LEIDSCH DAGBLAD - Eersle Blad Woensdag 4 Juni 1941 Als de Lente bloeit in Kopenhagen Duitsch weermachtsbericht ïtaliaansch Weermachtsbericht BEURSOVERZICHT MA1KÏ 3—1 Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: BIJ de gevechten op het eiland Kreta werden, naar tot dusver is vastgesteld, meer dan 8000 Britten en 4000 Grieken ge vangen genomen. Talrijke gepantserde ge vechtswagens en stukken geschut, alsmede groot hoeveelheden munitie, kleeding en levensmiddelen werden buitgemaakt. Het luchtwapen heeft gisteren industrleele installaties in het graafschap Essex en in Zuid-Engeland gebombardeerd. Ten Noord-Oosten van de Orkaden heb ben gevechtsvliegtuigen in den afgeloopen nacht een koopvaardijschip van 4.000 brt. tot zinken gebracht en voor de Noordkust van Schotland twee groote vrachtbooten zwaar beschadigd. In den nacht van 2 op 3 Juni hebben torpedovliegtuigtuigen twee treffers geplaatst op een vrij groot Britsch oorlogsschip. In den afgeloopen nacht wa ren doeltreffende aanvallen gericht op de ravitailleeringshaven Huil en op de haven installaties aan de Engelsche Zuid- en Oostkust. In Noord-Affrika levendige wederzijdsche I activiteit van de artillerie voor Tobroek. Formaties Duitsche duikbommenwerpers en torpedovliegtuigen vielen op 2 Juni her haalde malen doelen rondom Tobroek aan en vernietigden in de haven een trans portschip en plaatsten een treffer op een Brltsche luchtdoelbatterij. De vijand heeft overdag noch des nachts boven het Duitsche rijksgebied gevlogen. In de periode van 31 Mei tot 3 Juni ver loor de vijand twintig vliegtuigen. Hier van werden er 14 in luchtgevechten, door nachtjagers en luchtdoelartillerie, en twee door mijnenvegers neergeschoten, terwijl de rest op den grond werd vernield. In de zelfde periode gingen tien eigen vliegtuigen verloren. Ex-keizer Wilhelm overleden ligen foto. In zijn weermachtsbericht nummer 364 maakt het Italiaansche opperbevel het vol gende bekend: In den afgeloopen nacht hebben onze vliegtuigen bommen laten vallen op vlieg velden van het eiland Malta, In Noord-Afrika zijn opnieuw luchtaan vallen ondernomen op de basis Tobroek. Batterijen geschut en voor anker liggende schepen zijn getroffen. Een schip raakte in brand. Een ander schip is na een aanval ten Oosten van Tobroek in brand geraakt. In het gebied van Solloem hebben onze jagers twee vijandelijke toestellen van het type Hurricaneneergeschoten. Een vijandelijke bommenwerper is omlaaggehaald door het afweergeschut van onze torpedojagers. In den nacht van 3 Juni heeft de vijand een luchtaanval ondernomen op Benghazi. In Oost-Afrika blijven onze garnizoenen en onze mobiele colonnes overal taai ver zet bieden aan den vijand en overal een onvermoeide activiteit ontplooien. In het gebied van Galla en Sidamo was activiteit van de artillerie aan belde zijden, aan de oevers van de Omo-Bottego. BARDOSSY IN ROME. De Hongaarsche minister-president en minister van buitenlandsche zaken, von Bardossy, is hedenochtend om 9.30 uur in de Italiaanscihe hoofdstad aangekomen. Op het station werd hij verwelkomd door den Duce, den minister van buitenlandsche za ken, Ciano, den secretaris van de partij, Serena, alsmede door andere leden van de regeering en de drie staatssecretarissen van de weermacht. Van de zijde van het diplomatieke corps v/aren verschenen de Duitsche zaakgelas tigde, prins Bismarck en de vertegenwoordi gers van de bij het driemogendhedenpact aangesloten landen. Nadat von Bardossy op hartelijke wijze door den Duce en graaf Ciano was begroet, inspecteerde de Hongaarsche eeregast on der de klanken van de Hongaarsche en Ita liaansche volksliederen de eerecompagnie en begaf zich vervolgens met graaf Ciano en de heeren van zijn gezelschap naar Villa Madama, waar hij voor den duur van zijn verblijf te Rome zijn intrek zal nemen. (DNB) Von Bardossy, die op de koningsgraven in het pantheon, alsmede