Zomerkamp voor journalisten te Vaassen Dr. Goedewaagen over den zin der volksvoorlichting Op "het kasteel De Cannenburgïi te Vaassen is Zaterdag het eerste zomer kamp voor journalisten, georganiseerd door den Raad van voorlichting der Nederlandsche pers, zoowel plechtig als vroolijk ingewijd. Als eerste genoodigde was de secretaris generaal van het Departemen^van Volks voorlichting en Kunsten, dr. T. Goedewaa gen, vergezeld door zijn echtgenoote, aan wezig. Verder waren er van dit departement o.a. de heer W. Hulstijn, persoonlijk pers referent van den secretaris-generaal, Max Blokzijl, hoofd van de afd. perswezen, N. Oosterbaan, hoofd van de afdeeling Alge- meene propaganda, en vervolgens de S.S.- onderschaarleider A. Meyer Schwencke, plaatsvervangende'voorzitter van den Raad van voorlichting der Ned. pers, tevens or ganisatieleider van het kamp, drs. W. Goedhuys, plaatsvervangende voorzitter van het Verbond van Ned. journalisten, W. Learbuch, secretaris van genoemd ver bond, K. W. Boekholt, secretaris van het genootschap Nederland en Europa, en dr. L. F. Bursch van de Volksche werkgemeen schap en conservator van het Museum voor Oudheden te Leiden, tevens directeur van het Rijksbureau vcor oudheidkundig Bodemonderzoek, die de leiding heeft bij de in de buurt van het kasteel plaats heb bende opgravingen en die tevens daar allen zal rondleiden. Als eeregast was aanwezig de heer H. J. Sperling, die in de periode, toen de Raad van Voorlichting der Nederlandsche pers zijn werkzaamhedeen pas begonnen was, deze organisatie met zijn adviezen terzijde heeft gestaan. Tegen den avond Is een feestelijk ope ningsmaaltijd gemeenschappelijk genut tigd. De organisatieleider van het kamp. de heer Meyer Schwencke, noemde het sa menzijn een historisch moment in de ge schiedenis van het Nederlandsche pers wezen. Het zomerkamp van journalisten, aldus spr.. is geen kamp in den gewonen zin des woords, het is tevens het begin van een meer systematische opleiding van den journalist. Meer dan vroeger zal alle aandacht worden besteed aan de opleiding van onze Nederlandsche krantenschrijvers. Wanneer zij straks, na afloop van den te houden cursus, naar huis gaan, dan zullen'zij, daarvan was spr. overtuigd, met meer zekerheid en meer arbeidsvreugde hun werk hervatten, want dan weten zij waarvoor zij werken: voor de toekomst van het Nederlandsche volk, Drs. Goedhuys dankte in het bijzonder den secretaris-generaal van het dep. van Volksvoorlichting en Kunsten voor zijn aanwezigheid en sprak het vertrouwen uit, dat de komende dagen door alle deelne mers in volledige kameraadschap zouden worden doorgebracht. Dr. Goedewaagen zeide van de hier te houden bijeenkomsten vele verwachtingen te koesteren. Spr. dankte de organisato ren van dit kamp voor de gelegenheid, hem geschonken, om dezen avond een le zing te houden, waarbij spr. van huis uit philosoof, gaarne de rechten en plichten van de journalisten van den philosofischen kant zal bezien. Met de verzekering te geven, dat de be langen der journalisten, met wie hij zich solidair verbonden weet, hem als secretaris generaal van het dep. van Volksvoorlich ting ^n Kunsten zeer ter harte gaan, ver klaarde spr. dit eerste journalistenkamp voor geopend. Ten slotte heeft de heer N. Oosterbaan, hoofd van de afdeeling algemeene propa ganda van het departement van V. en K.,- in een geestige tafelrede zijn beste ver wachtingen uitgesproken voor het welsla gen van dit kamp en voor de samenwer king tusschen pers en propaganda in een nieuwen staat. De maaltijd eindigde met het gemeenschappelijk zingen van een vroolijk, speciaal voor deze gelegenheid geschapen lied. LEZING VAN DR. GOEDEWAAGEN. In zijn lezing, tijdens het gezellige sa menzijn na den gemeenschappelijken maal tijd. heeft dr.