De strijd om de
Middellandsche Zee
DONDERDAG 1 MEI 1941
No, 24876
Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne
overleden
Verduisteren
82ste Jaargang
Griekenland een
onderdeel
De inscheping van de
Engelschen uit
Griekenland
Berlijn en de nieuwe
Grieksche regeering
Bestuursraad in Servië
1 Mei-oproep van dr. Ley
Uit het Britsche rijk
Joden niet langer op de
beurzen toegelaten
Verspreide berichten
Oud-minister en Voorzitter van het hoofdbestuur
der Chr. Hist. Unie
21.06 uur
6.08 uur
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum
5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht.
-Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling,
alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven
wordt 10 ets. berekend.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden 2.47
per week0.19
Franco per post 2.47 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland 0.80 per 3 mnd.)
Naar het D.N.B. uit Berlijn bericht, wordt
van welingelichte zijde gemeld:
De vraag, of men den veldtocht in Grie
kenland als voltooid kan beschouwen, heeft
men gisteravond in deskundige kringen al
hier aldus beantwoord, dat dit uiteraard
het geval zal zijn, wanneer het geheele
Grieksche grondgebied bezet is. In dit ver
band verklaarde men nog, dat de veldtocht
in Griekenland evenwel altijds slechts als
een deel van den strijd om de Middelland
sche Zee beschouwd mag worden.
CHURCHILL EN EDEN OVER DE
BRITSCHE EXPEDITIE.
Naar de Britsche berichtendienst meldt,
hebben Ohurchill en Eden gisteren in het
Lagerhuis verklaringen afgelegd over het
Britsche expeditieleger in Griekenland.
Ohurchill zeide onder meer, dat in Grie
kenland ongeveer 60.000 man onder wie een
Nieuw-Zeelandsche en een Australische
divisie, aan land waren gegaan. Tot dus
verre zijn daarvan ongeveer 45.000 man
weer ingescheept.
Op een vraag, of de 45.000 uit Grieken
land weggevoerde soldaten ook behouden
op hun steunpunten waren teruggekeerd,
heeft Churchill in het Lagerhuis geant
woord: „Ik geloof, dat dit het geval is."
Helaas heeft de Britsche luchtmacht
slechts een gering deel der evacueerings-
operaties kunnen dekken. Voor het optre
den der Britsche troepen in Griekenland,
aldus Churchill, kan men slechts lof heb
ben. De Engelschen hebben ongeveer 3000
man aan donden en gewonden verloren. Bij
den tegenwoordigen stand van zaken, al
dus vervolgde de premier, kan een volledig
verslag nog niet worden uitgebracht. Het
aantal geëvacueerde troepen kan nog stij
gen. Het spreekt vanzelf dat men het zware
materiaal niet -heeft kunnen medenemen,
doch dit is voor Duitschland van geringe
waarde, omdat Duitschland aan uitrusting
geen gebrek heeft
De minister van buitenlandsche zaken,
Eden, verklaarde, dat de Grieken den strijd
tegen het overmachtige Duitsche leger niet
konden voortzetten. De Grieksche weer
macht beschikte slechts over een zeer be
perkt aantal vliegtuigen en kon den tegen
stand tegen een sterkeren vijand niet vol
houden. Het besluit tot inscheping der
Britsche troepen is in volledige overeen
stemming met de Grieksche regeering ge
nomen»
Stefani meldt uit Rome:
In Palestina zijn, naar de Tribuna uit
Beiroet verneemt de eerste Engelsche trans
portschepen met uit Griekenland gevluchte
Soldaten aangekomen. De soldaten bevonden
zich in jammerlijken toestand. Zij hadden
geen wapenen en hadden zwaar te lijden
gehad van doorstane vermoeienissen. Alle
oorlogsmateriaal moest bij de overhaaste
vlucht uit Griekenland achtergelaten wor
den.
Ten aanzien van een verklaring van
Churchill, dat de verhouding tusschen de
Engelsche troepen en de Australiërs en
Nieuw Zeelanders in Griekenland half om
half geweest zou zijn, wordt van Duitsche
zijde verklaard, dat onder de gevangenen
en gesneuvelden in Griekenland op negen
Australiërs en Nieuw Zeelanders vrij nauw
keurig één Engelschman gekomen is. Voorts
wordt geconstateerd, dat - de Engelsche
„helft" bijna in het geheel geen infanterie
bezeten heeft. (D. N. B.)
