LEIDSCH DAGBLAD - Eersle Blad
Woensdag 4 Juni 1941
Als de Lente bloeit in Kopenhagen
Duitsch
weermachtsbericht
ïtaliaansch
Weermachtsbericht
BEURSOVERZICHT
MA1KÏ
3—1
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
BIJ de gevechten op het eiland Kreta
werden, naar tot dusver is vastgesteld,
meer dan 8000 Britten en 4000 Grieken ge
vangen genomen. Talrijke gepantserde ge
vechtswagens en stukken geschut, alsmede
groot hoeveelheden munitie, kleeding en
levensmiddelen werden buitgemaakt.
Het luchtwapen heeft gisteren industrleele
installaties in het graafschap Essex en in
Zuid-Engeland gebombardeerd.
Ten Noord-Oosten van de Orkaden heb
ben gevechtsvliegtuigen in den afgeloopen
nacht een koopvaardijschip van 4.000 brt.
tot zinken gebracht en voor de Noordkust
van Schotland twee groote vrachtbooten
zwaar beschadigd. In den nacht van 2 op 3
Juni hebben torpedovliegtuigtuigen twee
treffers geplaatst op een vrij groot Britsch
oorlogsschip. In den afgeloopen nacht wa
ren doeltreffende aanvallen gericht op de
ravitailleeringshaven Huil en op de haven
installaties aan de Engelsche Zuid- en
Oostkust.
In Noord-Affrika levendige wederzijdsche I
activiteit van de artillerie voor Tobroek.
Formaties Duitsche duikbommenwerpers en
torpedovliegtuigen vielen op 2 Juni her
haalde malen doelen rondom Tobroek aan
en vernietigden in de haven een trans
portschip en plaatsten een treffer op een
Brltsche luchtdoelbatterij.
De vijand heeft overdag noch des nachts
boven het Duitsche rijksgebied gevlogen.
In de periode van 31 Mei tot 3 Juni ver
loor de vijand twintig vliegtuigen. Hier
van werden er 14 in luchtgevechten, door
nachtjagers en luchtdoelartillerie, en twee
door mijnenvegers neergeschoten, terwijl
de rest op den grond werd vernield. In de
zelfde periode gingen tien eigen vliegtuigen
verloren.
Ex-keizer Wilhelm
overleden
ligen foto.
In zijn weermachtsbericht nummer 364
maakt het Italiaansche opperbevel het vol
gende bekend:
In den afgeloopen nacht hebben onze
vliegtuigen bommen laten vallen op vlieg
velden van het eiland Malta,
In Noord-Afrika zijn opnieuw luchtaan
vallen ondernomen op de basis Tobroek.
Batterijen geschut en voor anker liggende
schepen zijn getroffen. Een schip raakte in
brand. Een ander schip is na een aanval ten
Oosten van Tobroek in brand geraakt. In
het gebied van Solloem hebben onze jagers
twee vijandelijke toestellen van het type
Hurricaneneergeschoten. Een vijandelijke
bommenwerper is omlaaggehaald door het
afweergeschut van onze torpedojagers.
In den nacht van 3 Juni heeft de vijand
een luchtaanval ondernomen op Benghazi.
In Oost-Afrika blijven onze garnizoenen
en onze mobiele colonnes overal taai ver
zet bieden aan den vijand en overal een
onvermoeide activiteit ontplooien. In het
gebied van Galla en Sidamo was activiteit
van de artillerie aan belde zijden, aan de
oevers van de Omo-Bottego.
BARDOSSY IN ROME.
De Hongaarsche minister-president en
minister van buitenlandsche zaken, von
Bardossy, is hedenochtend om 9.30 uur in
de Italiaanscihe hoofdstad aangekomen. Op
het station werd hij verwelkomd door den
Duce, den minister van buitenlandsche za
ken, Ciano, den secretaris van de partij,
Serena, alsmede door andere leden van de
regeering en de drie staatssecretarissen
van de weermacht.
