Ons Kort Verhaal Heeft iemand? LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 22 Maart 1941 De leer der vrijmetselarij Opgravingen te Middelburg leveren resultaten op Internationale samenwerking AANVRAAG BILJET its/timittekn Brandalarm Gemengd Nieuws kermiste koopman vermoord Hooqe vischprijzen bij kleine aanvoeren ONDER LEIDING VAN DR. BRAAT UIT LEIDEN. De opgravingen vanwege het rijksmu seum van oudheden te Leiden onder lei ding van den conservator van dit museum dr. W. C. Braat, te Middelburg onderno men, hebben thans tastbare resultaten op geleverd. Steunend op historisch-topogra- fische studiën van Dommisse, later op een breedere historische basis gesteld door prof. Huizinga, meende dr. Braat de oor spronkelijke burcht, die de kern en de oorsprong van het oude Middelburg is ge weest, omstreeks het midden van de 9e eeuw te moeten dateeren. Immers, Huizin ga had reeds op den volkomen analogen aanleg van de burchten Middelburg en Souburg gewezen en bij een onderzoek, twee (jaar geleden door dr. Braat te Sou burg ingesteld, voerden de schervenvond- sten met volkomen zekerheid tot deze da teering. Door de verwoesting van een groot gedeelte van de kern der oude stad Middelburg was thans een unieke gelegen heid geboden om een wetenschappelijk on derzoek met de spade in te stellen. Toch was dr. Braat in den aanvang niet erg optimistisch ten aanzien van het te ver wachten resultaat. De bodem der stad is vrijwel overal tot op groote diepte door- woeld door den bouw van kelders en fun deeringen, die dateeren van de vroege middeleeuwen tot op onzen tijd. Een strook, waar men hoopte nog de minste storingen aan te zullen treffen, werd ge vonden, rechthoekig op de Noordstraat te genover den zijgevel van het stadhuis. Hier werd een lange en diepe geul gegraven. Evenwel, ook daar bleken middeleeuwsche muurfundamenten nog tot bijna vier meter diepte in den grond te zitten. Toch mocht het gelukken in de diepte nog een profiel te vinden van het onderste gedeelte van den wal en van de gracht. De wal, opge worpen van zand, met een kleilaag er te genover aan de grachtzijde, en de ingra ving van de gracht, gevuld met veen en zwarten moddergrond, teekenden zich duidelijk in de wanden van de sleuf af. Achter de voormalige huizen aan de Noordstraat werd de andere oever van de gracht op dezelfde wijze gevonden. Dit bevestigt de theorie van Dommisse, ge baseerd op de grens tusschen de oorspron kelijke parochies, dat de gracht geloopen zou hebben langs de achterzijde van de huizen aan de Lange ï)elft en de Noord straat. Inderdaad, de gracht was niet minder dan ongeveer 42 meter breed en besloeg de geheele terreinstrook tusschen den wal (die den cirkel vormde, waarvan in de straat, die nog altijd den naam „De Wal" draagt, nog een stukje bewaard is gebleven) en de achterzijde van de huizen aan de St. Pieterstraat, Langedelts, Noord straat en Wagenaarstraat. Onder een huis, dat heeft gestaan op den hoek van De Wal en de Kapoenstraat en waarvan de kelder toevallig niet diep lag, werd nog een stukje van het oorspronkelijke Karo- lingsche niveau aangetroffen, een woon- vlak, waarin resten van huttenleem, een afvalplek met mosselschelpen en, als wel kome dateering, eeh scherf van een 9e eeuwsche reliefbandamfora en enkele scherven van vroeg, zoogenaamd Pings- dorfer, aardewerk werden gevonden. Het opgravingswerk zal nog gedurende de volgende week worden voortgezet. VAN KLEFFENS EN WELTER TE BATAVIA VERWACHT. Domei meldt uit Bata^fa: Van Klef fens, de Nederlandsche minister van buiten- landsche zaken, wordt 1 April uit Londen te. Batavia verwacht, waarheen hij de reis via de Ver. Staten gemaakt heeft in ge zelschap van den minister van koloniën, Weiter. Omtrent dit aanstaande