Vischhal in Amersfoort wordt gerestaureerd Verkoop van een stalhouderij LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Sonate Pathétique 82ste Jaargang psggf Êpll* V Él V FEUILLETON OP HET ONZE-LIEVE-VROUWE-KERKHOF TE AMERSFOORT staat een 17de eeuwsch gebouwtje, de vischhal, dat in verregaanden staat van verval verkeert. Binnenkort zal deze vischhal gerestaureerd worden. (Polygoon) PRODUCTIESLAG 1941. Ook de bloembollen-kweekers leggen zich toe op de voedselvoorziening. Naast de bloeiende tulpenvelden, worden op de vrijgekomen velden thans witte en bruine boonen gezaaid. (Polygoon) TROEPEN VAN HET DUITSCHE AFRIKA-CORPS bij hun op- marsch in de woestijn. (Orbis-Holland) EEN DER BEELDEN AAN DEN INGANG VAN HET ZUIDERPARK IN DEN HAAG IS GEPLAATST. HET ENORM ZWARE BEELD WORDT OP ZIJN VOETSTUK GEHESCHEN. (Polygoon) 1 DE OPMARSCH VAN DE WAFFEN.-S-S. IN GRIEKENLAND. DE KOMENDE GRIEKSCHE LEGER. STROOM VAN HET TERUG- Hoffmann) IN DEN HAAG HAD EEN VERKOOPING PLAATS VAN DEN INVENTARIS VAN EEN STALHOUDERIJ. VERSCHEIDENE SOORTEN VAN VOERTUIGEN WERDEN OP STRAAT VERKOCHT. TIJDENS DE VERKOOPING. (Polygoon) door OCTAVUS ROY. (9 ..Jij houdt er;rare ideeën op na, over hoe een meisje haar zelfbeheersching moet be waren." „Ik zou het. ook niet-zoo erg vinden, als je die. verloor. „Daar benjikjuist^bang voor. Jij kunt niet helder denken.: Jij bent een hopeloos senti- menteele kerel!" ..En jij bent een allerliefste meid. Wat levert dat op voor ons tweeën?" „Ongeluk", zei ze ernstig en beslist. „Ga alsjeblieft zitten." „Zooals je beveelt." Hij viel neer in zijn luien stoel. „Laat nog maar eens meer van die verstandige logica van je hoorén, Lyn; dan zal ik die fijn logisch weerleggen." „Ik heb verder niets te zeggen. Ik heb dat alles al gezegd in dat eene woord: dank baar maar beslist „Nee". Hij trachtte de spanning te verminderen. Hij zei: „Het zijn.daar heusch alleraardig ste lui. En mijn moeder is er ook al een tijd je zult het zeker wel met haar kunnen vinden. En dan zal niemand ook iets op bus aan te merken hebbenIk zou al hing vacantie hebben willen nemen. Jij ook. js wilt onzen wederzijdschen vriend ont- joopen maar als je nu in je eentje ergens heen gaat, zal je niets doen dan duimen draaien en je zenuwachtig maken; of wel, populair gezegd, je opvreten van de zenu wen. Als je' daar in Karnak bent, met moe der om op je te passen, met aardige lui om je heen; met dennenbosschen, waar je op paarden van de Jachtclub kunt paard rijden wel, dan voel je je op een andere planeet. En als daar je moeilijkheden nog niet volkomen verdwijnen, dan kan ik je toch twee dingen garandeeren: dat je ze voor een tijdje zult vergeten; en dat je be ter in staat bent, er het hoofd aan te bieden, wanneer je terugkomt." Zij stond op en liep de kamer op en neer; toen bleef zij voor zijn stoel staan en keek op hem neer. „Je meent het dus?" „Natuurlijk." „Dan wil ik er niet meer over debattee- renIk ben bespottelijk eerlijk, begrijp je. En daarom moet ik bekennen, dat je me bijna hebt overgehaald." Zij aarzelde. „Maar er is helaas nóg een reden, waarom ik het niet mag aannemen." „Tracht me dan te overtuigen." Zij glimlachte. „Ik zal het probeeren, maar je bent een ongeloofelijk koppige ke rel. Maar goed Daar was weer diezelfde aarzeling, dat zoeken naar het juiste woord, het trachten precies genoeg en niet te veel te zeggen. „Er is een meisjeIk heb haar in een pijnlijke situatie gebracht, en ik moet op haar passen: probeeren, haar er uit te krijgen." „Er klopt een medelijdend hart onder dezen ruwen bolster."' „Weet je nog meer van die verdraaide reekwoorden?" Zij haalde de schouders op. „Ik ben nog al een goede om op een ander te passen, als ik mijzelf nog niet eens buiten moeilijkheden kan houden", zei ze schamper. „Vertel eens wat meer over dat meisje." „Ze is het pittigste, en daarbij absoluut het mooiste meisje, dat ik ooit gezien heb", zei Lynn beslist. Gregg floot door zijn tanden. „Probeer je me voor den mal te houden, of wil je mijn belangstelling in een andere