Een oude kerk wordt gerestaureerd - Duitsche jeugd bij haar spel 12* Jaariiaitg LEiDSCH DAGBLAD Twrede Blad Sonate Pathétique FEUILLETON DE UIT 1470 DATEERENDE aan de Ned. Hervormde Kerk behoorende St. Jans- of Groote kerk te Waal wijk verkeerde in. staat van verval. Onder toezicht van Monumentenzorg is men met de restauratie bezig. De beide blootgelegde nissen aan den Noordkant, welke dichtgemetseld zijn en vroeger de verbinding vormden met een kapel. (Polygoon) EEN PONYWAGEN IN DEN BRUIDSSTOET. Te Amsterdam werd een huwelijk voltrokken. De bruids stoet wercf voorafgegaan door een ponywagen, waarin de bruidskinderen hadden plaats genomen. (Polygoon) door OCTAVUS ROY. (13 Mevrouw Stuart was vol aandacht voor de les. Zij hoorde haar zoon binnenkomen met Lynn Harrison en zei, zonder haar blikken van Toby's stevige beenen af te wenden: „Morgen, Gregg. Hoe vind je dat bet gaat?" Hij bekeek het een oogenblik met criti- schen blik. „Het gaat schandalig goed, moeder. Als u dat vanavond probeert, dan voorspel ik u geen enkel rustig'oogenblik!" Mevrouw Stuart zei tegen Toby: „Nu be gin ik het door te krijgen. Je moet de heu pen rustig houden; die knieën gaan vanzelf wel." ,,~Of u het te pakken hebt!" Het lange blonde meisje grijnsde tegen Lynn. „Ze heeft er gevoel voor geen malligheid! Ze moet met een strijdknots in de hand ge boren zijn!" Lynn en Gregg aten hun verlaat ontbijt; een overvloed van Zuidelijke heerlijkheden waar zelfs de meest voorzichtige en op haar iigtiur gestelde vrouw geen weerstand aan zou kunnen bieden. „En aldus gesterkt", meende Gregg, „zullen wij ons in een meer Scêi^end kièed steken, om de schuwe pa trijs te besluipen." Een uur later liepen zij, vergezeld van een slanken en ijverigen patrijshond, over de stoppelvelden. Zij waren oplettend ge- hoeg, maar zij joegen slechts eèn enkel kop pel na. Lynn vuurde tweemaal, maar miste; en toen Gregg aan de beurt kwam, waren de vogels al buiten schot gesuisd en kreeg hij geen kans meer. „Je had niet moeten wachten", zei ze. „Ik begin te wennen aan wachten", ant woordde hij glimlachend, en zij wendde het hoofd af. Gedurende de lünch werd er gesproken over het Dankdag-bal, en wat ze dien avond zouden aantrekken. Mevrouw Stuart verze kerde, dat het er niets op aan kwam: som migen zouden in avondkleeding komen, anderen zouden in het geheel geen toilet maken. De club hield niet'van strenge be palingen. „Maar", zei ze, „als ik zoo jong of zoo knap was als jullie tweetjes dan zou ik mijn gedurfdste avondspullen aan trekken, die ik maar had." Dat was echt mevrouw Stuart. Ze ver afgoodde haar langen forschen zoon, maar ze was meer een vriendin dan een moeder. „Met een moeder zooals zij", vond Tóby dien middag, toen de meisjes een poosje op haar logeerkamer waren gain rusten, „moet een vent wel van.de goede soort worden. Daar helpt geen lieve moedefen aan!" Lynn besloot een eenvoudige zwarte di nerjapon aan te trekken. Toby was minder conservatief in haar keus. „Waarom zouden we ze niet dadelijk aan onze voeten leg gen?" vond ze. „Het is niet eerlijk, als je de mannen zoo lang laat raden, hoe je bent." De muziek van de Karnaksche band, meer luidruchtig dan fijn, -eerklonk door de hooge hal, toen ze dien avond het ge bouw van de Jachtclub bereikten. „Ik hoop dat ze een paar rumba's spelen", zei me vrouw Stuart. „Hu, hu," grinnikte Gregg. „Ik geloof, dat ik een oogje op haar moet houden. Moeder is in een gevaarlijke stemming." Ze werden met gejuich, de meisjes zelfs met enthousiasme ontvangen. Er was een groot overcompleet aan mannen, zoodat Gregg zelfs voorloopig heelemaal niet aan de beurt kwam, en hij daarom met zijn moeder wegdanste. Toen de dans geëindigd was, ving Gregg Lynn op, om haar voor te stellen aan ver schillende menschen, met wie ze nog niet eerder had kennisgemaakt. Er was vooral één stel, waar hij bijzonder op gesteld was. „Deze twee onnoozele schaapjes", stelde' hij voor, „zijn Madge en Wally Andrews, de eigenaars van dat kinderachtig kleine huisje, waar we het vanmorgen over hadden;" Lynn voelde zich dadelijk tot hen aange trokken. Wally Andrews was ongeveer veer tig jaar oud, tamelijk kort en dik en al knap kaal. Maar met een guitigen mond en chronische pretflikkeringen in zijn oogen. Zijn vrouw was nog kleiner en ronder, maar haar gezicht straalde. Lynn herinnerde zich. wat Gregg over hen beiden verteld had. Dat het zulke door en door goede en hartelijke menschen wa ren, zonder de minste vooroordeelen. Dat ze zooveel geld hadden, dat'ze niet wisten, hoe ze het ten nutte van anderen moesten uit geven; en dat ze nog altijd dwaas gelukkig met elkaar waren. Zoo zagen ze er ook uit. vond