Ons Kort Verhaal
Heeft
iemand?
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 22 Maart 1941
De leer der vrijmetselarij
Opgravingen te Middelburg
leveren resultaten op
Internationale samenwerking
AANVRAAG
BILJET
its/timittekn
Brandalarm
Gemengd Nieuws
kermiste koopman
vermoord
Hooqe vischprijzen bij
kleine aanvoeren
ONDER LEIDING VAN DR. BRAAT
UIT LEIDEN.
De opgravingen vanwege het rijksmu
seum van oudheden te Leiden onder lei
ding van den conservator van dit museum
dr. W. C. Braat, te Middelburg onderno
men, hebben thans tastbare resultaten op
geleverd. Steunend op historisch-topogra-
fische studiën van Dommisse, later op een
breedere historische basis gesteld door
prof. Huizinga, meende dr. Braat de oor
spronkelijke burcht, die de kern en de
oorsprong van het oude Middelburg is ge
weest, omstreeks het midden van de 9e
eeuw te moeten dateeren. Immers, Huizin
ga had reeds op den volkomen analogen
aanleg van de burchten Middelburg en
Souburg gewezen en bij een onderzoek,
twee (jaar geleden door dr. Braat te Sou
burg ingesteld, voerden de schervenvond-
sten met volkomen zekerheid tot deze da
teering. Door de verwoesting van een
groot gedeelte van de kern der oude stad
Middelburg was thans een unieke gelegen
heid geboden om een wetenschappelijk on
derzoek met de spade in te stellen. Toch
was dr. Braat in den aanvang niet erg
optimistisch ten aanzien van het te ver
wachten resultaat. De bodem der stad is
vrijwel overal tot op groote diepte door-
woeld door den bouw van kelders en fun
deeringen, die dateeren van de vroege
middeleeuwen tot op onzen tijd. Een
strook, waar men hoopte nog de minste
storingen aan te zullen treffen, werd ge
vonden, rechthoekig op de Noordstraat te
genover den zijgevel van het stadhuis. Hier
werd een lange en diepe geul gegraven.
Evenwel, ook daar bleken middeleeuwsche
muurfundamenten nog tot bijna vier meter
diepte in den grond te zitten. Toch mocht
het gelukken in de diepte nog een profiel
te vinden van het onderste gedeelte van
den wal en van de gracht. De wal, opge
worpen van zand, met een kleilaag er te
genover aan de grachtzijde, en de ingra
ving van de gracht, gevuld met veen en
zwarten moddergrond, teekenden zich
duidelijk in de wanden van de sleuf af.
Achter de voormalige huizen aan de
Noordstraat werd de andere oever van de
gracht op dezelfde wijze gevonden. Dit
bevestigt de theorie van Dommisse, ge
baseerd op de grens tusschen de oorspron
kelijke parochies, dat de gracht geloopen
zou hebben langs de achterzijde van de
huizen aan de Lange ï)elft en de Noord
straat. Inderdaad, de gracht was niet
minder dan ongeveer 42 meter breed en
besloeg de geheele terreinstrook tusschen
den wal (die den cirkel vormde, waarvan
in de straat, die nog altijd den naam „De
Wal" draagt, nog een stukje bewaard is
gebleven) en de achterzijde van de huizen
aan de St. Pieterstraat, Langedelts, Noord
straat en Wagenaarstraat. Onder een huis,
dat heeft gestaan op den hoek van De
Wal en de Kapoenstraat en waarvan de
kelder toevallig niet diep lag, werd nog
een stukje van het oorspronkelijke Karo-
lingsche niveau aangetroffen, een woon-
vlak, waarin resten van huttenleem, een
afvalplek met mosselschelpen en, als wel
kome dateering, eeh scherf van een 9e
eeuwsche reliefbandamfora en enkele
scherven van vroeg, zoogenaamd Pings-
dorfer, aardewerk werden gevonden.
Het opgravingswerk zal nog gedurende
de volgende week worden voortgezet.
