Waar de Vrouw belang in stelt
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Maari 1941
Vierde Blad
No. 24832
Lentejurken voor onze meisjes
82ste Jaargang
Effen stofjes met kleurige versiering
zullen veel worden gedragen.
Raffia en Jute zijn nog
puntenvrij
Pas goed op uw bonnen
Opgeruimd staat netjes
Teekeningen Ann Féderer-Wagenaar.
Als de winterjurken te warm en ook zoo
heel erg vervelend worden en het toch nog
te koud is voor de echte dunne zomer
kleedjes, is een aardige overgangsjurk, die
bij alle gelegenheden kan worden gedra
gen een uitkomst!
Je frischt er heelemaal van op en het
lange kwartaal van de Kerst- tot de
Paaschvacantie lijkt er absoluut korter
door als de schoolvriendinnen intusschen
weer eens iets nieuws te bewonderen krij
gen.
De voorjaarsjurken van dit.seizoen zul
len er al bijzonder frisch en aantrekkelijk
uitzien. Het lijkt wel, of ze door een extra
fleurig en licht cachet willen toonen met
hoeveel enthousiasme de jeugdige draag
sters de zorgen van dezen winter vol kou
en duisternis plotseling van zich af hebben
geschud!
In tegenstelling met de winterjapcnne-
tjes, waarin we dit jaar erg veel ruiten en
strepen zagen, zijn de voorjaarsjurken
veelal effen.
De drie modellen, die Alexander Féderer
deze week voor ons ontwierp, hebben de
groote aantrekkelijkheid, dat ze zoowel
voor de school als voor den Zondag uit te
voeren zijn. Het verschil ligt enkel in de
kwaliteit en vooral in de kleur van het
materiaal.
Zoo is nummer 1 een echt joyeuze en
keurige bakvischjurk, die alleraardigst zal
staan in witte wollen stof van een licht
soort. Wol mousseline is hiervoor al bij
zonder geschikt; de kleur mag natuurlijk
ook crème zijn. De knoopjes en de gesp
zijn gedacht in felrood, doch als het da
metje blauw, groen of terra mooier vindt,
mag dat natuurlijk ook.
Wilt u er een schooljurk van maken,
dan is hiertegen niet het minste bezwaar,
maa.r dan wordt de stof donkerder b.v.
rnatblauw, want al te somber past niet in
de lente! en het aardige frontje wordt
van wit piqué gekozen. Het is dan zaak,
twee frontjes te maken, die tegen elkaar
worden gedragen, want natuurlijk moet
zoo'n „befje" steeds hagelwit zijn!
Nummer 2 Is een jurkje voor jongere
meisjes (8 tot 14 jaar). Werkelijk een zeer
practisch exemplaar, want het model ls
zoo eenvoudig, dat het zich uitstekend
leent voor de school en toch geeft de gra
cieuze rok met de twee diepe plooien dit
jurkje iets bijzonder zwierigs.
Als schooljurk zal,, het aardig staan in
een lichte, doch niet al te besmettelijke
wollen stof rnatblauw, resedagroen,
lichtrood, terwijl dan kraagje, mouwopsla
gen en ceintuur in een harmonieerende
donkerder tint worden gekozen.
Als feestjurk zal het schattig staan in
witte of crème mousseline met garneering
van gekleurde zijde in de een of andere
pasteltint.
Een jurkje, waar u op alle manieren
pleizier van zult beleven, als u er uw doch
tertje mee verrast!
En natuurlijk moet het jongste dametje
ook iets nieuws hebben. Voor haar een
echte feestjurk uit zijde of lichte wollen
stof. Een tjurk, waar Moeder eens naar
hartelust haar handwerktalenten op be
proeven kan, want het pasje kan een waar
juweeltje van fijn bordiiurwerk worden en
maakt dan ook de heele garneering van
het jurkje uit.
De jurk sluit op iederen schouder met
vijf knoopjes en lusjes, valt ruim onder
het pasje uit en is verder zeer eenvoudig.