Van de zijde van het diplomatieke corps
v/aren verschenen de Duitsche zaakgelas
tigde, prins Bismarck en de vertegenwoordi
gers van de bij het driemogendhedenpact
aangesloten landen.
Nadat von Bardossy op hartelijke wijze
door den Duce en graaf Ciano was begroet,
inspecteerde de Hongaarsche eeregast on
der de klanken van de Hongaarsche en Ita
liaansche volksliederen de eerecompagnie
en begaf zich vervolgens met graaf Ciano
en de heeren van zijn gezelschap naar Villa
Madama, waar hij voor den duur van zijn
verblijf te Rome zijn intrek zal nemen.
(DNB)
Von Bardossy, die op de koningsgraven
in het pantheon, alsmede op het gederik-
teeken voor den Onbekenden Soldaat en bij
de eerezuil voor de gesneuvelde fascisten
op het kapitool kransen hééft neergelegd,
Is in het Quirinaal door den koning-keizer
ln particuliere audiëntie ontvangen.
(D.N.B.)
ENGELSCHE LUCHTAANVAL OP BEIROET.
Volgens berichten uit Beiroet zijn gister
middag enkele Britsche vliegtuigen boven
Beiroet verschenen, die klaarblijkelijk een
aan den rand van de stad liggende ben
zineopslagplaats wilden bombardeeren.
Enkele bommen vielen in het water. Een
andere bom beschadigde een woonhuis,
waarbij de bewoners gewond werden.
(D.N.B.)
VERKLARING VAN TÜRKSCHEN
MINISTER-PRESIDENT.
In een zitting van het parlement heeft
de Turksche minister-president verklaard,
dat Turkije in het afgeloopen jaar met het
°°g op de eigen behoefte, geen broodgraan
heeft uitgevoerd. Ook ln de toekomst zal
al het graan in het land blijven.
Wat dit betreft, zal Turkije de volledige
onafhankelijkheid ten aanzien van het bui
tenland bewaren. (D.NB.)
g
En de beukenbosschen langs de Sont in blad komen
De beide zomersche kermissen zijn weer geopend.
Wijlen ex-keizer Wilhelm.
Het DNB meldt uit Berlijn:
De voormalige Keizer van
Duitschland, Wilhelm II, is
hedenochtend te 11 uur 30
min. in Huize Doorn overleden
De laatste Duitsche keizer, Wilhelm n,
is op 27 Januari 1859 als oudste zoon van
den toenmaligen prins Wilhelm en prin
ses Victoria van Groot-Brittannië, dochter
van Koningin Victoria van Engeland, ge
boren. Volgens een oud gebruik, trad hij
in 1869 met den rang van luitenant toe tot
het eerste garderegiment te voet. In 1874
werd hij leerling aan het gymnasium te
Kassei en van 1877 tot 1879 wijdde hij zich
aan de universiteit te Bonn aan de studie
van de rechts- en staatswetenschappen.
Tot 1882 diende de toenmalige prins Wil
helm bij het eerste garderegiment te voet,
het laatst als kapitein en leider eener com
pagnie.
Op 27 Februari 1881 trad hij in het huwe
lijk met prinses Augusta Victoria van Slees-
wijfc-Holstein-Sonderburg-Augus tenburg
Op den negenden Maart 1888 stierf zijn
grootvader, Wilhelm I. Diens - opvolger op
den troon wordt de ernstig zieke kroon
prins, dan keizer Friedrieh III. Doch reeds
na honderd dagen bezweek de vader aan
een ernstigen kanker en op 15 Juni 1888 be
steeg kroonprins Wilhelm als Wilhelm II
den troon.
Verscheidene kanseliers hebben elkaar
tijdens de regeering van Wilhelm II na het
aftreden van Bismarck op 20 Maart 1890
opgevolgd. De volgende staatslieden hebben
het kanselierschap van het Duitsche rijk
bekleed: van 1890 tot 1894 generaal Caprivi,
van 1894 tot 1900 vorst Hohenlohe, van 1900
tot ^909 vorst Buelow, van 1909 tot 1917
Bethmann-Hollweg, in 1917 Michaelis en
graaf Hertling en in 1918 prins Max von
Baden. In de dagen der Duitsche ineen
storting begaf keizer Wilhelm II zich op
10 November 1918 naar Nederland, waar in
het aldaar gelegen Amerongen op 28 No
vember 1918 de formaliteiten van zijn
troonsafstand vervuld werden.
