Burgemeesterswisseling in Leiden
Situatie in Zuid-Slavië
nog niet opgehelderd
No. 24851
Mr.
A. van de Sande Bakhuyzen
eervol ontslagen
82ste Jaargang
MAANDAG 31 MAART 1941
Mr R. N. de Ruyter van Steveninck
tot zijn opvolger benoemd
De nieuwe burgemeester
Anti-spil-stroomingen
aan het werk
Verduisteren:
20.10 uur
7.16 uur
EERSTE BLAD
Feiten van den day
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DEZER COURANT
32 ots. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum
5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht.
„Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling,
alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven
wordt 10 ets. berekend.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordelndsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden2.47
per weekƒ0.19
Franco per post 2.47 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland 0.80 per 3 mnd.)
Fofco-Achièf „L.D.'
Mr. R. N. de Ruyter van Steveninck.
Het rijkscommissariaat maakt bekend:
De rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft op grond van
par. 1 van zijn verordening nr. 3 1940 over de uitoefening van de regeerings-
bevoegdheid in Nederland, met ingang van 31 Maart 1941 den burgemeester van
de stad Leiden, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, eervol ontslag verleend met toe
kenning van pensioen.
Tot zijn opvolger heeft de rijkscommissaris met ingang van 14 April 1941,
majoor mr. R. N. de Ruyter van Steveninck, thans leider van de juridische af-
deeling in het afwikkelingsbureau van het departement van defensie benoemd.
In den tijd tot 15 April neemt de bevoegde wethouder de functie waar.
Rainoud Nazaire de Ruyter van Ste
veninck werd 11 Augustus 1894 te Tiel
geboren en is dus thans 46 jaar oud. Hij
werd op 28 Juli 1914 beëedigd als
tweede-luitenant bij het wapen der
artillerie na als nummer één van zijn
jaargenooten het eindexamen van de
Kon. Militaire Academie in Breda te
hebben afgelegd. Vier jaar later, op
precies denzelfden datum volgde zijn
benoeming tot eerste-luiteriant; op 20
November 1928 werd hij bevorderd tot
kapitein en op 16 December 1939 tot
den rang van majoor.
In militaire kringen staat hij bekend
als een bekwaam officier.
In het studiejaar 1927—'28 stond hij
ingeschreven als student in de rechten
aan de Leidsche Universiteit, waar hij
op 9 November van laatstgenoemd
jaar met gunstig gevolg het candidaats-
examen aflegde. Hij behaalde daarna
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht den
meesterstitel.
De heer De Ruyter van Steveninck
was van 1922 tot 1928 gedetacheerd als
waarnemer bij de Kon. Ned. Indische
Luchtmacht, welke functie hij verliet
als commandant van deh vliegdienst.
Zijn verdiensten als zoodanig vonden
hun erkenning in zijn benoeming tot
ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Als officier op tijdelijk non-actief leidde
hij in dienst van de Kon. Ned. Indische
Luchtvaartmaatschappij een kartee-
ringsexpeditie naar Nieuw-Guinea,
waarvoor hij werd onderscheiden door
de bevordering tot officier in de Orde
van Oranje-Nassau.
Gedurende den jongsten mobilisatie
tijd was hij geplaatst bij de Luchtvaart-
afdeeling. Bij het uitbreken van den
oorlog vroeg en verkreeg hij overplaat
sing naar hét veldleger, in welke hoe
danigheid hij als commandant eener
artillerie-afdeeling in de omgeving van
Schiedam den strijd meemaakte.
De nieuwe burgemeester behoort tot
een oud Zeeuwsch geslacht; hij is
gehuwd met Mej. van Bosse en is vader
van drie zoons van respectievelijk
twaalf, tien en één jaar.
Adriaan van de Sande Bakhuyzen werd
als zoon van den hoogleeraar in de sterre-
kunde en directeur van de Sterrewacht
hier ter stede geboren op 18 April 1874,
zoodat hij binnenkort zijn 67sten geboor
tedag hoopt te herdenken. Hij bezocht het
Gymnasium aan de Douzastraat en liet zich
op 27 September 1893 inschrijven als stu
dent in de rechten aan de Universiteit al
hier. Den 7den December 1900 promoveer
de hij tot doctor in de rechtswetenschap
pen op een proefschrift getiteld „Neder-
landsch Onderdaanschap."
