De ineenstorting van
Zuid-Slavië
No. 24864
Is
er
nood in Nederland,
ja of neen?
82ste Jaargang
DONDERDAG 17 APRIL 1941
Gegevens uit de officieele rapporten der
Nederlandsche Regeering van vóór 10 Mei 1940
Nog slechts een guerilla-krijg
Denemarken en
de kwestie Groenland
Verspreide berichten
Verduisteren:
20.41 uur
6.37 uur
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum
5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht.
„Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling,
alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven
wordt 10 ets. berekend.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden2.47
per week 0.19
Franco per post ƒ2.47 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
Nu de W.H.N. het einde harer eerste zoo
bewogen werkperiode tegemoet ziet, wil zij
het Nederlandsche volk inlichten omtrent
de door haar opgedane ervaringen betref
fende den nood, die in Nederland wordt
geleden.
Boven deze mededeelingen is als titel ge
plaatst: „Is er nood in Nederland, ja of
neen?" Hierop geven de ervaringen van de
W.H.N. een duidelijk antwoord: Ja, er
heerscht een nood, die onduldbaar geacht
moet worden. De hier volgende gegevens
mogen dit antwoord verduidelijken.
Zou de W.H.N. haar eigen ervaringen
zonder meer mededeelen, dan zou een be
langrijk deel van het Nederlandsche pu
bliek argwaan koesteren, omdat het nu
eenmaal tot nu toe getoond heeft niet ten
volle van het goede doel van de W.H.N.
overtuigd te zijn geweest. Daarom veroor
loven wij ons onze ervaringen te toonen
door middel van de gegevens, gepubliceerd
in officieele rapporten van de Nederland
sche regeering van voor den lOden Mei
1940. Onze ervaringen liggen vaak ruimer,
in vele gevallen helaas ook dieper, maar
desondanks willen wij ons beperken tot het
onderstrepen van de bericht-en, die de Ne
derlandsche regeering zelf omtrent nood
toestanden in Nederland heeft gepubli
ceerd.
Wanneer wij allereerst eens overzien op
welk levenspeil de bevolking van Neder
land zich bevindt, dan krijgen wij een aar
dige voorstelling door de gegevens over de
inkomstenbelasting. De volgende cijfers, dit
zij nadrukkelijk vastgesteld, betreffen al
leen diegenen, die belasting betalen, dus
een inkomen hebben van f800 of meer. De
meesten dezer belastingbetalers onderhou
den uit ditzelfde inkomen een gezin, ter
wijl degenen met een inkomen van bene
den f.800, dus dit is een maandverdienste
van minder dan f. 68, hier niet onder val
len. Eveneens zijn hierin niet begrepen de
or-dersteunde werkloozen, die immers geen
belasting behoeven te betalen en andere
categorieën armlastigen. In dezelfde pe
rioden als waarover onderstaande inkom-
stencijfers gelden, nJ. van 1 Mei 1937 tot
30 April 1938, waren gemiddeld 362124 on
dersteunde werkloozen en bij werkverrui
mingen geplaatste werkloozen ingeschre
ven.
Inkomstenbelastingjaar 1 Mei 1938 tot 30
April 1939.
Inkomens vóór kinderaftrek.
47.18 pCt. of 643649 personen verdienen
van f.800 tot f.1400; 27.07 pCt. of 369295
personen verdienen van f. 1400 tot f. 2000,
d.i. te zamen 74.25 pCt. of 1.012944 perso
nen met minder dan f.2000; 13.46 pCt. of
183599 personen verdienen van f. 2000 tot
f.3000, dus 87.71 pCt. of 1.196543 personen
verdienen f3000 of minder.
Hieruit leeren wij, dat bijna de helft
aller belastingbetalers met de van hen af
hankelijke personen moeten leven van een
inkomen van tusschen de f. 800 en f.1400.
Ruim 27 pCt. aller belastingbetalers moe
ten met de van hen afhankelijke personen
leven van f. 1400 tot f. 2000. Wanneer men
deze beide groepen samenvoegt, ziet men,
dat 75 pCt. aller Nederlandsche belasting
betalers een inkomen van minder dan
f. 2000 hebben. Bijna 14 pCt. verdienen dan
nog eens van f. 2000 tot f. 3000, zoodat 88
pCt. minder dan f.3000 en ruim 12 pCt.
meer dan f. 3000 verdienen.
