mm Duitsche troepen in Afrika - Bouw van nieuwe onderzeehooten Tweede Biad Moord op Kasteel Entzberg 82sfe FEUILLETON door PETER PAUL BERTRAM. (29 „Heeft/U het al gehoord?" riepen ze als uit één fond. „De freule heeft zich van kant gemaakt. Zelfmoord gepleegd." Haaroogen glinsterden. „Zelfmoord?" riep Vahoda verbaasd. „Waarom? Zoo'n mooie jonge vrouw!"" „Misschien was ze niet zoo braaf als ze er uit ziet," zei Daisy Grabner boosaardig. „Als iemand jong en knap is, gelooven de mannen dadelijkmeende Melitta. „Ja, schijn bedriegt," zei Daisy en deed, alsof ze nog veel meer wist. „Maar dat kan toch niet," stotterde Va hoda hulpeloos. „Ze zal wel geweten hebben waarom," vond Melitta Grabner. „Ik kan het u wel vertellen," helderde Daisy op. „Ze heeft mijnheer Von Ghe- taldi vermoord." „Jaloersch was ze," riep Melitta Grabner. „Herinner je je nog, wat ik je direct dien eersten avond verteld heb?" viel haar zuster haar in de rede. „Hoe zenuwachtig ze was, toen ze om niets tegen dr. Muir uitbarstte?" „Nu weet ik ook, waarom de graaf niet ontkend heeft," riep Melitta uit. „Hij wilde zijn dochter beschermen." „Vermoord? De graaf niet ontkend?" Va hoda was uit de wolken gevallen. „Maar om hemelswil, wat beteekent dit alles?" „Maar weet u dat dan niet?" riepen de beide zusters uit. En elkaar telkens in de rede vallend vertelden zij den verbluften Vahoda, wat zij wisten. „En de freule heeft bekend? Is ze dood?" „Natuurlijk hééft ze bekend. Waarom zou ze zich anders van kant hebben willen maken?" zei Daisy Grabner. „Misschien is ze ook nog niet heelemaal dood," zei Melitta. „Dr. Muir is bij haar. Maar het zou £>eter zijn, als zij wel dood ging." Vahoda schudde het hoofd. Hij wist niet, wat hij zeggen en wat hij denken moest. Teleurgesteld renden de zusters weg, om iemand anders te vinden, wien zij haar wetenschap konden mededeeien. Vahoda begon weer om den vijver te loo- pen. Zijn hersens werkten koortsachtig. Zou dan zijn heele theorie verkeerd zijn? Had de gravin, toen zij hem opdracht gaf in lichtingen in Weenen in te winnen, van de schuld van de freule geweten? Had ze het gedaan om een onschuldige te belasten? Was dus Duschinsky toch niet de moorde naar? Vahoda was in de war. De nieuwe aspec ten, die zich voordeden, de vele omstandig heden, die hem tot dusver onbekend waren geweest, wierpen alles omver, wat hij ge combineerd had. - Als de freule werkelijk zelfmoord gepleegd had, waren al zijn met moeite opgebouwde theorieën verkeerd ge weest. Deze erkenning was bitter. Vahoda had geloofdja, hij had geloofd in plaats van te weten. Blijkbaar mocht je als detec tive niet gelooven. Wat had dé commissaris gezegd? „Dat zijn theorieën, maar wij heb ben feiten noodig." Zijn opvatting van den moord was een theorie geweest. De beken tenis en de zelfmoord van de freule waren feiten. Vahoda zuchtte bezorgd. Het was niet zoo eenvoudig, detective te spelen. Snelle schreden knerpten over het grint. Een bediende kwam hem melden, dat er telefoon voor hem uit Weenen was. Het detective-bureau, dacht Vahoda zuchtend. Het liefst had hij het gesprek laten loopen. Hij zou natuurlijk alleen maar gunstige be richten over Duschinsky hooren. Zijn theo rie was immers verkeerd. Terwijl hij snel op het kasteel toeliep, nam hij het besluit, de consequentie van zijn fout te trekken en de kosten zelf te dragen. „Ik heb de telefoon in de bibliotheek ge zet," zei de bediende. „De commissaris is er op het oogenblik niet." Vahoda ging naar de bibliotheek en nam de hoorn op. „Ja juffrouw, hier Josef Va hoda, verbindt u maar.'^ Hij wachtte. Na eenige minuten had hij aansluiting. „Hier detective-bureau „Lux"Mijn heer Vahoda persoonlijk? We hebben uw opdracht ontvangen en volgens opdracht met spoed uitgevoerd. Dank zij onze persoonlijke goede relaties ik ben inder tijd zelf beambte bij de criminale politie geweest konden wij in korten tijd onze inlichtingen verkrijgen. Dus de genoemde Duschinsky, Otto, fabrikant, bevindt zich in een zacht uitgedrukt, wanhopige situatie. Schulden, mijnheer Vahoda, niets dan schulden. Herhaalde malen is zijn faillisse ment aangevraagd. Een collega heeft me med-gedeeld maar u gelieve dat strikt vertrouwelijk te behandelen -r- dat de auto riteiten zich met den heer Duschinsky be zig houden. En de voornaamste schuld- eischer, een zekere Pflüger, die hem tot nu toe gespaard heeft, laat hem ook lós. Ik heb zelf met dien