bezoek der mi nisters heeft Ritman, chef van den voor lichtingsdienst, bij herhaling verzekerd dat het geen politieke beteekenis heeft en dient ter verbetering van het contact tus schen de Nederlandsche regeering te Lon den en de autoriteiten te Batavia. Ritman beweerde, dat dit bezoek een gunstigen invloed zou hebben op den voortgang dei- economische onderhandelingen tusschen Japan en Nederlandsch-Indië, daar de aanwezigheid van den minister van bui- tenlandsche zaken een beslissing in di plomatieke aangelegenheden zou verge makkelijken. Ritman voegde hieraan toe, dat de ministers Singapore of Sydney niet zouden bezoeken. BEGRAFENIS GEP. LUIT.-GENERAAL J. W. P. VAN HOOGSTRATEN. Op de begraafplaats „Moscowa" te Arn hem is gistermiddag de begrafenis ge schied van den gep. luitenant-generaal der artillerie J. W. P. van Hoogstraten, die dezer dagen op 80-jarigen leeftijd te Den Haag is overleden. Vele oud-officieren bewezen den over ledene de laatste eer, o,m. de luitenant kolonel E. C. de Haan, oud-commandant van het voormalige korps rijdende artil lerie, waarvan de overledene verscheidene jaren deel heeft uitgemaakt, de gep. kolo nel R. H. A. van de Wall Bake, eveneens oud-commandant van het K.R.A., alsmede de gep. luitenant-kolonels P. H. Schoute en R. D. Storm Buyysing. Voorts waren aanwezig mr. D. F. W. .Scheidius, griffier bij het gerechtshof te Arnhem, jhr. H. v. Reigersberg Versluys en W. F. F. baron van Pallandt van Rosendaeh Vele kransen en bloemstukken werden op het graf neergelegd. Aan de groeve werd het woord gevoerd door dr. L. D. Ter- laak Poot, Ned. Kerv. predikant te 's-Gra- venhage, die tot slot het Onze Vader bad. Een kieinzoon dankte namens de fami lie voor de belangstelling. n. (Van een A.NP.-verslaggever). Hebben we in ons vorig artikel een be knopt overzicht gegeven van de geschie denis van de vrijmetselarij, thans willen we iets schrijven over de leer- en doelstel lingen van dezen bond. Hierbij springt on middellijk het internationale karakter in het oog. Wij moeten evenwel in groote trek ken twee stroomingen onderscheiden en wel de Romaansche en de Germaansche richting. Deze zijn een gevolg van den volksaard. De meer impulsieve aard van den Zuiderling maakte, dat de vrijmetse larij in deze landen meer direct in de po litiek ingreep, terwijl in het Noorden de vrijmetselarij zich uiterlijk verre hield van de politiek en zich bepaalde tot het laten doorwerken van haar geest. Het einddoel van beide stroomingen is evenwel hetzelf de en dit doel is de wereldheerschappij. Op het eerste gezicht lijkt dit wel overdre ven en iedere vrijmetselaar zal het ook oogenblikkelijk ontkennen, doch het blijkt duidelijk uit de in beslag genomen archie ven. Teneinde dit te verwezenlijken wil de vrijmetselarij alle verschillen van ras, volk en godsdienst uit den weg ruimen en zij keert zich dan ook tegen alles wat dient om de volksche krachten in stand te hou den en verder te ontwikkelen. Zoo werd bij de opening van het wereldcongres der vrij metselaren te Belgrado o.a. verklaard: Het begrip vaderland is verouderd en moet door het begrip wereldvader land vervangen worden, dat door een orgaan als de volkenbond geregeerd zal worden. De volkenbond bestaat heden bijna uitsluitend uit broeders, dus vrij metselaars, die begrijpen, dat het na tionalisme een standpunt is, dat uit den tijd is. Zoo goed als de vrijmetselarij de grenzen van volken en staten over de geheele wereld uit den weg wil ruimen, zoo wil zij ook de grenzen van den godsdienst vervangen en een soort eenheidsgodsdienst invoeren, zon der vast omlijnde geloofsleer. De vrijmet selarij is niet abheistisch. Toen in 1877 het Fransche groot-Oosten besloot de erken ning van den opperbouwheer