De eisch tot uitlevering van de geallieer
den wend door de Nederlandsche regeering
met een beroep op het Volkenrecht afge
wezen. - Red. LD.
Na den dood van de keizerin in 1921 trad
Wilhelm II een jaar later in het huwelijk
met prinses Hermine von Schoenaich-
Karolath.
Sinds zijn vertrek uit Duitschland heeft
Wilhelm II op het aan een Nederlandsche
adellijke familie behoorende kasteel te
Doorn gewoond, waar hij heden is over
leden.
Tijdens den wereldoorlog stond de vroe
gere keizer in het middelpunt der vijande
lijke propaganda, welke vooral op de bewe
ring steunde, dat Wilhelm II de schuld
droeg aan den oorlog. Daartegenover heb
ben de inmiddels door de toenmaals oorlog
voerende mogendheden gepubliceerde do
cumenten aangetoond, dat het het streven
der regeering van keizer Wilhelm geweest
is, de botsing met Engeland en met de
andere vroegere geallieerden te vermijden.
Wilhelm II zelf werd door het uitbreken
van den oorlog verrast tijdens een reis
naar het Noorden. (A.NP.)
Uit Doorn wordt nader gemeld:
Omtrent de laatste uren van den vroege-
ren keizer wordt nog gemeld, dat na een
tijdelijke verbetering tijdens het weekeinde,
welke een volledig herstel deed verwachten,
er Dinsdag ln de late avonduren een aan
merkelijke verergering in den toestand vas
Wilhelm n ontstond. Door een longen-
embolle ontstond een snel verval van
krachten, dat het van nature sterke lichaam
van den patient verzwakte en een diepe be
wusteloosheid veroorzaakte, waaruit de
vroegere keizer niet meer ontwaakte.
Na de schijnbare verbetering van eenige
dagen geleden, welke bij den patient den
wensch deed opkomen, het ziekbed te ver
laten, was een reeks der naaste bloedver
wanten, zooals de zoons van Wilhelm II,
weer uit Doorn vertrokken, zoodat zij de
laatste uren niet aan het ziekbed konden
doorbrengen. Toen de dood intrad waren
aan het ziekbed aanwezig de gemalin van
den keizer, prinses Hermine, zijn' dochter,
de hertogin van Bronswijk, prins Louis Fer
dinand, kleinzoon, en prinses Henriette, de
gemalin van prins Franz Jozef, eveneens
een kleinzoon.
De tijding van het overlijden van den
vroegeren keizer heeft in het dorp Doorn
groote ontroering onder dé bevolking ver
wekt, daar Wilhelm II veel voor de plaats
gedaan heeft.
(Van onzen correspondent ln Scandinavië)
KOPENHAGEN, 11 Mei.
Op Kopenhagen's Raadhusplads hebben
de kastanjes hun vilten knoppen openge
vouwen tegen de koesterende lentezon en
als deze Deensche voorjaarsbrief in de
krant komt, zullen ook de beuken van „Dy-
rehaven", de oude Wildbaan van Jaegers-
borg, ln blad staan en dan is het volop
lente voor de Kopenhagenaars, dan. maar
eerder niet.
Dat is een heele gebeurtenis, elk jaar
weer, want de Deen is wél zóóveel Noorder
ling, dat-hij weken en weken lang sterk
naar de lente hunkert en dat hij haar, als
zij dan eindelijk na deii.guren en grauwen
en maar langzaam wijkenden nawinter
komt, begroeten gaat met een schoenendoos
met proviand op den bagagedrager en een
mes in den zak om met een bos jong beu
kenblad op het stuur naar huis te keeren.