Het A. N. P. meldt uit Berlijn:
De vorming van een nieuwe Grieksche
regeering heeft men te Berlijn met belang
stelling gadegeslagen. Doch bij het uitspre
ken van een oordeel legt men in officieele
en ook in officieuze kringen nog terughou
dendheid aan den dag. In de Wilhelm-
strasse gaf men gisteren uitsluitend te ken
nen, dat men van Duitsche zijde geen reke
ning zal houden met den koning van Grie
kenland, die land en volk in den steek heeft
gelaten. In antwoord op een vraag werd
hieraan van Duitsche zijde toegevoegd, dat
formeel de mogelijkheid tot samenwerking
met de nieuwe Grieksche regeering bestaat,
maar dat men zich hiermee nog niet wil
binden ten opzichte van deze regeering,
waarvan men houding en optreden eerst
eens wil afwachten. Indien evenwel de be
ginselen, die door de nieuwe regeering te
Athene geuit zijn, zoo worden toegepast als
zij zijn geformuleerd, mag men samenwer
king beslist mogelijk achten.
De Duitsche militaire bevelhebber in Ser
vië, de generaal der vliegers Förster, heeft
in het kader van den herbouw en den
terugkeer tot het gewone leven in het be
zette Servische gebied, een bestuursraad in
gesteld en een aantal Serven benoemd tot
commissarissen. Deze Serven zijn belast
met de leiding der vroegere ministerieën.
In nauwe samenwerking met den militairen
bevelhebber moeten zij er zorg voor dragen,
dat de orde, die door de Duitsche weer
macht hersteld is, gehandhaafd blijft en
dat een volledig gebruik wordt gemaakt van
de economische mogelijkheden van het
land.
In de komende dagen zullen nog meer
commissarissen en plaatsvervangers be
noemd worden. De benoemde personen zijn
deels afkomstig uit de groep van den oud
premier Stojadinowitsj, voor een ander deel
uit de rechtsche vernieuwingsbeweging
Zbor, die is ontstaan uit oud-radicalen en
democraten.
De Duitsche rijksleider dr. Ley heeft ter
gelegenheid vair den len Mei een oproep
tot de arbeiders en arbeidsters, de bedrijfs
leiders en hun ondergeschikten uitgevaar
digd, waarin hij* o.m. zegt:
Weert viert het Duitsche werkende 'volk
den len Mei als den dag van het feest van
den arbeid en daarmede van de nationale
gemeenschap. Wanneer onze soldaten met
voorbeeldige heldhaftigheid ons volk en'rijk
beschermen, zoo werken vaderland en volk
niet minder trouw dan het strijdende front.
Millioenen Duitsche arbeiders, werklustige
menschen van hoofd en vuist, geven zich
moeite om den besten soldaten ter wereld
de beste wapenen te smeden en de beste
uitrusting te geven. Millioenen Duitsche
vrouwen en meisjes nemen aan dezen ar
beid deel. Vele vacantiedagen kunnen der
halve in dezen tijd niet meer worden nage
komen. Dien eenen dag willen wij echter
gemeenschappelijk op feestelijke wijze door
brengen, den dag, die het geheele werken
de Duitsche volk vereenigt. Onze groote
gemeenschappelijke vijand zal vallen. De
Duitsche nationaal-socialistische staat van
produceerenden arbeid zal echter leven.
Voor de vrijheid, de schoonheid en de waar
digheid van onze Duitsche toekomst wordt
in dezen tijd gestreden, gestreden door el-
ken man en elke vrouw op de plaatsen waar
zij zijn neergezet: door den Duitschen sol
daat aan het front, door den Duitschen
arbeider en den Duitschen boer, door man
en vrouw op de plaats van het werk in het
vaderland. (DN.B.)
TOT EIND MAART BEDROEG HET
AANTAL DOODEN 29.000.
