Duitsche nota van Von Ribbentrop aan de Sovjet-Unie LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad Moskou handelde in strijd met de verdragen De Duitsche minister van Buitenland- sche Zaken, von Ribbentrop, heeft gister ochtend te zes uur In aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de Duitsche en de bultenlandsche pers in de bondsraadzaal van het ministerie van Bultenlandsche Zaken de wereld per radio in kennis ge steld van een nota van het ministerie van Bultenlandsche Zaken aan de Sovjet-re- geering. In de eerste alinea herinnert de nota er aan, dat de Duitsche regeering, die tot een regeling der belangen tusschen Dultsch land en de Sovjet-Unie wenschte te ko men, rich in den zomer van 1939 tot de Sovjet-regeering wendde, waarbij zij over de ernstige bedenkingen heen stapte, die voortvloeien uit het prinucipieele verschil tusschen het politieke doel van Duitsch- land en Sovjet-Rusland en uit de scherpe tegenstelling tusschen de wereldbeschou wing van nationaal-socialisme en bolsje wisme, die diametraal tegenover elkaar staan. De Duitsche regeering, aldus vervolgt de nota,'Het zich hierbij leiden door de ge dachte, dat de uitschakeling van een oor log, waarvoor een toenadering tusschen Duitschland en Rusland voorwaarde was en de daardoor bereikbare beveiliging der levensbehoeften van beide volken, die van oudsher op voet van vriendschap heb ben geleefd, de beste waarborg zouden zijn tegen een verdere uitbreiding van de communistische leerstellingen van het in ternationale Jodendom naar Europa. In deze onderstelling werd zij gesterkt door het feit, dat het op grond van zekere ge beurtenissen in Rusland en zekere maat regelen der Russische regeering op inter nationaal gebied althans mogelijk leek, dat men zich zou afwenden van deze leerstel lingen en van de vroeger gevolgde metho de van ondermijning van andere volken. De ontvangst, die den Duitschen staf te Moskou ten deel viel, leek deze verande ring te bevestigen. Zoo kwam het op 23 Augustus 1939 tot het non-agressiepact en op 23 September 1939 tot de onderteeke- ning van de grens- en vriendschapsover eenkomst tusschen beide staten. De kern dezer verdragen bestond uit: 1. De wederkeerige verplichting, elkan der niet aan te vallen en in vreedzame nabuurschap te leven; 2. Een afbakening der belangensferen, waarbij Duitschland afzag van het oefe nen van Invloed in Finland, Letland, Est land, Lithauen en Bessarablë, terwijl een deel van den vroegeren Poolschen staat tot aan de lijn Narev-Boeg-San op wensch der Sovjet-regeering bij Rusland zou worden ingelijfd. Inderdaad heeft de Duitsche regeering bij het sluiten van het niet-aanvalsver- drag haar politiek tegenover de Sovjet- Unie ook onverwijld gewijzigd en sedert dien een vriendschappelijke houding je gens de Sovjet-Unie aangenomen. De met Rusland gesloten verdragen zijn naar let ter en geest getrouw nagekomen, maar bovendien heeft zij door het overwinnen van Polen, dus door het offer van Duitsch- bloed, de Sovjet-Unie geholpen aan haar grootste succes sedert haar bestaan op het gebied der bultenlandsche politiek. Dit ls slechts mogelijk geweest door de welwil lende Duitsche politiek jegens Rusland en door de overweldigende zege der Duitsche weermacht. Met recht meende de Duitsche regeering dan ook te mogen aannemen, dat de Russische houding tegenover Duitsch land overeenkomstig zou zijn. Helaas zou spoedig blijken, dat de Duitsche regeering zich bij deze onderstelling ernstig vergist heeft. RUSSISCHE ACTIE. In feite is, zooals in alinea 2 van von Ribbentrop's verklaring wordt vastgesteld, de Komintern reeds spoedig na het tot stand komen der Duitsch-Russlsche ver dragen weer op ieder gebied actief gewor den. Door de sterke en doeltreffende af- weermaatregelen der politie werd de Ko mintern gedwongen, haar bedrijvigheid op het gebied van ondermijning en inlichtin gendienst naar Duitschland langs omwe gen over centra in de aan Duitschland grenzende landen te trachten te leiden. Men maakte daarbij gebruik van vroegere Duitsche communistische functionarissen, die in Duitschland een ondermijningsactie moesten bedrijven en sabotagemoesten voorbereiden. Te dien einde was er een systemati sche opleiding onder leiding van den Ge- peoe-commissaris Krylov. Daarnaast werd een intensieve onder mijningsactie bedreven naar het door Duitschland bezette gebied, vooral naar het protectoraat en het bezette Frankrijk, maar ook naar Noorwegen, Nederland, België enz. De Sovjet-Russische vertegenwoordigin gen, vooral het consulaat-generaal te Praag, verleenden hierbij een waardevolle hulp. Met radiozend- en