op het gederik- teeken voor den Onbekenden Soldaat en bij de eerezuil voor de gesneuvelde fascisten op het kapitool kransen hééft neergelegd, Is in het Quirinaal door den koning-keizer ln particuliere audiëntie ontvangen. (D.N.B.) ENGELSCHE LUCHTAANVAL OP BEIROET. Volgens berichten uit Beiroet zijn gister middag enkele Britsche vliegtuigen boven Beiroet verschenen, die klaarblijkelijk een aan den rand van de stad liggende ben zineopslagplaats wilden bombardeeren. Enkele bommen vielen in het water. Een andere bom beschadigde een woonhuis, waarbij de bewoners gewond werden. (D.N.B.) VERKLARING VAN TÜRKSCHEN MINISTER-PRESIDENT. In een zitting van het parlement heeft de Turksche minister-president verklaard, dat Turkije in het afgeloopen jaar met het °°g op de eigen behoefte, geen broodgraan heeft uitgevoerd. Ook ln de toekomst zal al het graan in het land blijven. Wat dit betreft, zal Turkije de volledige onafhankelijkheid ten aanzien van het bui tenland bewaren. (D.NB.) g En de beukenbosschen langs de Sont in blad komen De beide zomersche kermissen zijn weer geopend. Wijlen ex-keizer Wilhelm. Het DNB meldt uit Berlijn: De voormalige Keizer van Duitschland, Wilhelm II, is hedenochtend te 11 uur 30 min. in Huize Doorn overleden De laatste Duitsche keizer, Wilhelm n, is op 27 Januari 1859 als oudste zoon van den toenmaligen prins Wilhelm en prin ses Victoria van Groot-Brittannië, dochter van Koningin Victoria van Engeland, ge boren. Volgens een oud gebruik, trad hij in 1869 met den rang van luitenant toe tot het eerste garderegiment te voet. In 1874 werd hij leerling aan het gymnasium te Kassei en van 1877 tot 1879 wijdde hij zich aan de universiteit te Bonn aan de studie van de rechts- en staatswetenschappen. Tot 1882 diende de toenmalige prins Wil helm bij het eerste garderegiment te voet, het laatst als kapitein en leider eener com pagnie. Op 27 Februari 1881 trad hij in het huwe lijk met prinses Augusta Victoria van Slees- wijfc-Holstein-Sonderburg-Augus tenburg Op den negenden Maart 1888 stierf zijn grootvader, Wilhelm I. Diens - opvolger op den troon wordt de ernstig zieke kroon prins, dan keizer Friedrieh III. Doch reeds na honderd dagen bezweek de vader aan een ernstigen kanker en op 15 Juni 1888 be steeg kroonprins Wilhelm als Wilhelm II den troon. Verscheidene kanseliers hebben elkaar tijdens de regeering van Wilhelm II na het aftreden van Bismarck op 20 Maart 1890 opgevolgd. De volgende staatslieden hebben het kanselierschap van het Duitsche rijk bekleed: van 1890 tot 1894 generaal Caprivi, van 1894 tot 1900 vorst Hohenlohe, van 1900 tot ^909 vorst Buelow, van 1909 tot 1917 Bethmann-Hollweg, in 1917 Michaelis en graaf Hertling en in 1918 prins Max von Baden. In de dagen der Duitsche ineen storting begaf keizer Wilhelm II zich op 10 November 1918 naar Nederland, waar in het aldaar gelegen Amerongen op 28 No vember 1918 de formaliteiten van zijn troonsafstand vervuld werden. De eisch tot uitlevering van de geallieer den wend door de Nederlandsche regeering met een beroep op het Volkenrecht afge wezen. - Red. LD. Na den dood van de keizerin in 1921 trad Wilhelm II een jaar later in het huwelijk met prinses Hermine von Schoenaich- Karolath. Sinds zijn vertrek uit Duitschland heeft Wilhelm II op het aan een Nederlandsche adellijke familie behoorende kasteel te Doorn gewoond, waar hij heden is over leden. Tijdens den wereldoorlog stond de vroe gere keizer in het middelpunt der vijande lijke propaganda, welke vooral op de bewe ring steunde, dat Wilhelm II de schuld droeg aan den oorlog. Daartegenover heb ben de inmiddels door de toenmaals oorlog voerende mogendheden gepubliceerde do cumenten aangetoond, dat het het streven der regeering van keizer Wilhelm geweest is, de botsing met Engeland en met de andere vroegere geallieerden te vermijden. Wilhelm II zelf werd door het uitbreken van den oorlog