De Britsche minister van openbare ge
zondheid heeft, volgens den Londenschen
nieuwsdienst, gisteren in het Lagerhuis
medegedeeld, dat als gevolg van de Duit
sche luchtaanvallen op Groot-Brittannië tot
eind Maart van dit jaar 29.000 personen om
het leven gekomen zijn. Voorts deed de
minister de opmerkelijke mededeeling, dat
de veiligheid in de ziekenhuizen betrekke
lijk het grootst is. Hij raadde het publiek
derhalve aan, er niet voor terug te schrik
ken, de'ziekenhuizen binnen te vluchten.
(D.N.B.)
AUSTRALIË WIL EEN NATIONAAL
KABINET.
Fadden, de plaatsvervangende Australi
sche minister-president heeft, naar Reuter
uit Melbourne meldt, besloten, een bespre
king te hebben met Ourtin, den leider der
arbeiderspartij, en deze partij formeel
eenige portefeuilles aan te bieden in een
te vormen nationaal kabinet. (D.N.B.)
ZUID-AFRIKA KRIJGT ALLEEN NOG
BRUIN BROOD.
Associated Press meldt uit Johannesburg,
dat in de Unie van Zuid-Afrika met ingang
van 30 April het bakken van wittebrood
heeft opgehouden. Om tarwemeel te sparen,
mag er nog slechts bruin brood gebakken
worden, dat deels uit sojaboonen bestaat.
(DM.)
ZIJ MOGEN WEL LID BLIJVEN VAN DE
VEREENIGING VOOR DEN
EFFECTENHANDEL.
Op order van den rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied (com
missaris-generaal voor financiën en econo
mie) maken de besturen van de vereeniging
voor den effectenhandel te Amsterdam, de
vereeniging van effectenhandelaren te Rot
terdam en den bond voor den geld- en ef
fectenhandel in de provincie te 's-Graven-
h'age bekend, dat met ingang van 1 Mei
1941 den Joden de toegang tot de beurzen
te Amsterdam, Rotterdam en 's-Graven-
hage verboden is. Ter bepaling van het be
grip „Jood" geldt artikel 4 van de verorde
ning van den rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende
het aangeven van ondernemingen de dato
22 October 1940 (verordening no. 189/1940),
welk artikel als volgt luidt:
„1) Jood is een ieder, die uit ten minste
drie naar ras vol-Joodsche grootouders
stamt.
2). Als Jood wordt ook aangemerkt hij
die uit twee voljoodsche grootouders stamt
en 1) hetzij zelf op den negenden Mei 1940
tot de Joodsch-kerkelijke gemeente heeft
behoord of na dien datum daarin wordt
opgenomen, 2) hetzij op den negenden Mei
met een Jood was gehuwd of na dat oogen-
blik met een Jood in het huwelijk treedt.
3) Een grootouder wordt als voljoodsch
aangemerkt, wanneer deze tot de Joodsch-
kerkelijke gemeenschap heeft behoord".
Het verbod van toegang tot de beurs be-
teekent niet tegelijkertijd, dat de betreffen
de leden het lidmaatschap van de vereeni
ging, waaronder zij ressorteeren, verliezen.
DE OORLOG TER ZEE.
Volgens Associated Press zijn onlangs op
dsn Indischen Oceaan acht Britsche koop
vaarders door Duitsche schepen tot zinken
gebrocht, en wel de City of Bagdad (7605
ton), de King City (4744 t-on), de Scientist
(6199 ton), de Benarty (5800 ton), de Athel
King (9557 ton), de Kemmen Diene (7769
ton), de Commissaire Ramel (10.081 ton) en
de Durmiter (5623 ton). Er zou ook een
Zuid-Slavisch -schip tot zinken gebracht
zijn. De meeste schepen hadden levensmid
delen aan boord, (D.N.B.)
BOMMEN OP HEIDELBERG.
Britsche vliegtuigen hebben gisternacht
op Heidelberg een aantal brand- en brisant
bommen neergeworpen. In het wereldbe
roemde universiteitsstadje bevinden zich
geen militair-osconomische of andere voor
den oorlog belangrijke installaties, die een
aanval zouden hebben kunnen rechtvaar
digen. (D.N.B.)
VRIJLATING VAN FRANSCHE
KRIJGSGEVANGENEN.
Sinds den wapenstilstand met Frankrijk
hebben in verscheidene gevallen Fransche
staatsburgers op onbaatzuchtige wijze en
zelfs met levensgevaar hulp en bijstand
aan Duitschers. verleend. De Fuehrer en
rijkskanselier heeft in al die gevallen een
overeenkomstig aantal Franschen uit de
krijgsgevangenschap ontslagen en naar
hun vaderland laten terugkeeren.
