De toren van Enkhuizen is bouwvallig -
82 ste
ISCH DAGBLAD
FEUILLETON
K/Ioord op Kasteel
Entzberg
-v ^.^-:
*fI'lfHBr
..V,--
EEN EERSTE VEREISCHTE voor de Friesche kleistreek is een goede'
afwatering der landerijen. Door bemiddeling der Nederlandsche Heide Mij.
is men den laatsten tijd er toe overgegaan drainage-werken uit te voeren.
(Polygoon)
DE TOESTAND VAN DE GROOTE ZÜIDER- OF SINT PANCRAS-
KERK TE ENKHUIZJEN, welke dagteekent uit de eerste helft
van de 15de eeuw, is slechter dan men vermoed had. Voordat er
brokken uit den Zuidelijken muur waren gevallen, was reeds ge
bleken, dat de meeste uiteinden der steunbalken verrot waren,
waardoor de genoemde muur geen noemenswaardige verbinding
meer had met de rest van het gebouw. De fraaie toren van de
St. Pancraskerk, dateerend uit 1424. (Polygoon)
door
PETER PAUL BERTRAM.
(42
„Morgen," zei Angela, „reizen mijnheer
Vahoda en het verdere reisgezelschap af.
Waarschijnlijk gaan ook dr. Wong, overste
Tsja, majoor Li en mijnheer Maxwell weg."
Dr. Muir trok een leelijk gezicht.
„Wat heeft u tegen hen? Vooroordeelen,
omdat het Chineezen zijn?"
„O neen, ik heb niets tegen Chineezen.
Integendeel. Bij ons in Californië leven heel
wat Chineezen, eerlijke en fijne kerels. Vlij
tig. Ik mag ze wel. Maarvdie Maxwell, die
bevalt me niet."
„Maxwell?" riep Vahoda verbaasd. Hij
knipperde opgewonden. „Wat heeft u tegen
Maxwell?"
„O, niets bepaalds," zei dr. Muir. „Ik mag
hem alleen maar niet. En hoe zegt men
dat I'll eat my hat als hij een Èn-
gelschman is. Niet eens Britsch!"
„Geen Engelschman?" herhaalde Vahoda
„Maar waarom gelooft u dat?"-
„Om zijn Engelsch. Zoo spreekt een En
gelschman die taal niet. Het is ook geen
dialect of de spreekwijze van een ongelet
terde. Maxwell spreekt vloeiend en hij kent
veel woorden. Maar hij maakt fouten, gra-
maticale en in de uitspraak. Alsof hij pas
later Engelsch geleerd heeft. Vreemdelin
gen spreken vaak zoo. Het gaat om nuan
ces, die u misschien niet merkt."
Vahoda had moeite om zijn opwinding
niet te verraden. Hij zei iets onbelangrijks
en snelde op het kasteel toe. Angela en dr.
Muir keken hem stomverbaasd na.
Ademloos kwam hij in Buschroitner ka
mer binnen. „Hij is geen Engelschman,
commissaris," riep hij. „Dr. Muir denkt
en hij vertelde de meening van dén dokter.
„Geen Engelschman!" riep Buschroitner.
„Dat klopt, mijnheer Vahoda, dat klopt!
Kijk eens wat ik gevonden heb." Hij reikte
Vahoda een stuk toe.
Vahoda las. Het papier was vergeeld en
het opschrift verbleekt. Het was een proces
verbaal, opgemaakt door de militaire politie
van het Oostenrijk-Hongaarsche leger in
liquidatie en het behandelde de aangifte, die
de voormalige korporaal van het vierde re
giment infanterie Otto Duschinsky gedaan
had.
Op 7 Januari 1915 (zoo luidde de aangifte
van Duschinsky) was hij bij den terugtocht
'van het leger over de Karpathen wegens
bevroren voeten achtergebleven. Om niet
door de opdringende Russen gevangen ge
nomen te worden, had hij zich, zoo goed als
dat ging, langs een over de bergen gaanden
weg voortgesleept. Na eenigen tijd was hij
door een boerenwagen ingehaald, waarin
een Roetheensche priester en een misdie
naar zaten. Beiden spraken slechte gebro
ken Duitsch; Zij vroegen hem naar den weg.
Tenslotte had de priester hem gevraagd
mee te rijden. Hij had dat gedaan, was in
den wagen gekropen en daar van uitput
ting ingeslapen. Eenigen tijd later had de
priester hem gewekt. Ze waren aan een
tweesprong gekomen. De wegwijzer was ver
nield en door den sneeuwstorm waren de
marschsporen van de troepen verdwenen.
Na een nutteloos debat besloot de priester,
den rechtschen weg te nemen. Hij, Du
schinsky, was wakker gebleven. Na een tijd
werden ze door een cavalerist ingehaald,
die echter op hun geroep niet reageerde.