Met deze getallen voor oogen willen wij
nu de volgende gegevens nauwkeurig aan
schouwen. Een officieel onderzoek naar de
gezinsuitgaven van personen die minder
dan f. 1400 verdienen, toont aan, dat deze
gezinnen in doorsnee op de volgende wijze
hun gelden besteden:
Voeding f. 491
Huishuur f. 180
Woning f. 127
Kleeding en schoeisel f. 87
Belasting f. 16
Ontspanning f. 19
Ontwikkeling f. 16
Diversen f-187
De gemiddelde gezinsgrootte is 4.93, dus
bijna 5 personen. Van deze bedragen moe
ten dus 5 personen leven. Wanneer men
alleen het bedrag neemt, dat per gezinslid
aan voeding besteed wordt, dan is die
f. 99.50 per jaar en dus per dag f. 0.27 per
gezinslid. Het gemiddelde tekort per week
bij deze gezinnen is 54 ct.
In dezelfde perioden, waarin de onder
zoekingen plaats vonden, liggen de# kosten
van een minimum voeding per dag iets
daarboven, zoodat over een jaar gerekend,
gesproken moet worden van een voeding
die beneden het minimum ligt.
Wanneer men nu bedenkt, dat de werk
loozen in Nederland, voor zoover zij gezin
nen hebben, binnen deze zelfde inkomsten
klasse vallen en men de volgende uiteen
zetting uit een officieel rapport omtrent
den voedingstoestand van werklozengezin
nen leest, dan kan ieder de eenige juiste
en voor de" hand liggende conclusie trek
ken, namelijk, dat in de werkloozen-ge-
zinnen de toestand nog slechter is.
Over het door den minister van sociale
zaken in de Tweede-Kamervergadering van
5 Maart 1936 toegezegde onderzoek bij
werkloozen-gezinnen meldt het uitgebrach
te rapport:
700 werkloozen-gezinnen uit het geheele
land, in allerlei omstandigheden levende,
zijn onderzocht gedurende alle seizoenen.
De samenvatting der 700 gezinnen is zoo
danig, dat de onderzoekingscommissie den
minister kan verzekeren, dat zij den ge-
heelen stand onzer werkloozen vertegen
woordigen. De kostwinners dezer gezinnen
zijn nagenoeg geheel op steun of werkver
schaffing aangewezen en beschikken niet
over gezinsinkomsten. Zij moeten de laat
ste twee jaar werkloos zijn geweest en op
het oogenblik aaneengesloten voor tenmin
ste 6 maanden. De gezinnen staan als or
delijk en net bekend. De gemiddelde .groot
te der gezinnen bedraagt ten naastebij 6
personen, man, vrouw en 4 kinderen. Om
trent het budgetonderzoek komt men tot
de conclusie, dat de kosten van voeding
over het geheele ^id practisch gelijk zijn.
Voor de 9 steu?tarief-klassen wijzen de
budgetten, behalve voor de tweede klasse,
alle een nadeelig saldo aan, dat van de
tweede tot de negende klasse geleidelijk toe
neemt. Bovendien moet worden aangeno
men, dat een groot deel der ondersteunden
schulden bij leveranciers-hebben gema0 '-^
Vergelijkine der budgetten van werkloo
zen-gezinnen met die van werk.--.den (met
een inkomen-van f. 1400 of minder per jaar)
toont aan in welke mate het werkloozen-
gezin zich bezuinigingen oplegt: 6 pet. aan
huur, 7 pet. aan vuur en licht, 25 pet. aan
voeding, 47 pet. aan kleeding en wasch, 52
pot.' aan verzekeringen en 58 pet. aan ove
rige uitgaven. De uitgaven der werkloozen
beperken zich noodgedwongen tot die, welke
voor een minimaal levensonderhoud nood
zakelijk zijn. Verzekeringen (ziekenfondsen,
begrafenisfonds, etc.) nemen met de ver
mindering der steunnormen af. Dit kan
niet worden toegeschreven aan lagere ta
rieven voor verzekering en ook niet aan ge
zinsgrootte, doch aan de nijpender armoede,
die de gesteun den der lagere tarief klasse
kenmerkt: Noodgedwongen laten zij na ver
zekeringen af te sluiten of zelfs aan te hou
den, die toch wel van primair belang zijn
te achten.
