Uitreiking persoonsbewijzen - Winterhulp-loten - Stadhuis Medemblik LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Sonate Pathétique 82sfe Jaargang FEUILLETON ffev. DE UITREIKING VAN PERSOONSBEWIJZEN IN DEN DIERENTUIN IN DEN HAAG IS GISTEREN BEGONNEN. MEVROUW H. A. MEINERS- AALBERS ONTVING ALS EERSTE HAAR PERSOONSBEWIJS. (Polygoon) MORGEN (ZATERDAG) ZAL MET DEN VERKOOP VAN DE LOTEN VOOR DE WINTERHULP-LOTERIJ een aanvang worden gemaakt. Een ondoorzichtige enveloppe, waarin de loten verkocht zullen worden en een model van een Winter hulp-lot. Zooals bekend zal met deze loterij voor een waarde van 1.000.000 aan geldprijzen verloot worden. (Polygoon) DOOR VALSCHERMJAGERS GEVANGEN GENOMEN. DEZE ENGELSCHEN WERDEN IN GRIEKENLAND DOOR VALSCHERM JAGERS GEVANGEN GENOMEN. (Hoffmann) PANTSERWAGENS VOOR AFRIKA WORDEN AAN BOORD GEBRACHT. Een foto van een troepen verscheping in een haven aan de Middellandsche Zee-kust. Hier worden zware pantserwagens voor het Duitsche Afrika-korps aan boord genomen. (Scherl)' HET NIEUWE STADHUIS VAN MEDEMBLIK nadert zijn voltooiing. Het is gebouwd naar een ontwerp van den architect A. J. Kropholler. Het beeldhouwwerk in den monumentalen voorgevel is uitgevoerd door den beeldhouwer John. Raedecker. Exterieur van het nieuwe gebouw. (Polygoon) OPENING DUITSCHE BOEKENTENTOONSTELLING TE AMSTERDAM. Op 15 Mei werd te Amsterdam op de Keizersgracht 444 (Openbare Leeszaal) een interessante Duitsche boekententoonstelling geopend, welke tot 21 Mei zal gehouden worden. Commissaris Backer (rechts) in aan dachtige beschouwing van een der vele mooie boeken. (Stapf) TE 's-HERTOGENBOSCH ZIJN DONDERDAG DRIE DOCHTERS uit het gezin van v. Herpen in het huwelijk getreden. De gelukkige echtge- nooten verlaten na de kerkelijke plechtigheden de St. Pieterskerk te den Bosch. (Het Zuiden)' door OCTAVTTS ROY. (18 De muziek bhgon, luidruchtig als een dórpsharmonie, maar precies passend voor dé gelegenheid. De stemming .werd ten min ste al spoedig uitgelaten. Niemand kon ho pen, zijn dame een heelen kring rond te dansen, zonder dat er kapers op de kust kwamen. Toby Fuller groeide er in. Ook Lynn kreeg haar .deel van de attenties, on danks het stilzwijgend aangenomen geloof dat zij Gregg Stuart's persoonlijk eigendom was. En de kleine Madge Andrews werjj zoo danig belegerd, dat haar eigen man geen kans kreeg. Als hij het probeerde, kreeg hij te hooren: „Jij kunt iederen dag met haar dansen vandaag mogen wij toch zeker wel eens", waarna Wally zich mopperend, ®aar vol trots terugtrok. Het liep tegen elven. Gregg zocht Lynn- onder de dansers en vond haar nergens. Hij slenterde naar binnen en kon haar ook daar niet vinden. Eindelijk zag hij haar aan het einde van de veranda met iemand zit ten praten. Met een vrouw. Dichterbij gekomen zag hij, dat het Mad ge Andrews was. Hij schudde het hoofd en 'iep langzaam terug. Lynn Harrison en Madge Andrews. Zijn gedachten gingen tien dagen terugHij meende iets te begrij pen. Lynn was in ernstig gesprek geweest, en hij had gezien hoe Madge langzaam, als het ware toestemmend knikte. Nu begreep hij er weer niets van, en hij begon zich on rustig te voelen. Toen kwamen er drie jongelui op hem af, die hem vroegen: „Waar is Sheba?" „Wie?" „Toby Fuller. Ze is er vandoor, en ze laat ons maar voor gek staan. Ze sloegen de armen om eikaars schouders en zongen in koor: „Waar is To-by? Waar is To-by?" Daarna begon een van hen als een hotèl- cüasseur te jammeren: „Telefoon voor juf frouw Ful-ler! Telefoon voor juffrouw Ful ler!" Gregg begreep niet, waar Toby heen kon zijn, maar het interesseerde hem op dat oogenblik maar matig. Het geroep werd luider, maar Toby bleef onvindbaar. Wally Andrews zei: „Schei toch uit, idioten. Ze heeft natuurlijk alleen maar genoeg van jullie gekregen." Het orkest dat een oogenblik gezwegen had, begon opnieuw. Gregg ging Lynn zoe ken. Wat ze ook met Madge te bespreken had, het werd hoog tijd, dat zij uit haar ernstige gedachten gehaald werd. Maar toen hij naderbij kwam, zag hij juist, hoe Lynn en Madge opstonden en naar buiten liepen. Hij riep haar achterna: „Hé, Lynn ik krijg nog een dans van je!" „Nu nog niet, Gregg". Hij meende te hooren, dat haar stem een beetje onzeker en gespannen klonk. „Straks". Lynn en Madge wandelden weg in de richting van de landhuizen. Het huis van mevrouw Stuart lag daar, op een minuut of vijf afstand loopen; het huis van de Andrews wat verder. Zij verdwenen lang zaam loopend en in ernstig gesprek over het