Duschinsky was weer ingeslapen. Weer een
tijd later was hij wakker geworden, doordat
de wagen plotseling was blijven staan. De
priester' en de misdienaar probeerden met
iemand tot overeenstemming te komen. De
derde, dien Duschinsky toen niet zien kon,
verklaarde dat de wagen moest omkeeren,
omdat deze weg doodliep in een dal. De
priester was begonnen te jammeren en ver
klaarde, dat hij den kerkschat van een be
roemd, bedevaartoord bij zich had en vrees
de, dat het 'kostbare bezit in handen van
de oprukkende Russen zou vallen. Hij ver
zocht den ander hem te helpen. Toen had
hij verschrikt geschreeuwd. Vlak daarna
v/aren er twee schoten gevallen en de pries
ter en de misdienaar wa"ren kreunend van
den wagen gevallen. Duschinsky had toen
zijn geweer genomen en, toen de derde den
wagen genaderd was, blijkbaar om den kerk
schat te rooven, og hem geschoten. Hij had|
hem in de borst getroffen. Het bleek de
ruiter te zijn, die den "wagen eenigen tijd
geleden ingehaald had. De priester en de
misdienaars waren dood geweest, de ruiter
zwaar gewond. Hij, Duschinsky, had de pa-
piéren van de beide dooden en het herken
ningsplaatje van den ruiter genomen, was
op den bok geklommen en had geprobeerd
nog tijdig den anderen weg te bereiken.
Maar hij merkte al spoedig, dat de Russen
in de nabijheid waren. Daarom liet hij den
wagen met den kerkschat in de steek en pro
beerde zich te voet door de troepen heen te
slaan. Door zijn bevroren voeten was hij
daar niet in geslaagd en door een sectie
kozakken ingehaald en gevangen genomen.
Na Jzijn terugkeer uit 'de krijgsgevangen
schap had hij deze gebeurtenis aangegeven.
Aan het stuk was een aanteekening toe
gevoegd, dat de papieren van den priester
en den misdienaar overgenomen waren,
evenals het identiteitsplaatje van den cava
lerist, dat stond op den .wachtmeester dei-
dragonders Anton Mexner uit Schwechat
bij Weenen.
Toen volgde, door een andere hand toe
gevoegd, de aanteekening, dat de bewuste
wachtmeester Anton Maxner blijkbaar ver
dwenen was, want hij was sedert 7 Januari
1915 van de regimentslijst geschrapt. Hij
kon aan de verwondingen overleden zijn én
wegens gebrek aan een identiteitsplaatje
als onbekende begraven zijn.
Vahoda had het merkwaardige document
uitgelezen.
„U denkt duswendde hij zich tot
Buschroitner.
„Ja. Dat Anthony Maxwell niemand an
ders is dan de voormalige, wegens moord
gezochte wachtmeester Anton Maxner uit
Weenen. Hij is niet aan zijn verwondingen
bezweken, maar gevangen genomen, naar
het hospitaal gebracht en, toen hij weer
hersteld was, in èen kamp in Siberië ge
bracht. Van daar is hij weer gevlucht, of
tijdens de catastrophe van het Czarenrijk
naar China gekomen, waar hij zich in den
pseudo-Engelschman Anthony Maxwell
veranderd heeft. Vandaar de Chineesche
pas. Ik vond het al direct merkwaardig, dat
een Engelschman zijn staatsburgerschap
opgeeft om Chinees te worden."
Vahoda had in groote opwinding geluis
terd. „En Duschinsky heeft hem herkend!
Het klopt, commissaris, het klopt! Weet u,
den morgen na den moord op Von Ghetaldi
toen zat ik met Maxwell aan het ontbijt.
Dat "herinner ik me nu. We waren de eer
sten, de anderen kwamen pas later. En-
bij na het laatst kwamen de Hollanders bin
nen. En plotseling liet Maxwell zijn kopji
koffie vallen. Van den schrik natuurlijk.
Want achter mijnheer de Jongh u weet
hoe groot en dik de Nederlander is kwans
plotseling Duschinsky te voorschijn. Geer:
wonder, dat Maxwell schrok. Hij dacht, da£
hij 'door dien man meteen ontmaskerd zcc
worden!"
(Wordt vervolgd).
IN DE ROLTRAPPENSCIIACHT OP DEN RECHTER MAASOEVER TE
ROTTERDAM is men begonnen met het monteeren van de roltrappen,
waarlangs wielrijders en voetgangers in de tunnel zullen afdalen. Het
monteeren van de groote tandraderen, waarover de „trappen zonder
einde" gevoerd worden. (Polygoon)
DE FRAAIE „PLASVUVER" IN HET ZUIDERPARK IN DEN HAAG HEEFT ALTIJD VEEL AANTREK-
KINGSKRACHT OP DE JEUGD. Op mooie voorjaarsdagen, zooals er enkele achter ons liggen, is het er
dan ook een drukte van belang, zooals onze aardige foto toont. (Polygoon)
OP DEN GROND VERNIELD. BRANDENDE SERVISCHE JACHTVLIEGTUIGEN OP EEN VLIEGVELD
BIJ BELGRADO, WELKE DOOR DEN BLIKSEMSNELLEN AANVAL VAN HET DUITSCHE LUCHTWAPEN
ONSCHADELIJK GEMAAKT WERDEN. (Atlantic-Holland)
OORLOGSTOONEEL OP DEN AT-
LANTISCHEN OCEAAN. Een
Engelsch schip gaat brandend ten
onder; (Presse Bild Zentrale-Polygoon)