Heel mooi zal zij worden, van witte zijde
met borduurwerk in verschillende zachte
kleurtjes.
De Moeders, die geen tijd voor handwer
ken hebben, kiezen een mooi lapje zijde
voor het pasje.
Ook als schooljurk zal dit jurkje het
goed doen als u voor het pasje een ste
vige, felgebloemde stof kiest of het opwerkt
met wollen draadjes.
Zoo hebben dan onze meisjes weer elk
een jurk om met vreugde de lente tege
moet te gaan!
Wij maken er deze gezellige
boodschappentasch van!
Nu er zooveel materialen zijn, die wij
slechts dank zij onze kostbare puntenkaart
kunnen bemachtigen, nemen wij iedere
gelegenheid te baat hieraan te ontkomen.
Deze gezellige hengseltasch is wel een bij
uitstek practisch geschenk, zoowel voor de
schenkster als voor degeen die ermee wordt
verblijd. Als handwerk- of boodschappen
tasch is zij een onmisbaar bezit en zal dan
ook steeds en langdurig haar goede dien
sten weten te bewijzen. Daarom besteden
wij er dan ook wat extra zorg aan, zoodat
zij met veel genoegen en trots overal mee
heen getorst wordt.
Zoowel raffia als jute leenen zich bijzon
der tot een vroolijke zonnige kleurencom
binatie; het staat heel mooi om bijvoor
beeld naturel te kiezen in het eerste op een
ondergrond van oranjejute. Doch ook an
dere combinaties zijn er in overvloed te be
denken en niemand zal hiermede dan ook
op moeilijkheden stuiten. De tasch van onze
foto werd geheel overtrokken met raffia-
draden, waardoor zij wel een zonovergoten
rijp korenveld geleek! Doch deze bewerking
eischt 5 bosjes raffia, waartegen wel eens
een klein protest op zou kunnen klinken.
Niet minder aardig staat het echter, wan
neer wij bijv. steeds slechts iedere 5e draad
rijgen, zoodat wij niet minder dan 4 bosjes
uitsparen. Hierbij komt nog 1 bosje gele
raffia voor de bovenhoekjes, welke de aar
dige kloeke letter laten uitsparen op de
jute. Aan jute hebben wij vervolgens 3/4
meter noodig, voorts voor de voering een
zelfde hoeveelheid lichtbeige satinet en
voor de sluiting 4 beenen gordijnringen van
ongeveer 3 c.M. middellijn. Het is heel
practisch om in het voerinkje een apart
zakje voor de beurs en dergelijke nuttige
zaken te maken; wij sluiten dit degelijk af
met een klein patentsluitinkje van 10 a 15
c.M., zoodat het handtaschje dan achter
wege kan blijven, wat veel prettiger is.
Van de jute knippen wij een rechthoe
kige lap van 60x35 c.M., gerekend zonder
de naden, voor welke wij aan alle zijden
liefst nog een breedte van ongeveer 4 c.M.
bijknippen. Dit lijkt misschien wat veel,
doch bij een dergelijk los weefsel is het
beter wat meer stof naast de naden te hou
den. De hoofdmaten geven wij daarna heel
duidelijk met potlood op de jute aan, waar
na wij alle omtrekken met grove overhand-
sche steken en rijggarerr tegen het uitra
felen gaan bewerken. Hierna volgt de on
derverdeeling: over de geheele lengte van
de lap trekken wij in het midden een lijn,
hetgeen wij eveneens in de breedte doen.
Wanneer wij nu de lap op deze laatste lijn
dubbelvouwen, hebben wij de tasch reeds
in het toekomstig model. De bovenkanten
worden niet recht gehouden, doch worden
op zij uitgehoekt; de groote driehoek,
waarin de letter zal komen te staan, sluit
hierop aan. Wij meten nu vanuit de lengte
middellijn lOVs c.M. naar de zijkanten toe.