Dat is misschien een wat ruwe traditie,
maar het valt moeilijk, je lente-in-Dene-
marken in te denken zónder jonge meisjes
met wapperende blonde krullen achter dien
groenen waaier- van pril beukengroen, in
trappend tegen den lentewind, die er altijd
wel over de Deensche landen waait. En een
Deen kan zich dat heelemaal niet indenken
praat met hem, waar- ter wereld ge hem
ook ontmoet, over de Meidagen, dat de beu
ken in blad komen, en hij krijgt tranen in
zijn lichte blauwe oogan en weet eigenlijk
niet hoe hij het zeggen zal, dat hij daar
zoo intens van houdt: van die dagen, dat
in goud-groene sluiers het eerste teere blad
van de beuken doorzond tusschen de grijze
stammen hangt, terwijl de hemel hoog,
blauw koepelt en de boschbodem wit is van
de anemonen. Hij zal iets prevelen van dat
dat zoo mooi Is en hij zal in zijn gedachten
vertrouwde beelden voor zich zien van stoe
ten fietsers in de avondzon, die met het
wuivende beukengroen de lente de stad In
dragen, van volle treinen en volle trams,
die op den eersten .Boschzondag" tiendui
zenden Kopenhagenaren naar de uitge
strekte koninklijke beukenbosschen aan de
Sont brengen, van families-met-kinderen,
die ronddraven door het dorre blad van het
vorige jaar en picniccen aan een greppel
kantje tusschen de anemonen, van kinde
ren, die voorzichtig de zpd-.rijgar vrij hier
rondloopende herten een broodkorst voeren,
van huismoeders met. te. nauwe, schoenen en
huisvaders met warme boordjes, van den
stadsmensch-buiten, die de lente ontmoet
op zijn manier en zich bewust of onbewust,
verheugt over de komst van de goede maan
den, over den zomer, die komende is, de
schoone zomer van dit groene land ln het
Zuiden van het Noorden.
DE LICHTE NACHTEN.1
Nu zijn de nachten al niet donker meer,
een blauwe glans blijft in het Noorden han
gen en als over een week of 'wat de maan
weer tot een ijl sikkeltje versmald is, zal
dat nachtlicht nog sterker tegen den hemel
opstralen tot vreugde van allen, die er
niet van houden, naar bed te gaan als het
klokje van verduistering slaat, en dat slaat
nu pas om kwart over tien. In Kopenhagen
zijn dat niet alleen de notorische nachtbra
kers, die vóór den oorlog hun goede ko
ninklijke stad een werel'dstadsche allure
gaven door om één uur, half twee 's nachts
al krantenverkoopers met een deel van de
postedltie van de ochtendbladen op straat
te lokken; nee, dat zijn ook heel degelijke
burgermenschen, die er niet toe kunnen
komen vroeg naar bed te gaan, omdat zij
zoo veel al mogelijk is van den zomer wil
len genieten, omdat zij de lange zomer
avonden uit willen buiten met wieden en
harken in het popperige volkstuintje, met
avondlijke fietstochten over den asfaltweg
langs de opalen Sont, met een bezoek aan
den hoogst materieelen sprookjestuln van
Tlvoli.