des heelals uit de statuten te schrappen, verbraken de overige maconnieke grootmachten onmid dellijk de betrekkingen. Het Godsbegrip van de vrijmetselarij is pantheïstisch. Men noemt God den opperbouwheer des heelals om in de metselaars-terminologie te blij- larij is en een noodzakelijke voorwaarde om haar einddoel te bereiken. hetgeen juist de wensch van de vrijmetse- OVERAL INVLOED DER VRIJMETSELAARS. Er is geen internationale organisatie, waar de vrijmetselarij dan ook niet op een of andere wijze haar invloed uitoefende. Of dit nu de Rotary-clubs, de Odd Fellows, of de Internationale orde „Le droit hu- main" was, overal vinden we in het be stuur vrijmetselaars terug. Ook de vrij metselarij zelf is internationaal georgani seerd, d.w.z. in naam is iedere grootlogeof groot-Oosten autonoom, doch de opperra- den, welke aan het hoofd staan van ieder groot-Oosten, onderhielden nauwe betrek kingen. Zij wisselden van gedachten over arbeidsleuzen en ritueel en gaven elkander inlichtingen over alle mogelijke onderwer pen. Hiertoe hielden zij regelmatig kon ven ten, waarop alle hooggegradueerde broe ders uit alle landen der wereld bijeen kwa men. De groot-Oosten werden ook voort durend op de hoogte gehouden van den polieken levensloop van de broeders. Wan neer bijv. in den een of anderen staat een broeder werd benoemd op een politieken post dan werd dit onmiddellijk aan de ove rige groot-Oosten doorgegeven, die dan op him beurt weer zorgden, dat het onder de overige broeders bekend werden eerstbedoel- den broeder in de pers een goede ontvangst werd bereid, ook al had men eerder niets van hem gehoord. Bovendien bestond nog de in 1901 op gerichte Association Maconnique Inter nationale (Ami) en de Internationale Liga van Vrijmetselaren, welke laat ste sedert 1939 haar centrallen zetel te Am sterdam had. Deze liga was onderverdeeld in verschillende vakgroepen, zooals een vakgroep voor menschenrechten, een vak groep voor opvoeders, voor juristen, voor artsen, voor kunstenaars, voor esperantis ten en bovenal een vakgroep voor journa listen. Door middel van een persdienst wer den de vakgroepen over de geheele wereld op de hoogte gehouden van alle ideologi sche en beroeps vraagstukken, waardoor het mogelijk was, dat in alle landen een ge lijke houding werd aangenomen ten aanzien van actueele vraagstukken. Iedereen be grijpt, dat vooral de vakgroep voor jour nalisten hierin een belangrijke rol speelde. DE JODEN EN DE VRIJMETSELARIJ. metselarij naar een soort vaag, pantheïs tisch Godsgeloof. In wezen is dus de vrijmetselarij, zoowél op politiek, als op godsdienstig gebied re- volutionnair. Zij kant zich tegen elke krach tige leiding, zoowel in een volk als in een geloofsleer. Een logisch gevolg hiervan is, dat de vrijmetselarij iedere internationale beweging ondersteunt. Hierdoor toch wordt iedere gemeenschapszin in een volk gedood waarvan alleen zij, die uit twee voljoodsche Een bijzondere positie in de vrijmetselarij nemen de Joden in. Reeds in het geschied kundig overzicht is tot uiting gekomen, dat de Joden in de voorgéschiedenis een groote rol hebben gespeeld 'én him stempel heb ben gedrukt op de ceremoniën. Terwijl in de vrijmetselarij geen onderscheid wordt gemaakt naar ras en volk werd toch in 1843 te New York een zuiver Joodsche vrij metselaarsorde gesticht de „B'nai b'rith", ouders stammen, lid kunnen worden. Over ■het doel van deze orde zegt de „B'nai r'ith' zelf: „Wij hebben ons ten doel gesteld, de Israëlieten zoodanig te verbinden, dat de ontwikkeling der hoogste belangen van het Jodendom zoo spoedig mogelijk en overal verwezenlijkt kunnen worden". In 1873 be stond deze organisatie uit 200 loges met 25.000 leden en in 1911 uit 414 loges met 40.000 leden. In