Het gemiddelde nadeelige saldo bedraagt
voor alle klassen 58 ct; per week.
De budgettekorten loopen op tot 15,1 pet.
Kleinstj gemiddelde is 3,1 pet. bij gezinnen
-met 3 personen. Hoogste gemiddelde tekort
is 11,5 pet. bij gezinnen met 10 personen.
Er is dus mindere welvaart bij gezinnen
met veel kin-deren.
Op voeding bezuinigt men in de eerste
instantie op qualiteit en eerst in de tweede
instantie op quantiteit. Bezuiniging op klee
ding en wasch met: 47% is niet mogelijk zon
der de aanvulling van de kleerenkast te
verwaarloozen. Als een bekend feit mag
worden geacht, dat bij langdurige werk
loosheid een onvermijdelijk te kort aan
kleeding, schoeisel en dekking ontstaat. De
werkloozen zijn noodgedwongen beperkt tot
de uitgaven, die voor een minimaal levens
onderhoud noodzakelijk zijn. Aap de meer
normale kosten van levensonderhoud komt
de werklooze niet toe. Tijdens de werkloos
heid gaat huisraad en kleeding door niet-
aanvulling achteruit. Ook de inkomens be
neden f. 1400 der werkenden zijn onvoldoen
de, daar zij een gemiddeld tekort per week
van 54 ct. hebben.
Vergelijking van de budgetten met lage en
hooge voedingscijfers maakt het aanneme
lijk, dat hierbij ook begrippen van moraal
en fatsoen een rol spelen. De gezinnen met
lage voedingscijfers verkiezen veelal hon
gerlijden boven schulden maken, gezinnen
met hooge voedingcijfers maken veelal alles
ondergeschikt aan een ruime voeding.
Vergelijking van den budgetairen toe
stand van groote en kleine gezinnen doet
zien, dat de grootere gezinenn zich nog wel
de noodzakelijke voeding kunnen verschaf
fen en ook de meest noodzakelijke uitgaven
aan kleeding besteden op dezelfde wijze als
de kleinere gezinnen, maar_dat de eerstge-
noemden zich een verder gaande versobe
ring in alle andere uitgaven moeten ge
troosten en bovendien in grootere schuld
geraken.
De voedingsuitgaven t. o. v. het geheele
budget, bedragen ongeveer 40 pot. bij kleine
gezinnen en tot 60 pet. bij de groote gezin
nen, met een gemiddelde van 51,7 pet. voor
alle gezinnen te zamen. Dit zijn zeer hooge
percentages. Bij werkende arbeidersgezin
nen in Amsterdam bedraagt dit niet meer
dan 35 pet.
Al bestaat over het algemeen de moge
lijkheid, dat, dank zij de voor de werkloozen
gedistribueerde levensmiddelen, de voeding
der werkloozen voldoende is, toch is in 24 °/o
van de gezinnen de voeding krap of matig
te noemen (het overeenkomstige cijfer bij
de werkende bedraagt 6 pCt.) terwijl de
Ca-, Fe-, eiwit- en vitamina A-voorziening
bij resp. 31, 26, 20 en 10 pCt. van de gezin
nen beneden de door de commissie gestelde
normen blijft.
Ongunstige beïnvloeding van bestaande
tuberculose door lage welvaart is waarge
nomen.
Wat het platteland betreft, speciaal de
kleine boerenbedrijven, het volgende:
Duidelijk kan men vaststellen, dat men
behalve in de kleistreken in het Noorden
en Westen van ons land, op de zand- en
veengronden in Oost- en Zuid-Nederland
om en onder het minimum leeft.