Na eenigen tijd als volontair werkzaam
te zijn geweest aan het departement van
Buitenlandsche Zaken, koos hij de consu
laire loopbaan en werd in 1911 benoemd tot
vice-consul in algemeenen dienst. Daarna
werd hij consul te New-York, waar hij in
later jaren den -persoonlijken titel van
consul-generaal kreeg; in dezen laatsten
rang fungeerde hij ook in Singapore.
Eenige jaren later werd hij werkzaam ge
steld bij de Nederlandsch-Indische regee
ring en wel als tijdelijk hoofd van het
kantoor voor buitenlandsche aangelegen
heden, waarbij hij den titel ontving van
adviseur voor buitenlandsche handersaan-
gelegenheden. In 1916 werd hij op zijn ver
zoek als zoodanig eervol ontslagen. In het
vaderland teruggekeerd, werd hij benoemd
tot waarnemend-directeur van het Rijks
bureau voor de Scheepvaart in Nederland.
Verder was mr. van de Sande Bakhuyzen
o.m. secretaris-generaal van de te Den
Haag gehouden Russische conferentie, wel
ke een uitvloeisel was van de Internatio
nale Economische Conferentie te Genua.
Na een korten werkkring aan het Ministe
rie van Buitenlandsche Zaken werd hij be
noemd tot consulgeneraal, belast met de
functie van zaakgelastigde van Nederland
te Budapest.
Zijn benoeming tot burgemeester van
Leiden bij Kon. Besluit van 31 December
1926 als opvolger van nu wijlen jhr. mr. dr.
N. C. de Gijselaar riep hem-weer terug naar
den vadertandschën bodem. Den 15den Fe
bruari 1927 had de plechtige installatie
door den gemeenteraad plaats.
Bij die gelegenheid, sprak de heer van de
Sande Bakhuyzen over de moeilijkheid de
opvolger te worden van een bekwaam bur
gemeester als jhr. de Gijselaar was en hij
zeide dat er slechts één punt was waarop
hij zich met zijn voorganger durfde meten,
namelijk beider liefde voor stad en bur
gerij. Met niet dieper gevoelde, beproefde
liefde voor deze stad aldus mr. van de
Sande Bakuyzen, kon jhr. de Gijselaar hier
binnentreden dan ik kom aandragen als
Foto-archief ,:L.D."
Mr. A. van de Sande Bakhuyzen.
pand voor mijn gelofte. De liefde die ik voor
Leiden koester is niet die van iemand, die
zijn geboortestad nooit verliet; het is de
gehechtheid, beproefd door verblijf in tal
van andere steden, getoetst aan verkeer
met tal van andere volken. Met innige en
toenemende ontroering van het gemoed,
heb ik de gedachte naar het vaderland
terug te keëren, niet om te rusten, maar
daar nog te mogen werken, in mij laten
bezinken. Nederland te dienen in den
vreemde was mij een-eer, en waar ik voor
andere verleiding nu nog niet zou zijn be
zweken, kon ik daar waar het Leiden gold
aarzelen? Immers neen! Tussc-hen Donau
en Blocksberg, hoe schoon ook, en Bree-
straat, Rapenburg en Singels was de keuze
licht." Aldus sprak mr. van de Sande Bak
huyzen in zijn installatierede, nu reeds
weer veertien jaar geleden en hij gaf ver
der een uiteenzetting van wat hij voor Lei-
dens toekomstige ontwikkeling van het
grootste belang achtte: de Academie, de
Nijverheid en de Handel en het Verkeer.
En bij een volgende gelegenheid vroeg
burgemeester van de Sande Bakhuyten aan
de burgerij hem niet te willen beoordeelen
naar zijn woorden, maar naar zijn daden.