Pflüger gesproken ik moest heen en weer een taxi nemen, u zult dat op de onkostennota vinden, maar ik dacht, omdat u haast hadVahoda zuchtte zacht,„dus Pflüger heeft vernomen, dat Duschinsky in die moordzaak verwik keld is. Hij is al door de politie verhoord. En hij wil niets meer met hem te doen hebben. Hij heeft me verteld, dat Duschins ky met een rijke dame wilde trouwen, een zekere mevrouw Fechner. Ze moet veel geld hebben. En Pflüger heeft, het van het tot stand komen van dit huwelijk laten afhan gen, of hij tegen Duschinsky zou optreden of niet. Dat is eigenlijk alles. Mag ik vra gen, of u met Duschinsky in zakelijke be trekking staat, of is het een onderzoek naar een misdrijf? In dat geval zou ik u ook verder behulpzaam kunnen zijn. Mijn con dities zijn, zooals u zult merken uit de re kening, die ik tegelijk met het schriftelijke verslag afstuur, uiterst coulant." Vahoda knipperde even met de oogen. Toen mompelde hij haastig een paar woor den van dank, beloofde een spoedige ver rekening en belde af. Zijn theorie omtrent Duschinsky was dus juist geweest. Ondanks dat had de freule bekend en zelfmoord ge pleegd. Maar als zijn theorie juist was, waarom had ze dat dan 'gedaan? Weer be gonnen zijn hersens koortsachtig te wer ken. Als de vader gezwegen had om de dochter te sparen, kon dan de dochter niet, in de meening, dat haar*vader do moorde naar was, de schuld op zich genomen hebben? Zijn blik /iel op de voor hem liggende rapporten van de verhooren. En op dat oogenblik deed Vahoda iets, wat hij nog nooit gedaan had. Hij zocht het verhoor van Duschinsky er uit en begon te lezen. Toen hij klaar was, legde hij het rapport weer neer en verliet snel de bibliotheek. In de hall zaten verscheiden gasten, die op gedempten toon en met betrokken ge zichten over het gebeurde spraken. „Is het werkelijk waar?" wendde hij zich tot mevrouw Pribram. „Of wat waar is?" vroeg professor Pribram norsch. „Het is onverantwoordelijk, op welke wijze zekere hysterische praatjes maaksters, wier naam ik liever niet noemen zal, geruchten verspreiden, waaraan iedere grond ontbreekt. Het is een beleediging voor onzen gastheer." „Zeker" viel Vahoda hem bij. „Het is na tuurlijk een vergissing, maar wat is er pre cies gefceura?" „De fieule is plotseling ziek geworden en ze hebben dr. Muir geroepen. Dat heeft tenminste commissaris Buschroitner. ge zegd." Professor Pribram keek uitdagend om zich heen, of iemand het durfde wagen zijn woorden tegen te spreken. „De freule leeft dus nog?" informeerde Vahoda opgelucht. „Toen dr. Muir een paar minuten geleden even hier was, zei hij, dat de freule -buiten gevaar was," antwoordde mevrouw Pribram. „Gelukkig!" fluisterde Vahoda. „Het was zoo'n lief meisje. Neen, hoe zou men dat kunnen gelooven?" „Het is weerzinwekkend," zei Maxwell, „te gelooven dat de freule iets met den moord te maken zou hebben.'1 „Is het niet waar?" riep Vahoda geest driftig uit. (Wordt vervolgd). IN VERBAND MET EEN VLOTTEN VOORTGANG VAN DE RESTAURATIE der Hillegonda-kerk te Hillegers- berg, was bet noodig geworden, de godsdienstoefeningen in het eeuwenoude gebouw voor onbepaaldeh tijd stop te zetten. De kerkvoogdij heeft daarom een hulpkerk doen verrijzen op een terrein nabij het Zwarte Plasje, tegènover de Raadhuislaan, Het kerkje, dat plaats biedt aan ruim 400 personen, is ontworpen door den architect L. N. Krijgsman. Het aardige hulpkerkje, dat eerstdaags 11 \n gebruik genomen zal worden, 'Polygoon IN DE KASSEN VAN SCHELLINKHOUT STAAN DE PERZIKBOOMEN IN VOLLEN BLOEI. DE BLOESEM IS ZOO ZWAAR, DAT DE TAKKEN VASTGEBONDEN MOETEN WORDEN. (Polygoon) STEEDS NIEUWE ONDERZEEBOOTEN. DE VIER OPENINGEN IN DEN PERSKETEL VOOR DE TORPEDO-LANCEERBUIZEN. (Holland), VRIJDAG IS DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN DELFT GEÏNSTAL LEERD. De wethouder Brinkman (links) heeft den burgemeester, den heer F. W. van Vloten, da ambtsketen omgehangen. (Schimmelpenningh) NA DE LANDING IN AFRIKA. Duitsche gemotoriseerde colonnes in Afrikaan- sche straten. Tijdens een korte rust onder palmen smaakt de stevige maaltijd uitstekend. (Holland) VEEL VRAAG IS ER MOMENTEEL NAAR HET Z.G. „KIPPENGRIT", dit zijn fijne schelpen voor de kippenhokken, Hiervoor werden voorheen gemalen mosselschelpen gebruikt. Een der öchelpenvisschers in actie tijdens het verzamelen van dit nieuwe product. (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5