Nederland bestonden twee B'nai b'rith-loges en wel te Amsterdam en 's-Gravenhage met te zamen 193 leden. Deze loge kent geen graden volgens welke zij hun opdrachten moeten uitvoeren. Anderen weer zijn lid van de Odd Fellows, dé Rotarians, de Foresters, het Comité van Waakzaam heid, de Hulp aan Spanje, het Algemeen Joodsch Vluchtelingen Comité en vele an dere bonden, vereenigingen en comité's, welke alle op internationaal en anti-volksch gebied werkzaam zijn. Op deze wijze slaag de men er in zijn invloed uit te oefenen zonder dat direct merkbaar was van welke zijde deze afkomstig was. Men is er in ge slaagd de openbare meening te stuwen in ■n richting, welke voor ons volk funest is geworden. Een enkel feit willen we nog vermelden als typeerend voor het anti- volksche in de vrijmetselarij. In 1939 stelde het groot-Oosten van Nederland ruim 10.000 gulden beschikbaar voor Joodsche emigran ten uit Duitschland, terwijl voor behoef tige landgenooten in dat jaar een bedrag van f.400.op de begrooting werd ge plaatst, doch niet uitgegeven Commentaar is hier verder overbodig. Ook aan de overzijde van den Oceaan, in de Vereenigde Staten, is de macht van de B'nai b'rith zeer groot. De minister van financiën Morgenthau, is lid van deze loge, evenals de beide secretarissen van den minister van binnenlandsche zaken, Ickes. Deze secretarissen zijn Normann Meyer en Felix Kohn. Ook de bekende senator Pittmann is B'nai b'rith-broeder. Boven dien zijn president Roosevelt en de minis ter van buitënlandsche zaken Cordell Huil vrijmetselaar. Roosevelt bekleedt zelfs de 32ste graad. De waardeering voor Roosevelt heeft de B'nai b'rith duidelijk getoond. In het Octo bernummer van 1933 van het B'nai b'rith magazine werd op de frontpagina het por tret van den president gepubliceerd 'met een eervolle vermelding, terwijl hem in 1936 de medaille werd verleend, welke eens per jaar wordt uitgeloofd voor hem, die zich in het af geloopen jaar het meest verdienste lijk heeft gemaakt voor de Joodsche zaak. PROVETA Ondergeteekiesncte wonende te verzoekt zonder eenige verplichting zijnerzijds ingelicht te worden over de Propaganda en Verzekering voor Ta/ndverzorging. Verzoeke beleefd dit biljet te wil len Invullen, uitknippen en op te sturen in een enveloppe, waarop adres: PROVETA, Turfmarkt te Leiden. 7572 (Ingez. Med.) last van verstopping, slechte spijsvertering, overmatige vet- vormlng of de schadelijke gevol gen er van: aambeien, onzuiver bloed en vale onreine huid, dan zuivere men bloed en inge wanden met Dr. Schfeffer's Stofwisselingszout Oe betrouwbare en aangename werking hler.van is een weldaad voor het geheele organisme, Flacon f.1.05. Oubbele flacon f 1.75 bij apothekers en vakdroglsteru 693 (Ingez. Med.) „De Ramblers". Donderdag a.s. zal het populaire dansor- kest ,,De Ramblers" in de Stadsgehoorzaal onder leding van hun bekenden leider Theo Uden Masman een groote uitvoering geven. Het zal talrijke „Schlagers" ten gehoore brengen, terwijl de swing-accordeonist Johnny Meyer zijn medewerking zal ver- leenen. H. J. BEFO. Hoog in ae Fransche Alpen lag het hotel Excelsior: oen klein wereldje, waarin be schaafde ovè:daad zich broederlijk mengde met beschaafd vermaak en beschaafde ver veling. De bewoner van kamer 120, een zekere dr. Cartridge (door zijn vrienden „Cary" genoemd), aanschouwde het leven in het luxe-hotel Excelsior met een half-geamu- seerden, half-spottenden blik. Dr. Cartridge was vrijgezel, nu al v.ijf-en-dertig jaren lang. In zijn steeds groeiende praktijk van geacht, gevreesd en bemind zenuwspecialist was hij zoo vaak in contact gekomen met het Ewig Weibliche, dat de huwelijksche staat voor hem weinig aantrekkingskracht meer had. Bovendien nam zijn werk hem