In Chalons sur Marne zijn de eerste
Fransche krijgsgevangenen aangekomen, die
als vaders van groote gezinnen krachtens
de door Duitschland met Frankrijk -geslo
ten overeenkomst uit Duitsche krijgsgevan
genschap zijn ontslagen of verlof hebben
gekregen. De gevangenen worden eerst in
een verzamelkamp bij Chalons onderge
bracht en vandaar terstond, na vervulling
der formaliteiten, naar hun woonplaats
vervoerd. (D.N.B.)
ITALIAANSCHE STUDENTEN
OPGEROEPEN.
Het Italiaansche ministerie van oorlog
heeft besloten alle studenten der lichtingen
1915 tot 1920, die tot dusver op grond van
hun studie uitstel hadden gekregen, tegen
1 Juni 1941 op te roepen. Het ministerie
van onderwijs heeft in overeenstemming
hiermede den universiteiten opdracht ge
geven in den tijd van 1 tot 31 Mei speciale
examens voor de opgeroepen studenten af
te nemen. Duizenden dezer studenten
hadden zich reeds vrijwillig aangemeld.
(D.N.B.)
JODENWET IN KROATIË.
De Kroatische ministerraad heeft giste
ren een Jodenwet aangenomen, die nog
denzelfden dag door dr. Pavelitsj is onder
teekend. De wet komt in hoofdlijnen over
een met de Duitsche wetten op de bescher
ming van het ras en maakt onderscheid
tusschen staatsburgers en staatsonderda-
nen. Zij bevat verder bepalingen ter be
scherming van de eer van het Kroatische
volk. Voorts is er een bepaling in opgeno
men, volgens welke naamveranderingen,
die na 1 November 1918 voltrekken zijn,
ongeldig worden verklaard. De wet is met
de publicatie in de staatscourant reeds van
kracht geworden. (D.N.B.)
Eigen foto.
Wijlen prof. Slotemaker de Bruïne.
In bijna 72-jarlgen ouderdom is heden
ochtend te Wassenaar overleden prof. dr.
J. R. Slotemaker de Bruïne.
Jan Rudolph Slotemaker de Bruïne werd
6 Mei 1869 te Sliedrecht geboren. Na het
gymnasium te Haarlem te hebben bezocht,
studeerde hij theologie aan de universiteit
te Utrecht, waar hij in 1894 promoveerde
op de dissertatie„De eschatologische voor
stellingen in 1 en 2 Corlnthe". Daarna was
hij achtereenvolgens predikant van de
Ned. Herv. Kerk te Haulerwijk, Bellen, Mid
delburg, Nijmegen en Utrecht. In 1916 legde
hij het predikambt neer, in verband met
zijn benoeming tot hoogleeraar in de god
geleerdheid aan de Utrechtsche universi
teit, welk hoogleeraarschap hij bleef ver
vullen tot Maart 1926, toen hij in het
ministerie-De Geer met de portefeuille van
het toenmalige departement van arbeid,
handel en nijverheid belast werd. Tijdens
zijn werkzaamheden in Utrecht heeft de
politieke loopbaan van prof. Slotemaker de
Bruïne een aanvang genomen bij zijn ver
kiezing tot lid van.de provinciale staten, in
1922 gevolgd door zijn benoeming tot lid
van de Eerste Kamer. Na zijn minister
schap, dat- hij vervulde tot Augustus 1929,
toen het extra-parlementaire, kabinet,
waarin hij zitting had, aftrad, werd de heer
Slotemaker de Bruïne lid van de Tweede
Kamer voor de Chr. Hist. Unie, waarna hij
bij de verkiezingen herkozen werd.
Prof. Slotemaker de Bruïne heeft gedu
rende zijn politieke loopbaan met groote
welsprekendheid de chrlstelijk-historische
beginselen, zoowel in als buiten het parle
ment verdedigd. Hij gevoelde zich in het
bijzonder tot de studie van het sociale
vraagstuk aangetrokken en nam een werk
zaam aandeel aan de drankbestrijding. Op
internationaal lerrein bewoog hij zich in
het bijzonder.op het gebied van de toena
dering en verbreeding der kerkgenoot
schappen.
