woningen, zijn
eenvoudig kerkje.
In één woord: een héérlijk plekje!
In het centrum nummer K 50 ligt
de Jeugdherberg, een voormalige school,
waar men als gast zich meldt in het kan
toortje van den „vader", terwijl ook „moe
der" die menigeen reeds kent, een stevigen
handdruk ontvangt.
Ook wij worden hartelijk ontvangen en
tijdens een daarop volgend praatje blijkt,
dat van Maart af, eiken Zaterdag de Jeugd
herberg, die aan 80 personen, plaats biedt,
geheel besproken was. Zelfs moesten er
•soms 13 noodmatrassen bijgelegd worden,
terwijl ook meermalen ongeveer 40 liefheb
bers in een boerderij aan het eind van het
dorp ondergebracht werden.
Voor d 11 week-eind waren er reeds weer
100 lang van te voren besproken indivi-
dueele aanmeldingen.
Op de weekdagen is het natuurlijk lang
niet zóó druk, hoewel de komende vacan-
tietijd en de thans groeiende belangstelling
voor het Jeugdherbergwezen daarin wel
verandering zullen brengen.
Gezellig en eenvoudig gaat het hier toe:
dit zien we tijdens ons babbeltje met den
vader en we hooren het ook uit zijn mond.
Jammer genoeg waren er tijdens ons be
zoek maar weinig trekkers, maar we kun
nen ons goed voorstellen, hóé geanimeerd
het hier op een drukken dag moet toe
gaan. Vader Geerling is er ook de man met
fantasie naar, om het zijn bezoekers aange
naam te maken: regelmatig, ook op Za
terdagavonden ln den winter organiseert
hij kunstavonden, waarbij zijn vrouw de
piano bespeelt of wedstrijden. In dit op
zicht rust op de Vaders der Jeugdherber
gen een groote verantwoordelijkheid veel
initiatief en een mooie opvoedende taak'
ook voor de Jeugdleiders van groepen die
zich eventueel in de toekomst voor een
verblijf in een Jeugdherberg zullen aan
melden ls dit het geval.
Wanneer wij één opmerking willen ma
ken, dan ls het dezevoor goed muslceeren
ls een góede piano dringend noodig en die
in „De Trekschuit" is wel héél erg oud en
ontstemd, wat een onmogelijkheid is voor
het zuiver doen opklinken van het Hol
landsche lied, dat hier toch véél gezongen
moet worden, maar dan op de Juiste wijze.
Overigens waren onze vele indrukken
voortreffelijk: wij hebben, na een heerlij
ken middag in de gezonde buitenlucht, den
warmen maaltijd met graagte verorberd
en daarna gezien, met welk een enthou
siasme de jeugdige gasten den Vader en
Moeder hielpen de tafel af te ruimen. Men
leert hier in goede harmonie dienen en
helpen en een ieder doet het vanzelfspre
kend met liefde!
Om 10 uur ls het slapen gaan het
wordt in de Trekschuit ook wel later
tot den volgenden morgen zeven uur. Aan
dat laatste houdt de Vader streng de hand,
want anders zou een leder kunnen opstaan
als het hem goeddunkt! Uit jarenlange
eigen ervaring weten wij. dat het op de
Kaag uitstekend slapen is en zoo vergaat
het óók zeker den gasten, wien het in de
boven elkaar geplaatste ledikanten met
springveerenmatrassen bést zal bevallen.
Den volgenden morgen staat de brood
maaltijd al weer klaar: men trekt verder
of blijft nog een paar dagen, doorbrengend
met zeilen, kanoën, zwemmen of wandelen,
al naar de plannen zijn!
Nu nog Iets over de practische zijde van
het Jeugdherbérgwezen Om in aanmerking
te kunnen komer moet men lid zijn van
de Ned. Jeugdherbergcentrale. Zij, die al
leen er op uittrekken, dienen een trekkers-
kaart van de N.J.H.C. aan te vragen: daar
bij wordt onderscheid gemaakt tusschen
Jeugdige Individueele Trekkers (Jitten)
van 1421 j. en Individueele Trekers
(Itten) van 21 J. en ouder. Aan groepen
onder gelelde wordt een speciale reductie
gegeven (o.a. voor die van den Nationalen
Jeugdstorm), terwijl hieraan ook jongens
en meisjes van 1014 jaar kunnen deel
nemen.