geheel in beslag. En dan, de verantwoor delijkheid Enfin, dr. Cartridge verborg zich achter een wolk van uitvluchten waarachter een kleine waarheid verscholen lag. Hij had een enkele maal een praatje ge maakt met een der vele charmante ski- sport-jongedames; zelfs had hij zoo nu en dan een dans gewaagd met een of ander onweerstaanbaar exemplaar. Zie je wel, zoo luidde onveranderlijk zijn conclusie, als hij zich na afloop van een Excelsior-feest ter ruste begaf, zie je wel, ze zijn óf onbedui- dend-zonder meer, óf onbeduidend onder een geheimzinnig sausje van namaak we reldwijsheid. Daarna sliep hij bedaard in. Toen begonnen de moeilijkheden. Op den zevenden mofgen van zijn vacantie hoog in de Fransche Alpen liep dr. Cartridge wel gemoed de machtige kronkelingen van de hoteltrap af. Om hem heen heerschte die pe rust. Neuriënd zakte hij omlaag. Neu riënd stapte iets anders omhoog. Een meis je. Zeer eenvoudig gekleed, zeer eenvoudig gekapt, zeer recht van houding, met een gewoon, lief, eerlijk gezichtje, waarin twee heldergrijze oogen hem in het voorbijgaan met een nuchteren blik aankeken. Een bij zonder en aanlokkelijk geheel, vond Cary Cartridge. Ze keek niet om, zelfs niet toen ze boven aan de trap gekomen was en hij, de bekende arts, onderaan de trap een rechts-omkeert maakte en op een tweeden nu gewiïd-toevalligen, blik bleef wachten. iDt verraste hem zeldzakm. Ze keek niet om! Hij zag haar dien morgen niet weer, doch wel dacht hij zoo nu en dan aan haar hel dergrijze oogen. Wie was ze? Wat deed ze hier? Laat in den middag verscheen ze even het restaurant van het hotel en wisselde enkele woorden met den chef-kellner. Dr. Cartridge spitste zijn ooren. Tevergeefs. De kellner knikte en zei iets dat „Oui, miss Eva" leek, maar het kon even goed den naam van een nieuwe cocktail zijn geweest. De avond duurde lang, vond de vijf-en- dertig jarige vrijgezel en hij keek grimmig naar de eeuwig charmante jongedames en haar onuitroeibare glimlachjes. Was het wonder, dat de bewoner van kamer 120 den volgenden ochtend nieuws gierig speurend de trap afliep, daarbij aan dachtig neuriënd? Neen, dat was geen won der! Maar dat op hetzelfde oogenblik een meispe met twee heldergrijze oogen even eens neuriënd de trap begon op te loopen, dat was een wonder! (Tenminste, zoo oor deelde de man). Ze naderden elkaar. Zijn mondhoeken wer den ongehoorzaam. Hij lacht aardig, dacht ze, terwijl ook haar lippen een bijzonderen vorm kregen. Ze is anders dan de anderen, dacht de man in het voorbijgaan. Ze is flink, ze stelt zich niet aan, ze isin één woord: ze is lief. Na het ontbijt maakte hij een lange wan deling, waarbij hij zich gedroeg als een jongeling van vijf-en-twintig lentes. Dien avond deed een nieuw dansorkest zijn intrede in het Excelsior hotel. De dan cing was eivol. Cary Cartridge had een plaatsje gevonden achter een dikken pilaar De muziek was uitstekend, de thee was heerlijk en hij was eenzaam. Hij zat reeds twee uren te wachten (waarom eigenlijk, en op wie?) toen ze de zaal binnenstapte. Naast haar liep een oudachtig heer met dun haar. Ze legde haar hand even op zijn arm. Ze spraken met elkaar. Dr. Cartridge voelde iets naars in zijn keel en slikte krachtig om den denkbeeldigen aardappel weg te krijgen. Ze gingen zitten. De kellner vloog op hen toe. De leider van het orkest boog eerbiedig. De verstokte vrijgezel ver loor zich in gissingen. Ten slotte stond hij op en liep naar den uitgang. Hun blikken kruisten elkaar. Het meisje kreeg een kleur en keek een anderen kant uit. Bij zijn ka merdeur gekomen stond Cary Cartridge plotseling stil. „Kijk." sprak hij tot zich zelf, „ze is lief en dat maakt het geval moeilijk. Over een week ga ik weg en wat is nu een week.... *I\ja," hij