verrast tijdens een reis naar het Noorden. (A.NP.) Uit Doorn wordt nader gemeld: Omtrent de laatste uren van den vroege- ren keizer wordt nog gemeld, dat na een tijdelijke verbetering tijdens het weekeinde, welke een volledig herstel deed verwachten, er Dinsdag ln de late avonduren een aan merkelijke verergering in den toestand vas Wilhelm n ontstond. Door een longen- embolle ontstond een snel verval van krachten, dat het van nature sterke lichaam van den patient verzwakte en een diepe be wusteloosheid veroorzaakte, waaruit de vroegere keizer niet meer ontwaakte. Na de schijnbare verbetering van eenige dagen geleden, welke bij den patient den wensch deed opkomen, het ziekbed te ver laten, was een reeks der naaste bloedver wanten, zooals de zoons van Wilhelm II, weer uit Doorn vertrokken, zoodat zij de laatste uren niet aan het ziekbed konden doorbrengen. Toen de dood intrad waren aan het ziekbed aanwezig de gemalin van den keizer, prinses Hermine, zijn' dochter, de hertogin van Bronswijk, prins Louis Fer dinand, kleinzoon, en prinses Henriette, de gemalin van prins Franz Jozef, eveneens een kleinzoon. De tijding van het overlijden van den vroegeren keizer heeft in het dorp Doorn groote ontroering onder dé bevolking ver wekt, daar Wilhelm II veel voor de plaats gedaan heeft. (Van onzen correspondent ln Scandinavië) KOPENHAGEN, 11 Mei. Op Kopenhagen's Raadhusplads hebben de kastanjes hun vilten knoppen openge vouwen tegen de koesterende lentezon en als deze Deensche voorjaarsbrief in de krant komt, zullen ook de beuken van „Dy- rehaven", de oude Wildbaan van Jaegers- borg, ln blad staan en dan is het volop lente voor de Kopenhagenaars, dan. maar eerder niet. Dat is een heele gebeurtenis, elk jaar weer, want de Deen is wél zóóveel Noorder ling, dat-hij weken en weken lang sterk naar de lente hunkert en dat hij haar, als zij dan eindelijk na deii.guren en grauwen en maar langzaam wijkenden nawinter komt, begroeten gaat met een schoenendoos met proviand op den bagagedrager en een mes in den zak om met een bos jong beu kenblad op het stuur naar huis te keeren. Dat is misschien een wat ruwe traditie, maar het valt moeilijk, je lente-in-Dene- marken in te denken zónder jonge meisjes met wapperende blonde krullen achter dien groenen waaier- van pril beukengroen, in trappend tegen den lentewind, die er altijd wel over de Deensche landen waait. En een Deen kan zich dat heelemaal niet indenken praat met hem, waar- ter wereld ge hem ook ontmoet, over de Meidagen, dat de beu ken in blad komen, en hij krijgt tranen in zijn lichte blauwe oogan en weet eigenlijk niet hoe hij het zeggen zal, dat hij daar zoo intens van houdt: van die dagen, dat in goud-groene sluiers het eerste teere blad van de beuken doorzond tusschen de grijze stammen hangt, terwijl de hemel hoog, blauw koepelt en de boschbodem wit is van de anemonen. Hij zal iets prevelen van dat dat zoo mooi Is en hij zal in zijn gedachten vertrouwde beelden voor zich zien van stoe ten fietsers in de avondzon, die met het wuivende beukengroen de lente de stad In dragen, van volle treinen en volle trams, die op den eersten .Boschzondag" tiendui zenden Kopenhagenaren naar de uitge strekte koninklijke beukenbosschen aan de Sont brengen, van families-met-kinderen, die ronddraven door het dorre blad van het vorige jaar en picniccen aan een greppel kantje tusschen de anemonen, van kinde ren, die voorzichtig de zpd-.rijgar vrij hier rondloopende herten een broodkorst voeren, van huismoeders met. te. nauwe, schoenen en huisvaders met warme boordjes, van den stadsmensch-buiten, die de lente ontmoet op zijn manier en zich bewust of onbewust, verheugt over de komst van de goede maan den, over den zomer, die komende is, de schoone zomer van dit groene land ln het Zuiden van het Noorden. DE LICHTE NACHTEN.1 Nu zijn de nachten al niet donker meer, een blauwe glans blijft in het