Mussolini spreekt MAANDAG 24 FEBRUARI 1941 No. 24821 Onderwijs in het Nederlandsch wordt hervormd Controle op benoemingen van leerkrachten Verduisteren: 8Isle Jaargang Prof. Van Dam over de moeilijkheden te Leiden en Delft Vanmiddag rede van den Fuehrer Overtuigd van de overwinning 19.09 uur 8.37 uur EERSTE BLAD Feiten van den dag LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES 32 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad zijn gevestigd. Andere advertenties 37 ets. per regel. Minimum 5 regels. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. - Incassokosten volgens postrecht. „Kleine Advertenties" (hoogstens 30 woorden) uitsluitend bij vooruitbetaling, alleen 's Woensdags en 's Zaterdags 55 ets. - Voor toezending van brieven wordt 10 ets. berekend. Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden2.35 per weekƒ0.18 Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.) De secretaris-generaal van het depar tement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, prof. dr. J. van Dam, heeft gisteren een radiorede ge houden waarin hij zeide dat het, wat de positie van het Nederlandsch betreft, de bedoeling is, dat aan onze moeder taal in onderwijs, wetenschap en cul tuur een belangrijker plaats wordt toe gekend dan thans het geval is, kortom, de plaats, die de moedertaal verdient en die zij bij vele andere volken bekleedt. In voorbereiding is daarom een hervor ming van het onderwijs in het Neder landsch aan onze scholen. Daarbij zal het aantal uren worden uitgebreid, waardoor het vak meer nadruk krijgt, vooral ook doordat het onderwijs door een zorgvuldig overwogen handleiding zal worden geregeld. Deze zal, met be houd van een groote soepelheid, die aan den onderwijzer de mogelijkheid waar borgt, eigen inzicht te volgen, zekere lijnen trekken, waarlangs dit onderwijs zich moet ontwikkelen om de kennis van en de liefde tot de moedertaal en de daarin uitgedrukte cultuurwaarden te versterken. Wij weten allen, dat onze taal thans nog sterker dan vroeger is blootgesteld aan het gevaar van een verandering en daartegen moet het onderwijs waken. In verband daarmede heb ik aldus spreker het plan ontworpen tot stichting van een we tenschappelijk middelpunt voor de studie van de Nederlandsche taal en heem kunde, dat tegelijk ook invloed kan uit oefenen op de ontwikkeling van onze moe dertaal en het onderwijs daarin. HET SPELLINGVRAAGSTUK. Velen hebben ook den wensch uitge sproken, dat het spellingvraagstuk zou worden opgelost. Het is niet eenvoudig, na alles, wat er op dit gebied is gebeurd maar ik heb toch hoop, dat het mij zal gelukken, tenminste de kloof tusschen de schoolspelling en de officieele spel ling te doen verdwijnen. CONTROLE OP BENOEMINGEN. Een tweede onderwerp zal door vele Ne derlanders met eenig wantrouwen worden ontvangen. Het gaat over versterking van den invloed van den staat op het onderwijs. Ik betreed hier een terrein vol voetangels en klemmen. De staat heeft betrekkelijk geringen invloed op het lager onderwijs en beperkt zich er toe, toezicht te houden en het geld te betalen. De tegenwoordige situ atie van ons land, de onrust onder ouderen en jongeren en het feit, dat ook de jeugd zich meer dan vroeger voor de politiek interesseert, maakt het noodzakelijk, dat de overheid ten minste de mogelijkeid moet bezitten, zonder van het minder aangename instrument der politie gebruik te maken, een zeker toezicht op het onderwijzend per soneel uit te oefenen. Daarom is er o.a. een verordening in voorbereiding, die controle op de benoemingen voorschrijft, niet door het benoemingsrecht aan den staat te trek ken, maar door een goedkeuringsrecht op benoemingen in te voeren of bij de uni versiteiten door invoering van de be krachtiging van de benoemingen door het Nederlandsche bestuur. Wat de universiteiten betreft, ook daar moet gestreefd worden naar een ver sterking van het centrale gezag. Het reglement, dat voor onze rijksuniversi teiten en