Verwoestingen in Larissa - Oude k&k te Warmenhuizen is bouwvallig
82ste Jaargang LEtDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Sonate Pathétique
FEUILLETON
door OCTAVUS ROY.
(10
„Ik heb het nog nooit eerder geprobeerd."
Zijn stem klonk laag, vriendelijk, overre
dend. „Ik heb hier een auto. Frenzy zal ons
rijden. We doen het op ons gemak. Eten een
hapje als we ergens een geschikte gelegen
heid vinden, slapen in een van die aardige
kleine stadjes in de vallei van, Virginia. Als
je wilt, kunnen we zelfs onze Vaderland-
sche Geschiedenis opfrisschen, en slagvel
den uit den Burgeroorlog gaan bezien: Get
tysburg, of Winchester en Manassas. We
zullen de voetstappen van Stonewall Jack
son's mannen volgen.
En hoe verder we naar het Zuiden komen,
des te meer zie je de architectuur verande
ren, de dennen hooger worden, en de bop-
uren groener. En als we in Karnak komen,
zullen we jou en Toby in een ruime twee
persoons logeerkamer deponeeren, en ons
opmaken tot groote daden .-paardrijden en
vossenjacht en konijnenjacht, en tennis en
Ping-pong, biljarten of kegelen, en wat Ie
nog maar meer wilt. Je kunt' luieren en de
dennenlucht opsnuiven; je kunt je figuur
bederven met knapperige versche wafels of
maisbiscuits, om nog maar niets te zeggen
van al die speciale Zuidelijke lekkernijen
als gebraden kuikens, en okrasoep en palm-
kool. Ziezoo; ben je nu murw gemaakt, of
broet ik je ontvoeren?"
Ze zei: „ik zou nog één laatst, zwak pro-
rost willen uiten
„Wordt niet naar geluisterd." Hij nam
haar arm in zijn sterken greep en loodste
haar naar zijn schrijftafel. „Ga zitten en
schrijf weer een lijst."
„Waarvan?"
„Van je minimum garderobe voor Kar
nak. Tweed-spullen; dingen die tegen een
stootje kunnen. En een paar avondjurken.
Ik zal alles voor je halen. Maar geen groote
koffer: we moeten alles in de auto kunnen
bergen."
„Ik moet eerst weten, hoe het met Toby
isMaar ik weet haast wel zeker, dat
zij kan meegaan."
„Bel haar dan op, terwijl ik je kleeren
pak."
Zij gipg haar lijst schrijven. Zij hadden
veel plezier en Lynn vroeg hem om raad
over hetgeen zij al dan niet mee moest
-nemen. Frenzy kwam een keer uit de keu
ken en vroeg: „M'neerr Gregg
„Ja, Frenzy?"
„Heb ik goed gehoord. U samen daar pra
ten over naar Karnak rijden?"
„Jawel".
„En wanneer wilt u beginnen,, m'neerr
Gregg?"
„Vanavond, hoop ik."
Frenzy's ebbenhouten facie werd door een
gelukzaligen grijns in twee helften gesple
ten. „Hmm! SapperdekriekKarnak!"
„Hier heb je de lijst", zei Lynn. „Nu zal
ik dadelijk Toby opbellen. Maar dat komt
vast wel in orde."
„En veel plezier." Gregg's grijze- oogen
schitterden als van een schooljongen op
den eersten dag der vacantie. „Wat zullen
we een pret hebben!"
Zij waren beiden opgestaan en stonden
tegenover elkaar. En daar kwam, een kort
oogenblik, maar hevig, de oude vrees weer
in haar oogen terug. Zij zei: „Het is niet
eerlijk: het is niet fair, Gregg."
„Je hebt beloofd
„Je weet niets van mij af."
„Ik ken jou. Dat is genoeg."
„En dat wil zeggen, dat je toch iets voor
mij doet", zuchtte zij. „En dat laat mij iets
doen, waartoe ik het recht niet heb, het te
vragen."
„Tob daar maar niet over", zei hij. „Ik
wil het zoo."
„Dit is veel te ernstig
Hij keek haar lang en dwingend in de
oogen. Plotseling zei hij: „Ik ben ook
ernstig".
HOOFDSTUK III.
Dienzelfden avond om zeven uur begroet
te Toby Fuller, die op, het trottoir buiten
haar flat de auto stond op te wachten, hen
me een opgestoken duim, als iemand, die
hengelt om mee te mogen rijden. Toen de
auto stilstond, vroeg ze: „Gaat U soms mijn
kant op, mijnheer?"
Gregg Stuart grijnsde. Hij opende het
portier en nam onderwijl het meisje, dat
hen naar het^ Zuiden zou vergezellen, in
zich op.
Zelfs in het bleeke licht van de straatlan
taarn kon hij zien, dat Lynn niet overdre
ven had. Zij was zonder twijfel werkelijk
frappant mooi. Maar ook zag hij in dat
korte oogenblik nog iéts anders: namelijk,
dat er een onweerstaanbaar ondeugende
flikkering van humor achter de groote ron
de oogen en die lange wimpers school.
Hij begroette haar met uitgestrekte hand,
en zij zei: „Geen namen noemen! Laat me
raden. U bent Sinterklaas een maand te
vroeg gearriveerd."