Dat Tivoll Is nu zijn acht-en-negentigste
zomerseizoen ingegaan; alle reisbeschrijvers,
de zelden reizende Jules Verne incluis, heb
ben er over geschreven, ook al waren ze er
maar één avond geweest, iedere vreemde
ling, die in den zomer Kopenhagen bezocht
heeft, kent het en toch moet men er vele
malen geweest zijn, om te weten, wat dat
oude Tivoll voor de Kopenhagenaren la. Het
is natuurlijk een permanente zomerkermis
met zijn rutschbaan en 'zijn lachspiegels en
zijn vroolijke keuken, maar vele trouwe be
zoekers hooren het geratel van die daar
hoog boven de boomen voortrazende wagen
tjes met gillend jong volk niet meer, kijken
niet meer om naar de kermisvermakelijk
heden, die hier vastgegroeid zijn op het
oude bolwerk, dat in het hartje van de stad
is komen te liggen met aan den eenen kant
het nieuwe Raadhuis en aan de andere zij
het centraalstation. En natuurlijk want
Kopenhagen is, wat de Stockholmers ook
mogen beweren, het Parijs van het Noorden
liggen er veie eet- of drinkgelegenheden
in den uitgestrekten tuin van Tivoll; het
meest exclusieve Kopenhaagsche restau
rant, Nimb, komt er met breede terrassen
op uit, maar men kan er ook een glaasje
melk met een van thuis meegebrachten bo
terham nuttigen. En toch zijn er velen, die
evenmin naar Tivoli gaan om er te eten
als om er kermis te vieren, de velen, die er
alleen komen om de sfeer, om de rust van
zonnige morgenuren, als de Oostersche to
rens en de andere kermis-achtige bouwsels
er een beetje kaal staan ln het klare licht,
om de drukte 's avonds, als een militaire
marsch uit de muziektent inbruist tegen
een wals uit de Glazen Zaal, als de fonteinen
spelen en de Kop van Jut knalt en men
zich verdringt voor het Chineesche open
luchttheater, waar uitsluitend pantomimes
gegeven worden en wellicht de beste, die
er nog ter wereld worden gegeven.
VERDUISTERINGS-ILLUMINATIE.
Vroeger, vóór den oorlóg, gloeiden er daar
's zomeravonds tienduizenden gekleurde
lampjes onder de boomen, langs de vijvers
en de perken, zetten schijnwerpers de boo
men in een onnatuurlijk groenen glans en
dansten ln wonderlijk kleurenspel de stra
len van de fonteinen. Nu ls Denémarken
verduisterd zooals bijna heel ons wereld
deel, bu zijn de tabafeklosken vas Tlvoli
gesloten en de menu's van de eetgelegen-
heden zijn veel korter geworden, dan zij
nog verleden jaar waren. Maar evenals
vroeger sluit de zaak pas te middernacht,
want verleden jaar, toen er gesloten werd
bij het invallen van de duisternis, was velen
Kopenhagenaars de avond-in-Tivoli te kort
om er zich om te bekommeren en hebben
èn de directie én de restaurateurs én de
spullebazen èn de kioskhouders en uiteraard
ook velen van hun personeel een zóó slecht
seizoen gemaakt, dat de autoriteiten hun
dit niet nog eens aan wilden doen en toe
stemming gegeven hebben om tot twaalf
uur door te gaan. mits er natuurlijk be
hoorlijk verduisterd werd. Als nu de klok
ken van den Raadhuistoren het liedje van
tienen spelen, komen parkwachters met
lange witte hekken aandragen om daarmee
de omgeving van de vijvers af te zetten, op
dat niemand in het modderwater vallen
zal. Overal worden de zwarte gordijnen
dichtgetrokken en de luiken voor de ramen
gezet en de llchtsluizen voor de deuren ge
plaatst. Binnen gaat de muziek door, bin
nen duurt de pret voort. Zelfs buiten, onder
den luifel van de Bodega of onder het afdak
van een restaurant-veranda, kan men den
wit-gejasten kellner bij zich roepen om nog
wat te besteilen al doen alleen de stam
gasten dat, want bij het zwakke blauwe
schijnsel van de verduisteringslampen kan
men onmogelijk zien, wat er op de spijs
kaart staat of wat men voorgezet krijgt of
wat de kellner allemaal op de nota krab
belt. En daar buiten in het nu donkere park,
dat vol gerucht ls, wijzen de smalle llcht-
vlekjes van geleide-lampen den weg aan
de menschen, die er nog wat blijven wan
delen ln den zachten avond, omdat men
nu eenmaal niet vroeg naar huis kan gaan
als men in Tivoll is. Een paar van de hoofd
lanen zijn zelfs geïllumineerd, natuurlijk
niet met de duizenden gloeilampjes, die
daar vroeger in lichtende bogen boven de
menigte fonkelden, maar met speciaal ge
construeerde en door den luchtbescher
mingsdienst gecontroleerde en goedgekeurde
lampen, die zwak paars en geel licht naar
opzij laten doorschemeren. Uit de lucht is
daar niets van te merken en van lllumina-
ti1 kan ook nauwelijks gesproken worden,
maar toch geeft dat zwakke gekleurde licht
onder de oude boomen Tivoli iets van zijn
oude sfeer, van die sfeer, die den Kopen
hagenaars zoo lief ls en welke het vooral
is, die hen telkens en telkens weer naar
dat oude, genoegelijke, oer-Deensche Tivoli
doet gaan.
