LEiscH nmm Het orgel in de St-Bavo gerestaureerd - Landüerbetering ih de Streek 82s?e Ja?wq Tw*mle Blad FEUILLETON Möorcl op fosteel Enïzberg door PETER PAUL BERTRAM. (33 „Het was mijn verdiende straf voor het verraad," zei Angela. „Ik ben toen een half jaar naar Engeland gegaan, om te verge ten. Toen Ik terugkwam, wachtte mij een verrassing. Beate en mijn vader waren niet gelukkig. Ik weet niet of Beate geweten of vermoed heeft, waarom ik haar gesteund had in haar plan, mijn vader, te trouwen, maar er stond iets tusschen ons. Ofschoon we eens de beste vriendinnen waren ge weest, was onze verhouding niet alleen be koeld, maar werkelijk slecht geworden. Het was een vreeselijke tijd. Steeds weer voelde ik, dat mijn egoïsme, mijn zelfzuch tige liefde voor Felix het leven van ons vieren bedorven had. En ik moest zwijgen. Dat was misschien wel het ergste. Ik deed wat ik kon om tenminste Beate en mijn vader te helpen en langzamerhand, geluk te het mij, de verhouding tusschen die bei den te verbeteren. Het scheen dat Beate Von Ghetaldi vergeten was. En mijn vader, die geen poging ongedaan had gelaten, om Beate gelukkig te maken, zag zich ten slotte toch dichter bij zijn doel." Angela zweeg uitgeput. Buschroitner wachtte. Hij toonde geen teekenen van ongeduld. „Toen geloofde ik dat het mij gelukt was, mijn schuld tenminste gedeeltelijk goed te makenEn plotseling kwam, geheel on verwacht, Felix hier. Van het eerste oogen- blik af wist ik, wat de gevolgen zouden zijn. Ik zag het toen ik ze gadesloeg, eerst bij de thee, later aan. het diner. Ik was ver schrikkelijk opgewonden. Ik ging direct na tafel naar mijn kamer en schreef, zooals mijn gewoonte was, in mijn dagboek. Toen probeerde ik te slapen, maar ik was te opge wonden. Toen stond ik op en ging naar de badkamer van mijn vader, waar de huls apotheek is, om een slaapmiddel te halen. En daar hoorde ik, hoe Beate tegen mijn vader zeide, dat zij hem verlaten wilde om Felix te trouwen. Ik hoorde de wanhoop in de stem van mijn vader. Hij zeide, dat hij niet zou toegeven, en dat hij met Felix zou afrekenen. Toen verloor ik mijn hoofd. Al les wat'ik tot nu toe aan liefde voor Felix gevoeld had verkeerde in haat. Hij had niet alleen mijn leven verwoest, maar wilde, nu ook het leven van mijn vader en Beate ver nielen. Ik was buiten mezelf. Ik rende de badkamer uit en toen, toen heb Ik Felix gedoodAngela legde schreiend haar hoofd in de kussens. Buschroitner wachtte, tot zij wat tot rust gekomen was. „Hoe laat was dat?" informeerde hij ten slotte. Angela keerde hem een betraand gezicht toe. „Ik weet het niet," zei ze. „Laat. Buschroitner knikte. En wanneer nam u het besluit, mijnheer Von Ghetaldi te dooden?" Angela dacht na. „In de badkamer." „En hoe wilde u de daad uitvoeren?" Angela keek den commissaris hulpeloos 'aan. „Hoe bedoelt u?." „Als iemand van plan is, een mensch te vermoorden, dan moet hij toch weten hoe hij het doen zal." „Ik weet het niet, ik was zoo opgewon den, ik liep de badkamer uit en had maar één idee: Felix te dooden, om te beletten dat hij Beate zouen in de gang zag lk de kris hangen, ik nam hem van den muur, opende de deur naar zijn kamers en toenWeer begon ze te huilen. „Wat droeg u dien avond?" Informeerde Buschroitner na een poosje. „Waarom? Een namiddagjurk." „Kan ik die zien?" „Ja." Verbaasd keek zij den commissaris aan. „Ze hangt daar." Ze wees op een oude kast, die tusschen de ramen stond. Buschroitner stond op en opende de deuren. „Die donkergroene jurk, de derde van links," zei Angela. Buschroitner nam voorzichtig de jurk uit de kast en bekeek haar bij het venster. „En toen u is gaan eten," vroeg hij -erder, „heeft u toen een taschje meegenomen? De dames hebben toch altijd een poederdoosje en eèn zakdoek en zoo noodig?" Angela knikte. „En dat taschje hebt u weer meegenomen naar uw kamer, niet?" „Ja". Angela was heel verbaasd over die vragen. „En heeft u die'tascji meegenomen naar de badkamer, toen u een slaapmiddel ging halen?" „Neen." „Beslist niet?" „Neen. Maar waarom?" Buschroitner antwoordde niet. Hij keek nog eens naar de jurk en wendde zich toen tot Angela. „Ik heb niet veel verstand van die