In de Jeugdherberg gelden matige tarie
ven, zoodat men voor weinig geld van een
uitstekend onderdak en behoorlijke maal
tijden mits men natuurlijk zijn bonnen
meebrengt! verzekerd is.
Uitvoerige prospectussen lichten de lief
hebbers over dit alles nader in.
Ons bezoek aan „De Trekschuit" heeft
de beste herinneringen nagelaten: in
het z.g. „dagverblijf", zorgde de trekster
Corrie v. d. Baan uit Leiden voor een aller
aardigste wandschildering over het „Zeilen
op de Kaag" en we kunnen ons vol
ledig indenken, dat, zooals vader Geerling
het uitdrukte, velen er leder week-einde
naar „hunkeren" de „Trekschuit" te bezoe
ken: Rotterdammers, Amsterdammers en
„Haglneezen" zijn hier voornamelijk de
gasten.
Mogen ook de oogen van honderden ón
deren opengaan voor de gezonde geneug
ten en de groote lichamelijke, zoowel als
geestelijke waarde van een korter of lan
ger verblijf In de leugriherberg en dus ook
zij. die tot nu toe In gebreke bleven, daar
van volop genieten. Éénmaal een „trekker",
blijft Altijd een trekker": daarvan houden
wij ons overtuigd!
Men schrijft ons:
Voor den oorlog begonnen in deze warme
zomermaanden voorbereidingen voor den
opmarsch naar den rijkspartijdag te Neu
renberg. Wie op deze dagen het Hauptbahn-
hof binnenreed en tot den staf van den op
marsch behoorde, zag telkens deze oude stad
als nieuw voor hem.
Trots en sterk omringt de stadsmuur met
zijn dikke, ronde torens in steenen eeuwig
heid de oude huizenzee aan weerszijden van
de Regnitz. Op stellingen tegen de oude
voorgevels stonden mannen, die de ver
weerde steenen vernieuwen, koperen water
spuwers, welke door den wind zijn verbogen,
weer recht zetten en als op den ouden
keizerburcht hoog boven de daken der
stad nieuwe balken opheschen langs de
steile burchtwanden, welke door de ven
sters in het binnenste van de burcht ver
dwenen. Wie met deze mannen sprak,
hoorde dan, dat op bevel van den Fuehrer
een zaal in de burcht gerestaureerd werd
en wel de zaal, waarin keizer Karei V heeft
geresideerd, en zijn rijk, waarin de zon niet
onderging, heeft geregeerd.
Wat denkt hierbij niet de Duitscher, wan
neer hij zich den tijd herinnert, waarin
Adolf Hitler bouwvakarbeider was en om
hem werd gelachen als om een buitenstaan
der, die worstelde om de ziel van den mis
leiden arbeider en overwon, trots alle drie-
gementen hem van de stelling te smijten.
Daar heeft hij gezworen den arbeider we
derom te maken tot het dragende en rustige
geweten van het volk, tot den metselsteen,
welke, goed geplaatst, den grondslag van
een staat moet vormen.
Wie door een nog droomende stad over de
Flelscherbrucke schreed, stak de traag-
stroomende Regnitz over. De brug, welke
een Italiaansch bouwmeester in de zeven
tiende eeuw bouwde, is als een verbindings-
teekeft. vooral toen voor den oorlog een
groep Italiaansche fascisten, die naar Neu
renberg was gekomen, daar stond met een
groep leiders van den Duitschen arbeids
dienst, sprekende over de toekomst. Enthou
siast behandelden zij de bedreiging van de
volksruimte. Zij spraken over Noord-Afrika,
waarheen een deel van hen als kolonisten
zou vertrekken.