hoogescholen geldt, houdt eigenlijk in het geheel geen rekening met een studentenwereld in onrust. De daarvoor noodige maatregelen zijn veel te moeilijk te nemen. Er is dan ook een verordening in voorbereiding, die aan den rector, den president-curator, het college van rector- en assessoren en in laatste instantie aan den secretaris generaal, een grootere bevoegdheid geeft en daarmede de mogelijkheid schept, de catastrofe van Leiden en Delft te vermijden. Twee kwesties staan thans in het middel punt van het hooger onderwijs: die van Delft en Leiden en die der Joodsche stu denten. Wat de laatste betreft, is het over bodig het standpunt van de Duitsche bezet ting nog weer eens uiteen te zetten. Ik heb daarom gemeend goed te doen, in mijn be sprekingen over deze kwestie de belangen van de toekomstige Joodsphe studenten voorloopig op te offeren aan die van de thans studeerenden en ik heb dan ook een toezegging ontvangen, die zoodanig luidt, dat een aanzienlijk deel van de thans stu deerenden de gelegenheid zal krijgen, hun studie te voltooien. Eén maatregel^ moet ik nog even toelichten, die van het verbod voor niet-ingeschreven Joodsche studenten om zonder toestemming van het departe ment examen te doen. Hij heeft ten doel te beletten, dat iemand een studie gaat be ginnen, zonder zich te laten inschrijven, wat bij enkele faculteiten mogelijk is. Wie regelmatig ingeschreven geweest is, behoeft niet te vreezen, niet tot een examen te wor den toegelaten, ook al zou hij in dat examenjaar zelf niet ingeschreven geweest zijn. In dit verband wijs ik met nadruk op de wenschelijkheid, dat de rust aan de uni versiteiten gehandhaafd blijft. Daar is nu uit Leiden een betreurenswaardig feit te vermelden. Enkele dwazen of kwaadwilli gen hebben deze week in Leiden een soort ultimatum aangeplakt, dat de heropening der universiteit eischt. Iedereen kan be grijpen, dat dit de slechtste weg is om dit doel te bereiken. Dan nog enkele speciale onderwij sbelan- gen. LICHAMELIJKE OPVOEDING. Het onderwijs in de lichamelijke opvoe ding, dat op 1 Januari aan alle lagere scho len verplicht is gesteld, heeft mijn volle belangstelling. Binnenkort zal, hoop ik, een regeling tot stand komen, die aan alle onderwijzers, die dit onderwijs geven, de zoozeer gewenschte leiding en instructie waarborgt. Bij de onderwijzersexamens zullen voortaan speciale gecommiteerden.be- zitters van de acte m.o. gymnastiek, toezicht op de examens in het vak lichamelijke oefening houden. Zij, die een niet voldoende examen in dit vak afleggen, zullen niet meer de bevoegd heid krijgen om dit vak te onderwijzen. Hierdoor wordt bereikt, dat alleen aan hen, die bekwaam zijn, de bevoegdheid zal worden uitgereikt en dat niet, zoo als thans, de bevoegdheid voor licha melijke oefening kan worden verleend op grond van prestaties in de z.g. in- tellectueele vakken, terwijl de geëxami neerde volkomen onbekwaam is dit vak te doceeren. SCHOOLZWEMMEN. Verder baart het ons groote zorg een weg te vinden, om alle schoolkinderen tot het zwemmen te brengen, want zoowel uit ge zondheids- als uit veiligheidsoogpunt zoo zeer gewenscht is. De opleiding van de leerkrachten voor het lager onderwijs heb ik al op één punt besproken. Ook verdere verbeteringen zijn in voorbereiding; in de eerste plaats de zoo lang gewenschte verlenging van de studie aan de kweekschool tot vier jaren. Wel zul len velen nog niet tevreden zijn, maar in ieder geval is nu bereikt, dat de toekom stige onderwijzer zich in grootere rust want een uitbreiding van de leerstof ligt niet in de bedoeling voor de theorie en practijk van zijn vak kan voorbereiden. Dientengevolge zal er in 1942 geen on derwijzersexamen worden gehouden, be halve dan voor die ongelukkigen, die in 1941 mochten worden afgewezen. Bij het kweekschool-eindexamen zal het schrifte lijk werk voor alle candidaten gelijk zijn. Het zal gelijk zijn aan het schriftelijk werk voor het staatsexamen voor onderwijzer. Maar ook de opleiding