STADSNIEUWS
LAATSTE BERICHTEN
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Donderdag 17 April 1941
Duitschers met Engelschen in
Griekenland in contact
Engelschen
teruggedrongen
De tweede Grieksche
verdedigingslinie doorbroken
Het Noord-Grieksche front
Binnenland
De Nederlandsche
Kunslfenfentoonsfelling te Keulen
P. Moltmaker overleden
De gevluchte
mantelbavianen
Het D.N.B. meldde" gisterèn uit Berlijn:
Duitsche troepen, die van de Bulgaarsche
Westgrens door Servië oprukken, zijn op
Grieksch grondgebied in contact gekomen
met Britsche troepen. Hoewel de Britten
zich met sterke eenheden op strategische
punten op de berghellingen hadden ver
schanst, gelukte het de Duitsche infanterie
den vijand uit zijn stelling te verdrijven,
zonder dat hierbij pantserwagens of het
luchtwapen in actie kwamen. Ondersteund
door het vuur van de artillerie drongen
stoottroepen tot in de voorste linies en sloe
gen een bres voor het optreden van het
gros der troepen. Na hevige vuurgevechten
werd de vijand uit zijn stellingen verdre
ven en de doortocht door een belangrijke
engte afgedwongen.
Honderden gevangenen, waaronder pio
niers uit de Midlands, Australiërs en tal
rijke leden van de Nieuwzeelandsche divisie
werden binnengebracht. De buit aan wa
pens en munitie is aanzienlijk.
De oprukkende Duitsche troepen hebben,
door een scherpe achtervolging met den
vijand strijd geleverd. De Engelsche een
heden, die het voornaamste deel van het in
Griekenland aan land gezette Engelsche
expeditieleger op zijn terugtocht moesten
dekken, probeeren op verscheidene plaat
sen tegenstand te bieden.
De Engelsche propaganda-actie tracht
den Engelschen terugtocht te verdoezelen
door te beweren, dat nieuwe Britsche troe
pencontingenten naar Griekenland ge
stuurd worden. Deze bewering wordt, naar
het D.NJ3. meldt, door de feit-en duidelijk
weerlegd.
De Duitsche bladen brengen in grooten
opmaak commentaar op het uit den tekst
van het Duitsche weermachtsbericht van
gisteren blijkende feit, dat het den snellen
Duitschen troepen in Griekenland thans
gelukt is met een deel der Britsche afdee-
lingen aldaar slag te leveren.
Vraagt men zich af, zoo schrijft de Ber
liner Börsenzeitung, waaraan de wijziging
der Engelsche plannen valt toe te schrij
ven, en wat de Engelschen mag hebben be
wogen de vlucht naar' Egypte te stoppen,
dan staat ongetwijfeld het feit op den
voorgrond, dat de geweldige kracht van den
Du-itschen opmarsch en de ongedachte snel
heid, waarmede het Duitsche offensief ge
schiedde, het den Engelschen niet heeft
veroorloofd, zich volgens hun bedoeling,
van den vijand los te maken en de reeds
voorbereide vlucht uit te voeren.
Even zeker is het echter, dat een andere
factor de vlucht van de Engelschen ver
hinderde en wel de verpletterende moreele
uitwerking van het bekend worden der Brit
sche voornemens om de Grieken in den
steek te laten. Het feit, dat het in zijn
verwerpelijkheid sensationeele Engelsche
plan aan het licht gebracht werd, heeft de
Engelschen in hun strijd om de laatste
prestige-posities ten aanzien van de open
bare meening der wereld er toe gebracht,
den snellen terugtocht naar de havens te
stoppen.
De Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft,
dat de Britsche generaals wegens de ver
ontwaardiging, welke overal over de vlucht-
plannen ontstond, in de moreele onmoge
lijkheid verkeerden, zich geheel aan den
strijd te onttrekken en ook de opperste lei
ding in Londen moest voor een hevige uit
werking op de moreele positie van Enge
land, vooral in het Oostelijke bekken van
de Middellandsche Zee, vreezen, wanneer
men de Grieken alleen had laten vechten.