- Goedewaagen het volgende gezegd Wanneer men in een departement van Volksvoorlichting dagelijks in het practisch werk verdiept is. krijgt men bij tijd en wijle de behoefte, zich eens af te vragen, wat de groote lijn is. die door dit werk heen loopt, pgn liomt de wijsgeerige vraag op riav dei ?!n °p den omvang van het JgbW -V- haar het on derscheid en het verband met andere ver wante vormen van cultuur. Wat wij hier in Nederland moeten krijgen, is dit: dat de volksvoorlichter zich niet meer voelt als een vrijbuiter en enkeling, gebonden aan de belan gen van een groep of bedrijf zonder meer, maar dat hij zich bewust wordt van zijn ambt, als zijnde een openbare werkzaamheid.gebaseerd op vakkun digheid en deskundigheid. Het is noo- dig, dat de volksvoorlichting uitgroeit tot een beroep met een eenigszins vastomlijnd doel. Hoewel de volksvoor lichting over een ruime ervaring be schikt, is zij, in Nederland althans nog niet, tot een eigenlijke bezinning ge komen. Men kan drie vormen van kunst onder scheiden, de technische kunst, de schoone kunsten en de kunst der volksvoorlichting. Tusschen de technische en schoone kunst in bevindt zich de kunst der volks voorlichting. Zij grenst aan beide en paart het nut aan het ideëele moment der schoonheid. De volksvoorlichter is „kunste naar", in zooverre hij uit het materiaal van menschelijke gevoelens en sociale si tuaties door vormgeving een werk schept met een eigen karakter. Het gaat er om dat de volksvoorlichter zich van een eigen taak bewust wordt en kennis krijgt van zijn eigenaardig doel en van de specifieke mid delen, waarover hij beschikt. Het beginsel der volksvoorlichting is het werven en winnen van menschen voor een idee. Zij is in ruimen zin „reclame", sug gestie, psychische machtsoefening over een publiek, dat zij winnen wil. De volksvoor lichting is militant, missionair. Zij stelt een bepaald doel en hangt een bepaalde idee aan, waarvoor zij direct de menschen tracht te winnen. Volksvoorlichting is een kunst met een bepaalde methodiek. Deze methodiek is die der tactiek en der tact. Zij kan, ter onder scheiding van de technische en schoone kunst een "tactische kunst genoemd worden. Volksvoorlichting heeft evenwel nog een anderen kant, nl. de zijde van de theoreti sche leer, die uit de ervaring opgediept, an derzijds aan de ervaring richting en hou vast geeft. Een cultureele bezigheid wordt nooit tot een „vak", wanneer niet een kunstleer den beginneling houvast geeft. Nooit wordt hier het dilettantisme over wonnen, wanneer niet straks een persin stituut, een filmacademie, een radioschool, een reclame-opleidingsinstituut, een ten- toonstellingsschool worden opgebouwd. Dit wil niet zeggen, dat men het kunstvak der volksvoorlichting alleen op de schoolban ken kan leeren, maar wel, dat zonder een leerinstituut de 'continuïteit .blijft ontbre ken. Tactische kunst, en kunstleer moeten el kaar daarbij aanvullen. Zonder talent leert tv—, et niet maar zonde- leer komt het taicnc niet tot zijn recht, doch verzandt in willekeur en ten slotte in mislukking. De volksvoorlichter heeft een bijzonder vak. Anders dan de man van wetenschap leeft hij in een uit het actueele gebeuren. Actualiteit is zijn medium, zijn element. De volksvoorlichter moge uitweiden en omwe gen bewandelen zooveel hij maar wil: het nu moet zijni leidraad zijn. Anders wordt hij tot volksuniversiteit en dit is niet de bedoeling. SCHEPPEND LEVEN. De kunst der volksvoorlichting is een vorm van scheppend leven. De schepper is het actieve en het schepsel het passieve element. Actief is de volksvoorlichting pro paganda in den zin van het uitspreiden, het voortplanten van een idee in de hoof den der menschen. Het schepsel van den actieven voorlichter en het resultaat van zijn bezigheid is 'de meening der massa, de openbare meening. Anders dan de opvoeding, die zich in haar beste vormen van persoon tot persoon richt, werkt de volksvoorlichting met de middelen der techniek uit de verte op de massa. Zij maakt de massa met haar pro paganda zonder onmiddellijke aanraking door „Fernwirkung", zonder direct con tact, maar met tactische middelen, die uit de psychologie der massa voortkomen. Het begrip volksvoorlichting heeft ver schillende elementen, die slechts met el kaar het' juiste verband en de goede wer king opleveren: die elementen zijn: het onderhoudende, boeiende, het informatie ve, het opinie vormende. Men mag van den journalist eischen, dat hij geen berichtcnmachine, maar een persoonlijkheid isk die met de mid delen, die hem ter beschikking staan, anderen tot een positieve wüshouding weet te dwingen. Dit is een zaak van talent en van leer, van tact en van kennis. Er is geen „journal d'informa- tion" naast een „journal d'opinion", want elke krant, die dien naam wil dragen, zal door haar informatie en voorlichting opinievormend werken. Er is dan ook geen neutrale voorlichting, maar alleen een strijdbare, die aan hangers weet te werven. Met