achterpad. Gregg haalde niet-begrijpend de schou ders op en liep weer naar binnen. Het la waai om Toby was nog steeds aan den gang. Iedereen deed er nu aan mee, en bedacht er nieuwe varianten op. Iedereen had pretmaar Gregg maak te zich ernstig ongerust. Hij vond zichzelf een idioot, vond dat zijn verbeelding met hem aan den haal ging, maar zijn voorge voelen van dreigend onheil liet zich niet verjagen. Zoodra de muziek weer zweeg, keerde hij naar de veranda terug en staar de door de boomen naar buiten. Lynn en Madge Er was een korte pauze in de vroolijkheld ingetreden, zoo'n onverklaarbare korte stil te, die gewoonlijk door een lach of een gek ke opmerking wordt afgebroken. Maar dit maal klonk er buiten plotseling een schreeuw een heesche verstikte mannen stem. De menschen op de veranda ver starden en keken verschrikt naar buiten. Er kwam een man met lange passen op het Clubhuis toe rennen, die onverstaan bare kreten slaakte. „Is dat Frenzy niet de knecht van Gregg?" zei iemand. Toen hoorden ze ook reeds Frenzy's stem, heesch van schrik en afgrijzen: „M'neerr Gregg M'neer Gregg Gregg liep de treden af en ging hem tegemoet. De vrees in Frenzy's wild rollende oogen had hen allen opgeschrikt. Het was plotseling doodstil geworden. Gregg schudde den neger, die geen woord kon uitbrengen, bij de schouders en vroeg: „Wat is er ge beurd?" „Ga mee, m'neerr Gregg, gauw." „Waarheen?" „Uw huis. Iets verschrikkelijksFren zy bibberde en hikte. „Gauw". Gregg liep met hem weg. Iemand zei: „Zouden we niet liever met hem mee gaanen een troepje jongeren liep ach ter hen aan. Een laaghangende wolk schoof voor de maan en verduisterde tijdelijk het pad. De voordeur van Gregg's huis stond wijd open. Frenzy wees naar binnen en weiger de, ook maar een stap verder te gaan. Gregg ging vóór naar binnen. Lynn Harrison stond boven aan de trap. Zij klemde haar onderlip tusschen de tan den, en haar oogen stonden groot van schrik. Gregg sprong de trap op en de an deren volgden. Lynn draalde zich om en ging hen voor naar de slaapkamer, die zij met Toby deel de. Gregg ging mee naar binnen en Wally Andrews en nog eenige anderen volgden. Toen slaakte iemand een verschrikten kreet. Er lag een lichaam op den vloer. Het lag niet vreemd verwrongen; het lag kalm, rustig uitgestrekt. Maar allen voelden in stinctief, dat het een lijk moest zijn; dat de Dood in deze kamer had rondgewaard. De stem van Wally Andrews brak de stilte. Hij lag op zijn knieën naast het li chaam van zijn vrouw. Het klonk hartver scheurend, zooals hij riep: „Madge!" Juist boven het hart was een ronde don- kerroode vlek te zien, als een al te groote versiering op haar vroolijke sportieve japon. Niemand vroeg: „Is zij dood?" Zij begre pen allen dat dit zoo moest zijn. Wally hief de oogen op; hij schudde lang zaam het hoofd. Hij keek de kamer rond en zijn blik bleef op Lynn Harrison rusten. Hij strekte zijn hand naar haar uit en zei kalm en beslist: „Jij hebt haar gedood.... Jij hebt haar vermoord." vin. Iemand zei: „We moeten den sheriff op bellen" en een mannenstem van buiten de kamer antwoordde: „Ik zal er dadelijk voor zorgen." Er werd in dat eerste oogenblik van schrik niet veel meer gesproken. De nauwelijks afgebroken vroolijkheid had plaats gemaakt voor ongeloof en verwar ring. Zelfs Wally Andrews' directe beschuldi ging van Lynn Harrison had geen onmid dellijke heftige reactie veroorzaakt. Zij stonden wezenloos, dicht op elkaar in de kleine logeerkamer en in de gang. zy staarden elkander aan, fluisterden stukken van zinnen, niet in staat geregeld te denken Carey Marshal, een advokaat uit Karnak, maakte de opmerking: „We doen beter, niets aan te raken, vóór de sheriff hier is", zy keken neer op het lichaam van Madge Andrews en op de korte ronde gestalte van haar man, die nog steeds naast haar ge knield lag. Sommigen keken om naar Lynn Harrison, die naast de deur stond. Gregg Stuart was nu naast haar komen staan; hy had zijn hand op haar arm gelegd en ge zegd: „Houd je flink, Lynn De menschen begonnen zenuwachtig te praten, ais om de spanning van hun zenu wen te verminderen. Twee van de mannen stonden onbeholpen naast Wally Andrews en trachtten in stomme bewoordingen de diepte van hun sympathie uit te drukken. Hy was er zoo rustig onder, schudde enkel maar langzaam het hoofd heen en weer. Gregg kon Lynn een oogenblik in de oogen zien en fluisterde: Jij toch niet Zij antwoordde enkel: „Natuurlijk niet." (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5