Molen door brand verwoest - De wapensstilstandsbesprekingen te Larissa
Sonate Pathétique
»2ste Jaargang LEIDSCH DAGBLADTweede Blad
FEUILLETON
door OCTAVUS ROY.
(6
HOOFDSTUK II.
Frenzy Gillings, manusje van alles, een
donkerbruine kleine neger, opende des mor
gens de deur van de flat en wierp een ver
baasden blik op'de ineengerolde gestalte op
den divan. De heer Gillings kwam naderbij,
bekeek onderzoekend het gezicht van zijn
slapenden werkgever, en liep op zijn teenen
haar de keuken. Hij mompelde binnens
monds: „Wel heb je ooit! Meneer Gregg te
veel gehad gisteravond!"
Toen hij de deur van de slaapkamer pas
seerde, permitteerde de heer Gillings zich,
een blik in die richting te werpen. Het was
alles heel geheimzinnig en ongewoon. Wël
verdriedikkie, m'neerr Gregg was heelemaal
geen drinker. Zelfs daar in Karnak, daar
verweg in het Zuiden, waar ook Frenzy
vandaan kwam, was m'neerr Gregg altijd
matig, wilde zelfs geen goeie „eigengemaak
te" proeven. En nu lag hij daar op zijn di
van, kennelijk in niet al te gemakkelijke
houding. „Hij zoo, pang, neergevallen!" Zijn
oogen glommen vol trots. „M'neer Gregg
doet nooit niks half. Wrachtig niet!"
Frenzy ging koffie zetten en vermeed
zorgvuldig, eenig leven te maken. Hij schonk
®en kop sterke koffie in, en zette er een
tumbler spuitwater naast op het blaadje.
r°en ging hij naar de woonkamer terug en
sprak zijn slapenden meester aan.
Gregg opende de oogen en keek eenigs-
zins verwilderd rond. Frenzy zei onverstoor
baar: „Hier is de koffie, m'neerr Gregg. Of
anders dit hij wees naar het spuitwater
„voor opfrisschen".
Gregg greep dankbaar naar zijn koffie en
begon te grinniken. „Het spijt me dat ik je
moet teleurstellen, Frenzy maar ik ben
zoo nuchter als een pasgeboren kalf."
„Jawel, m'neerr Gregg, maar nuchtere
kalveren
„Maar met mij is het toch anders, Fren
zy." Hij dronk met welbehagen zijn koffie
en zei toen: „Wij hebben een gast hij het
ontbijt."
„Jawel, m'neerr". Frenzy wierp weer een
blik naar de slaapkamerdeur. „Hoe wil hij
hebben zijn eieren?"
„Hij houdt niet van eieren, Frenzy. Maar
ik denk, dat zij liefst gebakken eieren wil
hebben met een paar sneedjes uitgezocht
fijn spek."
„Dat's percies wat ik ook dacht", meende
Frenzy onbewogen. „En zeker ook geroos
terd brood."
Gregg ging naar de „gastenbadkamer"
achter de keuken en nam een koude douche
Dat maakte zijn hoofd goed helder. Hij
glimlachte, terwijl hij zich stevig afdroog
de, wikkelde zich in een flanellen badjas
al zijn andere kleeren waren in de slaap
kamer en ging weer naar de woonkamer
terug.
Hij hoorde het geruisch van een stortbad
achter de gesloten slaapkamerdeur. Hij
liep naar de keuken en zei tegen Frenzy:
„Ik zou maar voortmaken, Frenzy. Onze
gast is wakker.
„Ja, m'neerr", knikte Frenzy. „Ik maak
voort allang, m'neerr."
Frenzy's brein werkte onder hoogen druk.
Hij was het nog niet met zichzelf eens of
het hem beviel of niet, maar alles bijeen
leek hem deze nieuwe ontwikkeling wel aan
te staan. Er waren al eerder tijden geweest,
waarop de heer Gillings zich zorgen had
gemaakt over het monnikenbestaan van
zijn baas. Het scheen hem niet in den haak,
dat zoo'n knappe jongeman zoo verdraaid
ongevoelig voor vrouwelijk schoon was.
Maar niettemin stak hem een tikje jalou-
zie, want Frenzy was evenzeer gevoelig voor
de heiligheid van dit vrijgezellenhuis.
Maar Frenzy was een filosoof. Hij behoef
de daar niet over te oordeelen; hij moest
alleen maar zorgen, de tafel met artistieken
zwier en de mooiste spullen te dekkén. Hij
rammelde ostentatief met het zilver, als om
de gast duidelijk te maken, dat er iets
extra bijzonders voor haar gedaan werd. En
hij was klaar met zijn werk, toen de deur
van de slaapkamer openging, en een heel
klein vrouwspersoon in heel groote pyama
en kamerjas binnentrad. De heer Gillings
waagde één blik en was onmiddellijk volko
men overwonnen.
Gregg kwam haar met uitgestoken han
den tegemoet. „Ik heb haar gisteravond
toch nog niet goed gezien", dacht hij. „Ze
is nog meer och wat: ze is in alle op
zichten nog beter dan ik me herinnerde."
Ze was knapper en liever en kleiner
Glimlachend commandeerde hij: „Zeg
nog maar niets! Niet voordat je een kop
koffie hebt gehad."
Zij moest ook glimlachen. Misschien was
de herinnering aan" de gebeurtenissen van
den vorigen nacht nu wat minder leven
dig, dacht Gregg; want hij vond, dat haar
glimlach warmer was dan te voren. Zij
nipte van haar koffie. „Voortreffelijk",
knikte zij goedkeurend.