De vrouw op het kleine boerenbedrijf
heeft een dubbele taak, in het bedrijf en
in het gezin. De geringe middelen voeren
ondanks hard werken en soberheid tot
schulden. De beschikbare woonruimte is
veelal te klein. Vloeren, drempels, raamko
zijnen, daken, maar ook muren toonen
ernstige gebreken en .zijn met onbewoon
baarheid in overeenstemming te brengen.
Ondervoeding werd bij kinderen uit groote
behoeftige gezinnen geconstateerd. Boven
dien kunnen door gebrek aan middelen
meestal geen voorzieningen worden getrof
fen tegen ziekte, overlijden, invaliditeit,
ouderdom en dergelijke gevallen.
Warm ondergoed ontbreekt vaak. Boven
dien is de slijtage groot. Zakjes voor ver
pakking van meel, rijst en kippenvoer wor
den vrij algemeen gebruikt voor het maken
van onderkleertjes. Bij de kinderen moet
vaak 's avonds de kleeding worden gewas-
schen, opdat zij den volgenden dag naar
school kunnen gaan. Vaak worden zij uit
kerk of school gehouden wegens te groote
slijtage van kleeding en schoeisel. Men ver
zuimt naar een zuigelingen-consultatiebu
reau te gaan, daar men zich schaamt voor
de kleertjes van.de baby. Afgedragen klee
ding wordt vaak als ondergoed gebruikt,
terwijl niet ieder kind steeds verschoond
kan worden. De toestand ten aanzien van
schoeisel is gelijk aan die van onderklee-
ding. De toestand der bedden is vaak aller-
bedroevenst. Bij gebrek aan behoorlijke
matrassen en dekens, slapen ouders en kin
deren vaak op stroo, bedekt met lompen en
met van oude zakken gemaakte dekens.
Ziedaar een beeld van den toestand hier
te lande, zooals die voor den tienden Mei
was, (A.N.P.)
Het D.N.B. ontleent aan een Reuterbericht:
De toestand in Zuid-Slavië is slecht.
Het gesloten verzet heeft opgehouden
en de krijgsverrichtingen hebben
den vorm van een guerilla aange
nomen. De toestand in Zuid-Slavië kan
niet meer al te optimistisch beoordeeld
worden. Er bestaat geen hecht aaneen
gesloten Zuid-Slavisch bevel meer.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn dat de
berichten over capitulatie van deelen
van het verslagen Servische leger met
het uur toenemen. Zes Servische divisies
werden door deelen van twee Duitsche
divisies „opgerold" en acht generaals,
vele officieren en 50.008 man krijgsge
vangen gemaakt.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht deelde gisteravond mede:
Het „tweede Zuid-Slavische leger te
Serajewo heeft gecapituleerd en de wa
pens neergelegd."
Bij de laatste gevechten tegen de resten
van het Servische leger heeft een Duitsche
legergroep 75 vliegtuigen, 45 stukken ge
schut, 30 mijnwerpers, 50 machinegeweren
en duizenden geweren buitgemaakt.
Dagelijks neemt de buit in omvang toe,
dien d<e Duitsche troepen in Servië binnen
halen. De vluchtende vijand heeft overal
langs de terugtochtswegen, onoverzienbare
hoeveelheden oorlogsmateriaal achtergela
ten. Pantserwagens, motorfietsen, auto's,
tractors, munitiewagens, met paarden be
spannen voertuigen zijn bij duizenden tege
lijk buitgemaakt. Op verscheidene plaatsen
zijn uitrustingsstukken van allerlei soort in
Duitsche handen gevallen b.v. uniformen,
geweren, infanterie- en artilleriemunitie.
Ook paarden en muildieren zijn buitge
maakt. Een aanzienlijk gedeelte van het
oorlogsmateriaal en de uitrustingsstukken
bevindt zich nog in goeden bruikbaren
staat.
Berlijn zegt voorts:
1 De militaire gebeurtenissen in Servië zijn-
in een stadium gekomen, waarin er van een
wapenstilstand geen sprake meer kan zijn,
daar het Servische leger als zoodanig vol
komen vernietigd is.