Zijn ambtsperiode heeft grootendeels ge
staan in het teoken van den noodlottigen
brand, welke op 12 Februari 1929 het stad
huis in vlammen deed opgaan en waarvan
de wederopbouw veel van zijn werkkracht
heeft gevraagd.
Zijn burgemeesterschap heeft zich ge
kenmerkt door een bijzonder groote ac
tiviteit op het gebied van de uitvoering
van openbare werken, waarbij tal van
uitermate moeilijke en Ingewikkelde pro
blemen tot een oplossing werden gebracht.
Wij noemen hier slechts de totstandkoming
van het gemeentelijk uitbreidingsplan, den
aanleg der centrale rioleering, het overne
men der aandeelen door de gemeente van
de N.V. Leidsche Duinwatermaatschappij,
waarop hij persoonlijk grooten invloed
heeft uitgeoefend, de reorganisatie van de
brandweer, de oprichting van het Radio-
distributiebedrijf, den bouw van de Groote
Havenbrug, de Rijnzichtbrug en de Schrij-
versbrug, de algeheele verbouwing van het
Slachthuis, den bouw van een nieuw Gym
nasium en de school in de Kernstraat, de
saneering van Paradijssteeg, Bouwelouwen-
steeg en omgeving Levendaal, de asfaltee
ring der Singels, den aanleg van het Wan
delpark, de Leidsche Hout, van welke
stichting hij het presidium bekleedde, de
demping van het Levendaal, de tallooze
maatregelen ter verbetering van de volks
huisvesting en zijn onvermoeid ijveren voor
een oplossing van het Overwegvraagstuk,
waarvan de uitvoering slechts door de
tijdsomstandigheden is vertraagd en zoo
vele andere zaken meer, die zijn onver
flauwde aandacht en volledige toegewijde
belangstelling hadden.
Waarlijk, de bewindsperiode van burge
meester van de Sande Bakhuyzen is bij
zonder rijk aan daden geweest en nu hij
zijn ambt neerlegt, past der burgerij een
woord van diepgevoelden dank voor het vele
v/at de scheidende burgemeester in het be
lang van de Sleutelstad en haar ingezete
nen heeft tot stand gebracht.
Moge voor onzen scheidenden burge
meester als ambteloos burger nog een reeks
van goede jaren temidden der zijnen zijn
weggelegd.
Nog is de situatie in Zuid-Slavië niet
geheel opgehelderd, maar zoowel te Ber
lijn als te Rome wint het inzicht veld, dat
de beweging in Zuid-Slavië meer dan van
van binnenlandschen aard is. Uit Berlijn
meldt het D.N.B. dan ook:
Zooals de toestand er op het oogenblik
uitziet is te constateeren, dat de anti-Duit-
sche strooming van de onder leiding van
chauvinistische Serviërs staande politieke
richting te Belgrado toeneemt. De gebeur
tenissen van Vrijdag evenals de nieuwe
voorvallen Duitsche en Italiaansche
reisbureaux zijn vernield en een Haken -
kruisvlag werd afgerukt, terwijl Engelsche
pamfletten werden verspreid, die Joodsche
winkeliers voor hun ramen hingen, alles
zonder dat van hoogerhand werd ingegre
pen hebben aangetoond, dat deze stroo
ming de betrekkingen tusschen Duitsch-
land en Zuid-Slavië wil bemoeilijken.
In hoever het hier gecontroleerde of on
gecontroleerde acties betreft, zoo werd in
de Wilhelmstrasse opgemerkt, onttrekt
zich aan de Duitsche beoordeeling. Zeker
is, dat de binnenlandsche politieke vraag
stukken zich met de buitenlandsche ver
strengelen. Er kan geen tijfel meer aan
bestaan, dat thans te Belgrado krachten
aan het werk zijn, die ernaar streven, de
betrekkingen tot Duitschland en Italië on
danks de toetreding van Zuid-Slavië tot
het drie-mogendhedenpact te verstoren en
slechter te maken. In politieke kringen
blijft men eveneens gereserveerd ten aan
zien van de vraag, of de toestand als ern
stig beschouwd moet worden. Het kardi
nale punt is. zoo verklaart men in deze
kringen, of het te Belgrado voorbijgaande
stuiptrekkingen van een door politieke
vraagstukken rijkelijk gecompliceerde situ
atie betreft, dus tijdelijke uitingen van het
gepeupel, of uitdrukking van een politiek
richtsnoer.