Noorden han gen en als over een week of 'wat de maan weer tot een ijl sikkeltje versmald is, zal dat nachtlicht nog sterker tegen den hemel opstralen tot vreugde van allen, die er niet van houden, naar bed te gaan als het klokje van verduistering slaat, en dat slaat nu pas om kwart over tien. In Kopenhagen zijn dat niet alleen de notorische nachtbra kers, die vóór den oorlog hun goede ko ninklijke stad een werel'dstadsche allure gaven door om één uur, half twee 's nachts al krantenverkoopers met een deel van de postedltie van de ochtendbladen op straat te lokken; nee, dat zijn ook heel degelijke burgermenschen, die er niet toe kunnen komen vroeg naar bed te gaan, omdat zij zoo veel al mogelijk is van den zomer wil len genieten, omdat zij de lange zomer avonden uit willen buiten met wieden en harken in het popperige volkstuintje, met avondlijke fietstochten over den asfaltweg langs de opalen Sont, met een bezoek aan den hoogst materieelen sprookjestuln van Tlvoli. Dat Tivoll Is nu zijn acht-en-negentigste zomerseizoen ingegaan; alle reisbeschrijvers, de zelden reizende Jules Verne incluis, heb ben er over geschreven, ook al waren ze er maar één avond geweest, iedere vreemde ling, die in den zomer Kopenhagen bezocht heeft, kent het en toch moet men er vele malen geweest zijn, om te weten, wat dat oude Tivoll voor de Kopenhagenaren la. Het is natuurlijk een permanente zomerkermis met zijn rutschbaan en 'zijn lachspiegels en zijn vroolijke keuken, maar vele trouwe be zoekers hooren het geratel van die daar hoog boven de boomen voortrazende wagen tjes met gillend jong volk niet meer, kijken niet meer om naar de kermisvermakelijk heden, die hier vastgegroeid zijn op het oude bolwerk, dat in het hartje van de stad is komen te liggen met aan den eenen kant het nieuwe Raadhuis en aan de andere zij het centraalstation. En natuurlijk want Kopenhagen is, wat de Stockholmers ook mogen beweren, het Parijs van het Noorden liggen er veie eet- of drinkgelegenheden in den uitgestrekten tuin van Tivoll; het meest exclusieve Kopenhaagsche restau rant, Nimb, komt er met breede terrassen op uit, maar men kan er ook een glaasje melk met een van thuis meegebrachten bo terham nuttigen. En toch zijn er velen, die evenmin naar Tivoli gaan om er te eten als om er kermis te vieren, de velen, die er alleen komen om de sfeer, om de rust van zonnige morgenuren, als de Oostersche to rens en de andere kermis-achtige bouwsels er een beetje kaal staan ln het klare licht, om de drukte 's avonds, als een militaire marsch uit de muziektent inbruist tegen een wals uit de Glazen Zaal, als de fonteinen spelen en de Kop van Jut knalt en men zich verdringt voor het Chineesche open luchttheater, waar uitsluitend pantomimes gegeven worden en wellicht de beste, die er nog ter wereld worden gegeven. VERDUISTERINGS-ILLUMINATIE. Vroeger, vóór den oorlóg, gloeiden er daar 's zomeravonds tienduizenden gekleurde lampjes onder de boomen, langs de vijvers en de perken, zetten schijnwerpers de boo men in een onnatuurlijk groenen glans en dansten ln wonderlijk kleurenspel de stra len van de fonteinen. Nu ls Denémarken verduisterd zooals bijna heel ons wereld deel, bu zijn de tabafeklosken vas Tlvoli gesloten en de menu's van de eetgelegen- heden zijn veel korter geworden, dan zij nog verleden jaar waren. Maar evenals vroeger sluit de zaak pas te middernacht, want verleden jaar, toen er gesloten werd bij het invallen van de duisternis, was velen Kopenhagenaars de avond-in-Tivoli te kort om er zich om te bekommeren en hebben èn de directie én de restaurateurs én de spullebazen èn de kioskhouders en uiteraard ook velen van hun personeel een zóó slecht seizoen gemaakt, dat de autoriteiten hun dit niet nog eens aan wilden doen en toe stemming gegeven hebben om tot twaalf uur door te gaan. mits er natuurlijk be hoorlijk verduisterd werd. Als nu de klok ken van