ontvanginstalla- ties werd een drukke berichtendienst on derhouden, hetgeen een volkomen bewijs levert voor den tegen Duitschland gerich- ten arbeid der Komintern. Men beschikt ook over een omvangrijk documentair ge tuigen- en aetenmatèriaal over den gehee- len ondermijnenden en spionnage-arbeid van de Komintern. Verder werden sabota gegroepen gevormd, die haar eigen labo ratoria hadden, waarin zij brand- en bri santbommen voor daden van sabotage ver vaardigden. Dergelijke aanslagen zijn bijv, gepleegd op niet minder dan zestien Duit sche schepen. Naast de actie van onder mijning en sabotage stond de spionnage. Zoo maakte men van den terugkeer der Duitschers uit Sovjet-Rusland gebruik om deze Duitschers met de meest verwerpelijke middelen te winnen voor de doeleinden der Gepeoe. Zelfs de Russische ambassade te Berlijn, met den ambassaderaad Koboelof aan het hoofd, deinsde niet terug voor een gewetenloos misbruik der exterritoriale rechten voor spionnage-doeleinden. Te Praag stond een lid van het Russische con sulaat, Mosjof, aan het hoofd van sen Rus sisch spionnagenet. dat zich over het ge- heele protectoraat uitbreidde. Andere ge vallen, waarbij de politie tijdig kon ingrij pen, leverden een duidelijk en ondubbelzin nig beeld dezer omvangrijke Russische kui perijen. Wat den ondermljningsarbeiü in Europa buiten Duitschland betreft, deze strekte zich uit over bijna alle door Duitschland be zette landen. Zoo stelde bijv. in Roemenië de communistische propaganda door mid del van uit Rusland komende pamfletten Duitschland verantwoordelijk voor alle moeilijkheden, om aldus een anti-Duitsche stemming te wekken. Hetzelfde kwam se dert den zomer van 1940 duidelijk tot uiting in Joegoslavië. In het gezantschap te Belgrado is den Duitschen troepen het documentaire bewijs voor den Sovjet-Rus- sischen oorsprong der anti-Duitsche pro paganda in handen gevallen. Terwijl de communistische propaganda in Joegoslavië zich van nationalistische leuzen trachtte te bedienen, werkte zij in Hongarije vooral onder de Roetheensche bevolking, welke zij de komende bevrijding door Sovjet-Rusland voorspiegelde. Zeer levendig was de anti-Duitsche ophitsing in Slovakije, waar openlijk actie werd ge voerd voor een inlijving bij Sovjet-Rusland In Finland was de beruchte „Vereeniging voor Vrede en vriendschap met de Sovjet- Unie" werkzaam, die in samenwerking met den zender Petroskoi Finland trachtte te ondermijnen en daarbij optrad in duidelijk anti-Duitschen zin. In Frankrijk, België en Nederland werd tegen de Duitsche bezet tende macht opgehitst. Onder den dek mantel van nationalisme en Pan-Slavisme werd op dezelfde wijze in het gouverne ment-generaal opgehitst. Nauwelijks was Griekenland door de Duitsche en Italiaan- sche troepen bezet, of ook daar ging de Sovjet-Russische propaganda aan het werk. Het totale beeld toont een in alle lan den stelselmatig gevoerde campagne der Sovjet-Unie tegen het Duitsche streven tot het oprichten eener stabiele orde in Euro pa. Daarnaast is de directe propagandis tische tegenactie gericht tegen de maat regelen der Duitsche politiek. In Bulgarije werd geageerd tegen de toetreding tot het Pact van Drie en vóór een garantieverdrag met Rusland, in Roemenië werd door infil tratie in de IJzeren Garde en misbruik van haar leiders, onder meer van den Roemeen Geza, de revolte-poging van 23 Januari 1941 geënsceneerd. Ten aanzien van Joegoslavië beschikt de Duitsche regeering over documenten, vol- |gens welke de Joegoslavische gedelegeerde [Georgewitsj reeds in Mei 1940 op grond ivan een onderhoud met Molotof te Moskou I de overtuiging kreeg, dat men daar I Duitschland beschouwde als „den machti- gen'vijand van morgen". Nog ondubbelzin niger was de Russische houding ten aan izien van de door Servische militairen naar voren gebrachte wenschen op het gebied van bewapening. In November 1940 ver klaarde de chef van den Russlschen gene ralen staf tegenover den Joegoslavischen militairen attaché: „Wij géven alles wat verlangd wordt en wel onmiddellijk". Slechts één voorwaarde werd daarbij ge steld: geheimhouding tegenover Duitsch land. De voorbereiding van den putsch te Belgrado van 27 Maart 1941 vormde het hoogtepunt van dit complot var. Servische samenzweerders en Engelsch-Russische agenten tegen Duitschland. De Servische leider van dezen putsch, de aanvoerder van de „Zwarte Hand", Simitsj, bevindt zich thans nog te Moskou en ontplooit daar ook nu in zeer nauwe samenwerking met de Russische propaganda zijn activiteit te gen het Duitsche rijk. PUBLICATIE VAN MATERIAAL. Om de buitenwereld een volledig over zicht van de werkzaamheden