De snelheid van de Duitsche troepen, zoo
schrijft de Berliner Lokal Anzelger, en de
verpletterenden indruk, welken het Britsche
verraad in de wereld gemaakt heeft, heeft
de Engelschen gedwongen om met eenige
hunner troepen tegen hun wil toch nog
den strijd aan te binden. Aan een deel van
de thans onder Grieksch opperbevel strij
dende troepen is het niet meer gelukt zich
aan den Duitschen aanval door een tijdige
vlucht te onttrekken. Deze troepen, zoo
meent het blad, strijden thans temidden
der Grieksche bevolking. Het Britsche plan
om met prijsgeving der Grieken het ge
heele expeditiecorps te redden, zal dus mis
lukken.
Kart. Bureau v. Pelt
Na den val van Saloniki hadden de Grieken met behulp van de Britten een tweede ver
dedigingslinie achter de rivier de Vardar betrokken. De Britten betrokken hiervan
den zuidelijke sector waarvan de hoofdmacht gelegen was in den Olympus, n.l. van
Katerini vla Servia, Kozani tot Vivi. In den middensector hielden de Grieken den
hoofdweg van Saloniki via Jannitsa tot Vivi bezet, de linkervleugel der Grieken ope
reert van Fiorina (zie ook het onderste kaartje) via Zuid-Slavië tot aan de kust.
De Duitschers hebben thans met snelle vooruitgeschoven colonnes de Britsche infan
terie en pantserstrijdkrachten teruggeworpen en daarbij Ptolemais en Kozani bezet;
ten N. van Servia zijn zij de rivier Vistrltsa overgetrokken. - De zwarte dikke lijn op
de kaart is het Duitsch geconsolideerd front bij Saloniki.
De zwarte dikke lijn geeft den opmarsch weer der Duitsche troepen m het Zuidelijk
deel van Joegoslavië (Zuid-Slavië); de gestippelde lijn die van de Italiaansche troepen
Beide legers rukken nu Noord-Griekenland binnen. De Grieksche stellingen zijn gele
gen waar de krulsjeslijn is aangegeven.
TWEEDE OPTREDEN VAN DE
„RAMBLERS".
Georganiseerd door de V.O.L.A.
Ten tweeden male heeft het ensemble van
Theo Uden Marsman, de „Ramblers",
triomfen geoogst in de Sleutelstad. Voor
een andermaal overvolle, uitbundig enthou
siaste Stadsgehoorzaal speelde de band gis
teren op een avond, georganiseerd door de
Vereeniging van oud-leerlingen van de
Ambachtsschool, de V.O.L.A., welke door
den voorzitter dezer vereeniging, den heer
J. J. van Weerlee, met een kort woord werd
geopend. Spreker heette in het bijzonder
welkom den heer G. E. E. Kuyntjes, direc
teur van de Ambachtsschool en zijn echt-
genoote, leeraren van de school en de zus
terverenigingen, te weten de Vereeniging
van Mathesianen en de Haagsche V.OI.A.
Na in het kort te hebben geschetst, hoe het
verenigingsbestuur er toe was gekomen
om de Ramblers dezen avond in Leiden te
laten spelen, sprak de heer Van Weerlee
de verwachting uit, dat een ieder de ver
diende waardeering voor dit optreden too-
nen zou.
Deze verwachting is dan ook geheel in
vervulling gegaan, blijkens de onstuimige
toejuichingen, die telkens weer uit de tot
de laatste plaats bezette zaal oplaaiden.
Een geestdrift, die op overtuigende wijze
de populariteit van de band aan het licht
brengt en tevens onomstootelijk bewijst,
hoezeer dit genre van ontspanning aller
wegen op prijs wordt gesteld.
Er zat „vaart" in het programma, dat
ruimschoots de lichte, maar waardevolle
verstrooiing bracht, die wij te allen tijde,
doch in het bijzonder in de huidige dagen
vaak zoozeer van no ode hebben. Hoewel
alle medespelenden een welhaast volmaakt
onderdeel van het ensemble vormden, wil
len wij hier in het bijzonder noemen Mar
cel Tielemans, die stormachtig applaus
oogstte met zijn liedjes, Wim Popping, die
zich op vele wijzen, o.a. als declamateur
verdienselijk maakte en daarmede 't ver
diende succes boekte, en den drummer
Kees Kranenburg, die vooral in de bijzon
der op prijs gestelde Tigerrag een fraaie
solo ten beste gaf. Bovenal den leider van
de band dient een woord van lof te worden
toegezwaaid voor dit optreden, waarin zijn
leiding een zoo groote rol speelde.