DE KERMIS IN HET BOSCH.
Als de beuken van „Dyrehaven" in blad
komen, wordt daar middenin dat koninklij
ke bosch, twintig minuten met den electrl-
schen trein uit de stad, een kwartier loopen
van het station Klampenborg, een andere
zomerkermis geopend, die al veel ouder ls
dan Tivoli en misschien daarom wel iets
prlmitiefs-ouderwetsch heeft, dat de ro
mantiek slechts vergroot. Twaalfhonderd
menschen leven en werken daar heel den
zomer om het trouwe publiek uit de groote
stad een gezelligen avond te bezorgen, vele
zijn de tenten, waar men eten en drinken
kan, vele de varlété's, de schiettenten, de
automaat-salons en de andere vermakelijk
heden. Daar is Tom Belling, die een bloede
rig lied in den trant van De moord van
Raamsdonk zingt, zichzelf begeleidend op
een „zoeloefoon", die gelukkig erg spek
takel maakt als het verhaal al te erg wordt.
Daar is de onsterfelijken Pierrot, die kleinen
en grooten kinderen zijn onsterfelijke mop
pen vertelt. Daar is de Vluchteling van het
Duivelseiland, die met een centenbakje
rondgaat, nadat hij verteld heeft van zijn
ontberingen en zijn avonturen en zijn wei-
geperste broekspijp opgestroopt heeft, op
dat men de lidteekens van den ring, waar
mee hij lang gekluisterd zat, kon zien. Daar
zijn de zangeressen met haar ongekroonde
koningin Miss Florenz, die, ondanks haar
vele jaren en haar niet erg klankvolle stem,
zingende vurige Spaansche dansen uitvoert,
dat het publiek brult van enthousiasme en
het munten regent op het kleine tooneeltje,
van de volle, blauwgerookte tent.
Natuurlijk moet ook deze kermis onder de
beuken verduisterd worden als de nacht
komt over het bosch. Dan gloeien verduis
teringslampen aan om tusschen de boomen
en de spullen door den weg te wijzen, dan
komen er loodsen in witte jassen, die tel
kens een kwartier voor er een trein naar
de stad gaat, met de luidsprekers menschen
bijeen trommelen om hen dan door het
donkere bosch naar het station te leiden.
Maar in de zwart-verduisterde tenten van
de varlété's gaat de pret nog door, in de
café's blijft het druk. bij zwakke blauwe
lampjes blijven de menschen van de
kraampjes op post om wafels en chocola te
verkoopen en hoog over de bochtige banen
van de auto-achtbaan, die als het zwarte
skelet van een vreemd monster tegen den
valen nachthemel staat, dendert een trein
tje van wagentjes voort één treintje te
gelijk, opdat er geen botsingen komen.
Wonderlijk is de sfeer van deze zomer
sche kermis in het beukenbosch als de
duisternis Ingevallen ls, een sfeer, die
heel veel moet hebben van die, welke hier
heerschte, toen Oehlenschlager deze „Dyre-
havsbakken" schilderde ln zijn spel van St.
Jan. Want meer licht dan de walmende
traan-lampjes van toen geven de verduis
teringslampen van nu niet en nog even
rijzig en schoon staan de beuken van Dury-
haven op deze lente-avonden tegen den
hemel geteekend, die daar in het Noordwes
ten niet meer donker worden wil en waar
in nu goud de maan hangt als één enkele
feestlampion, die zich niet verduisteren
laat.