VAN KLEFFENS EN WELTER TE
BATAVIA VERWACHT.
Domei meldt uit Bata^fa: Van Klef fens,
de Nederlandsche minister van buiten-
landsche zaken, wordt 1 April uit Londen
te. Batavia verwacht, waarheen hij de reis
via de Ver. Staten gemaakt heeft in ge
zelschap van den minister van koloniën,
Weiter.
Omtrent dit aanstaande bezoek der mi
nisters heeft Ritman, chef van den voor
lichtingsdienst, bij herhaling verzekerd
dat het geen politieke beteekenis heeft en
dient ter verbetering van het contact tus
schen de Nederlandsche regeering te Lon
den en de autoriteiten te Batavia. Ritman
beweerde, dat dit bezoek een gunstigen
invloed zou hebben op den voortgang dei-
economische onderhandelingen tusschen
Japan en Nederlandsch-Indië, daar de
aanwezigheid van den minister van bui-
tenlandsche zaken een beslissing in di
plomatieke aangelegenheden zou verge
makkelijken. Ritman voegde hieraan toe,
dat de ministers Singapore of Sydney niet
zouden bezoeken.
BEGRAFENIS GEP. LUIT.-GENERAAL
J. W. P. VAN HOOGSTRATEN.
Op de begraafplaats „Moscowa" te Arn
hem is gistermiddag de begrafenis ge
schied van den gep. luitenant-generaal der
artillerie J. W. P. van Hoogstraten, die
dezer dagen op 80-jarigen leeftijd te Den
Haag is overleden.
Vele oud-officieren bewezen den over
ledene de laatste eer, o,m. de luitenant
kolonel E. C. de Haan, oud-commandant
van het voormalige korps rijdende artil
lerie, waarvan de overledene verscheidene
jaren deel heeft uitgemaakt, de gep. kolo
nel R. H. A. van de Wall Bake, eveneens
oud-commandant van het K.R.A., alsmede
de gep. luitenant-kolonels P. H. Schoute
en R. D. Storm Buyysing. Voorts waren
aanwezig mr. D. F. W. .Scheidius, griffier
bij het gerechtshof te Arnhem, jhr. H. v.
Reigersberg Versluys en W. F. F. baron
van Pallandt van Rosendaeh
Vele kransen en bloemstukken werden
op het graf neergelegd. Aan de groeve
werd het woord gevoerd door dr. L. D. Ter-
laak Poot, Ned. Kerv. predikant te 's-Gra-
venhage, die tot slot het Onze Vader bad.
Een kieinzoon dankte namens de fami
lie voor de belangstelling.
n.
(Van een A.NP.-verslaggever).
Hebben we in ons vorig artikel een be
knopt overzicht gegeven van de geschie
denis van de vrijmetselarij, thans willen
we iets schrijven over de leer- en doelstel
lingen van dezen bond. Hierbij springt on
middellijk het internationale karakter in
het oog. Wij moeten evenwel in groote trek
ken twee stroomingen onderscheiden en
wel de Romaansche en de Germaansche
richting. Deze zijn een gevolg van den
volksaard. De meer impulsieve aard van
den Zuiderling maakte, dat de vrijmetse
larij in deze landen meer direct in de po
litiek ingreep, terwijl in het Noorden de
vrijmetselarij zich uiterlijk verre hield van
de politiek en zich bepaalde tot het laten
doorwerken van haar geest. Het einddoel
van beide stroomingen is evenwel hetzelf
de en dit doel is de wereldheerschappij.