Naast de muzikale zijde bleken de spe
lers bovendien een rijke tooneelgave te be
zitten
Ten slotte wordt nog vermeld, dat in de
pauze eenhoogleeraar het verzoek had
ingediend, de bekende „Babybox-parade" te
spelen, aan welk verzoek werd voldaan na
de ppmerking van den bandleider, dat een
verzoek, waaruit waardeering voor dit gen
re muziek spreekt, zelden van dien kant
werd ontvangen.
Waaruit moge blijken hoe ruimen krmg
van bewonderaars de „Ramblers" bezitten!
Zoowel de band als V.O.L.A., die het op
treden mogelijk maakte, kunnen tevreden
zijn over het succes van dezen avond.
GESCHENK AAN HET RIJK.
Ten behoeve van het Rijksherbarium.
De Vereeniging tot beoefening van Over-
ijsselsch regt en geschiedenis te Zwolle,
heeft aan den Staat der Nederlanden ten
behoeve van het Rijksherbarium der Uni
versiteit alhier ten geschenke gegeven een
oude collectie gedroogde planten.
Deze belangrijke verzameling omvat en
kele fragmenten van de oudste herbaria,
weike hier te lande zijn verzameld, in het
bijzonder een gedeelte van het herbarium
van D. de Gorter, die de eerste Flora van
Nederland schreef (1767), en over welk her
barium sinds 1850 niets bekend was. Ver
der bestaat de collectie nog uit andere, in
oude tijden in Nederland verzamelde plan
ten, benevens uit oude exemplaren, verza
meld in Rusland.
De secretaris-generaal van het Departe
ment van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming heeft dit waardevolle ge
schenk met erkentelijkheid aanvaard en
aan de schenkster hiervan mededeeling
gedaan.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijzigingen
Leidsche Zuivelverkoopcentrale L. van
Dam. Haarlemmerstr. 190, Leiden. Groot-
en kleinhandel in boter en kaas. Wijziging
handelsnaam in: C. L. van Dam Lzn.
Rijnlandsche Kaassmelterij. -Haarlem
merstraat 190, Leiden. Fabricatie van
korstlooze en andere kaas. Door uittreding
van den vennoot W. van Dam, is de ven
nootschap onder firma ontbonden. Het be
drijf wordt voortgezet door den vennoot
C. L. van Dam, als eenig eigenaar, onder
den ouden naam.
Firma Gebrs. Vis. Aardam C. 201, Ter
Aar. Molenaarsbedrijf, graan- en meelhan-
del. Bovengenoemde zaak is met ingang
1 Jan. 1941 omgezet in een vennootschap
onder firma, onder den naam: firma
Gebr. Vis. (Beperkende Bepalingen). Ven-
nooten: W. A. A. Vis en A. H. W. Vis, Ter
Aar.
De luitenant-kolonel H. D. Buurman,
oud-commandant van het 4de regiment in
fanterie alhier, is bij beschikking van den
secretaris-generaal van het Departement
van Justitie, benoemd tot militair lid van
de Haagsche Rechtbank.
De heer S. den Blaauwen alhier,
slaagde te 's-Gravenhage voor het examen
technisch ambtenaar bij den Rijkswater
staat.
RADIOREDE VAN DEN HEER
H. C. VAN MAASDIJK.
In verband met de opening van de Ne
derlandsche Kunsttentoonstelling te Keu
len heeft gisteravond de heer H. C. van
Maasdijk als voorzitter van de Neder-
landsch-Duitsche Kuituurgemeenschap een
radiorede gehouden, waaraan het volgende
is ontleend:
Nog geen vol jaar na de tragische vijf
oorlogsdagen in ons land, terwijl de gewel
dige worsteling in Europa tusschen twee
wereldbeschouwingen nog aan den gang is,
worden er in Keulen werken van heden-
daagsche Nederlandsche schilders en beeld
houwers tentoongesteld, geven Nederland
sche musici concerten, houden .vooraan
staande Nederlandsche functionarissen en
geleerden te Keulen toespraken en voor
drachten.
Zoo is het mogelijk, dat het Duitsche pu
bliek er kennis van krijgt, wat er op kultu-
reel gebied heden ten dage in ons land ge
presteerd wordt, ziet het Duitsche volk, dat
men in ons land aan de toekomst denkt en
kan het hooren, hoe Nederlanders, die hun
sporen op het terrein der wetenschap en
der publieke voorlichting verdiend hebben,
de positie van ons land zien, zich bewust
zijn van de taak, die ons volk in het voor
onze oogen groeiende nieuwe Europa heeft.