De dan overschietende 7 cM. zijn voor de
af te knippen hoeken, die 5 c.M. naar be
neden gaan. Ook deze lijnen trekken wij
weer goed zwart met potlood op de stof;
afknippen doen wij eerst dan, wanneer wij
de tasch geheel klaar hebben wat het bor
duurwerk betreft. Den driehoek in 't mid
den geven wij aan door langs de lengte
middellijn 10V- c-M. naar beneden te meten
en dan schuin lijnen te trekken naar de
hoeken toe.
Met de naturelkleurige raffie gaan wij
nu aan het opwerken en het zal ieder op
vallen. hoe vlug dit gaat. Wij beginnen in
het midden bij de punt van den driehoek
en nemen naar beneden toe elke 14e draad
op, waarna wij de raffia eerst dan doorha
len, wanneer wij met on£e groote stopnaald
eerst tot aan het ook hiervan gekomen
zijn. Wij „vliegen" er werkelijk door, ter
wijl deze bewerking ook uitermate voordee-
lig is, omdat alle materiaal aan de goede
I zijde valt. Het beste is om kant voor kant
1. Zuurkool stamppot met rookworst. Ha
vermout pap.
Hoeveelheden: 3 K.G. aardappelen, 1 K.G.
zuurkool, zoo mogelijk 300 gr. rookworst of
ander vleesch, 50 gr. vet, zout. 3/4 liter melk
of taptemelk.
150 gr. havermout, 1 liter water, lh 3/4
liter melk, zout.
2. Aardappelen, roode kool, gebakken
bloedworst, bruine saus.
Hoeveelheden: 3 K.G. aardappelen, 1 K.G.
roode kool, eenige appelen, azijn, suiker,
zout, 300 gr. bloedworst, 50 gr. margarine
(samen met de kool), Va liter bouillon van
1 blokje, 1 ui, 30 gr. bloem, 40 gr. margarine,
azijn, peper.
3. Aardappelen, kaassaus; koolraap, appel.
Hoeveelheden: 3 K.G. aardappelen, 3/4
liter melk, 150 gr. jonge kaas, 50 gr. bloem,
50 gr. margarine, zout, 1 koolraap.
4. Aardappelen, spruitjes, runderlappen of
ander vleesch.
Hoeveelheden: 3 K.G. aardappelen, 1 K.G.
spruitjes, 300 gr. vleesch, 50 gr. boter of
margarine (samen met de spruitjes).
5. Aardappelen, winterwortels, peterselie
saus, gestoofde visch.
DEZE PRACTISCHE DOOS KUNT U
GEMAKKELIJK ZELF MAKEN.
Iedere huisvrouw weet, dat bonnen kost
bare dingen zijn. Als er één zo'n los ding-
getje wegraakt, kan dit een ware ramp be-
teekenen. 't Is daarom zaak, de bonnetjes
terdege op te bergen.
We kunnen dit gemakkelijk doen in deze
practische doos.
Benoodigdheden: een leeg sigarenkistje,
wat gekleurd zeildoek, een stukje stevig
ceilophaan en wat gekleurd band. Hout-
lijm.
We beginnen met fig. 1 te knippen van
zeildoek, naar de grootte van het kistje.
Let u vooral op de uitgesneden hoekjes voor
de dikte van het hout (aangegeven met
pijltjes).
Hierop stikken we op de machine de ree
pen ceilophaan, die we eerst voor de ste-
vigte omgeboord hebben met een gekleurd
bandje. Dezen bovenkant laten we natuur
lijk open; daarna verdeelen we de reepen
door stiksels in groote en kleine vakjes.
Nu ontdoen we het kistje ran alle papier,
zoodat het gaaf en glad is. We plakken nu
den geknipten vorm van binnen tegen het
deksel met flink wat houtlijm en slaan de
punten naar boven op het deksel om. Als
zo nauwkeurig geknipt zijn, moeten ze dan
precies tegen elkaar sluiten. Het rechte
stuk valt tegen den binnenkant van de kist.
We houden nu nog een vak over op het
deksel, dat nog niet beplakt is en vier
binnen- en buitenkanten.
Drie ervan kunnen we aan elkaar laten.