Zij was lang en slank, en onder haar
open mantel zag Gregg een geruite wollen
japon. Zij droeg een gedurfd klein hoedje,
dat volkomen scheen te passen bij haar le
vendige persoonlijkheid. Gregg zei: Wilt U
soms meerijden?"
„Dolgraag," antwoordde Toby Fuller met
haar mooiste „Gone with the Wind"-accent
„Ik- kreeg plotseling zoo'n vreeselijken zin
om naar Dixie te trekken, en kippetjes te
eten."
Frenzy was om de auto heengeloopen en
maakte zich van haar koffers meester. Het
was duidelijk genoeg, dat Toby zijn volle
dige goedkeuring kon wegdragen. Hij borg
de koffers achterin, en zij reden naar het
Westen, daarna noordwaarts in de richting
van de George Washington-brug. Toby nes
telde zich in de kussens en vroeg: „Wat
beteekent dit eigenlijk allemaal, Lynn? Niet
dat ik ër ëenig bezwaar tegen heb, maar ik
zou zoo graag willen weten, waarorri ik hier
ontvoerd word."
„Voor uw zieleheil, juffrouw Fuller. Hebt
U niet gevoeld; dat er een vacantie voor
U op komst was?"
„Maar dat is zoo erg plotseling." Toby
maakte een hulpeloos gebaar. „Ik heb zelfs
geen tijd gehad, andere gedachten aan te
trekken."
„We zullen een fijnen tijd hebben", voor
spelde Lynn. „Gregg zal je er alles wel van
vertellen."
Toby draaide zich om, zoodat zij Gregg
Stuart recht aan kon kijken. Zij nam hem
scherp onderzoekend op en zei toen, goed
keurend: „Hij staat me best aan, Lynn. Hij
is lang, knap, jong en ik zou zoo zeggen:
even denderend als jij."
„Je weet nog niet de helft," bevestigde
Lynn. „Hij lijkt wel een ridder uit de mid
deleeuwen."
„Maar hij heeft toch maar. een auto",
zuchtte Toby. „En een uitstekenden chauf
feur; en een verduiveld goeden smaak wat
vrouwen betreft."
Gregg dacht bij zichzélf: „Een zeldzaam
kind. Nooit zoo iets ontmoet. Verstandig,
zeker van zichzelf. Altijd met "haar ant
woord klaar. Werkelijk mooi, en niet ver
wend. Trouw Ze zal moeder op slag ver
overen."
Toby nam geen blad voor den mond. Ze
vroeg aan Gregg: „Doet U ook aan die
Khunst-bedriegerij
„Niet precies. Ik ben architect."
„Eén pot nat. Alleen de plaatjes, die U
teekent, zijn niet zoo mooi. En hoe komt
hét, dat Lynn me nog nooits iets over U
verteld heeft?"
„Ze kan zeker goed geheimen bewaren."
„Daar heeft ze gelijk in over. een jon
gen als U. En ik dacht nog wel, dat ze aan
haar werk getrouwd was!"
„De waarheid zal toch aan den dag ko
men," viel Lynn in; „daarom zal ik het je
maar dadelijk vertellen. Ik heb hem gister
avond pas voor. het eerst ontmoet."
'Zelfs Toby's wereldwijsheid was hier niet
heelemaal tegen bestand. Zij hapte naar
adem en zei: „En ik dacht nog wel, dat ik
jou kende. Wat is dat voor een mop?"
„Ik weet het niet," antwoordde Lynn.
„Ik heb nog geen tijd gehad, me er op te
prepareeren."
„Het is toch soms geen schaking?"
„Helaas niet," zei Gregg. „Maar we heb
ben nog een geweldige toekomst voor ons:"
„Als je soms een getuige noodig hebt,
Lynn
(Nadruk verboden) (Wordt vervolgd).
DE EERSTE KERSEN BRENGEN OP DE VEILING VEEL GELD OP.
ZIJ WORDEN DAAROM MET ZORG GEPLUKT
EN IN DOOSJES VERPAKT. (Polygoon)
HOE EEN ENGELSCHE VECHT WAGEN AAN HET AFRIKAANSCUE
FRONT IN CYRENAICA DOOR DE ITALIAANSCHE TROEPEN
WERD AANGETROFFEN. (Luce-Holland)
HONDERD JAAR SPAREN. Te Deventer werd dezer dagen onder
groote belangstelling het feit herdacht, dat honderd jaair geleden de
Gemeente-Spaarbank in gebruik werd genomen. Het fraaie,
oude gebouw aan de Assenstraat. (Holland.)
AAN DE HAVEN VAN PIRAEUS.
ZOO IS DE UITWERKING VAN DE DUITSCHE STUK A-AANVALLEN
OP DE HAVENWERKEN. (Orbis-Holland.)
DE OUDE NED. HERVORMDE KERK TE WARMENHUIZEN, de Sint Ursulakerk, welke tot de mooiste
van Noord-Holland gerekend kan worden, verkeert in een zoo bouwvalligen toestand, dat restauratie drin
gend noodzakelijk is. Er zijn ernstige verzakkingen geconstateerd aan Oosteinde en Westeinde der Noorder-
beuk. Het bouwvallige kerkgebouw. (Polygoon)
ZOO ZIET HET ER IN LARISSA UIT en zoo ziet het er in vele
Grieksche plaatsen uit, waar, tengevolge van de onverantwoordelijke
houding van de Grieksche regeering aan den Duitschen opmarsch
tegenstand werd geboden. (Orbis-Holland)
ka.