(Nadruk verboden)
AMSTERDAM, 4 Juni.
De verzwaring van de inkomstenbelasting, ln
haar verschillende vormen, heeft de meening
post doen vatten, dat de beurshandel daar een
nadeeligen invloed van zal ondervinden. In het
bijzonder is men bevreesd, dat het belasten van
speculatiewinsten, het initiatief zal belemmeren.
Of deze opvattingen in overeenstemming zyn
met de werkelijkheid, dient voorshands te worden
afgewacht, maar in het verleden zfjn stellingen
welke ter beurze van Amsterdam werden ver
kondigd. door de practijk meer dan eens ge-
loochenstraft, zoodat men ook thans de bestaan
de opvattingen niet als de realiteit behoeft aan
te nemen.
Nu is de affaire den laatsten tijd al verre van
omvangrijk. Dat de omzetten sterk zijn inge
krompen wordt helder weerspiegeld door de
cijfers aangaande de opbrengst van het effecten-
notazegel. Terwijl de maand April' vergeleken
met Maart, een vermeerdering te zien gaf van
f. 110.701 tot f. 244-531, vertoonde de maand Mei
een vermindering tot f. 116.590. Een dergelijke
opbrengst is zeer gering en doet uitkomen, dat
de orders sterk zijn afgenomen. De onzekere
tijdsomstandigheden en alles wat daarmede
samenhangt, en de onberekenbaarheid van de
toekomst nopen tot groote terughoudendheid. -
Het gebrek aan beursopdrachten is overigens
geen verschijnsel, dat zich uitsluitend te Amster
dam voordoet. De berichten uit de meeste groote
financieele centra doen uitkomen, dat de activi
teit belangrijk is ingeschrompeld. New York
vormt hiervan een zeer goed voorbeeld. De om
zetten op de stokexchange aldaar, bewijzen maar
al te goed, dat het beleggende publiek ln de
Vereenigde Staten een groote behoedzaamheid
betracht. Qjsteren bedroeg de omzet in Wall-
street slechts 260.000 aandeelen en Zaterdag j.l.
niet meer dan 110.000. Voor New York komt dit
prachtisch neer op een stilstand van de affaire.
Hierbij behoeft er slechts op te worden gewezen,
dat in drukke tijden transacties van 1000 shares
als heel gewoon werden beschouwd en posten
van 10.000 aandeelen geenszins tot de buiten
sporigheden werden gerekend. De internationale
politieke situatie, de angst dat de Ver. Staten
daadwerkelijk in den oorlog zullen worden be
trokken, de steeds stijgende en thans reeds fel
klemmende belastingen en de gestadig toene
mende regeerlngsinmenging, in het particuliere
zakenleven, maken het Amerikaansche publiek
ten opzichte van de effectenbeurs kopschuw. De
onrust der tijden doet zich nu eenmaal overal
ter wereld in den effectenhandel duchtig ge
voelen.
ROELOFARENDSVEEN. 3 Juni. - Aardbeien
1723 ct.; idem kleine 9—24 ct. per doosje;
sla f. 0,603,00 per 100 stuks; bloemkool f.8—16
per 100;. spinazie f. 5,60 per 100 KG.
WOERDEN. 4 Juni. Aanvoer 207 partijen
kaas. Prils met rUksroerk lste kwal f. 4141,50,
2de kw. f.30—40. Hqgjtel matig.
De middagbenrs.
De beweegredenen, welke aan de weiger
achtigheid van de beleggers om zich bi] de
effectenbeurs te interesseeren, ten grond
slag liggen, zijn reeds veelvuldig uiteenge
zet en het heeft in dit bestek geen zin
hierop verder ln te gaan. Het staat echter
vast, dat er nog geen smptomen zijn, wel
ke op een verandering van de situatie wij
zen en de affaire blijft van geringe pro
porties.
