Generaal Franco bij maarschalk Pêtain - Rijke üischvangst bij Weesp 81ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers IN NOORD-WEST JAPAN hebben sneeuwstormen alles bedolven en vooral het treinverkeer voor groote problemen gesteld. Een geweldige sneeuwploeg aan het werk orri een spoorbaan vrij te maken. (Stapf) NA ZIJN SAMENKOMST MET MUSSOLINI, bezocht de Spaansche staatschef, Generaal Franco, Maarschalk Pétain. De Generaal en de Maar schalk in de prefectuur te Montpellier, waar de ontmoeting plaats vond. (Scherl) VOOR HET EERST HEBBEN LEDEN VAN DEN BOND VOOR LAN DELIJKE RIJVEREENIGÏNGEN IN BRABANT bondsruitertochten georganiseerd. Jonge boeren op hun doortocht in Helmond. (Het Zuiden) OEFENING VOOR DE SOLDATEN VAN DEN GENEESKUNDIGEN DIENST VAN EEN DIVISIE ALPENJAGERS. Een gewonde wordt op een draagbaar langs een steilen wand vervoerd. (Polygoon), HET IJS IN HET IJSSELMEER is tengevolge van den sterken wind gaan kruien. Bij Oosterleek komt het ijs zelfs over den dijk heen en op de langs den dijk loopende dorpsstraat. (Polygoon) WEESP'S BURGERIJ KAN SMULLENDe Alg. Weesper Henge- laarsbond heeft in de door den bond gehuurde vischwateren met de zegen laten visschen. De resultaten overtroffen alle verwach tingen reeds heeft men trekken van 1600 en zelfs 2000 pond visch gemaakt. (Polygoon)' Een roman uit de voetbalwereld, door J. WILMAN- (52 Henline snauwde: „Interesseert me niet! Houd u bij de zaak!" „Ik ben bij de zaak, Mr. Henline. Rus sell's vijftig duizend pond bestaan alleen in zijn verbeelding. Ryan bezit geen rooden duit. Deze gentleman steekt rechts en links in schuld, ook bij mij, maar ik durf wed den: nog heel wat dieper bij u. Doe als ik, en haal er een streep door! Hij is niet in staat, een shilling terug te betalen." „Wat verwijt u een ander zijn schulden waar u een zoon hebt, die heel wat erger is?'1 barstte Henline los. Sullivan knikte. „Ik vermoedde wel, dat dit uw repliek zou wezen. Daarmee zijn we aan punt twee van de agenda. U schreef, dat als ik weigerachtig bleef u als deelge noot te aanvaarden, dingen publiek wer den gemaakt, waardoor mijn,naam een on- herstelbaren klap zou krijgen Zóó tragisch heb ik het heusch niet opgevat, Mr. Hen line. Ik begreep direct, dat u op Arthur's beren doelde. Wel, ik wil open kaart spelen. Ik zou het inderdaad hoogst onaangenaam vinden indien aan de groote klok werd ge hangen, dat mijn zoon helaas een ver van van onberispelijk leven leidt. U zult accep ten van hem bezitten. Tot welk bedrag?" „Honderd zestig pond." „Ofschoon ik me had voorgenomen, geen enkele schuld van hem meer te voldoen, wil ik voor u nog een uitzondering maken de allerlaatste." „Bedankt. De accepten vervielen van middag twaalf uur en zijn niet gehono reerd. Nog kunt u schandaal vermijden door terug te komen op uw besluit. Ik houd niet star aan de regeling vast, die ik voorstelde. U zult merken, dat met mij te praten valti Aan u, om tegenvoorstellen te doen." Sullivan maakte een gebaar van onge duld. „Mr. Henline, ik acht u te verstandig om een moment in ernst aan te nemen, dat de kwestie van de accepten eenige veran dering in mijn besluit zou kunnen bren gen. Zoo niet, laat ik u dan nogmaals in ronde termen verzekeren, dat mijn weige ring vaststaat, voor nu en voor altijd. Ik wilcle een schuld afdoen, door mijn zoon bij u gemaakt. Hoe haalt u het in uw hoofd, aan de kwij ting zulk een dolzinnigen eisch te verbinden?" Henline's gezicht stond strak en hard; zijn wenkbrauwen kwamen in een frons bijeen. ,.U zult spoedig verplicht zijn, de kwalificatie dolzinnig in te slikken, Mr. Sullivan. Blijkbaar oeseft u den ernst van de situatie niet. Meent u, dat ik mijn voor- stél voor mijn part noemt u het een eisch - zou hebben gedaan, als ik niet wat beters achter de hand had dan accepten van uw boemelenden zoon? Hij smeekte me, hem uit de moeilijkheden te helpen en ik verklaarde me bereid, mits tegen on derpand. Een paar dagen later bracht hij den bracelet van keizerin Poppea". Sullivan boog het hoofd. De slag trof ge voelig, al kwam hij niet onverwacht. Wat hij van begin af aan had geloofd, ondanks het hardnekkig ontkennen door zijn zoon, hoorde hij thans bevestigd uit den mond van iemand, die geen scrupules kende en van zijn wetenschap onbarmhartig gebruik maken zou. Na een oogenblik vervolgde Henline tri omfantelijk: „Ik heb de kopij klaar