Op het eerste gezicht lijkt dit wel overdre
ven en iedere vrijmetselaar zal het ook
oogenblikkelijk ontkennen, doch het blijkt
duidelijk uit de in beslag genomen archie
ven. Teneinde dit te verwezenlijken wil de
vrijmetselarij alle verschillen van ras, volk
en godsdienst uit den weg ruimen en zij
keert zich dan ook tegen alles wat dient
om de volksche krachten in stand te hou
den en verder te ontwikkelen. Zoo werd bij
de opening van het wereldcongres der vrij
metselaren te Belgrado o.a. verklaard:
Het begrip vaderland is verouderd
en moet door het begrip wereldvader
land vervangen worden, dat door een
orgaan als de volkenbond geregeerd zal
worden. De volkenbond bestaat heden
bijna uitsluitend uit broeders, dus vrij
metselaars, die begrijpen, dat het na
tionalisme een standpunt is, dat uit
den tijd is.
Zoo goed als de vrijmetselarij de grenzen
van volken en staten over de geheele wereld
uit den weg wil ruimen, zoo wil zij ook de
grenzen van den godsdienst vervangen en
een soort eenheidsgodsdienst invoeren, zon
der vast omlijnde geloofsleer. De vrijmet
selarij is niet abheistisch. Toen in 1877 het
Fransche groot-Oosten besloot de erken
ning van den opperbouwheer des heelals uit
de statuten te schrappen, verbraken de
overige maconnieke grootmachten onmid
dellijk de betrekkingen. Het Godsbegrip van
de vrijmetselarij is pantheïstisch. Men
noemt God den opperbouwheer des heelals
om in de metselaars-terminologie te blij-
larij is en een noodzakelijke voorwaarde
om haar einddoel te bereiken.
hetgeen juist de wensch van de vrijmetse-
OVERAL INVLOED DER
VRIJMETSELAARS.
Er is geen internationale organisatie,
waar de vrijmetselarij dan ook niet op een
of andere wijze haar invloed uitoefende.
Of dit nu de Rotary-clubs, de Odd Fellows,
of de Internationale orde „Le droit hu-
main" was, overal vinden we in het be
stuur vrijmetselaars terug. Ook de vrij
metselarij zelf is internationaal georgani
seerd, d.w.z. in naam is iedere grootlogeof
groot-Oosten autonoom, doch de opperra-
den, welke aan het hoofd staan van ieder
groot-Oosten, onderhielden nauwe betrek
kingen. Zij wisselden van gedachten over
arbeidsleuzen en ritueel en gaven elkander
inlichtingen over alle mogelijke onderwer
pen. Hiertoe hielden zij regelmatig kon ven
ten, waarop alle hooggegradueerde broe
ders uit alle landen der wereld bijeen kwa
men. De groot-Oosten werden ook voort
durend op de hoogte gehouden van den
polieken levensloop van de broeders. Wan
neer bijv. in den een of anderen staat een
broeder werd benoemd op een politieken
post dan werd dit onmiddellijk aan de ove
rige groot-Oosten doorgegeven, die dan op
him beurt weer zorgden, dat het onder de
overige broeders bekend werden eerstbedoel-
den broeder in de pers een goede ontvangst
werd bereid, ook al had men eerder niets
van hem gehoord.
Bovendien bestond nog de in 1901 op
gerichte Association Maconnique Inter
nationale (Ami) en de Internationale
Liga van Vrijmetselaren, welke laat
ste sedert 1939 haar centrallen zetel te Am
sterdam had. Deze liga was onderverdeeld
in verschillende vakgroepen, zooals een
vakgroep voor menschenrechten, een vak
groep voor opvoeders, voor juristen, voor
artsen, voor kunstenaars, voor esperantis
ten en bovenal een vakgroep voor journa
listen. Door middel van een persdienst wer
den de vakgroepen over de geheele wereld
op de hoogte gehouden van alle ideologi
sche en beroeps vraagstukken, waardoor het
mogelijk was, dat in alle landen een ge
lijke houding werd aangenomen ten aanzien
van actueele vraagstukken. Iedereen be
grijpt, dat vooral de vakgroep voor jour
nalisten hierin een belangrijke rol speelde.
DE JODEN EN DE VRIJMETSELARIJ.
metselarij naar een soort vaag, pantheïs
tisch Godsgeloof.