In de Wilhelmstrasse verklaarde men
voorts in antwoord op een vraag, waar de
afzonderlijke leden der regeering Simowitsj
zich bevinden, dat daarover noch te Berlijn
noch te Belgrado iets bekend is. In Berlijn
zijn berichten ontvangen, als zou Simo
witsj zich naar het buitenland begeven
hebben en door een anderen minister-pre
sident vervangen zijn. Ook over het ver
blijf van koning Peter weet men niets. Over
het lot van leden van de vroegere Zuidsla-
vische regeering is op het oogenblik te
Berlijn alleen bekend, dat de vroegere
minister-president Tswetkowitsj door een
vooraanstaande Duitsche militaire instan
tie is bevrijd en zich in veiligheid bevindt.
Het Giornale d'Italia meldt uit Boe
dapest, dat generaal Simowitsj, de
Zuid-Slavische minister-president, zich
op het oogenblik in Athene bevindt en
voornemens is naar Moskou door te
reizen.
„Dat is het einde van een politieke en
militaire oplichterij", schrijft de Berliner
Lokal Anzeiger. Het blad stelt de vraag,
wat de generaals in Belgrado eigenlijk heb
ben gedacht, toen zij zich in dit avontuur
stortten. Zij hadden geen duidelijk denk
beeld verklaart het blad, maar hebben
slechts de gevoelens van haat de overhand
doen krijgen. Bij hun va-ban que spel heb
ben zij in een week alles verloren. De ver
liezen aan Duitsche zijde zijn na dezen
bliksemoorlog volgens alle tot totver ont
vangen berichten zeer gering. Servië ech
ter heeft al zijn oorlogsmateriaal verloren
en zijn nederlaag is algemeen, een voor de
toekomst zeer noodlottige nederlaag.
De Berliner Boersenzeitung schrijft over
eeen „baisse, die gevolgd is op de illusionis
tische hausse in de Ver. Staten". Deze baisse
is ontstaan door het RussischJapansch
neutraliteitspact, door de gebeurtenissen
in Noord-Afrika en door de catastrophe
van de Balkanonderneming.
De Deutsche Allgemeine Zeitung wijst er
op, dat het aanschouwelijk onderricht, dat
de Duitsche weermacht sedert 10 dagen op
het nieuwe oorlogstooneel heeft gegeven,
den doorslag heeft gegeven. Engelands
laatste poging om onder het voorwendsel
van een militaire ondersteuning als poli
tieke factor aan den rand van het vaste
land op te treden, is mislukt, zoo schrijft
het blad, zoodat Churchill vandaag het
Grieksch-Servische avontuur precies zoo
vervloekt als een jaar geleden Chamber
lain het Noorsche.
De Voelkisöher Beobachter schrijft, dat in
Griekenland de Britten nu eindelijk tot
den strijd zijn gedwongen, toen zij reeds op
het punt stonden weggevoerd te worden.
Het blijft hun voorbehouden daarop een
legende van offervaardigheid en bondge-
nootschapstrouw op te bouwen, nadat
Duitschland hen tot dezen niet in het
voornemen gelegen hebbende deugd heb
ben moeten dwingen. (D.N.B.)
Omtrent de „overeenkomst" die de door
de Deensche regeering in tusschen terug
geroepen Deensche gezant von Kauffmann
in Washington met de Amerikaansche re
geering betreffende Groenland heeft ge
sloten, heeft het Deensche ministerie van
buitenlandsche zaken een verklaring gepu
bliceerd, waarin om. wordt gezegd: door
dat gezant von Kauffmann op eigen gele
genheid, zonder dat de Deensche koning of
de door hem benoemde wettige Deensche
regeering er bij hebben medegewerkt of er
ook maar iets van geweten hebben, een
overeenkomst heeft gesloten omtrent het
overnemen der verantwoordelijkheid voor
Groenlands' defensie door de regeering der
V. St., heeft hij misbruik gemaakt van den
naam van den Deenschen koning en de
Deensche regeering ernstige moeilijkheden
bereid. Hij heeft met zijn actie het oog
gehad op het vestigen van een toestand,
waaronder Groenland of deelen daarvarv,,
onder vreemde heerschappij komen en on
der bepaalde constellaties het uitgangs
punt zouden kunnen worden voor acties in
verband met oorlogsoperaties. Daardoor
heeft hij zich schuldig gemaakt niet alleen
aan een grof op zij zetten van zijn plichten
als ambtenaar, maar tevens aan een mis
daad jegens de zelfstandigheid en veilig
heid van den Deenschen staat. Bij konink
lijk besluit is gezant von Kauffmann der
halve ontslagen uit den buitenlandschen
dienst overeenkomstig de ambtenarenwet.