zuchtte, „en intusschen ben ik mij ervan bewust me gelukkiger te voelen dan ik ooit gedaan heb." Hij moest nog lang op den slaap wachten. Twee dagen voor zijn vertrek deed hij een ontdekking. Ze heette Eva, en de grijze heer was niet haar echtgenoot, noch haar vader, noch haar oom, noch iets anders verontrustends. Hij stak zijn handen diep in de zakken van zijn duffel en sprak tegen de hemelhooge bergen: „Er moet iets ge beuren! Nu of nooit!" Er gebeurde iets. Midden in den nacht wrong de neus van den portier zich plotseling in vreemde kronkels. Hij stapte de groote hall in en keek om zich heen. Een vreemde lucht. Branderig. De man zag niets, doch liep naar de lift. Men kon nooit weten. Hij schoof de deur open en werd bleek van schrik. Een dunne blauwe rooksluier zweef de hem tegemoet, terwijl een verstikkende hitte hem in het gezicht woei. Brand! Met één sprong was hij bij het alarmap paraat. Een gillende sirene krijschte door het luxe-hotel Excelsior, minuten lang. Overal werden deuren opengerukt, klonken verschrikte stemmen en holden voeten over de gangen. Ook dr. Cartridge was uit bed gesprongen. Snel trok hij een kamerjas aan, schoot in zijn pantoffels en,Eva. Waar is ze? Stel je voor, dat.. Weg rende hij. Een instinct dreef hem naar de volgende verdieping. De rook vormde hier reeds een dik grijs gordijn. „Eva!" riep hij, „Eva!" Geen antwoord. Al de gasten wa ren naar de lager gelegen étages gevlucht. Als een verlaten straat strekte de gang zich voor hem uit. Toch moest ze hier zijn, in een van deze kamers; hij voelde het. Het signaal gilde snerpend. „Eva!" Hij werd wanhopig. „Eva!" Plotseling hoorde hij aan het einde van de gang een bonzend geluid. Iemand sloeg tegen een deur. Hij snelde te hulp. „Wie is daar?" riep hij. „De deur is vastgeklemd door de hitte," sprak een stem aan den anderen kant. De kamer grensde aan den lifkoker. „Wacht, ik zal duwen." Hij drukte met zijn volle gewicht tegen de deur. Geen be weging. Iemand hoestte achter de deur Toen nam Cary Cartridge een korten, krachtigen aanloop en met luid gekraak brak het houtwerk -in stukken. „Kruip naar buiten," riep hij hijgend. Een meisje wrong zich door de nauwe opening. Eva. Even keek ze hem aan, e'ven glimjachte ze. Het volgend moment moest hij haar opvangen. De spanning was te groot geweest. Hij nam haar in zijn armen en stapte vastbéraden naar de trap. „Zoo is het goed," zei hij hardop. Twaalf uren later (de brand was spoedig gebluscht, persoonlijke ongelukken vielen niet te betreuren) diende de privé-secre- taresse van den hoteldirecteur haar ontslag in. Haar naam luidde Eva Gardner. De grijze heer wenschte haar en dr. Cartridge veel geluk, zeer veel geluk. Toen ze arm in arm het luxe-hotel Ex celsior verlieten vroeg Eva met een bijzon dere tinteling in haar oogen: „Cary, was ik érg zwaar?" „Neen m'n engel," antwoordde de jon geling Cartridge. „Ik zou je met plezier naar het station dragen." „Met plezier?" „Met plezier." Op deze ietwat ongewone wijze begon een idylle, welke zou voortbloeien tot in lengte der dagen. (Nadruk verboden) (Auteursrecht voorbehouden) LIJK IN EEN SLOOT GEVONDEN. De politiedienst van de bureaux Admi raal de Ruyterweg en Pieter Aertszstraat te Amsterdam, houdt zich bezig met de mysterieuze verdwijning van een zaken man, wiens lijk gistermorgen in een sloot aan den Haarlemmerweg, bij den Uitweg, is gevonden, aldus meldt de Tel. Donderdagavond zou de man een bood schap hebben gekregen, om even naar zijn zaak te komen. Aan dit verzoek voldeed de man. Toen hij dien avond laat niet terugkeer de en de familie ook den volgenden nadht niets meer van hem hoorde, deed men aan gifte bij de politie. Omstreeks half tien gisterochtend werd het lijk van den