In wezen is dus de vrijmetselarij, zoowél
op politiek, als op godsdienstig gebied re-
volutionnair. Zij kant zich tegen elke krach
tige leiding, zoowel in een volk als in een
geloofsleer. Een logisch gevolg hiervan is,
dat de vrijmetselarij iedere internationale
beweging ondersteunt. Hierdoor toch wordt
iedere gemeenschapszin in een volk gedood waarvan alleen zij, die uit twee voljoodsche
Een bijzondere positie in de vrijmetselarij
nemen de Joden in. Reeds in het geschied
kundig overzicht is tot uiting gekomen, dat
de Joden in de voorgéschiedenis een groote
rol hebben gespeeld 'én him stempel heb
ben gedrukt op de ceremoniën. Terwijl in
de vrijmetselarij geen onderscheid wordt
gemaakt naar ras en volk werd toch in
1843 te New York een zuiver Joodsche vrij
metselaarsorde gesticht de „B'nai b'rith",
ouders stammen, lid kunnen worden. Over
■het doel van deze orde zegt de „B'nai r'ith'
zelf: „Wij hebben ons ten doel gesteld, de
Israëlieten zoodanig te verbinden, dat de
ontwikkeling der hoogste belangen van het
Jodendom zoo spoedig mogelijk en overal
verwezenlijkt kunnen worden". In 1873 be
stond deze organisatie uit 200 loges met
25.000 leden en in 1911 uit 414 loges met
40.000 leden. In Nederland bestonden twee
B'nai b'rith-loges en wel te Amsterdam en
's-Gravenhage met te zamen 193 leden. Deze
loge kent geen graden volgens welke zij hun
opdrachten moeten uitvoeren. Anderen weer
zijn lid van de Odd Fellows, dé Rotarians,
de Foresters, het Comité van Waakzaam
heid, de Hulp aan Spanje, het Algemeen
Joodsch Vluchtelingen Comité en vele an
dere bonden, vereenigingen en comité's,
welke alle op internationaal en anti-volksch
gebied werkzaam zijn. Op deze wijze slaag
de men er in zijn invloed uit te oefenen
zonder dat direct merkbaar was van welke
zijde deze afkomstig was. Men is er in ge
slaagd de openbare meening te stuwen in
■n richting, welke voor ons volk funest is
geworden. Een enkel feit willen we nog
vermelden als typeerend voor het anti-
volksche in de vrijmetselarij. In 1939 stelde
het groot-Oosten van Nederland ruim 10.000
gulden beschikbaar voor Joodsche emigran
ten uit Duitschland, terwijl voor behoef
tige landgenooten in dat jaar een bedrag
van f.400.op de begrooting werd ge
plaatst, doch niet uitgegeven Commentaar
is hier verder overbodig.
Ook aan de overzijde van den Oceaan,
in de Vereenigde Staten, is de macht van
de B'nai b'rith zeer groot. De minister van
financiën Morgenthau, is lid van deze loge,
evenals de beide secretarissen van den
minister van binnenlandsche zaken, Ickes.
Deze secretarissen zijn Normann Meyer
en Felix Kohn. Ook de bekende senator
Pittmann is B'nai b'rith-broeder. Boven
dien zijn president Roosevelt en de minis
ter van buitënlandsche zaken Cordell Huil
vrijmetselaar. Roosevelt bekleedt zelfs de
32ste graad.
De waardeering voor Roosevelt heeft de
B'nai b'rith duidelijk getoond. In het Octo
bernummer van 1933 van het B'nai b'rith
magazine werd op de frontpagina het por
tret van den president gepubliceerd 'met
een eervolle vermelding, terwijl hem in 1936
de medaille werd verleend, welke eens per
jaar wordt uitgeloofd voor hem, die zich in
het af geloopen jaar het meest verdienste
lijk heeft gemaakt voor de Joodsche zaak.
PROVETA
Ondergeteekiesncte
wonende
te
verzoekt zonder eenige verplichting
zijnerzijds ingelicht te worden over
de Propaganda en Verzekering voor
Ta/ndverzorging.