voor een advertentie, die morgen in alle plaat selijke bladen verschijnt en waarbij ik de accepten van Arthur Sullivan te koop aan bied. Daar blijft het niet bij. De kranten krijgen ook een beschrijving van wat begin Augustus op „Dragon's Castle" voorviel. Ik weet niet of u van meet af aan in uw zoon den dief hebt gezien. Wel weet ik dat u niet deed wat u had behooren te doen, om de verdenking van een onschuldige weg te nemen. Ik beloof u, dat het een interessant artikeltje voor de Ransomers zal zijn. Héél interessant." Curtis kwam met een kasboek achter zijn schrijfbureau vandaan. „Pardon," veront schuldigde hij zich, „dat ik stoor." Hij wees Sullivan op een willekeurigen post. „Dit lijkt me een vergissing, mijnheer." Zich voorover buigend, fluisterde hij hem uit een mond hoek toe: „Maak u geen zorg; alles is door Hanley in orde gebracht." Luid vervolgde hij„Ik zal de meening van den procuratie houder vragen. Ik heb trouwens nog een boodschap voor hem." Sullivan wachtte tot Curtis het privé kantoor had verlaten. Toen herhaalde hij, voor zich uit starend' „Wat begin Augustus op „Dragon's Castle" voorviel." Hij zag ad vocaat Russell verachtelijk aan. „Zelfs het eerewoord is je waardeloos natuurlijk". Sullivan had het gevoel van downheid af geschud. Hij moest er naar raden, welke be- teekenis achter Cyril's geruststellende ver zekering school. Maar zij had hem zijn ver trouwen hergeven. Het stond voor hem vast dat hij onvoorwaardelijk op Curtis en zijn vriend kon rekenen, en de eerste niet aldus zou hebben gesproken, zoo hij niet absoluut zeker was van zijn zaak. Henline knikte. „Het gebeurde op den zesden van de maand. Wanneer u zich voorstelt, u er met een handigheidje uit te redden, moet ik u die illusie ontnemen. Ik heb drie betrouwbare getuigen advocaat Russell, dokter Ryan en Roger Wade." Sullivan antwoordde koud: „U bedoelt: drie getuigen. De kwalificatie betrouwbaar is op hen niet van toepassing. Wel, Mr. Henline, ik geloof niet, dat u het genoegen smaakt, uw verhaal gedrukt te zien." „Neen?" vroeg Henline brutaal. „Neen. Omdat u er niet op gebrand kunt zijn, het met de justitie aan den stok te krij gen. U zegt, van mijn zoon den bracelet van keizerin Poppea als onderpand te heb ben. Afgezien van het feit, dat het sieraad zijn eigendom niet is en hij er dus niet over mag beschikken, zoudt u van heling kunnen worden beticht, indien u het zich toeëigent op grond van de omstandigheid, dat mijn zoon niet in staat is, u de honderd zestig pond te voldoen. U kent ongetwijfeld de waarde van den bracelet." „Gaat het u aan, hoeveel ik op onder pand verstrek?" „Mij? Neen. De justitie wel. U kunt den bracelet niet behouden nu u weet, dat hij het eigendom niet is van dengene die hem beleende." „Waarde heer," Henline's stem was zacht en koud, „u hebt een massa woorden vuil gemaakt voor niemendal. Dat ik zoo'n uils kuiken ben stel u dat niet voor! Ik bezit een door uw zoon geteekende verklaring, dat hij de rechtmatige eigenaar van den bra celet is." „Die verklaring zal u niet baten, Mr. Hen line, want u weet beter. Bovendien verga loppeerde u zich door den datum van 6 Augustus te noemen en. te kennen te geven, van het voorgevallene op „Dragon's Castle" op de hoogte te zijn. De justitie zal vragen, waarom u het zoo lang onder u hield." „Alweer mis. De ware toedracht werd me pas gisteravond bekend. Na ontvangst van uw brief pleegde ik overleg met Russell. Hij vertelde hoe de vork in den steel moet zit ten. Helaas, Mr. Sullivan, óók deze vlieger gaat niet op!" „U hebt wél uw best gedaan, u naar alle kanten te lekken! Natuurlijk!" Sullivan lachte schamper. „Met een adviseur van de kwaliteiten als Mr. Russell De advocaat liet het masker vallen. Hij zei scherp: „Van welke kwaliteiten jij meer dan eens gebruik maakte! Hang niet den rechtschapene uit, zeg! Als Je Henline tot de publicatie dwingt, zal in Ranso.ae anders over den in eigen oog zoo voortreffelij ken Sullivan worden geoordeeld!" „Ik had je allang verzocht mijn kantoor te verlaten, Russell, als er nog niet een kwestie was waarbij je tegenwoordigheid niet kan worden gemist. Houd je tot dien tijd buiten de besprekingen." Sullivan zag Henline aan. „U had het over het oplaten van vliegers. Ik vind niet, dat u er tot nu toe gelukkig mee was!" .(Wordt vervolgd)., j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5