van de leeraren voor het voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs heeft mijn volle aandacht. Ook deze moet m.i. dringend op het punt van het paedagogische worden verbeterd. De plannen van het departement op dit punt zijn echter nog niet afgesloten. Tenslotte de sociale positie van den be- Ter gelegenheid van den oprichtings- dag der partij zal de Fuehrer vanmid dag om 5 uur een rede houden, welke over alle Duitsche radiostations zal worden uitgezonden. zitter van de onderwijzersacte in verband met de veelbesproken leerlingenschaal: Beide worden tegelijk verbeterd. Deze leerlingenschaal-verbetering be- teekent, dat gezien de schoolbevolking van dit oogenblik er terstond ongeveer 2000 onderwijzersplaatsen meer te vervul len zijn. 2650 ONDERWIJZERSPLAATSEN TE VERVULLEN. Verder mag er op gerekend worden, dat er in 1942 nog verscheidene hon derden plaatsen bijkomen. Het is n.l. een bekend verschijnsel, dat de ge meente- en schoolbesturen hun leer lingen zoo over de scholen weten te verdeelen, dat de gemiddelde school bevolking zich vlak bij een grensgetal beweegt. De practijk heeft uitgewezen, dat er in normale omstandigheden 1/3 van de nieuwe onderwijzersplaat sen bijkomen. Misschien zal dit thans door het z.g. stopwetje iets minder zijn, maar ik meen er niettemin mede reke ning te mogen hóuden, dat er nog pl.m. 650 onderwijzersplaatsen meer vacant zullen komen dan de bovengenoemde 2000. In totaal zullen er dus naar mijn berekening ongeveer 2650 nieuwe, vas te onderwijzersplaatsen te vervullen zijn. DE LEERLINGENSCHAAL. De rijkscommissaris heeft mij opgedra gen, op de salarissen van de in commu- nauteit levende geestelijken 40 pCt. te kor ten. De maatregel is u al uit de krant be kend geworden. Hij zal bij sommigen ver zet, bij anderen begrip, bij. weer anderen zelfs tevredenheid opwekken. De bezoldi ging immers van de z.g. kloosterlingen is al vele ijaren ter sprake geweest. Het op Stefani meldt uit Rome: In het Teatro Adriano te Rome heeft Mussolini gistermiddag een rede gehouden voor de Romeinsche fasces. Op weg naar den schouwburg, waar de Duce over vijven aankwam, werd hij levendig toegejuicht door een geestdriftige menigte, die zich al geruimen tijd tevoren had opgesteld. In het Teatro Adriano, waar zich vele Italiaansche autoriteiten en ook de Duit sche ambassadeur bevonden, verwelkomde de federale secretaris van Rome den leider van den Italiaanschen staat. Mussolini zei hier gekomen te zijn om den pols van de fascisten te voelen en het stilzwijgen te verbreken, dat hem dierbaar is, vooral in oorlogstijd. We zijn niet sinds acht maanden in den oorlog. We zijn het al zes jaar, d. w. z. sinds die Februarimaand in 1935, bij den aanvang van het conflict met Abessynië. Toen kwam het beroep van Franco, waaraan wij ons niet konden ont trekken. Het was onze plicht te hulp te komen.' En in werkelijkheid zijn wij in oor log sinds 28 October 1922, toen wij in ver zet kwamen tegen de plutocratische, maco- nieke, kapitalistische wereld. In September 1939 stonden wij aan den vooravond van twee oorlogen. Wij konden niet wachten tot wij geheel gereed waren, want de geschiedenis greep ons bij de keel. Italië dwong onmetelijke vijandelijke strijd krachten tot werkloosheid. Toen Frankrijk gevallen was, bleef Engeland, vijand nr. 1, waartegen wij zullen strijden tot onzen laatsten druppel bloed. Italië moest op steeds grooter afstand steeds moeilijker oorlogen gaan voeren. Tijdens de vier eer ste oorlogsmaanden waren wij in staat den vijand zeer zware slagen toe te brengen. DE STRIJD IN LYBIË. Het door het fascisme heroverde Lybië werd steeds beschouwd als een zeer belang rijk strategisch punt. Tusschen 1 October 1937 en 31 Januari 1941 werden meer dan 14.000 officieren naar Lybië gezonden en meer dan 356.000 soldaten en er werden twee legers gevormd, het vijfde en het tien de. Ook werden 1900 van de nieuwste ka nonnen van alle kalibers naar Lybië gezon den met meer dan 15.300 