Frenzy bracht spek, eieren, toast en mar
melade. Hij was nu zoo volkomen mogelijk
bekeerd, en hij wist niet hoe hij zich het
meest verdienstelijk kon maken. Gregg hief
zijn koffie op, keek Lynn over den rand
heen aan, en toastte: „Op ons eerste ont
bijt samen."
Zij antwoordde enkel door haar kopje op
te heffen. Hij zei nog: „Ik moet me veront
schuldigen voor mijn uiterlijk, maar al mijn
kleeren waren in jouw kamer."
„Het staat jou best", antwoordde ze. „Ik
heb tenminste geen vergrootglas noodig om
je er in te kunnen vinden."
De conversatie aan het ontbijt bleef luch
tig en het maal was een succes. Frenzy
kwam om af te ruimen, en Gregg stelde
hem voor: „Lynn, dit is Frenzy, mijn kin
dermeisje. Frenzy, dit is juffrouw Harrison"
Frenzy's Zuidelijke opvoeding kwam bo
ven. Hij .boog het hoofd en tikte met een
vinger aan zijn voorhoofd. „Vereerd, juf
frouw Harrison. Ik heet u welkom."
„Dank je, Frenzy. En bedankt voor het
heerlijke ontbijt."
Nadat hij zich snel had aangekleed, gin
gen zij naar de woonkamer terug en zaten
weer evenals den vorigen nacht tegenover
elkaar: zij op den divan, hij in den luien
stoel. Gregg brak het eerst de stilte:
„Wat zegt het handboek der etikette,
juffrouw Harrison? Zal ik het onderwerp
ter tafel brengen, of wil jij het doen?"
„Begin jij maar."
Hij maakte een gebaar naar het raam.
„De dag is aangebroken, en die kan ons
weer helder doen denken. Hoe helder ben
je?"
„Zoo helder ais je maar wilt."
„Ik probeer heusch niet grappig te zijn.
Maar is het werkelijk niet mogelijk, dat je
van meening kunt veranderen?"
„Waarover?"
„Over dat zwijgen van je?"
Ze schudde langzaam het hoofd. „Noteer
me maar als een stompzinnig en koppig
schepsel. Maar ik kan nog steeds niets zeg
gen evenmin als tegen de politie."
„Het klinkt niet erg logisch, Lynn."
„Wat er gisteravond gebeurd is, was ook
niet logisch. Denk alsjeblieft niet, dat ik
niet waardeer wat je voor me gedaan hebt
of dat ik je niet vertrouw. Het is alleen,
dat ik niets kan zeggen
„Kan je niet?"
„Ik durf het niet."
„Dat klinkt evenmin verstandig", drong
hij aan. „Je kunt moeilijk in grooter ge
vaar komen dan je gisteravond was."
Hij zag vrees in haar heldere, bruine
oogen. Ze zei: „Als het enkel om mij ging,
zou het me niet kunnen schelen. Maar er
is iemand anders
Zij wendde plotseling het hoofd af, en hij
begreep, dat zij hem smeekte, niet verder
te peilen. Hij vroeg vriendelijk: „Je bedoelt,
dat je liever wilde, dat ik er niet verder op
inging?"
Zij knikte: „Ja."
„Goed dan, Lynn als het dan niet
anders kan Gregg aarzelde een oogen-
blik en zei toen: „Ik ben niet bepaald een
groot redenaar, maar ik zou willen, dat je
me niet heelemaal uitschakelde. Als ik kan
helpen nu of laterOch, verdraaid!
Dat klinkt zoo stijf, zoo gewichtig, en zoo
meen ik het heelemaal niet. Ik zou willen
zeggen
(Nadruk verboden); (Wordt vervolgd)
TE BARNEVELD WERD ONDER ZEER GROOTE BELANG
STELLING VAN DE BOEREN DE JAARLIJKSCHE VAR-
KENSFOKDAG GEHOUDEN. DE JURYLEDEN KEUREN DE
KRULSTAARTEN. (Polygoon)
DIT VROOLIJKE BRUIDSPAAR, dat per dos a dos naar
het Amsterdamsche stadhuis reed, werd verrast door den
eersten Meiregen. Een parapluie was gelukkig bij de hand.
(Polygoon)]
NU DE VISSCHERIJ AANSTONDS WEER AANVANGT, 1 MEI VIERING DOOR DE NATIONALE JEUGDSTORM.
zijn de visschers druk bezig met het „tanen" der netten. op CONCOURS HIPPIQUE-TERREIN TE HOOFDDORP VIERDE DE NATIONALE
Eenige visschers te den Oever halen een groot net uit den
ketel met kokende traan (Polygoon, JEUGDSTORM ZIJN 1 MEIDAG. DE DANS OM DEN MEIBOOM. (Po!raoonj
BARNEVELD'S EENIGE MOLEN is door brand ver
woest. Hierbij werden ook twee groote pakhuizen een
prooi der vlammen. De molen, welke een bezienswaardigheid
van Barneveld was, brandde reeds eerder ri.l. in 1894 geheel
af. Toen heeft men hem herbouwd, hetgeen nu vermoedelijk
niet zal geschieden. De ruïne na den brand. (Polygoon)
DE WAPENSTILSTANDSBESPREKINGEN IN LARISSA. Generaal-veldmaarschalk List,
de opperbevelhebber van het succesrijke Zuidoostleger, neemt de mededeeling
van de Grieksche delegatie in ontvangst. (Atlantic-Holland.)