Het is mogelijk, het is zelfs waarschijn
lijk, dat slechts een klein deel van ons volk
beseft, hoe belangrijk het feit van deze
eerste Nederlandsche Kunsttentoonstelling
in Duitschland na den lOden Mei 1940 voor
ons land is. Wij zijn er zoo langzamerhand
aan gewend, dat een overgroot gedeelte
van ons volk zich van het gebeuren onzer
dagen, voorzoover het de maatregelen van
binnenlandsch bestuur en de verhouding
tot Duitschland betreft, innerlijk afwendt
en zich hier bitter weinig van aantrekt.
Goddank voor ons volk, is er tenminste
een belangrijk aantal flinke en heldere
mannen bereid gevonden, om de noodzake
lijk geworden hervormingen op alle gebied
door te voeren en de consequenties uit de
veranderde verhoudingen te trekken.
Men kan onmogelijk ten opzichte van
Duitschland den indruk laten bestaan, dat
de lethargische of afwijzende meerderheid
van de Nederlanders van dit oogenblik, die
het liefst niets zouden willen ondernemen
en die verlangt naar een terugzetten van de
onverbiddelijke klok van de geschiedenis,
het Nederlandsche volk van de 20ste eeuw
maatstaf vertegenwoordigt. Ten opzichte
van het Duitsche volk moet op dit wellicht
moeilijkste oogenblik in de geschiedenis
van het Nederlandsche volk, een minder
heid zonder voorbehoud, de bereidwilligheid
verkondigen en aan deze bereidwilligheid
practlsche uitwerking verleenen, om in dit
nieuwe Europa een actieve rol mede te wil
len spelen. Dat wil zeggen, een minderheid
die zich bewust is van het wezen van de
revolutie der 20ste eeuw, en van het feit dat
deze revolutie weliswaar niet in ons land ge
boren is, doch voor ons volk belangrijken in
houd in positieven zin heeft en voor de levens
omstandigheden van tallooze komende ge
neraties van Nederlanders van beslissenden
invloed zal zijn. Deze minderheid heeft den
plicht tegenover Duitschland de belangen
van het Nederlandsche volk te vertegen
woordigen.
Het is derhalve van het grootste belang,
dat men in Duitschland door middel van
de Nederlandsche Kunsttentoonstelling te
Keulen gelegenheid krijgt kennis te maken
met het hedendaagschë kultureele leven
in Nederland. Uitvoerig beschreef spreker
hierop Keulen als Nederduitsch kultureel-
en economisch middelpunt bij uitnemend
heid.
Deze Nederlandsche kunsttentoonstelling
heeft voor de toekomst van ons land
symbolische beteekenis.
In de achter ons liggende decennia is de
verbondenhéid van ons land met het Duit
sche achterland steeds losser geworden en
op den achtergrond gebracht. Men verloor
geleidelijk het innig contact met Duitsch
land en moende met een nauwe relatie met
het Westen, vooral met Engeland, het be
lang van het land het best te kunnen die
nen.
Men kan op den langen duur ons volk
slechts dan weer tot een positieve houding
ten opzichte van het gebeuren der 20ste
eeuw .voeren, indien met het doordrenkt
met bewustzijn voor de gemeenschappelijke
taak, die de volkeren van het vasteland
van Europa te vervullen hebben.
De gemeenschappelijke taak der Noord-
Europeesche volkeren heeft politeke, kultu
reele en economische aspecten, waarop spr.
nader inging.
Ons land is voorbestemd om poort te zijn
naar het Westen van een aaneengesloten
hooggekultiveerd continent.
Mogen vele Duitschers deze tentoonstel
ling bezoeken, aldus besloot spr., zoodat
velen bespeuren, dat ondanks de uitingen
van een voorloopig nog negatieve houding
van velen in het volk, waardevolle positieve
krachten aan het werk zijn om de relaties
tusschen de beide volkeren op nieuwe hech
te basis te grondvesten.
J. MENSINGA VERDRONKEN.
Figuur in de paardensportwereld.