Lynn. Aardige, tevreden, sympathieke menschen. Mevrouw Stuart en nog eenige anderen voegden zich bij hen. en het deed Gregg genoegen te zien, dat ze allen zoo goed met Lynn konden opschieten. Maar hij merkte ook nog iets anders op een vluggen ver schrikten blik, dien Madge Andrews en haar man wisselden: een hoofdschudden, en een voorbijgaande onthutste uitdrukking van ongeloof. Het was maar een oogenblik; maar toen de muziek weer begon en Gregg reeds na een enkelen rondgang weer van Lynn's zijde verdreven werd, viel hij in een stoel neer, stak een sigaret op en begon de An drews uit de verte op te nemen. Er was iets niet in den haak Zij spraken met ernstige, onthutste gezichten, en Gregg voelde, dat ze het over Lynn hadden. Hij stond verwonderd. De Andrews deden niet aan kletspraatjes: die stonden ver J^oven geroddel en kwaadspreken. Het was zoo on gewoon, dat Gregg zijn nieuwsgierigheid niet kon bedwingen. Als het een ander ge weest wds, zou' hij er geen aandacht aan geschonken hebben; maar de Andrews Hij pakte een stoel naast den hunne en zei: „Gezellige avond". „Ja, heel aardig," zei Wally met onbewo gen gezicht. Gregg ging recht op-zijn doel af. „Aardig meisje, juffrouw Harrison vind je ook niet?" „Lief", zei Madge half luid. „Kom: voor den dag er mee." Zij keken elkaar verschrikt aan. „Waar mee?" vroeg W°lly. „Doe niet zoo onschuldig. Toen ik Lynn voorstelde, zag ik iulïie kijken.1 of je een spook zag. En daarna heb je met elkaar over haar zitten praten en zeg niet, dat het niet waar is, want ik weet wel beter." .„Doe niet zoo. dwaas, Gregg." „Niks hoor, Wally. Kleine jongetje mogen niet draaien." Wally Andrews aarzelde een oogenblik; toen wendde hij zich tot zijn vrouw en vroeg: „Zal ik maar, Madge?" „Waarom niet?" Wally zei langzaam: „Heb je in de kran ten gelezen dat Madge en ik vorigen Don derdag op Long Island zijn beroofd?s' „Ik hoorde er iets over. Ben je niet die grootè smaragd kwijtgeraakt, en dat mooie parelsnoer van Madge?" „Het was een onplezierige gewaarwording. Wij werden op den weg aangehouden door een langen jongen man en een meisje. We herinneren ons natuurlijk alle kleinigheden enne neem me niet kwalijk, ouwe jon gen: het is natuurlijk onnoozel maarr juffrouw Harrison lijkt op dat meisje als als twee druppels water. Is het niet waar Madge?" „Het is heel vreemd", ging Madge voort. „Ik wou dat je ons niets gevraagd had. Greggje voelt je zoo onnoozel. Omdat nu een vriendin van jou lijkt op een handlangster van een struikroover. Het spijt me, Gregg. Maar ik was dien avond zoo beangst.... en die gelijkenis is werkelijk frappant." Er had zich een veer binnen in Gregg gespannen, maar hij forceerde een lach, die naar hij hoopte, echt klonk. „Het is idioot, zooals menschen .soms op elkaar kunnen lijken maar dat van jullie is toch wel het toppuntHoe laat was dat. toen jul lie werden aangehouden?" „Zccwat middernacht." „Sjonge jonge! Het spookuur" Gregg hoopte, r1 at zij het kloppen van zijn hart niet zouden hooren. „En hoe was de jonge dame gekleed?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd) 11 MEIMOEDERDAG. De kleuters op een der Haagsche' scholen maken voor moeder een verrassing. Vol spanning kijken zij naar de onder wijzeres, die het voorbeeld op het bord teekent. Polygoon GOEDE VERSTANDHOUDING TUSSCHEN DUITSCHE SOLDATEN EN HOLLANDSCHE BEVOLKING. Boven Vier Nederlandsche kinderen, twee meisjes en twee jongens, kregen een uitnoodiging, waarop iedere jongen en ieder meisje jaloersch zal zijn. Een Hauptmann stelde namelijk een drietal paarden, waaronder twee schimmels, voor hen beschikbaar, - waarop zij, onder toezicht van eenige Duitsche manschappen, hun eerste rijles ontvingen. Is het wonder, dat zij de uitnoodiging vol blijdschap aanvaardden en dat zij den vreugdevollen middag, waarQp zij de wereld, hoog boven op een echt paard gezeten, aanschouwden, niet spoedig zullen vergeten En is het wonder, dat de Duitsche soldaten, onder wier leiding dat alles geschiedde, een paar jeugdige Hollandsche vrienden maakten De angst voor de paarden en de verlegenheid waren spoedig overwonnen en de lachende gezichten getuigen van een prettigen, onvergetelijken middag. Onder Een foto, genomen tijdens een openluchtconcert van de Ordnungs-polizei te Amsterdam. Duitsche Ordnungs-polizisten en Nederlandsche toehoorders genieten gezamenlijk van de vroolijke muziek. (Polygoon) LACHENDE DUITSCHE DORPSJEUGD BIJ HAAR VROOLIJK SPEL. HIER OEFENEN DRIE JONGENS ZICH IN HET FLUITEN OP EEN GRASHALM. (Atlantic-Holland). IDYLLISCH TAFEREELTJE IN IRAK: EEN MET ZIJN DIEREN. SCHAAPHERDER (Weltbild-Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5