den Raadhuistoren het liedje van tienen spelen, komen parkwachters met lange witte hekken aandragen om daarmee de omgeving van de vijvers af te zetten, op dat niemand in het modderwater vallen zal. Overal worden de zwarte gordijnen dichtgetrokken en de luiken voor de ramen gezet en de llchtsluizen voor de deuren ge plaatst. Binnen gaat de muziek door, bin nen duurt de pret voort. Zelfs buiten, onder den luifel van de Bodega of onder het afdak van een restaurant-veranda, kan men den wit-gejasten kellner bij zich roepen om nog wat te besteilen al doen alleen de stam gasten dat, want bij het zwakke blauwe schijnsel van de verduisteringslampen kan men onmogelijk zien, wat er op de spijs kaart staat of wat men voorgezet krijgt of wat de kellner allemaal op de nota krab belt. En daar buiten in het nu donkere park, dat vol gerucht ls, wijzen de smalle llcht- vlekjes van geleide-lampen den weg aan de menschen, die er nog wat blijven wan delen ln den zachten avond, omdat men nu eenmaal niet vroeg naar huis kan gaan als men in Tivoll is. Een paar van de hoofd lanen zijn zelfs geïllumineerd, natuurlijk niet met de duizenden gloeilampjes, die daar vroeger in lichtende bogen boven de menigte fonkelden, maar met speciaal ge construeerde en door den luchtbescher mingsdienst gecontroleerde en goedgekeurde lampen, die zwak paars en geel licht naar opzij laten doorschemeren. Uit de lucht is daar niets van te merken en van lllumina- ti1 kan ook nauwelijks gesproken worden, maar toch geeft dat zwakke gekleurde licht onder de oude boomen Tivoli iets van zijn oude sfeer, van die sfeer, die den Kopen hagenaars zoo lief ls en welke het vooral is, die hen telkens en telkens weer naar dat oude, genoegelijke, oer-Deensche Tivoli doet gaan. DE KERMIS IN HET BOSCH. Als de beuken van „Dyrehaven" in blad komen, wordt daar middenin dat koninklij ke bosch, twintig minuten met den electrl- schen trein uit de stad, een kwartier loopen van het station Klampenborg, een andere zomerkermis geopend, die al veel ouder ls dan Tivoli en misschien daarom wel iets prlmitiefs-ouderwetsch heeft, dat de ro mantiek slechts vergroot. Twaalfhonderd menschen leven en werken daar heel den zomer om het trouwe publiek uit de groote stad een gezelligen avond te bezorgen, vele zijn de tenten, waar men eten en drinken kan, vele de varlété's, de schiettenten, de automaat-salons en de andere vermakelijk heden. Daar is Tom Belling, die een bloede rig lied in den trant van De moord van Raamsdonk zingt, zichzelf begeleidend op een „zoeloefoon", die gelukkig erg spek takel maakt als het verhaal al te erg wordt. Daar is de onsterfelijken Pierrot, die kleinen en grooten kinderen zijn onsterfelijke mop pen vertelt. Daar is de Vluchteling van het Duivelseiland, die met een centenbakje rondgaat, nadat hij verteld heeft van zijn ontberingen en zijn avonturen en zijn wei- geperste broekspijp opgestroopt heeft, op dat men de lidteekens van den ring, waar mee hij lang gekluisterd zat, kon zien. Daar zijn de zangeressen met haar ongekroonde koningin Miss Florenz, die, ondanks haar vele jaren en haar niet erg klankvolle stem, zingende vurige Spaansche dansen uitvoert, dat het publiek brult van enthousiasme en het munten regent op het kleine tooneeltje, van de volle, blauwgerookte tent. Natuurlijk moet ook deze kermis onder de beuken verduisterd worden als de nacht komt over het bosch. Dan gloeien verduis teringslampen aan om tusschen de boomen en de spullen door den weg te wijzen, dan komen er loodsen in witte jassen, die tel kens een kwartier voor er een trein naar de stad gaat, met de luidsprekers menschen bijeen trommelen om hen dan door het donkere bosch naar het station te leiden. Maar in de zwart-verduisterde tenten van de varlété's gaat de pret nog door, in de café's blijft het druk. bij zwakke blauwe lampjes blijven de menschen van de kraampjes op post om wafels en