Verzoeke beleefd dit biljet te wil
len Invullen, uitknippen en op te
sturen in een enveloppe, waarop
adres:
PROVETA, Turfmarkt te Leiden.
7572 (Ingez. Med.)
last van verstopping, slechte
spijsvertering, overmatige vet-
vormlng of de schadelijke gevol
gen er van: aambeien, onzuiver
bloed en vale onreine huid,
dan zuivere men bloed en inge
wanden met
Dr. Schfeffer's
Stofwisselingszout
Oe betrouwbare en aangename
werking hler.van is een weldaad
voor het geheele organisme,
Flacon f.1.05. Oubbele flacon f 1.75
bij apothekers en vakdroglsteru
693
(Ingez. Med.)
„De Ramblers".
Donderdag a.s. zal het populaire dansor-
kest ,,De Ramblers" in de Stadsgehoorzaal
onder leding van hun bekenden leider Theo
Uden Masman een groote uitvoering geven.
Het zal talrijke „Schlagers" ten gehoore
brengen, terwijl de swing-accordeonist
Johnny Meyer zijn medewerking zal ver-
leenen.
H. J. BEFO.
Hoog in ae Fransche Alpen lag het hotel
Excelsior: oen klein wereldje, waarin be
schaafde ovè:daad zich broederlijk mengde
met beschaafd vermaak en beschaafde ver
veling.
De bewoner van kamer 120, een zekere
dr. Cartridge (door zijn vrienden „Cary"
genoemd), aanschouwde het leven in het
luxe-hotel Excelsior met een half-geamu-
seerden, half-spottenden blik. Dr. Cartridge
was vrijgezel, nu al v.ijf-en-dertig jaren
lang. In zijn steeds groeiende praktijk van
geacht, gevreesd en bemind zenuwspecialist
was hij zoo vaak in contact gekomen met
het Ewig Weibliche, dat de huwelijksche
staat voor hem weinig aantrekkingskracht
meer had. Bovendien nam zijn werk hem
geheel in beslag. En dan, de verantwoor
delijkheid Enfin, dr. Cartridge verborg
zich achter een wolk van uitvluchten
waarachter een kleine waarheid verscholen
lag.
Hij had een enkele maal een praatje ge
maakt met een der vele charmante ski-
sport-jongedames; zelfs had hij zoo nu en
dan een dans gewaagd met een of ander
onweerstaanbaar exemplaar. Zie je wel, zoo
luidde onveranderlijk zijn conclusie, als hij
zich na afloop van een Excelsior-feest ter
ruste begaf, zie je wel, ze zijn óf onbedui-
dend-zonder meer, óf onbeduidend onder
een geheimzinnig sausje van namaak we
reldwijsheid. Daarna sliep hij bedaard in.
Toen begonnen de moeilijkheden. Op den
zevenden mofgen van zijn vacantie hoog in
de Fransche Alpen liep dr. Cartridge wel
gemoed de machtige kronkelingen van de
hoteltrap af. Om hem heen heerschte die
pe rust. Neuriënd zakte hij omlaag. Neu
riënd stapte iets anders omhoog. Een meis
je. Zeer eenvoudig gekleed, zeer eenvoudig
gekapt, zeer recht van houding, met een
gewoon, lief, eerlijk gezichtje, waarin twee
heldergrijze oogen hem in het voorbijgaan
met een nuchteren blik aankeken. Een bij
zonder en aanlokkelijk geheel, vond Cary
Cartridge. Ze keek niet om, zelfs niet toen
ze boven aan de trap gekomen was en hij,
de bekende arts, onderaan de trap een
rechts-omkeert maakte en op een tweeden
nu gewiïd-toevalligen, blik bleef wachten.
iDt verraste hem zeldzakm. Ze keek
niet om!