Als opvolger van mr. J. Schokking werd
hij benoemd tot voorzitter van het hoofd
bestuur der Chr. Hist. Unie.
Na zijn aftreden als minister vestigde
prof. Slotemaker zich te Wassenaar en
werd hier benoemd tot hulppredikant en
heeft in deze hoedanigheid de kerkelijke
belangen van het Kievitpark gediend.
Geruimen tijd was hij lid van den hoogen
raad van arbeid en hoofdredacteur van „De
Nederlander".
Onder zijn bewind als minister is de
nieuwe ziektewet tot stand gekomen, ter
wijl van zijn werkzaamheid als minister
voorts nog genoemd kunnen worden de
herziening van de wet op de besmettelijke
ziekten, de regeling voor de tandtechnici en
do invoering van Be arbeidswet voor de
verpleegsters. Verder heeft hij als Kamer
lid en als minister een zeer belangrijk aan
deel gehad in de totstandkoming van de
nieuwe drankwet en van de winkelslui
tingswet.
In 1933 werd hij minister van sociale
zaken in het tweede kabinet-Colljn en in
1935 bovendien minister van Onderwijs,
Kunsten en wetenschappen ad interim, na
het aftreden van mr. H. P. Marchant. Ook
in het derde en vierde ministerie Colijn be
heerde hij laatstgenoemd departement en
bracht toen eenige wijzigingen in de spel-
ling-Marchant. In het vijfde ministerie-
Colijn, dat 25 Juli 1939 werd samengesteld,
kwam prof. Slotemaker niet terug.
Hij was van onderscheidene commissies lid,
zooals de commissie van advies voor de
werkloosheidsverzekering, waar hij voor
zitter van was. Voorts was hij ook voorzit
ter van de commissie, bedoeld bij artikel 25
van het werkloosheidsbesluit 1917 en lid
van de centrale commissie van bijstand
voor de arbeidsbemiddeling.
De overledene was ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw, groot-officier
in de Oranje-Nassau-orde en grootkruis in
de orde van de Kroon van Italië.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal Maandag te 1 uur vanuit de
dorpskerk op de begraafplaats van de Her
vormde gemeente te Wassenaar plaatsvin
den.
DE VLIEGTUIGBOUW IN DE
VER. STATEN.
Het Amerikaansche ministerie van oor
log maakt bekend, dat het aan de Douglas
Aircraft Company een opdracht van
43.5 millioen dollar heeft gegeven. United
Press vermoedt, dat het hier vooral gaat
om groote bommenwerpers. (D.N.B.)
DE BEZETTING VAN KORFOE.
De zuiveringsacties op het eiland Korfoe
zijn, naar Stefani meldt, door een bataljon
zwarthemden voltooid. Een Grieksch batal
jon, dat zich niet had willen overgeven, is
op het eiland gevangen genomen. 30 April
des ochtends hebben, volgens Stefani, Ita
liaansche landingstroepen, die per water
vliegtuig naar Argostoli gebracht waren,
dit belangrijke steunpunt bezet.
HITLER FELICITEERT VON RIBBENTROP.
De Fuehrer heeft gisteren een bezoek ge
bracht aan den rijksminister van buiten
landsche zaken, von Ribbentrrop. om hem
persoonlijk te feliciteeren met zijn 48sten
verjaardag. (D.N.B.)
vcm hedenavond
tot morgenochtend
V.
De maan kwam heden op te
9.37 uur en graat vannacht
onder te 1.26 uur.
Dit Nummei bevat DRIE Bladen
Binnenland
De taak van het rijksarbeidsbureau.
(3e Blad)
Felle brand te Barneveld.
(Gemengd, 3e Blad)
,.Een bereisde Roel" en zijn herinneringen;
de heer J. H. van Straaten van Nes over
vro.eger dagen; Duitschland doet Bos
koop weer opleven!
(3e Blad)
Buitenland
Zware verliezen bij den Engelschen terug
tocht uit Griekenland.
(Ie Blad)
Amerika nadert steeds meer den oorlog.
(Ie Blad)
Karl Megerie over Groenland.
(Ie Blad)
De toekomst der vliegtuig-industrie.
(2e Blad)
ZIE VOORTS ..LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.