chocola te verkoopen en hoog over de bochtige banen van de auto-achtbaan, die als het zwarte skelet van een vreemd monster tegen den valen nachthemel staat, dendert een trein tje van wagentjes voort één treintje te gelijk, opdat er geen botsingen komen. Wonderlijk is de sfeer van deze zomer sche kermis in het beukenbosch als de duisternis Ingevallen ls, een sfeer, die heel veel moet hebben van die, welke hier heerschte, toen Oehlenschlager deze „Dyre- havsbakken" schilderde ln zijn spel van St. Jan. Want meer licht dan de walmende traan-lampjes van toen geven de verduis teringslampen van nu niet en nog even rijzig en schoon staan de beuken van Dury- haven op deze lente-avonden tegen den hemel geteekend, die daar in het Noordwes ten niet meer donker worden wil en waar in nu goud de maan hangt als één enkele feestlampion, die zich niet verduisteren laat. (Nadruk verboden) AMSTERDAM, 4 Juni. De verzwaring van de inkomstenbelasting, ln haar verschillende vormen, heeft de meening post doen vatten, dat de beurshandel daar een nadeeligen invloed van zal ondervinden. In het bijzonder is men bevreesd, dat het belasten van speculatiewinsten, het initiatief zal belemmeren. Of deze opvattingen in overeenstemming zyn met de werkelijkheid, dient voorshands te worden afgewacht, maar in het verleden zfjn stellingen welke ter beurze van Amsterdam werden ver kondigd. door de practijk meer dan eens ge- loochenstraft, zoodat men ook thans de bestaan de opvattingen niet als de realiteit behoeft aan te nemen. Nu is de affaire den laatsten tijd al verre van omvangrijk. Dat de omzetten sterk zijn inge krompen wordt helder weerspiegeld door de cijfers aangaande de opbrengst van het effecten- notazegel. Terwijl de maand April' vergeleken met Maart, een vermeerdering te zien gaf van f. 110.701 tot f. 244-531, vertoonde de maand Mei een vermindering tot f. 116.590. Een dergelijke opbrengst is zeer gering en doet uitkomen, dat de orders sterk zijn afgenomen. De onzekere tijdsomstandigheden en alles wat daarmede samenhangt, en de onberekenbaarheid van de toekomst nopen tot groote terughoudendheid. - Het gebrek aan beursopdrachten is overigens geen verschijnsel, dat zich uitsluitend te Amster dam voordoet. De berichten uit de meeste groote financieele centra doen uitkomen, dat de activi teit belangrijk is ingeschrompeld. New York vormt hiervan een zeer goed voorbeeld. De om zetten op de stokexchange aldaar, bewijzen maar al te goed, dat het beleggende publiek ln de Vereenigde Staten een groote behoedzaamheid betracht. Qjsteren bedroeg de omzet in Wall- street slechts 260.000 aandeelen en Zaterdag j.l. niet meer dan 110.000. Voor New York komt dit prachtisch neer op een stilstand van de affaire. Hierbij behoeft er slechts op te worden gewezen, dat in drukke tijden transacties van 1000 shares als heel gewoon werden beschouwd en posten van 10.000 aandeelen geenszins tot de buiten sporigheden werden gerekend. De internationale politieke situatie, de angst dat de Ver. Staten daadwerkelijk in den oorlog zullen worden be trokken, de steeds stijgende en thans reeds fel klemmende belastingen en de gestadig toene mende regeerlngsinmenging, in het particuliere zakenleven, maken het Amerikaansche publiek ten opzichte van de effectenbeurs kopschuw. De onrust der tijden doet zich nu eenmaal overal ter wereld in den effectenhandel duchtig ge voelen. ROELOFARENDSVEEN. 3 Juni. - Aardbeien 1723 ct.; idem kleine 9—24 ct. per doosje; sla f. 0,603,00 per 100 stuks; bloemkool f.8—16 per 100;. spinazie f. 5,60 per 100 KG. WOERDEN. 