We maken een reep (zie fig. II), snijden
hoekjes uit voor de houtdikte. Daarna
knippen we de ontbrekende dekselpunt en
den achterbuitenkant eveneens aan elkaar
(fig. HI).
Met een doekje drukken we alles goed
aan, lijmen te slotte nog een rechthoek
in de kist voor den bodem en het ontbre
kende binnenkantje. Op het deksel plakken,
we een ster of andere figuur van afste
kende kleur. In de kist komen nu alle
groote vellen bonnen; de vakjes zijn voor
de losse bonnen, die thans geldig zijn. Door
het doorzichtige ceilophaan kunt u direct
zien, welke bon het is.
Is dit geen goed idee en geen aardig
knutselwerkje?
Hoeveelheden: 3 K.G. aardappelen, 1 K.G.
wortels, 1 K.G. visch, 50 gr. boter of marga
rine (samen met de wortels) peterselie,
liter vocht (kooknat van de visch, aangevuld
met water), 40 gr. bloem, peterselie.
6. Erwtensoep.
Hoeveelheden: 4 liter water, 500 gr. groene
erwten, 750 gr. aardappelen, ui of prei, sel
derij, peterselie^/4 liter melk of taptemelk,
50 gr. margarine.
7. Groentesoep, aardappelen, Brusselsch
lof, rundvleesch.
Hoeveelheden: 300 gr. soepbeentjes, 11/4
liter water, wat spruitjes, wortelen, knol
selderij, peterselie, 20 gr. vermicelli, 15 gr.
aardappelmeel, zout.
3 K.G. aardappelen, 1 K.G. Br. lof, 300 gr.
rundvleesch, 50 gr. vet, boter of margarine
(samen met het Br. lof).
KEUKEN-HYGIËNE
verplicht tot het gebruik van Jozo of
Nezo, het verpakte keukenzout van
Boekelo.
117
(Ingez. Med.)
Onze distributiebonnen en ons
weekmenu.
De menu's van deze week zijn bedoeld als
voorbeeld van een reeks opeenvolgende
maaltijden met voldoende voedingswaarde.
Ze zijn berekend voor 4 volwassenen of voor
2 volwassenen en drie of vier kinderen.
Wanneer het gezin bestaat uit 2 volwas
senen en drie of vier kinderen zijn de distri-
butievoorwaarden gunstiger, terwijl aan de
voedingswaarde van de maaltijden dezelfde
eischen gesteld kunnen worden.
Bij de samenstelling van de menu's ls er
op gerekend, dat bij het ontbijt een bord pap
wordt gebruikt. Hiervoor is de rest van de
bloem en de havermout of gortmout be
schikbaar. De rest van de boter of marga
rine, de kaas, de vleeschwaren en de eieren
blijven eveneens voor de broodmaaltijden
beschikbaar.
Per week is voor 4 personen verkrijgbaar:
280 gr. bloem, 250 gr. rijst, 250 gr. gort-
of havermout. 50 gr. vermicelli, 50 gr. aard
appelmeel, 1 K.G. boter of margarine of 800
gr. vet, plm. 1 K.G. vleesch, 300 gr. soep
beenderen, 4 porties vleeschwaren, 4 eieren.
Deze hoeveelheden zijn in de menu's niet
overschreden.
De aardappelen afboenen en in weinig
water gaar koken. Voor den .stamppot en
de soep de aardappelen in stukken snijden.
De groente met heel weinig water opzet
ten, koken in een goed sluitende pan en
zorgen dat het water verdampt is, als de
groente gaar is. Deze Vz a 3/4 uur laten
koken en de boter er doorroereu of schud
den.
De just vermeerderen door er water bij
te schenken en dan te binden met aardap
pelmeel. Des verkiezend wat tomatenpuree
toevoegen.
De erwten voor de soep in weinig water
gaar koken, zoodat men er een gladde
puree van maken kan, en deze langzamer
hand verdunnen met de melk en het wa
ter. De soepgroente V* uur mee laten koken.