Hij zag haar dien morgen niet weer, doch
wel dacht hij zoo nu en dan aan haar hel
dergrijze oogen. Wie was ze? Wat deed ze
hier? Laat in den middag verscheen ze even
het restaurant van het hotel en wisselde
enkele woorden met den chef-kellner. Dr.
Cartridge spitste zijn ooren. Tevergeefs. De
kellner knikte en zei iets dat „Oui, miss
Eva" leek, maar het kon even goed den
naam van een nieuwe cocktail zijn geweest.
De avond duurde lang, vond de vijf-en-
dertig jarige vrijgezel en hij keek grimmig
naar de eeuwig charmante jongedames en
haar onuitroeibare glimlachjes.
Was het wonder, dat de bewoner van
kamer 120 den volgenden ochtend nieuws
gierig speurend de trap afliep, daarbij aan
dachtig neuriënd? Neen, dat was geen won
der! Maar dat op hetzelfde oogenblik een
meispe met twee heldergrijze oogen even
eens neuriënd de trap begon op te loopen,
dat was een wonder! (Tenminste, zoo oor
deelde de man).
Ze naderden elkaar. Zijn mondhoeken wer
den ongehoorzaam. Hij lacht aardig, dacht
ze, terwijl ook haar lippen een bijzonderen
vorm kregen. Ze is anders dan de anderen,
dacht de man in het voorbijgaan. Ze is
flink, ze stelt zich niet aan, ze isin één
woord: ze is lief.
Na het ontbijt maakte hij een lange wan
deling, waarbij hij zich gedroeg als een
jongeling van vijf-en-twintig lentes.
Dien avond deed een nieuw dansorkest
zijn intrede in het Excelsior hotel. De dan
cing was eivol. Cary Cartridge had een
plaatsje gevonden achter een dikken pilaar
De muziek was uitstekend, de thee was
heerlijk en hij was eenzaam. Hij zat reeds
twee uren te wachten (waarom eigenlijk,
en op wie?) toen ze de zaal binnenstapte.
Naast haar liep een oudachtig heer met
dun haar. Ze legde haar hand even op zijn
arm. Ze spraken met elkaar. Dr. Cartridge
voelde iets naars in zijn keel en slikte
krachtig om den denkbeeldigen aardappel
weg te krijgen. Ze gingen zitten. De kellner
vloog op hen toe. De leider van het orkest
boog eerbiedig. De verstokte vrijgezel ver
loor zich in gissingen. Ten slotte stond hij
op en liep naar den uitgang. Hun blikken
kruisten elkaar. Het meisje kreeg een kleur
en keek een anderen kant uit. Bij zijn ka
merdeur gekomen stond Cary Cartridge
plotseling stil. „Kijk." sprak hij tot zich
zelf, „ze is lief en dat maakt het geval
moeilijk. Over een week ga ik weg en wat
is nu een week.... *I\ja," hij zuchtte, „en
intusschen ben ik mij ervan bewust me
gelukkiger te voelen dan ik ooit gedaan
heb." Hij moest nog lang op den slaap
wachten.
Twee dagen voor zijn vertrek deed hij
een ontdekking. Ze heette Eva, en de grijze
heer was niet haar echtgenoot, noch haar
vader, noch haar oom, noch iets anders
verontrustends. Hij stak zijn handen diep
in de zakken van zijn duffel en sprak tegen
de hemelhooge bergen: „Er moet iets ge
beuren! Nu of nooit!"
Er gebeurde iets.
Midden in den nacht wrong de neus van
den portier zich plotseling in vreemde
kronkels. Hij stapte de groote hall in en
keek om zich heen. Een vreemde lucht.
Branderig. De man zag niets, doch liep
naar de lift. Men kon nooit weten. Hij
schoof de deur open en werd bleek van
schrik. Een dunne blauwe rooksluier zweef
de hem tegemoet, terwijl een verstikkende
hitte hem in het gezicht woei.
Brand!
Met één sprong was hij bij het alarmap
paraat. Een gillende sirene krijschte door
het luxe-hotel Excelsior, minuten lang.