Duitschland laat zich echter zijn politiek
niet door het gepeupel voorschrijven. Ter
gelegenheid van de toetreding van Zuid-
Slavië tot het drie-mogendhedenpact heeft
Duitschland zijn sympathieën voor dezen
staat tot uiting gebracht en de toetreding
als factor der stabilisatie van Zuidoost-
Europa beschouwd. Indien thans bepaalde
krachten in Zuid-Slavië gelooven zich te
gen een dergelijke ontwikkeling te moeten
verzetten moeten zij uitsluitend de ver
antwoordelijkheid daarvoor dragen.
Als deze krachten gelooven met de
grootmoedigheid en de kracht van het
Duitsche rijk te kunnen spelen hebben
ze zich vergist. Duitschland is niet
voornemens, zoo besloot men in de
Wilhelmstrasse de uiteenzettingen, zich
door betaalde agenten te laten uitda
gen en beschimpen.
NIEUW DUITSCH PROTEST.
Von Heeren, de Duitsche gezant te Bel
grado, heeft, naar men in politieke krin
gen te Berlijn verneemt, opnieuw Nintsjitsj
den Zuid-Slavischen minister van buiten
landsche zaken, ontmoet om te protestee
ren. Men gelooft in deze kringen, dat het
protest in verband staat met de gebeur
tenissen van Vrijdag ter gelegenheid van
de godsdienstplechtigheid in 'de kathedraal
van Belgrado waar, zooals is gemeld, de
Duitsche gezant werd beschimpt.
Op de vraag, of bij deze gelegenheid tus
schen den Zuidslavischen minister van
buitenlandsche zaken en den Duitschen
gezant ook politieke kwesties zijn bespro
ken, antwoordde men in de Wilhelmstrasse
dat de politieke toestand aan Duitschland
geen aanleiding geeft om op het oogenblik
politieke vraagstukken te behandelen. In
dien de Zuidslavische regeering van mee
ning is, zoo verklaarde men van Duitsche
zijde verder, dat er een wijziging in haar
houding is gekomen dan is het haar taak
hiervan de Duitsche regeering mededeeling
te doen.
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op te
9.01 uur en gaat onder te 23,58 uur
DUITSCHERS EN ITALIANEN
VERTROKKEN.
De kolonie Rijksduitschers te Belgrado,
ten getale van 1100 personen, is gister
avond om 21 uur plaatselijken tijd met
het stoomschip „Uranus" via den Do
nau naar Duitschland vertrokken.
Het vertrek geschiedde met bewonde
renswaardige kalmte en discipline.
De in Kroatië wonende Rijksduitschers
hebben eveneens advies gekregen het land
te verlaten. De Kroatische autoriteiten heb
ben hierover haar grooten spijt betuigd en
helpen de Duitsche Instanties zooveel mo
gelijk bij de organisatie van het vervoer.
De regeering van het Banaat heeft zich
met het Banaat-bestuur te Laibach in ver
binding gesteld en de toezegging gekregen,
dat de speciale treinen aan de grens zoo
snel mogelijk behandeld zullen worden. De
eerste speciale trein is gisteren om 20.00
uur met ongeveer 800 Rijksduitschers ver
trokken; de tweede om één uur 's nachts.
Volgens de laatste te Rome ontvangen
berichten, beginnen ook de Italiaan
sche staatsburgers en de Italiaansche
journalisten Joegoslavië te verlaten.
Dit Nummei bevat DRIE Bidden
Binnenland
De boer en de voedselvoorziening. (3e Blad)
Verhooging van de winstbelasting te wach
ten. (Binnenland, 3e Blad).
Buitenland
De situatie in Zuid-Slavië nog niet opge
helderd. (Ie Blad).
Matsoeoka op weg naar Rome. (Ie Blad).
Wat er op de gevechtsterreinen geschied
de. (Ie Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.