Peterselie in de soepterrine toevoegen.
De bouillon, die van de beentjes getrok
ken wordt, zeven, de vermicelli en de soep
groente plm. 1li uur meekoken. Peterselie
op het laatst er door roeren. Inplaats van
visch, kan men mosselen geven.
VAN EEN OVERGESCHOTEN LAPJE
MAKEN WE EEN PRACTISCHEN
SCHOENENZAK.
V
A
af te borduren, dus niet verder te gaan dan
de breedte-middellijn. Teruggaand van
hier verspringen wij dan één draad jute
naar boven toe, zoodat wij vanzelf den
driehoek' volgen. De foto laat dit duidelijk
zien. Bij de buitengewoon voordeelige be
werking van het aanbrengen van steeds
iedere 5e draad moet hiermede vanzelf
sprekend goed rekening gehouden worden,
omdat wij dan niet één doch 5 draden ver
springen. Is aan beide kanten het hoofd-
vlak gevuld, dan komt de driehoek aan de
beurt. Eerst borduren wij hierin precies in
het midden het gewenschte monogram of
de begeerde letter, welke heel modern moe
ten zijn, omdat mooie krulletjes of sterk
gebogen lijntjes nu eenmaal niet bij jute
en raffia passen. Met potlood worden de
lijnen ervan weer goed duidelijk op de jute
aangegeven en daarna vullen wij alle vlak
jes met naturelkleurige raffia in de platte
steek op in horizontale richting. Rondom
de letter laten wij op vier draden afstand
ervan de jute onbewerkt en vullen het ove
rige van den driehoek met de gele raffia
thans in verticale richting op.
En dan volgt de afwerking van de tasch;
de zijkanten naaien wij met een draad jute
dicht, zoodat hiervan niets te zien is. Voor
de sluiting van de tasch festonneeren wij
eerst de vier ringen met naturelkleurige
raffia om en zetten deze daarna vast aan
de hoeken bovenaan. Nu nog een koord
gevlochten van ongeveer 80 c.m. lengte en
18 draden dikte, dat wij door de vier rin
gen trekken en dan dichtmaken. Hangt de
tasch aan den arm, dan tr^kt het koord deze
vanzelf dicht. In het op maat geknipte sa-
tinetvoerinkje naaien wij eerst het handige
opbergzakje met de treksluiting vast, vóór
het wordt dichtgenaaid en tegengezoomd
aan de bovenzijde van de tasch.
NORA HANA.
Een zeer handig en practisch voorwerp
is deze groote schoenenzak, waarin vier
paar schoenen een plaatsje kunnen vinden
en die wordt bevestigd tegen den binnen
kant van de kastdeur. Vooral voor de kin-
der- of jonge meisjeskamer is dit zeer ge
schikt, want we voorkomen hierdoor, dat
de schoenen onder het bed rondslingeren
en stoffig worden. De zak kan van elk ma
teriaal gemaakt worden, mits het flink
stevig is. Hebben we een stuk jute tot onze
beschikking, dan kunnen we er met den
kruissteek een paar aardige motieven oo
borduren. Op andere, niet af gedeelde stof
gaat dit ook wel, maar dan moeten we het
versieringsmotiefje er eerst op teekenen.
tenzijwe beslist gaven als sierkunste-
nares bezitten.
Een bloem of ander motief van dikke
wol in felle kleuren zal alleraardigst staan
op gele of naturel jute.
Bij het knippen van de twee langwerpige
zakken, waarvan de onderkant vier schulpen
vertoont, moet u er op letten, dat de boven
kant veel wijder is dan de onderkant.
We rijgen den eenen zak eerst op de recht
hoekige lap jute en probeeren of de schoe
nen er in passen. Daarna halen we den
zak er weer af en borduren hem. We knio
pen vervolgens den anderen zak even groc
borduren die eveneens, rijgen alles w?°>
op en stikken het op de machine door c 1
tusschen de afdeelinkjes komen stiksels.
Een heel eenvoudig werkje, waar u zek-:-
pleizier van zult beleven!