Overal werden deuren opengerukt, klonken
verschrikte stemmen en holden voeten over
de gangen. Ook dr. Cartridge was uit bed
gesprongen. Snel trok hij een kamerjas
aan, schoot in zijn pantoffels en,Eva.
Waar is ze? Stel je voor, dat.. Weg
rende hij. Een instinct dreef hem naar de
volgende verdieping. De rook vormde hier
reeds een dik grijs gordijn. „Eva!" riep hij,
„Eva!" Geen antwoord. Al de gasten wa
ren naar de lager gelegen étages gevlucht.
Als een verlaten straat strekte de gang
zich voor hem uit. Toch moest ze hier zijn,
in een van deze kamers; hij voelde het. Het
signaal gilde snerpend.
„Eva!" Hij werd wanhopig. „Eva!"
Plotseling hoorde hij aan het einde van
de gang een bonzend geluid. Iemand sloeg
tegen een deur. Hij snelde te hulp.
„Wie is daar?" riep hij.
„De deur is vastgeklemd door de hitte,"
sprak een stem aan den anderen kant. De
kamer grensde aan den lifkoker.
„Wacht, ik zal duwen." Hij drukte met
zijn volle gewicht tegen de deur. Geen be
weging. Iemand hoestte achter de deur
Toen nam Cary Cartridge een korten,
krachtigen aanloop en met luid gekraak
brak het houtwerk -in stukken. „Kruip
naar buiten," riep hij hijgend.
Een meisje wrong zich door de nauwe
opening. Eva. Even keek ze hem aan, e'ven
glimjachte ze. Het volgend moment moest
hij haar opvangen. De spanning was te
groot geweest. Hij nam haar in zijn armen
en stapte vastbéraden naar de trap. „Zoo
is het goed," zei hij hardop.
Twaalf uren later (de brand was spoedig
gebluscht, persoonlijke ongelukken vielen
niet te betreuren) diende de privé-secre-
taresse van den hoteldirecteur haar ontslag
in. Haar naam luidde Eva Gardner. De
grijze heer wenschte haar en dr. Cartridge
veel geluk, zeer veel geluk.
Toen ze arm in arm het luxe-hotel Ex
celsior verlieten vroeg Eva met een bijzon
dere tinteling in haar oogen: „Cary, was ik
érg zwaar?"
„Neen m'n engel," antwoordde de jon
geling Cartridge. „Ik zou je met plezier
naar het station dragen."
„Met plezier?"
„Met plezier."
Op deze ietwat ongewone wijze begon een
idylle, welke zou voortbloeien tot in lengte
der dagen.
(Nadruk verboden)
(Auteursrecht voorbehouden)
LIJK IN EEN SLOOT GEVONDEN.
De politiedienst van de bureaux Admi
raal de Ruyterweg en Pieter Aertszstraat
te Amsterdam, houdt zich bezig met de
mysterieuze verdwijning van een zaken
man, wiens lijk gistermorgen in een sloot
aan den Haarlemmerweg, bij den Uitweg,
is gevonden, aldus meldt de Tel.
Donderdagavond zou de man een bood
schap hebben gekregen, om even naar zijn
zaak te komen. Aan dit verzoek voldeed de
man.
Toen hij dien avond laat niet terugkeer
de en de familie ook den volgenden nadht
niets meer van hem hoorde, deed men aan
gifte bij de politie.
Omstreeks half tien gisterochtend werd
het lijk van den vermiste aan den Haar
lemmerweg gevonden. Daar de politie ver
moedt, dat het slachtoffer is vermoord, is
het lijk in beslag genomen. Terstond is
een uitgebreid onderzoek ingesteld. Voor-
loopig tast men nog volkomen in het
duister.
Nader verneemt de Tel. dat bij het on
derzoek is gebleken, dat het slachtoffer twee
schotwonden in de borst heeft, zoodat men
met vrij groote zekerheid kon aannemen,
dat de man door de daders uit zijn huis
is gelokt en vervolgens vermoord.