machinegeweren, 11 millioen granaten, meer dan een milliard projectielen voor handvuurwapenen, 24.000 ton kleedingstukken en 759 pantserwagens. Deze cijfers toonen aan, dat aan de voor bereiding aandacht wordt besteed. De sol daten. die in het rijk strijden zonder hoop op versterkingen, zijn de afgelegensten, maar zij zijn ons het naast. Op 9 Dec. be gon de veldslag, die ons eenige dagen voor was en den vijand te Benghazi bracht. Wij liegen niet, zooals de Engelsche huichelaars Wij hebben met hardnekkigheid, vaak met woede weerstand geboden. Wij zullen steeds de waarheid spreken en elke vervalsching afwijzen. De gebeurtenissen van deze laat ste maanden hebben onzen haat slechts verscherpt, hetgeen noodzakelijk is. EEN KRACHTIG HERSTEL. Het laatste Engelsche bolwerk op den Balkan was Griekenland en Griekenland wilde geen afstand doen van de Britsche garantie. Het was noodzakelijk dit onder de oogen te zien en op dat punt was de over eenstemming tusschen alle verantwoorde lijke militairen volkomen. De Italiaansche soldaten in Albanië waren schitterend, zij schreven roemrijke bladzijden van legen darische beteekenis, die op de geheele we reld indruk maakten. De reeksen verliezen zijn hier groot. Weldra komt de lente en daarmee het mooie weer. Ook de Engelsche verliezen zijn aanzienlijk. Het is bespotte lijk te beweren, dat de Engelschen 2000 man verliezen hadden. Sinds 11 November zijn de oorlogsgebeurtenissen tegen ons geweest. Het is altijd zoo geweest. Rome verwoest Cartago en deed het van de wereldkaart verdwijnen. De kracht, waarmede wij ons herstel len, is ontzaglijk. De laatste veldslag heeft slechts beteekenis. De overwin ning van de spil is volstrekt zeker. En geland kan niet overwinnen. Wat er ook geschiedt, Italië zal tot aan het einde aan Duitschland's zijde mar- cheeren. Dit bondgenootschap tusschen twee volken en twee revoluties is be stemd om op deze eeuw zijn stempel te drukken. De samenwerking tusschen de beide gewapende machten is gegrond vest op kameraadschap en hartelijk heid. De Duitschers weten, dat Italië den druk van twee millioen soldaten en enorme lucht- en artillerie strijdkrachten doorstaat. De houding van de Duitsche soldaten op Sicilië en Lybië is volstrekt volmaakt en een sterk leger en een sterk volk waardig. DE STRIJDKRACHT VAN DE SPIL. De strijdkracht van Duitschland is niet verminderd, maar vermeerderd. Zijn ver liezen aan manschappen en materiaal zijn minimaal. In de eerste plaats ligt het bevel in de sterke handen van den Führer, die eerst gemeen soldaat was en naderhand aan zijn volk een hooge revolutionnaire vlucht wist te geven. In de tweede plaats is het Duitsche wa pentuig oneindig superieur aan het Engel sche. Indien men in de derde plaats Oost Europa in vogelvlucht beschouwt dan is het vrijwel geheel tegen Engeland. In de vierde plaats heeft in tegenstelling tot den oorlog van 19141918 het Engel sche blok in het geheel geen beteekenis. In de vijfde plaats is het moreel van de volken van de spil superieur aan dat van de Engelschen. De spil strijdt voor de over winning. Engeland om in het leven te blij ven. Het is idioot over een afzonderlijken vrede te spreken. Het is onmogelijk het moreel van het Italiaansche volk te ver zwakken, ondanks al die bombardementen op steden. Ten zesde staat Engeland alleen en roept Amerika dringend te hulp, maar het is noo- dig, dat deze hulp zoodanig is, dat zij de macht van Duitschland overtreft. Ten zevende: wanneer Engeland versla gen is, is de oorlog uit. Ten achtste heeft Italië een rol op het eerste plan. Zijn bewapening vermeerdert zich van dag tot dag, dank zij de offers van ziin arbeiders. ^en negende is Italië er trotsch op, dat het gewaagd heeft zich met Groot Brlt- tannië te meten. Volken worden groot in dien zij moed hebben. Ten tiende zouden de Engelsche legers om te kunnen overwinnen het vasteland moe ten overweldigen, waaraan geen enkele Engelschman ook maar denkt. De inleiding van de Vereenigde