dit practische doel voor oogen werkt, aldus spr., de volksvoorlichting in de vor men van rede, beel den geschrift. De rede is het gesproken woord, tot de massa ge richt. hetzij natuurlijk, hetzij bemiddeld door de techniek. Het is een ramp voor onze maatschappij, dat de redenaarskunst niet meer als kunst gevoeld wordt en dat handboeken' en leerscholen op dit gebied verdwenen zijn. De nieuwe orde der maat schappij stelt eischen op dit gebied. Rede vc-cren moe*- weer een kunst worden, ge grond op talent en leering. De sterk poli tiek denkende Grieken en Romeinen heb ben dit begrepen, toen zij de rhetorica als een der hoogere kunsten deden onderwij zen en leeren. Dr. Goedewaagen pleitte voor wederoprichting van redenaarsscholen of -instituten. Het tweede middel is het beeld. Het beeld kan zijn statisch als de foto of dynamisch als de film. HET GESCHREVEN WOORD Het derde middel is het geschreven woord, hetzij de circulaire, hetzij de brochure en boek, hetzij de periodieke vorm van het ge schrift, de pers. Tegenover het beeld en het woord heeft deze voorlichting het voor deel, dat zij meer een beroep op het den ken is en beter geklijft, terwijl zij aan den anderen kant minder pakkend en evident is. De leer der volksvoorlichting is nog maar in woorden. Op reclamegebied zijn wij al verder, maar dit hangt samen met de com- mercieele instelling der reclame. De staat heeft in de liberale wereld het werven en winnen als beneden zijn waardigheid be schouwd. De overheid liet het winnen der meeningen aan jamfabrikanten en uitvin ders van schoensmeer over; de liberale overheid hing het dogma der vrije mee- ningsvorming aan en vergat, dat een staat gedragen wordt door de overtuiging der onderdanen en dat de staat zich hier een hecht fundament moet maken door mid del der volksvoorlichting. Het departement is een experiment, dat slagen moet. Wij willen ons volk winnen voor het natipnaal-socialisme, maar wij weten, dat hier niets met dwang is te be reiken. maar dat alleen de kalme over tuiging het wint, aldus spr. Volksvoorlichting is een zware kunst. Iedere werker in het gebied der volksvoor lichting moet zijn taak zien als die van een kunstenaar, uit een ogpunt dus van „vak-kunnen". Dit is de eerste leidende idee van den volksvoorlichter. De tweede is de eisch der gemeenschap, die bij ons in het departe ment naast de eerste geldt en waarvan wij de vervulling eischen van iederen volks voorlichter in ons land. De samenkoppe ling van deze beide eischen schept den mo dernen voorlichter, zooals anderzijds de samenkoppeling van voorlichters en kun stenaars in engeren zin ook geen toevallig heid is. De naam van het Dep. van Volks voorlichting en Kunsten, zoo besloot dr. Goedewaagen zijn rede, moge gelden als een symbool, waarachter eenlg begrip en niet alleen organisatorische noodzaak schuilt. Drs. Goedhuys dankte den secretaris-ge neraal namens alle aanwezigen voor diens belangwekkende rede. Vaassens muziekgezelschap verraste de aanwezigen met een muzikale hulde bij den' toegang tot het kasteel, waarop een vroo- lijke muzikale ommegang en eenige ronde dansen volgden. Hieraan namen verschil lende leden van de burgerij van Vaassen en de meisjes van het bedienende personeel te samen met alle gasten op geestdriftige wijze deel. DE ROEMEENSCHE STAATSCHEF ANTONESCU DOOR DEN FÜHRER IN MÜNCHEN ONTVANGEN. De Roemeensche staatschef, Generaal Antonescu, die op uitnoodiging van de Rijksregeering een bezoek aan München bracht, werd op 12 ^uni j.l. door den Führer begroet. Telegrafisch overgebrachte foto Hoffmann) DE NEDERLANDSCHE ZEIL- EN ROEIVEREENIGING IS VERHUISD van het IJsselmeer naar de Westeinderplassen, waar de eerste wedstrijden plaats vonden. De start van de Drakenklasse. (Polygoon), GEVANGEN GENOMEN AUSTRALIËRS WACHTEN IN EEN KAMP OP KRETA OP HET .pÖGENBLIK, DAT ZIJ WEGGEBRACHT ZULLEN WORDEN. (Hoffmann) P.S.V. MOEST DEN WEDSTRIJD TEGEN V.S.V. WINNEN, wilde deze vereeniging haar kleine kans op het kampioenschap van Nederland behouden. De wedstrijd eindigde in een overwinning voor P.S.V. met 10. Het kostbare doelpunt van P.S.V.; de scheidsrechter wijst onverbiddelijk naar het midden. (Polygoon) OP HET AARDEWERK-KERKHOF TE MAASTRICHT speelt de vrouwelijke jeugd „huismoedertje" met de misbaksels der aardewerkfabrieken. Het Zuiden)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5