richting sturen?" „Dat was heelemaal mijn bedoeling niet. Ze heet Toby Fuller. Ze is ruim een deci meter langer dan ik, lichtblond, en een figuur .Je hebt nooit zooiets gezien. Wer kelijk volmaakt." „Ga verder." „Ze is model van haar beroep. Ze komt nu niet bepaald uit een keurige omgeving. Een orchidee tusschen de paardebloemen, zou je kunnen zeggen. Niet veel onderwijs gehad, maar ze heeft een fijne, natuurlijke intelligentie. Ze is recht door zee, en scherp in haar oordeel. Verstandig; haast al te wijs. Ze heeft op alles haar antwoord klaar. En ondanks onze volkomen verschillende opvoeding is zij de beste vriendin, die ik hier in New-York heb." „Jij kent ook allerlei interessante men- schen." „Dat is Toby. Je moet haar wel eens ge zien hebben, als je tenminste naar de ad vertenties van tijdschriften kijkt." „Naar advertenties met mooie meisjes kijk ik wel eens." „Dan ken je Toby. Ik zou haast zeggen: dan ken je haar intiem, want ze weet lin gerie te dragen zóó dat oude dames er on weerstaanbaar door naar de winkels ge- trókken worden, in de ijdele hoop, dat ze er dan ook zoo uit .zullen zien. En je hebt haar ook wel eens met kleeren aan gezien.' „Ik kan me haar nog niet herinneren." „We hebben elkaar op het atelier ont moet. Ze kwam daar voor zaken. Ik mocht haar graag, van het eerste oogenblik af. En haar gevoelens voor mijLynn glim lachte verontschuldigend. „Zij schijnt mij geweldig te vinden." „Dat hebbes Toby en ik dan gemeen." Lynn's stem werd ernstiger. „Onze vriend van gisternacht „Rick?" „Ja, RickToby heeft hem door mij leeren kennen. Zij meent, dat ik een toon beeld van deugd ben „Ben je dat dan niet?" „Och, jawel in den conventioneelen zin. Maar waar ik heen wil is, dat Toby van meening is dat niemand, die zij door mij heeft leeren kennen, ook maar verdacht kan zijn. Eerst 'dacht zij, dat ikzelf moge lijk van hem hield Gregg vroeg vlug: „Deed je d-t?" „Nee". Er klonk geen spoor van twijfel of onzekerheid in dat antwoord. Gregg zuchtte van opluchting. „Maar in elk ge val: zij schenen elkaar aardig te vinden. En toen Toby eenmaal wist, dat ze niet in mijn vaarwater kwam, kreeg ze het gauw nogal hevig te pakken." „En nu „Nu weet ik dingen over Rick, die ik vroeger niet wist. Ik ben bang, dat hij en Toby.Wel, ik zou het verdraaid be roerd vinden, als zij zich door hem liet inpalmen anders niet." „Zit je er dus over te denken, haar met je mee te nemen?" „Ik zou het willen probeeren." „Waarom vertel je haar niet eenvoudig de waarheid over Rick?" Lynn's gezicht betrok weer. „Dat kan ik evenmin doen. En een enkele waarschuwing zal niet voldoende tot haar doordringen. Ik hoop, als Toby met me mee vlucht, dat Rick weg zal zijn als we terugkomen. En dat is een van de voornaamste redenen waarom er van Karnak niets kan komen." Hij wierp het hoofd achterover en lachte. „Zelfs je dwaasheden zijn lief, Lynn." Zij zei ernstig: „Je begrijpt me niet. Ik voel wel zoo'n beetje, wat voor soort ge meenschap die jachtclub moet zijn. Waar schijnlijk dure deftige New-Yorkers, die 's winters naar het Zuiden trekken. Ver moedelijk zou ikzelf me daar een beetje als een kat in een vreemd pakhuis voelen. Maar Toby Ik heb je al gezegd, Gregg, dat ze de fijnste vrouw is, die ik ken maar ze zou niet in die stijve deftigheid passen." „Ik geloof toch, dat je die luitjes verkeerd taxeert, Lynn. Die zijn, zoo te zeggen, met extra zorg uitgekozen. Die zullen Toby om haarzelf waardeeren. Zuj zijn wel rijk, maar van het slag, dat zich nooit zorgen maakt over den stamboom van hun kennissen." „En je moeder?" Hij lachte. „Ik weet nog niet, hoe ze over jou zal denken maar als Toby ook maar half is, zooals je zegt, dat ze is, dan zal moeder reusachtig met haar kunnen op schieten". Hij ging op de leuning van haar stoel zitten. „Wat maken we een hoop woorden vuil, Lynn. Waarom geef je nu niet toe, en spaar je je krachten niet?" „Moet jij bij vrouwen altijd zoo je zin doordrijven?" (Nadruk verboden) (Wordt vervolgd®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5