Dit alles, gezien binnen de nieuwe muren
der stad, zijn dingen, waaraan men vast
houdt. Boven de stad echter zweeft van de
tinnen van den burchttoren de blik over de
roode pannen van de daken en de slanke,
gothische kerktorens. Het geheel is als een
laatste getuigenis van de Noorsche bouw
kunst tegen het Zuiden met zijn barok en
bontheid van vormen. Over de daken wordt
de blik gevangen door de goote dennenbos-
schen in de verte, te midden waarvan het
geweldige terrein en de bouwwerken van
den Rijkspartijdag liggen. Uit de oude om
muurde stad voeren de breede straten naar
de groote ruimten, waarop Duitschland zich
jaar na jaar verzamelde. Daar getuigde het
van zijn arbeid, iedere organisatie voor zich,
allen voor den Fuehrer. Het opmarcheeren
van den rijksarbeidsdienst was steeds een
bijzondere belevenis Het presenteeren van
de spaden, welke glinsterden in de zon,
wekte steeds den bijval van alle toeschou
wers. Die plechtigheid echter was steeds
een bewijs van de diepe geestelijke waarde
van een beweging, welke zich niet ten doel
stelde, te exerceeren: het was de bekente
nis, dat handenarbeid de hoogste waarde
van den mensch beteekent en dai slechts
hieruit zich alle andere waarden van het
bestaan kunnen ontwikkelen.
(•paw "zaani)
6«LS
Bel 24244
De Radiotechnische Dienst IEMCO n.v
NIEUWE
VOORRAADVORMING VOOR DEN WINTER.
(Van onzen deskundigen medewerker).
Het loopt met de verplichte levering thans
Iets te hard, zoodat men er in de afgcloopcn
week toe is overgegaan, den veehouders te
berichten, het vee, dat nog ecnigszlns aan
de melk is, voorloopig tot nader order in
de weide te houden.
Gisteren waren op de Leidsche markt onge
veer 400 stuks in hoofdzaak goede beesten voor
de vleeschdistributie aangeboden, doch wanneer
men niet een groot kwantum had „afbesteld",
zouden meer dan 500 stuks zijn gekomen en bij
het huidige rantsoen van vleesch, zou de slager
zijn toebedeelde kwantum niet eens kunnen af
zetten.
Er is de laatste weken al heel wat vleesch
ingevroren, tot den tijd, dat men het meer
noodig heeft. Men zou het vleesch rantsoen
kunnen vergrooten, zoo *~ordt soms gere
deneerd, doch in den a.s. winter wordt er
natuurlijk zoo goed als niet gemest, zoodat
men ook verplicht is wat voorraad te
vormen.
Intusschen heeft de huidige groote toevoer
van slachtvee een zeer nadeeligen invloed uit
geoefend op den pluimvee- en konijnenhandel.
Voor slachtkippen en konijnen was in de afge-
loopen week zoo goed als geen vraag.
De kooplui van deze artikelen hebben dan
ook aanzienlijke verliezen te lijden gehad. De
prijzen „kelderde" met 50 en 60% en veelal werd
het artikel als ..onverkoopbaar" bestempeld.
Dit was ook het geval op de magere varkens-
en biggen markten Wat dr de oorzaak van
mocht zijn was niet zoo heel gemakkelijk aan
te wijzen Doch de warmte is voor den var
kenshandel minder goed geweest, dus drzc zal
nu ook wel eenig nadeel bezorgen. Maar de
hoofdzaak is wel te zoeken in het feit dat het
frauduleuze slachten thans gelukkig zulke
groote risico's met zich meebrengt. Men kan
dus voor het magere goed ook niet meer zulke
hooge prijzen besteden dan voorheen.
Wat overigens den toestand betreft: het was
in den gebruiksveehandel weer overal zeer
kalm en ofschoon de prijzen iets gedrukt wer
den. kon men toch niet bepaald van teruggang
spreken.
D-» wolvehandel ve-l!ep voor foksch^r-n en
magere vld""dn"r Wil 7?rn voor
ooien vnor de Mck-r'» f rr f prr c'ui* be
steden. en voor welder* f 50 tot f 54 oer stuk.
In de weidelammercn liep de handel zeer
traag af. met afloopende prijzen. Ooijes bleven
duur, doch de rammen gingen met enkele gul
dens per stuk naar omlaag op het einde van
de markt.