dingen, maar hier in die jurk zitten toch geen zakken, waarin je iets kunt steken, wel?" „Neen." Buschroitner knikte en hing de jurk weer In de kast. Hij sloot de deuren en ging weer terug naar zijn stoel. „U heeft dus de kris van den muur ge nomen, is naar de kamers van mijnheer Von Ghetaldi gegaan en hebt hem gedood. Hebt u licht gemaakt?" „Neen." „Sliep hij?" „Ja." „Hoe kon u dat zien, als u geen licht ge maakt hebt?" Angela zweeg. Haar handen trilden ner veus. „De maa:: scheen door het raam." Buschroitner knikte. „Mijnheer Von Ghetaldi lag dus te slapen. Hoe lag hij?" „Koe bedoelt u dat?" „Nou, op zijn zij, of op zijn rug?" „Ikik weet het niet precies meer. Ik was zoo opgewonden „Hm. Misschien valt het u later in. Maar wat u me wel kunt zeggen: wat deed u, nadat ueh, de daad volbracht had? Vertelt u me dat eens precies." „Toentoen ben ik naar mijn kamer teruggegaan." Buschroitner zweeg. Langen tijd zat hij en keek naar de vrouw, die hem de beken tenis gedaan had. „En wanneer heeft u besloten mij den moord te bekennen?" „Toen ik hoorde, dat zoowel mijn vader als de chauffëur in verdenking stonden". „Hoe weet u dat van Wieninger?" „Emerenzia, ons keukenmeisje, is huilend bij me gekomen om het me te vertellen. Ze wil met den chauffeur trouwen en was wan hopig. En ik kon toch niet toelaten, dat een onschuldigeu begrijpt toch commis sarisen toen heb ik arsenicum genomen en toen ik de werking begon te voelen, ben ik naar u toegekomen Buschroitner schudde misprijzend het hoofd. „Geeft u het toch op, het heeft geen zin uzelf zoo te pijnigen. U hebt mijnheer Von Ghetaldi heelemaal niet vermoord." Angela schrok op. „Wel waar, ik heb hem gedood, ik heb hem vermoord!" „Neen, ik kan me wel voorstellen waarom u tot iederen prijs de schuld op u wilt nemen, maar van wat u mij verteld heeft is de helft niet waar. Het zijn leugens zoo groot als koeien." Angela keek hem ontzet aan. „Ziet u," ging Buschroitner voort, „als het waar was, zouden uw vingerafdrukken op het wapen moeten zitten." „Ik heb ze afgeveegd," riep Angela. „Waarmee?" „Met mijn zakdoek." „Waar had u die dan? Uw jurk heeft geen zakken, geen mouwen en geen ceintuur. En uw taschje heeft u in uw kamer laten liggen." „Ik heb den handdoek genomen", ant woordde Angela. „Ik was het vergeten, de opwinding „De handdoeken ln de badkamer waren alle ongebruikt." zei Buschroitner „Neen, het was een zakdoek van Felix." „Waar hebt u dien dan gevonden?" „Ikik... lk heb hem zien liggen." (Wordt vervolgd), i EEN ESKADER ITALÏAANSCHE BOMMENWERPERS OP EEN VLUCHT BOVEN HET KANAAL VAN SICILIË. (Holland) TEGEN ZEER BILLIJKE CONDITIES KUNNEN DE TUINDERS IN „DE STREEK" hun akkers laten verbeteren. De te hoog gelegen gronden, welke snel droog liggen, worden in werkverschaffing met ongeveer 1 meter ver laagd. De weggegraven aarde wordt weer gebruikt voor het dichten vari overtollige slooten. (Polygoon) HAARLÉMSCHE PAASCHKLANKEN. Het orgel in de oude Sint Bavokerk te Haarlem heeft een grondige restauratie ondergaan. Gedurende de Paaschdagen zal de bekende organist Georg Robert het orgel weer bespelen. In April van het jaar 1735 werd een begin gemaakt met den bouw van het orgel, dat een hoogte heeft van 20 meter en een breedte van negen meter en dat meer dan vierduizend pijpen bevat. (Polygoon) WEENEN TOONT EEN SMAAKVOL WANDELTOILET VOOR HET VOORJAAR gemaakt van groene jersey, met korte mouwen en met een interessante verwerking van het materiaal. (Holland) NIET ELK BRUIDSPAAR begeeft zich op zulk een origineele wijze in het huwelijksbootje als dit Amsterdamsche. Terwijl het bruidspaar plaats heeft genomen in een spider, volgen de getuigen in een ouderwetsche mailcoach. (Polygoon) *4 \f; GROOTE SCHOONMAAK IN DE ROTTER- DAMSCHE DIERGAARDE BLIJ-DORP. Om de bezoekers met Paschen waardig te kunnen Ontvangen, worden de olifanten eens 'flink pnder handen genomen. „Sonny" laat zich wasschen. (Polygoon) OPMARSCH IN DE WOESTIJN. In gloeiende hitte rijden de auto's door de zandzee. Zooals in Polen, in het Westen en op den Balkan, worden in Afrika manschappen en wagens op de proef gesteld. (Hoffmann)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5