der Sovjet- Russische instanties sedert de totstandko ming van de D utsch Russische verdragen te geven, zal de Duitsche regeeiing het om vangrijke materiaal, waarover ;ij beschikt bekendmaken. De Duitse regeering moet constateeren, dat de So; Jee regeering bij het sluiten der verdragen met Duitschland herhaaldelijk de ondubbe zinnige verkla ring heeft afgelegd, dat zij niet vornemens was zich direct of indircc: in Duitsche aan gelegenheden te mengen. Bij bet sluiien van het vriendschapsverdrag had ij ulech- tig verklaard, dat zij met Duitschland zou samenwerken opi in overeenstemming met de ware belangen van alle volken een einde te maken aan den oorlogstoestand tusschen Duitschland eenerzljds en Engeland en Frankrijk anderzijds en om dis doel zoo spoedig mogelijk te bereiken. Deze Sovjet- Russische afspraken en verklaringen zijn een bewuste misleiding en een bewust be drog gebleken. De Duitscae regeering heeft moeten constateeren, dat de stelling van Lenln, volgens welke „met eentge andere landes verdragen kunnen worden gesloten, wanneer zij dienstig zijn voor de belangen der Sovjet-regeering en voor het onscha delijk maken van den tegenstander", ook heeft gegolden bij het sluiten der verdragen van 1939. Het sluiten dezer vriendschaps verdragen was voor de Sovjet-regeering dus slechts een tactische manoeuvre. Het eigen lijke doel was, dat men voor Rusland voor- deellge overeenkomsten wilde bereiken en daardoor tegelijkertijd een verdere machts politiek der Sovjet-Unie wilde voorbereiden. De leidende gedachte bleef de verzwak king der niet-bolsjewistische staten, omdat die gemakkelijker ondermijnd en op een ze ker oogenbllk overweldigd konden worden. De Russische regeering te Moskou heeft geen gehoor gegeven aan de stem van het Russisohe volk, dat met het Duitsohe volk eerlijk In vrede en vriendschap wilde leven maar heeft de oude bolsjewistische politiek van de twee aangezichten voortgezet en daardoor een groote verantwoordelijkheid op zich geladen. Alinea drie houd zich bezig met de hou ding van de Sovjet-regeering tegenover Duitschland op militair gebied en die van de buitenlandsche politiek sedert het slui ten van het Duitsch-Russische verdrag. Te Moskou had de Sovjet-Russische regeering bij de afbakening van de belangensferen aan den Duitschen minister van Buiten landsche Zaken verklaard, dat zij met uit zondering van de gebieden van den voor- maligen Poolschen staat, die zich In staat van ontbinding bevonden, niet het voor nemen koesterde, de staten binnen haar belangensfeer te bezetten, te bolsjewisee- ren of te annexeeren. In waarheid is even wel, naar uit het verloop der gebeurtenis sen Ls gebleken, de politiek van de Sovjet- Unie in deze periode uitsluitend gericht geweest op een doel, namelijk uitbreiding van de militaire macht van Moskou in het gebied tusschen IJszee en Zwarte Zee, in Westelijke richting, waar haar zulks maar mogelijk scheen, en verdere bolsjewtseerlng van Europa. DE OOSTZEE-LANDEN. In dit verband herinnert de nota aan de sluiting van het zoogenaamde pact van hulpverleening tusschen de Sovjet-Unie en Estland, Letland en Lithauen in October en November 1939 en de vestiging van militaire steunpunten ln deze landen, aan de vorming van de»communistlsche Finsche pseudo-re- geering Kusinen, aan het ultimatum aan Finland en den inval van het Roode leger eind November 1939. In Juli 1940, zoo vervolgt de verklaring, trad de Sovjet-Unie tegen de Oostzeestaten op. Lithauen had, volgens het eerste verdrag van Moskou tot de Duitsche belangensfeer NATIONALE ROEIWEDSTRIJDEN op het AmsterdamRijnkanaal ter gelegenheid van het 12de lustrum van „Triton", tevens Nederlandsche kampioenschappen. Tijdens het nummer vierriemsgieken senioren, hetwelk gewonnen werd door Amstel. Tweede werd Laga, 3de Nereus, 4de Triton en 5de Njord. (Polygoon/ HET EINDE VAN EEN SPORTFESTIJN, n.i. den Avond- Vierdaagsche te Amsterdam. Opgewekt en frisch komen de marechaussees onder aanvoering van luit, ter Pelkwijk het Stadion binnen. (Polygoon), VETTE BUITMet twaalf wimpels aan den mast legt de van een succesvollen.tocht terugkccrer.de duikboot aan. (Orbis-Holland)' TE AALSMEER, georganiseerd door de zeil- en roeivereeniging „Nieuwe Meer", is door windstilte niet zoo geslaagd als de eerste dag. De deelnemers „drijven" voort. (Polygoon) DE TWEEDE DAG DER NATIONALE ZEILWEDSTRIJDEN OP DE WESTEINDERPLASSEN OM HET VOETBALKAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND Heracles—P.S.V. 6—1. Door deze overwinning werd Heracles kampioen. Op de foto: 21 voor Heracles. (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5