Gisterochtend is uit het verbindingska
naal te Groningen opgehaald het lijk van
den 64-jarigen J. Mensinga, die ongeveer
vier weken geleden door de duisternis te
water is geraakt, toen hij van een vergade
ring op weg naar huis was. De heer Men-
singa was een bekende figuur in de paar-
1794
(Ingez. Med.)
densport. Hij was eigenaar van een paar zeer
goede concourspaarden. Zijn stal was ook
in Holland zeer bekend. Hij was de bezitter
van den bekenden Nederlandschen kampi
oen Nora Belmin en van Daria en veel
andere paarden.
LID EERSTE KAMER,
Archief L. D.
Wijlen de heer Moltmaker.
Op 59-jarigen leeftijd is te Utrecht over
leden de heer P, Moltmaker, lid van de
Eerste Kamer en voorzitter van de Neder
landsche vereeniging van spoor- en tram
wegpersoneel.
De overledene werd geboren te Arnhem
op 13 September 1882. Hij bezocht de la
gere school en kwam reeds jong in dienst
bij de staatsspoorwegen te Utrecht als ad
ministratieve kracht op het hoofdadmini
stratiegebouw. Hij sloot zich aan bij de so
ciaal-democratische arbeiderspartij en trad
toe tot de Nederlandsche vereeniging van
spoor- en tramwegpersoneel. Van deze ver
eeniging werd hij in Juli 1912 voorzitter.
In 1919 nam hij ontslag als ambtenaar in
dienst van de staatsspoorwegen om bezol
digd voorzitter der Nederlandsche vereeni
ging te worden. Als voorzitter kreeg de
heer Moltmaker zitting In den loonraad
der inmiddels gefusionneerde Nederland
sche spoorwegen, die in 1926 plaats maak
te voor den personeelsraad waarvan de heer
Moltmaker voorzitter werd en tot 1939
bleef.
In 1912 werd de heer Moltmaker tot lid
van den gemeenteraad van Utrecht geko
zen. Hij bleef dit tot begin 1924. Op 19 Sep
tember 1923 deed hij zijn intrede in de
Eerste Kamer.
Het Nederlandsch Verbond van Vakver-
eenigingen, in welks dagelijksch bestuur de
heer Moltmaker meer dan 25 jaar zitting
had, vertegenwoordigde hij in den hoogen
raad van arbeid. In 1931 bezocht hij na
mens het N.V.V. met twee andere bestuurs
leden Nederlandsch-Indië. Van de interna
tionale transportarbeiders federatie was de
heer Moltmaker meer dan 25 jaar be
stuurslid.
UIT EIGEN BEWEGING TERUG
GEKEERD.
Hedenochtend half negen is het zestal uit
den Haagschen dierentuin gevluchte man
telbavianen uit eigen beweging in den tuin
teruggekeerd trek in een stevig ontbijt zal
wel een voorname drijfveer zijn geweest
en over een door het personeel klaargelegde
plank over den ringvijver in den apenrots
binnengegaan, waar hun ochtendmaaltijd
op de meest aanlokkelijke wijze in deriacht
hokken was gereed gezet. Daarna werden
de deuren van de nachthokken tijdelijk ge
sloten en, nadat het personeel zijn taak had
verricht, de plank weggenomen. Intusschen
zijn maatregelen getroffen om een herha
ling van dergelijke ongeoorloofde uitstapjes
te voorkomen.
EEN COLLECTEBUS VOOR WINTERHULP
IN DE TROUWZAAL.
Het plaatselijk werkcomité van de stich
ting Winterhulp Nederland heeft het ini
tiatief genomen om in de trouwzaal van het
gemeentehuis te Mijdrecht een collectebus
te plaatsen. Jonggehuwden kunnen dus
voortaan terstond als man en vrouw hun
plicht ten gunste van hun behoeftige land-
genooten vervullen.
BRAND IN MEUBELFABRIEK TE ZWOLLE.
Geheel uitgebrand.
Gisteravond heeft te Zwolle een felle
brand gewoed in de meubelfabriek der firma
W. Jekef aan de Nieuwstraat 118 alhier.
Het vuur greep, door den brandbaren in
houd der fabriek zoo snel om zich heen,
dat het geheele uit drie verdiepingen be
staande pand, in minder' dan geen tijd in
lichterlaaie stond. Het is ondanks het
krachtig optreden van de brandweer geheel
uitgebrand. Kostbare machines gingen
daarbij verloren. Enkele belendende per-
ceelen kregen eveneens schade. Voor wat de
meubelfabriek der firma Jekel aangaat,
wordt de schade door verzekering gedekt.
2—1