De spanningen in het
Verre Oosten
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 24 Februari 1941
Een Hondenleven
Eenige opheldering
LAND- EN TUINBOUW
ZAADPRIJSCOURANT
Zaadhandel W. SEGAAR Czn.
Uit de Rijnstreek
Uit Washington meldt het D.N.B.:
In de betrekkingen van de Ver. Staten
tot Japan meent men in politieke kringen
een lichte ontspanning te kunnen waarne
men, ondanks het feit, dat in de Ameri-
kaansche bladen de Japansche verwijten
inzake de Amerikaansche omsingelingspo
gingen tegen Japan weer groot worden op
gemaakt.
Deze lichte ontspanning wordt vooral toe
geschreven aan het onderhoud tusschen
president Roosevelt en den Japanschen
ambassadeur Nomoera. Hoewel over den in
houd van dit onderhoud geen bijzonderhe
den bekend zijn gemaakt, meent men thans
in politieke kringen te kunnen vaststellen,
dat de sfeer van- dit gesprek betrekkelijk
vriendschappelijk geweest is en de hoop
rechtvaardigt, dat een oorlog tusschen de
Ver. Staten en Japan, ondanks de bestaan
de belangentegenstellingen, vermeden kan
worden.
INTERVIEW MET JAPANSCHE GEZANT.
Het Turijnsche dagblad „Gazetta del Po-
polo" publiceert den inhoud van een inter
view met den Japanschen ambassadeur te
Rome, Horikiri, over actueele problemen.
Ten aanzien van de alarmeerende En-
gelsch-Amerikaansche própaganda ver
klaarde de ambassadeur, dat zij Japan kalm
om niet te zeggen, onverschillig laat. Enge
land bevindt zich in een uiterst moeilijken,
zoo niet wanhopigen toestand. Daarom be
hoeft men er zich niet over te verwonde
ren, dat het grijpt naar alle uitwegen der
propaganda om indruk te maken in Ame
rika. Japan heeft zijn onderdanen in de
Ver. Staten nooit aangeraden naar het va
derland. terug te keeren. Er is ook geen aan
leiding voor den terugkeer van Amerikaan
sche of Engelsche onderdanen uit Japan of
uit de door Japan bezette gebieden van
China. Japan heeft geenerlei aanvalsbedoe-
lingen. Amerika moet echter weten, dat
iedere daad, die het in een oorlog met de
spil zou kunnen verwikkelen, zou leiden tot
een conflict met Japan.
De. Japansche buitenlandsche politiek is
gebaseerd op de overeenkomsten van Ber
lijn. Het driemogendhedenpact is niet ge
sloten ten behoeve van een uitbreiding van
den oorlog, maar integendeel ten behoeve
van de vestiging van een duurzamen vrede.
De versterking van Guam en Samoa door
de Vereenigde Staten vormt voor Japan
geen bedreiging, aangezien deze strategi
sche punten zeer ver van de kusten van
Japan verwijderd liggen.
Amerika schijnt op het oogenblik onder
den druk te staan van de Britsche propa
ganda. Alles hangt thans af van de beslis
singen van Roosevelt.
Met Nederlandsch-Indië worden onder
handelingen gevoerd over de levering van
de voor Japan onontbeerlijke grondstoffen:
Rubber en Petroleum. Noch Engeland, noch
de Vereenigde Staten hebben het recht zich
daarin te mengen.
De wapenstilstandsonderhandelingen tus
schen Thailand en Indochina zijn kort on
derbroken om den beiden landen tijd te ge
ven. De kwestie zal stellig geregeld worden,
omdat zij thuishoort in het program van
de nieuwe orde, die Japan een leefruimte in
het Verre Oosten moet verzekeren. Deze
nieuwe orde is gegrondvest op het feit, dat
de wereld niet statisch kan blijven, zooals
Groot Brittannië en Amerika dat wilden.
Op een vraag betreffende de Japansche
betrekkingen met Rusland antwoordde de
ambassadeur dat die den laatsten tijd be
langrijk verbeterd zijn. Een handelsover
eenkomst tusschen Tokio en Moskou is in
het zicht.
Ten slotte verklaarde de ambassadeur,
dat hij een uitstekenden indruk heeft van
de houding van Italië. Het Italiaansche volk
toont een bewonderenswaardige discipline
en een onwrikbaar geloof aan de overwin
ning. De overwinning van de spil is zeker.
Een Amerikaansche inmenging kan den
gang van het conflict öp geenerlei wijze
veranderen. De Japanners zijn er van over
tuigd, dat de uren van Engeland geteld
zijn en dat een nieuwe groote tijd van
vrede, samenwerking en arbeid beginnen
zal. Japan is verheugd en trotsch daaraan
te kunnen medewerken.
THAILAND EN INDOCHINA.
Naar volgens Domei wordt gemeld, is de
kruiser „Lamotte Picquet" (7.249), het vlag-
geschip van de Fransche vloot in het Verre
Oosten te zamen met andere Fransche oor
logsschepen die te Saigon voor anker lagen,
uitgevaren in de richting van de Golf van
Siam.
Eveneens wordt vernomen, dat de Fransch-
Indochineesche legerautoriteiten, als uit
vloeisel van de op 21 Februari gehouden
vergadering van hooge autoriteiten, de ver
loven hebben ingetrokken van alle officie
ren en manschappen. Deze hebben het be
vel gekregen naar hun regimenten terug te
keeren. Op bedoelde bijeenkomst is tevens
besloten de oorlogsvoorbereidingen te her
vatten met het oog op het afloopen van
den wapenstilstand tusschen Thailand en
Indochina op 25 Februari.