4 Juni. Aanvoer 207 partijen kaas. Prils met rUksroerk lste kwal f. 4141,50, 2de kw. f.30—40. Hqgjtel matig. De middagbenrs. De beweegredenen, welke aan de weiger achtigheid van de beleggers om zich bi] de effectenbeurs te interesseeren, ten grond slag liggen, zijn reeds veelvuldig uiteenge zet en het heeft in dit bestek geen zin hierop verder ln te gaan. Het staat echter vast, dat er nog geen smptomen zijn, wel ke op een verandering van de situatie wij zen en de affaire blijft van geringe pro porties. Daar meer dan eens een bepaalde stem ming niet valt op te geven, leggen de koer sen wegens gebrek aan affaire vaak een neiging tot achteruitgang aan den dag en ondanks het flinke innerlijke weerstands vermogen van de markt, blijft de koersaf- brokkeling dientengevolge niet uit. Ook he den had de markt wederom een zeer stil verloop, waarbij geen uitgesproken tendens bestond. De afwezigheid van orders resul teerde echter een kleine reactie en bij de opening was op de meeste afdeelingen op een lichtelijk verlaagd peil afgedaan. Wel waren er nadien kleine teekenen van her stel, maar er ging te weinig om, dan dat er ruimte was voor groote spelingen. De markt had een loom voorkomen. Geen enkele rubriek bracht een flinke afwisse ling teweeg. Olies werden pp kalme wijze verhandeld en, evenals tegenwoordig ge bruikelijk is, hadden de meeste transacties slechts betrekking op een enkel stuk. Na lichtelijk gedeprimeerde inzet verbeterde de koers weer een drietal punten en bij het slot werd ongeveer gehandeld op het peil van gisteren. Voor Scheepvaartpapieren bestond niet veel belangstelling. Scheepvaart Unies wa ren echter aan eenig aanbod onderhevig, en het schijnt, dat er eenig materiaal door het publiek wordt afgegeven. Reeds dade lijk werd vandaag beneden het vorige ni veau gehandeld en onder beurstijd vond nog een kleine verzwakking plaats, zoodat tenslotte wederom een verlies werd geleden van eenige procenten. De gelieerde aandeelen waren eveneens iets lager. In de andere soorten waren de omzetten zeer klein. Voor Oude Booten kon1 het slechts ln een enkele tape tot notee ring komen. De affaire in Industrieelen was eveneens gering. Aku's echter vormden een uitzondering en veroorzaakten nogal eenige beweging. Tegen de algeheele markttendens in was dit aandeel vast gestemd. Er viel eenige kooplust te bespeuren en daar de houders van dit materiaal niet geneigd waren tot afgeven, liep de koers na goed prijshoudende opening onder beurstijd een paar punten naar boven. In Unilevers was bijna niets te doen; ver geleken bij het vorige slot was de koers bij na onveranderd. De schommelingen welke onder beurstijd werden meegemaakt, waren bijzonder klein. De Philipsaandeelen waren wat lager en bewogen zich aanhoudend juist even onder de 200% afscheiding. De minder courante Industrieelen trokken slechts geringe attentie. De koersbeweging was onregelmatig. Toch kon worden opgemerkt, dat, wanneer de Ne derlandsche nijverheidsaandeelen, even spo ren van verzwakking vertoonen onmiddellijk koopers klaar staan om zich van het noo- dige materiaal te voorzien. Cultuuraandee- len hadden een gedeprimeerd voorkomen. H.V.A.'s bewogen zich voornamelijk een kleinigheid onder de 400% grens; diverse minder courante aandeelen golden iets la ger. Van de Tabakken viel weinig te ver melden. Ook thans was het niet makkelijk om van de Sumatra aandeelen transacties in elkander te sluiten en waar dit gelukte, kwam een lagere noteering te voorschijn. De omzetten in Rubberaandeelen waren klein. Amsterdam Rubbers bewogen zich op ongeveer het peil van den vorigen slot- koers. De outsiders onder de rubberaandee len waren eerder iets luier. De beleggtngs- afdeeling was kalm. De nieuwe 4% obliga- tiên waren zoo goed als onveranderd. De gestaffelde leening bewoog zich tus schen 181/8 en 8715/16 groote mu taties kwamen nergens voor. De Oude Schuld was eerder iets lusteloozer. Ge meentelijke en provinciale obligatiën had den een kalme markt. Pandbrieven waren ook thans weer aangeboden, zonder dat kooplust te bespeuren viel. In verscheiden» gevallen kwamen dan ook iets lagere n^ teerlrigen tot stand. Prolongatie 2V< (A.N.P.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 3