Staten van Amerika is gebaseerd op de leugens van een aanvaL van de spil op Amerika, een in val in Amerika is een belehelijke fantasie. In u heb ik tot het geheele Italiaansche volk willen spreken, dat voIk, dat werkt. Het fascistische Italiaansche volk verdient de overwinning en zal haar behalen, want het draagt de offers, waarvoor het gesteld wordt, met voorbeeldige waardigheid. De overwinning van Italië is vrede en recht vaardigheid. De rede van den Duce, die dikwijls on derbroken werd door toejuichingen en in drukwekkende ovaties, werd met een ont zaglijk geestdriftig gejuich opgenomen. GEESTDRIFTIGE BETOOGINGEN IN ITALIË. De rede van den Duce heeft overal in Italië en zijn overzeesche bezittingen groote geestdrift gewekt. Na de rede werden in vele plaatsen, zooals Florence, Napels, Ca tania, Cagliari, Savona en Tripolis, mar- schen door de straten gehouden, waarbij men geestdriftig betoogde voor Duce en Fuehrer (D.N.B.) deze wijze bespaarde geld komt natuur lijk uitstekend te pas dit is ook de be doeling van den rijkscommissaris voor de zoo lang gewenschte verbetering vaa de leerlingenschaal. Er is nu een regeling ontworpen, waarbij een eenmansschool tot 35 en een tweemansschool tot 75 leerlingen gaat. Daarna komt er voor iedere 45 kinderen een leerkracht bij, zoodat b.v. een zesmansschool, die vroeger ten minste 236 kinderen moest bevat ten, thans reeds bij 211 leerlingen kan worden gevormd. Daar in het volgende jaar de onderwij zersexamens, behalve voor de gezakten, uitvallen, komen er 1600 onderwijzers min der aan. Daar er ongeveer eenzelfde aan tal jaarlijks den dienst verlaat, zullen over twee jaar meer dan 4000 nieuwe krachten een plaats als onderwijzer kunnen vinden. Daarmede is aan de werkloosheid onder de onderwijzers grootendeels een eind gemaakt en kan het instituut van kweekeling met akte als zelfstandige leerkracht over twee jaren, door niemand betreurd, verdwijnen. Bovendien zal het aantal kweekscholen naar verhouding van de gebleken behoefte worden verminderd. Van dezen maatregel mag worden verwacht, dat er niet weer een groote werkloosheid onder de onder wijzers zal ontstaan. ONTSLAG VAN GEESTELIJKEN ALS SCHOOLHOOFDEN. Er volgt nog een maatregel, die in de kringen der r.-k. onderwijswereld met ge mengde gevoelens zal worden opgenomen. De rijkscommissaris heeft mij opgedragen, te bewerken, dat de geestelijken, die hoof den van r.-k. leekenscholen zijn, hun func tie neerleggen. Het gevolg van dezen maat regel zal zijn, dat er thans een groot aan tal hoofdenplaatsen, d.w.z. de hoogstbezol- digde plaatsen, voor leekenonderwijzers, en dat zal in verreweg de meeste gevallen be- teekenen, voor getrouwde onderwijzers, be schikbaar komt. De onbillijkheid, die daarin lag, dat de best bezoldigde betrek king voor een ongehuwde gereserveerd bleef, wordt dus daardoor weggenomen. Dit is uit sociaal oogpunt niet zonder beteeke nis. Ik hoop, aldus spreker, dat ik u den indruk heb gegeven, dat het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbe scherming niet stilzit, maar dat het zich, naast de beslommeringen, die de tegen woordige tijd meer in het bijzonder geeft, ook bezig houdt met Nederlandsche belan gen van algemeenen aard, met belangen die de toekomst van het Nederlandsche volk raken. Ik hoop, te gelegener tijd, u ook over onze werkzaamheden op het ge bied van wetenschap en cultuurbescher ming te kunnen berichten. van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op 7.34 uur en ging onder te 17.40 uur. J Dit Nummei bevat DRIE Bladen Binnenland Teeltuitbreiding voor den tuinbouw. (Binnenland, 2e Blad) De terugkeer van jhr. De Geer. (Binnenland, 2e Blad) Het vijfde lustrum van de Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten-vereeniging. (Binnenlad, 2e Blad) Buitenland Rede van den Duce te Rome. (Ie Blad) De strijd ter zee en in de lucht. (2e Blad) ZIE VOORTS „LAATSTE EERSTE BLAD. BERICHTEN"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 1