Daar meer dan eens een bepaalde stem
ming niet valt op te geven, leggen de koer
sen wegens gebrek aan affaire vaak een
neiging tot achteruitgang aan den dag en
ondanks het flinke innerlijke weerstands
vermogen van de markt, blijft de koersaf-
brokkeling dientengevolge niet uit. Ook he
den had de markt wederom een zeer stil
verloop, waarbij geen uitgesproken tendens
bestond. De afwezigheid van orders resul
teerde echter een kleine reactie en bij de
opening was op de meeste afdeelingen op
een lichtelijk verlaagd peil afgedaan. Wel
waren er nadien kleine teekenen van her
stel, maar er ging te weinig om, dan dat
er ruimte was voor groote spelingen.
De markt had een loom voorkomen. Geen
enkele rubriek bracht een flinke afwisse
ling teweeg. Olies werden pp kalme wijze
verhandeld en, evenals tegenwoordig ge
bruikelijk is, hadden de meeste transacties
slechts betrekking op een enkel stuk. Na
lichtelijk gedeprimeerde inzet verbeterde de
koers weer een drietal punten en bij het
slot werd ongeveer gehandeld op het peil
van gisteren.
Voor Scheepvaartpapieren bestond niet
veel belangstelling. Scheepvaart Unies wa
ren echter aan eenig aanbod onderhevig,
en het schijnt, dat er eenig materiaal door
het publiek wordt afgegeven. Reeds dade
lijk werd vandaag beneden het vorige ni
veau gehandeld en onder beurstijd vond
nog een kleine verzwakking plaats, zoodat
tenslotte wederom een verlies werd geleden
van eenige procenten.
De gelieerde aandeelen waren eveneens
iets lager. In de andere soorten waren de
omzetten zeer klein. Voor Oude Booten kon1
het slechts ln een enkele tape tot notee
ring komen. De affaire in Industrieelen was
eveneens gering. Aku's echter vormden een
uitzondering en veroorzaakten nogal eenige
beweging. Tegen de algeheele markttendens
in was dit aandeel vast gestemd. Er viel
eenige kooplust te bespeuren en daar de
houders van dit materiaal niet geneigd
waren tot afgeven, liep de koers na goed
prijshoudende opening onder beurstijd een
paar punten naar boven.
In Unilevers was bijna niets te doen; ver
geleken bij het vorige slot was de koers bij
na onveranderd. De schommelingen welke
onder beurstijd werden meegemaakt, waren
bijzonder klein. De Philipsaandeelen waren
wat lager en bewogen zich aanhoudend
juist even onder de 200% afscheiding. De
minder courante Industrieelen trokken
slechts geringe attentie.
De koersbeweging was onregelmatig. Toch
kon worden opgemerkt, dat, wanneer de Ne
derlandsche nijverheidsaandeelen, even spo
ren van verzwakking vertoonen onmiddellijk
koopers klaar staan om zich van het noo-
dige materiaal te voorzien. Cultuuraandee-
len hadden een gedeprimeerd voorkomen.
H.V.A.'s bewogen zich voornamelijk een
kleinigheid onder de 400% grens; diverse
minder courante aandeelen golden iets la
ger. Van de Tabakken viel weinig te ver
melden. Ook thans was het niet makkelijk
om van de Sumatra aandeelen transacties
in elkander te sluiten en waar dit gelukte,
kwam een lagere noteering te voorschijn.
De omzetten in Rubberaandeelen waren
klein. Amsterdam Rubbers bewogen zich op
ongeveer het peil van den vorigen slot-
koers. De outsiders onder de rubberaandee
len waren eerder iets luier. De beleggtngs-
afdeeling was kalm. De nieuwe 4% obliga-
tiên waren zoo goed als onveranderd.
De gestaffelde leening bewoog zich tus
schen 181/8 en 8715/16 groote mu
taties kwamen nergens voor. De Oude
Schuld was eerder iets lusteloozer. Ge
meentelijke en provinciale obligatiën had
den een kalme markt. Pandbrieven waren
ook thans weer aangeboden, zonder dat
kooplust te bespeuren viel. In verscheiden»
gevallen kwamen dan ook iets lagere n^
teerlrigen tot stand.
Prolongatie 2V< (A.N.P.)