Tegelijkertijd heeft de Deensche regeering
stappen genomen, opdat een strafrechtelijk
onderzoek tegen hem zal worden ingesteld.
(D.N.B.)
VON PAPEN NAAR BERLIJN.
U. P. meldt uit Berlijn:
In buitenlandsche politieke kringen alhier
verluidt dat de Duitsche ambassadeur in
Turkije, von Papen, tegen het eind van deze
week in Berlijn zal aankomen, om verslag
uit te brengen over de laatste gebeurtenis
sen in Turkije.
DE RAVITAILLEERING VAN ENGELAND.
De pogingen van den Britschen minister
van landbouw om door het omploegen van
weidegrond de ravitailleering met produc
ten van eigen bodem te bevorderen, heb
ben, naar aan de Glasgow Herald kan wor
den ontleend, voor de Schotsche schapen
teelt fatale gevolgen gehad. De door den
minister van landbouw bevolen maatregelen
hadden er nl. geen acht op geslagen, dat
de reusachtige kudden schapen, die in den
zomer de Schotsche bergen bevolken, in het
algemeen overwinteren op vlak lar.d. »f ten
minste gevoed worden door de vlak „ewei
den, aangevuld met ander veevoer. Dit van
ouds gevestigde gebruik kon in den afge-
loopen winter door de autarkische politiek
van het Britsche ministerie van landbouw
niet uitgevoerd worden. Daardoor zijn dui
zenden schapen verloren gegaan. Soortge
lijke verliezen worden gemeld uit de berg
achtige deelen van Engeland en Wales. Met
het oog op den rampspoedigen toestand
eischen de farmers steun van de regeering,
die voor Engeland en Wales becijferd wordt
op 300.000 pond en voor Schotland op 350.000
pond. (D.N.B.)
HARRY HOPKINS CONTROLEERT
WAPENLEVERANTIES AAN ENGELAND.
De twee jaar geleden gevormde com
missie welke ten doel had, buitenlandsche
orders aan oorlogsmateriaal in overeen
stemming te brengen met het Amerikaan
sche bewapeningsprogram, wordt, volgens
een mededeeling van het Witte Huis, met
onmiddellijke inwerkingtreding ontbonden.
Naar de meening van president Roosevelt
en van het ministerie van financien is deze
commissie door de leen- en pachtwet over
bodig geworden, temeer daar de toewijzing
van oorlogsmateriaal thans niet meer ge
schiedt volgens technische overwegingen
der productie-capaciteit, doch volgens poli
tieke overwegingen. Met de controle op de
toewijzingen aan Groot-Brittannië, Grie
kenland, enz., is, naar thans officieel is be
kend gemaakt, Harry Hopkins belast.
Het departement van buitenlandsche za
ken zal de belangen behartigen van de bij
de leen- en pachtwet betrokken Spaansch-
Amerikaansche landen. (A.N.P.)
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam hedennacht
op te 2.11 uur en ging onder te
11.14 uur.
Dit Nummei bevat DRIE Bladen
Binnenland
Ir. Verwey over de Nederlandsche Arbeids
markt. (3e Blad).
Oud-minister Goseling is overleden. (Bin
nenland, 3e Blad).
Overleden is het lid der Eerste Kamer P.
Moltmaker. (Laatste Berichten, le BI.)
De stand der rijksmiddelen. (Binnenland,
3e Blad).
Juffrouw de Man vertelt over een uitster
vend vrouwelijk beroep. (3e Blad).
Nederlandsche schilderijen-tentoonstelling
te Keulen. (3e en le Blad).
Buitenland
Ineenstorting van Zuid-Slavië. Alleen nog
een guerilla-krijg. (le Blad).
De Duitsche opmarsch in Griekenland, (le
Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.