vermiste aan den Haar lemmerweg gevonden. Daar de politie ver moedt, dat het slachtoffer is vermoord, is het lijk in beslag genomen. Terstond is een uitgebreid onderzoek ingesteld. Voor- loopig tast men nog volkomen in het duister. Nader verneemt de Tel. dat bij het on derzoek is gebleken, dat het slachtoffer twee schotwonden in de borst heeft, zoodat men met vrij groote zekerheid kon aannemen, dat de man door de daders uit zijn huis is gelokt en vervolgens vermoord. REDDING PER TELEFOON. Een zeer zeldzaam geval: een redding per telefoon is gisteren te Hilversum be kend geworden. De heer Van V. Jr. te Hilversum, wiens ouders sinds eenigen tijd in een buiten huisje te Stroe op de Veluwe wonen, belde eergisteravond van Hilversum naar Stroe. Zijn vader kwam aan de telefoon, maar was niet zoo opgewekt en belangstellend als gewoonlijk. Op de vraag, wat er aan haperde, antwoordde hij„Ik weet het niet jongen, ik voel me niet goed en je moeder ook niet, die ligt al op den grond". Toen werd het gesprek verbroken. De heer V. Jr., die hierover ongerust was, beide onmiddellijk dringend een arts op in Voorthuizen, dat eenige kilometers van Stroe verwijderd ligt en op dit alarm be gaf de arts zich snel met zijn wagen naar de woning te Stroe, waar hij den heer en mevrouw V. bewusteloos aantrof. Het echt paar was door kolendamp bedwelmd. De slachtoffers maken het, dank zij het snel ingrijpen, weer goed. DE PUF WEER IN DE VEILING. (Van onzen deskundigen medewerker). De kustvisscherij was de afgeloopen week van niet veel beteekenis. Enkele dagen moesten de schepen binnen blijven; Vrijdag was het weer tè ongunstig om uit te varen. De vangsten op de kust blijven bijzonder schraal; het weer zal wat zachter moeten worden, alvorens wat meer visch dicht onder de kust te verwachten is. Door verschillende omstandigheden kon een gedeelte van de vloot, die aan de nachtvis- scherij deelneemt niet uitvaren. Daar de grooto wijtingvangsten afgeloopen zijn. zijn de vang sten van de schepen beduidend minder dan in de voorgaande weken. Tengevolge van de kleine aanvoeren, wa ren de vischprijzen bijzonder hoog. De vraag was zéér groot en het was zeer goed merk baar, dat er weer wat minder vleesch was. Wijting bracht op naar grootte van f.27 tot f.47; schar van f.20 tot f.49; groote schol van f.67 tot f.84; kleine schol van f.13 tot f.50, alles per kist van 50 KG. De tongprijzen zijn weer sterk omhoog geloopen in vergelijking met de voorgaande week. Tong bracht op van f.2 tot f. 3.50 per kilo; tarbot van f.4 tot f. 4.50; griet van f. 1 tot f2 per kilo. Kabeljauw van f. 13 tot f. 15 per stuk voor groote exemplaren. Sinds Vrijdag mag de puf ook weer in de vei ling gezet worden. Bij de groote aanvoeren van de laatste weken mocht de aller kleinste schar en schol niet meer in de veiling verkocht wor den en moest deze voor eendenvoer of aan de vischmeelfabrieken worden afgeleverd. Nu er echter weer gebrek aan visch is, mogen deze soorten ook weer in de veiling gezet worden. Van IJmuiden zijn nog enkele stoomtreilers In gereedheid gebracht en naar de visscherij vertrokken. Daar er voorloopig nog kolen ge noeg te verkrijgen zijn, hebben deze schepen een belangrijke voorsprong op de motorloggers, dio met het hun toegewezen kwantum stook- en smeerolie moeten woekeren. Sinds enkele dagen is gebakken visch ook op den bon. Restaurants en vischwinkels moeten bij het verkoopen van gebakken visch een boter- of vetkaart vragen. Consignatievisch uit het buitenland werd de afgeloopen week In het geheel niet aangevoerd. Het IJsselmeer levert ook niet veel op; snoek baars wordt er weinig gevangen, de prijs hier van is sinds de vorige week verdubbeld. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 10