De strijd in de woestijn - Vertrek van Duitsche valschermtroepen Sonate Pathétique 82ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON door OCTAVUS ROY. (30 Lynn schudde weifelend het hoofd. Dat was het, wat ze noodig had. „Ik houd ook van jou", zei ze eenvoudig. „Hier hier buiten, weg van alles lijkt het dwaasheid dat niet toe-te geven." „Goed zoo. Ik wilde, dat je het zoo voelde. Want, lieveling: dat is de eenige gedachte, waar je je aan vast moet klemmen voor een poosje. Zelfs als ik niet dicht genoeg bij je kan zijn, om je er aan te herinneren, moet je er aan denken. Je moet zeker zijn. Dat is het eenige, wat er werkelijk op aan komt." Tot morgen." Hij nam haar hoofd tusschen zijn handen en kuste haar kuste haar tot alle zorgen verdwenen waren. Hij liet haar zachtjes los, èn zijn stem klonk oneindig teeder. „Ik houd van je, Lynn. Onthoud dat altijd en later."' „Ik zal het nooit vergeten, Gregg wat ei ook gebeurt. Het lijkt "oo vreemd, dat zoo iets moois zou kunnen voortkomen uit al deze verschrikkingen." Zij kwam tot de werkelijkheid terug en zei: „Zoudèn we niet teruggaan?" „Zoo gauw al?" „Ja zoo gauw al", herhaalde zij. „Mor gen is niet verafJe bent een wonder baarlijke kerel, Gregg Stuart. Je hebt me voor een oogenblik doen vergeten, dat ik wegens moord terecht sta." XV. De vreemdeling in de getuigenbank scheen dit soort beproeving meer bij de hand ge had te hebben. Hij was van middelmatige lengte, met een jongensachtig sproetenge zicht en grijze intelligente oogen. Winthrop vroeg het gewone: „Hoe is uw naam?" en de getuige antwoordde rustig: „David R. Gra ham". Jason Marsh boog zijn hoofd voorover over. de taf er en vroeg aan zijn medeverde- diger en zijn cliënte: „Kennen jullie dien vent?" Zij schudden ontkennend het hoofd en Jason bromde: „Dat kon wel eens inte ressant worden." Winthrop ging voort met zijn vragen, en Graham verklaarde dat hij als detective in dienst was bij de „Worldwide" Verzekerings Maatschappij, en dat hij naar Karnak ge zonden was, omdat de van de Andrews ont stolen juweelen. bij zijn maatschappij ver zekerd waren geweest, en hij de identiteit van de thans gevonden juweelen moest vaststellen. Winthrop overhandigde hem de broche en het parelsnoer. „Bent U een expert op ,het gebied van juweelen?" „Dat neemt men aan." „Zijn dit de juweelen?" David Graham knikte. „Ja." Hij nam een document uit zijn binnenzak. „Hier heb ik de betreffende polis. Wanneer een derge lijke verzekering gesloten wordt, worden de juweelen uitvoerig omschreven. Öet is dus vrij eenvoudig na te gaan." „Dus dit zijn dezelfde juweelen, waarvan de heer en mevrouw Andrews op Long Is land door bandieten beroofd werden?" Een flauw glimlachje krulde de lippen van den getuige. „Pardon, dat heb ik niet gezeaL Ik zei dat dit de juweelen waren die bij oMe maatschappij waren verzekerd." „Dat komt op hetzelfde neer „Edelachtbare" de stem van Jason klonk sarcastisch „zou ik mogen voor stellen dat, als de officier zoo graag ge tuigenis wil afleggen, hij beter op de ge tuigenbank kan plaats nemen?" Rechter Mayberry zei met een hoofdbui ging tot Winthrop: „Wilt U zich van dat soort opmerkingen onthouden, mijnheer de officier?" „Spijt me, Edelachtbare". Winthrop was niet uit het veld geslagen en ging vriende lijk voort: „Was dit het eenige doel van uw komst naar Karnak, mijnheer Graham? Of had U nog een ander doel?" „Neen. Als bij ons verzekerde juweelen ge stolen worden", verklaarde getuige kalm, „stellen wij alles in het werk om den dief te vangen en