REDDING PER TELEFOON.
Een zeer zeldzaam geval: een redding
per telefoon is gisteren te Hilversum be
kend geworden.
De heer Van V. Jr. te Hilversum, wiens
ouders sinds eenigen tijd in een buiten
huisje te Stroe op de Veluwe wonen, belde
eergisteravond van Hilversum naar Stroe.
Zijn vader kwam aan de telefoon, maar
was niet zoo opgewekt en belangstellend
als gewoonlijk. Op de vraag, wat er aan
haperde, antwoordde hij„Ik weet het niet
jongen, ik voel me niet goed en je moeder
ook niet, die ligt al op den grond". Toen
werd het gesprek verbroken.
De heer V. Jr., die hierover ongerust was,
beide onmiddellijk dringend een arts op
in Voorthuizen, dat eenige kilometers van
Stroe verwijderd ligt en op dit alarm be
gaf de arts zich snel met zijn wagen naar
de woning te Stroe, waar hij den heer en
mevrouw V. bewusteloos aantrof. Het echt
paar was door kolendamp bedwelmd. De
slachtoffers maken het, dank zij het snel
ingrijpen, weer goed.
DE PUF WEER IN DE VEILING.
(Van onzen deskundigen medewerker).
De kustvisscherij was de afgeloopen week van
niet veel beteekenis. Enkele dagen moesten de
schepen binnen blijven; Vrijdag was het weer tè
ongunstig om uit te varen. De vangsten op de
kust blijven bijzonder schraal; het weer zal wat
zachter moeten worden, alvorens wat meer
visch dicht onder de kust te verwachten is.
Door verschillende omstandigheden kon een
gedeelte van de vloot, die aan de nachtvis-
scherij deelneemt niet uitvaren. Daar de grooto
wijtingvangsten afgeloopen zijn. zijn de vang
sten van de schepen beduidend minder dan in
de voorgaande weken.
Tengevolge van de kleine aanvoeren, wa
ren de vischprijzen bijzonder hoog. De vraag
was zéér groot en het was zeer goed merk
baar, dat er weer wat minder vleesch was.
Wijting bracht op naar grootte van f.27 tot
f.47; schar van f.20 tot f.49; groote schol van
f.67 tot f.84; kleine schol van f.13 tot f.50,
alles per kist van 50 KG. De tongprijzen zijn
weer sterk omhoog geloopen in vergelijking met
de voorgaande week. Tong bracht op van f.2
tot f. 3.50 per kilo; tarbot van f.4 tot f. 4.50;
griet van f. 1 tot f2 per kilo. Kabeljauw van
f. 13 tot f. 15 per stuk voor groote exemplaren.
Sinds Vrijdag mag de puf ook weer in de vei
ling gezet worden. Bij de groote aanvoeren van
de laatste weken mocht de aller kleinste schar
en schol niet meer in de veiling verkocht wor
den en moest deze voor eendenvoer of aan de
vischmeelfabrieken worden afgeleverd. Nu er
echter weer gebrek aan visch is, mogen deze
soorten ook weer in de veiling gezet worden.
Van IJmuiden zijn nog enkele stoomtreilers
In gereedheid gebracht en naar de visscherij
vertrokken. Daar er voorloopig nog kolen ge
noeg te verkrijgen zijn, hebben deze schepen een
belangrijke voorsprong op de motorloggers, dio
met het hun toegewezen kwantum stook- en
smeerolie moeten woekeren.
Sinds enkele dagen is gebakken visch ook op
den bon. Restaurants en vischwinkels moeten
bij het verkoopen van gebakken visch een boter-
of vetkaart vragen.
Consignatievisch uit het buitenland werd de
afgeloopen week In het geheel niet aangevoerd.
Het IJsselmeer levert ook niet veel op; snoek
baars wordt er weinig gevangen, de prijs hier
van is sinds de vorige week verdubbeld.
2—3