veroordeeld te krijgen". „Hebt U op dat punt eenig succes gehad na uw komst in Karnak?" „Dat zou ik denken!" „Kunt U ons daar niet iets naders van verklaren?" Graham aarzelde. Hij wierp een blik cp Marsh, als om te onderzoeken, waarom er nog geen tegenwerping gemaakt werd. Dit was een vraag, die niets met het onderha vige geval van moord te maken had, en de rechter zou een tegenwerping zeker gegrond verklaren. Ook Carey Marshal keek zijn be roemden collega aan, maar Jason's droge gezicht was ondoorgrondelijk en hij bleef zwijgen. i De getuige haalde de schouders op: „Af gezonderd van het verband van beklaagde met de juweelen, heb ik een aanwijzing ge vonden, die waarschijnlijk zal blijken zeer belangrijk te zijn." „In verband met dit geval?" „Nee. In verband met de berooving." Opnieuw die lange pauze dat wachten op een tegenwerping. De kleine advokaat luisterde gespannen, maar zweeg nog steeds. Carey boog zich naar hem over en vroeg: „Wilt U hem zijn gang laten gaan?" Jason knikte en zei kortaf: „Ja voorloopig nog wel." „Wilt U voortgaan, mijnheer Graham?" „Wij gelooven, dat de berooving juist zoo is geschied als de heer Andrews heeft be schreven. Wij meenen te weten, dat wij de identiteit kennen van den man, die deze, berooving pleegde. En als ik het wel heb was diezelfde man in Karnak op den avond van den achtentwintigsten." „Den avond dat mevrouw Andrews werd gedood?" „Ik heb gehoord dat dat op dien datum geweest is." Lynn Harrison zag, hoe Marsh' gezicht zich ontspande: hij knikte haast onmerk baar. En opnieuw wachtte Graham op de volgens hem onvermijdelijke tegenwerping. Spike Warren fluisterde aan de perstafel: „Zit Marsh te suffen, of is hij gek?" „Let maar eens op zijn slimme gezicht", antwoordde Sue. Rechter Mayberry voelde zich hoogst on behaaglijk, en zij woorden, hoewel aan Winthrop gericht, waren voor Jason Marsh bestemd. De rechter vroeg: „Mijnheer de officier: mag ik vragen naar het doel van deze vragen?" „Het houdt alles verband met het motief van den moord op mevrouw Andrews, Edel achtbare. Wij wenschen te bewijzen Jason Marsh stond op. Hij zei minzaam en onbezorgd: „Edelachtbare, de verdedi ging heeft niet het minste bezwaar, dat de staat zijn ondervraging in deze richting voortzet." „Heel goed.De rechter was zichtbaar in de war. „Als U er geen bezwaar tegen hebt „Ik hoor het met genoegen, werkelijk." (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd). TROEPEN VAN HET DUITSCHE AFRIK A-KOR PS BIJ DEN OPMARSCH DOOR DE WOESTIJN. DUITSCHE VALSCHERMTROEPEN BESTORMEN KORINTHE. Tot de grootste heldendaden, welke de Duitschers BovenIn een zandstorm door de woestijn. Onder De stofbril beschermt in den Bdlkan-veldtocht volbracht hebben, behoort de inneming en de bezetting van den Isthmus van Korinthe door tegen de zandstormen. (Holland) valschermjagers en van uit de lucht gelande troepen. De aanval is bevolen. Ieder maakt zich gereed. (Atlantic-Holland) HET WIEDEN VAN EEN VLASVELD IN DEN #WIERINGERMEERPOLDER. De vlasplantjes, welke onge veer 5 c-m. groot zijn, zijn zoo sterk, dat de arbeiders gewoon over de plantjes heen kunnen kruipen, zonder dat zij iets beschadigen. (Polygoon) ZOMER 1941. DARTEL VEE IN DE WEIDE (Polygoon) BIJ DEN OUDEN MOLEN TE GEUL- HEM trachten de visschers de dar tele forellen uit de snelstroomende "Geul te visschen. (Het Zuiden) AMSTERDAM'S DIERGAARDE ARTIS IS VERRIJKT MET EEN MOOI STUK SMEEDWERK, N.L. EEN STRALENSCHIETENDEN OUD-HOLLANDSCHEN TUINSPIEGEL. (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5