AUSTRALIË's INVOER BEPERKT.
Volgens een bericht van de New York
Times ziet de Australische regeering zich
genoopt, den invoer nog sterker te beper
ken. De minister van handel, Page, heeft
gezegd, dat de bevolking van Australië van
het gebruik van zeer vele artikelen zal moe
ten afzien. Tabak, hout, zijde en katoen
kunnen niet worden ingevoerd. Het gebruik
van thee zal in de komende maanden ten
sterkste moeten worden beperkt. Australië
heeft zijn scheepsruimte noodig voor ladin
gen, die van belang voor de oorlogvoering
zijn, en zijn deviezen moet het bewaren
voor den aankoop van oorlogsmateriaal en
grondstoffen. (D.N.B.)
eerste onkosten invoering Gymnastiekon
derwijs; f. 8000.voor loonsverhooging
secretarie-personeel, in den vorm van 6 v0
duurtetoeslag op de salarissen tot f.1900
f2500.voor verhooging van den post
onderhoud straten enz.; f. 12000— wegens
het niet aantasten van de reserves der be
drijven, zooals op de concept-begrooting
was voorgesteld; f.3300.voor verhooging
van den post „onvoorzien". Dit beteëkende
een totale verhooging van de uitgaven met
een bedrag van f. 34.000.
Hiertegenover konden van de .nkomsten
de volgende posten opnieuw worden "'ast-
gesteld. De volgnummers 6, 7, 153 en 154
hebben betrekking op de uitkeeringen uit
het gemeente-fonds en de gemeentefonds-
belasting. Daar de gemeentefondsbelasting
komt«te vervallen, hadden deze begrootings-
cijfers alle waarde verloren. Volgens nieuw
ontvangen richtlijnen konden deze cijfers
thans opnieuw worden vastgesteld. Som
mige lager, doch andere hooger. Aan meer
dere inkomsten kon worden geraamd
f26.500.—. De verhooging der opcenten op
de personeele belasting geeft een meerdere
opbrengst van f. 7800 zoodat door deze
meerdere, inkomsten de nieuwe uitgaven
konden worden gedekt.
L1SSE.
Opening der Huisbroeitenloonstelling.
Zaterdagmiddag werd in het Yereeni-
gingsgebouw aan de Beekbrug de huis-
broeiteni-oonsteHing geopend hetgeen ge
schiedde door wetli. P. Warmerdam Cz.,die
wegens verhindering van den burgemees
ter het woord voerde. Wethouder Warmer
dam memoreerde de omstandigheden waar
onder thans door de deelnemers gewerkt
moest worden, n.l. de brandstoffenschaarste
en bracht een woord van lof aan den di
recteur en de leden der commissie de hee
ren Boekei en Dames. De jury, aldus spr.,
heeft een zware taak gehad om een juist
en rechtvaardig oordeel te vellen bij ver
schillende inzendingen.
Na de tentoonstelling waardeerend be
sproken te hebben, verklaarde spr. deze
voor geopend.
Hierna volgde een rondwandeling. De in
zendingen waren keurig opgesteld. De
jury bestaande uit de heeren K. Verdegaal.
L. Romijn en A. Th. v. Werkhoven kende
den wisselbeker voor de tweede maal toe
aan J. van Beek Hz., terwijl de 2e prijs
weid toegekend aan Alb. v. d. Poll, 2e J. v.
d Voort. 4e A. Trompert en 5e Th. Mens.
Voor de vrije inzendingen werden de prij
zen als volgt toegekend.
Hyacinthen: le pr. A. Grimbergen Gz.,
2e H. Hoogervorst. Az„ 3e J. v. d. Voort Sr.,
4e M van Steijn, 5e Cor Bakker.
Tulpen: le pr. H. Hoogervorst Az., 2e J.
van der Voort Az., 3e Ant. Meeuwissen, 4e
P. Meus, 5e A. v. d. Poll, 6e Cor Bakker, 7e
A. Trompert. i
Narcissen: le pr. H. Hoogervorst, 2e J. v.
d. Voort, 3e Th. Mens, 4e N. Vervoorn, 5e
P. Mens, 6e Ant. Meeuwissen, 7e A. Grim
bergen, 3e A. Trompert.
Crocussen: le pr. A. Grimbergen, 2e Cor
Bakker, 3e J. v. d. Voort Sr.
Een woord van-lof aan de Commissiele
den, de heeren Boekei en Damen voor de
vele werkzaamheden bij de controle.
NOORDWIJK.
BLOEMENTENTOONSTELLING
„HUKASCH" 1941.
Talrijke fraaie inzendingen.
Gistermorgen is in de N.V. Konijnenburg
en Mark aan den Offemweg, de 16de Bloe
mententoonstelling van de „Hukasch" ge
opend. Ingeleid door kapelaan Abeln sprak
de heer Borsboom, deken van Noord wijk,
een hartelijk openingswoord. Spr. dankte
hen, die tijd noch moeite spaarden, om
deze tentoonstelling te doen slagen.
De heer Caspers dankte den deken voor
diens hartelijke woorden, kapelaan Abeln
voor zijn bemiddeling, burgemeester v. d.
Mortel en diens echtgenoote, alsmede de
wethouders en den secretaris den heer B.
Ike voor hun tegenwoordigheid. Vervolgens
de arrangeurs, de juryleden en de N.V. Ko
nijnenburg en Mark voor de. beschikbaar
stelling van het gebouw. De jury, bestaan
de uit de heeren J. van Schooten, J. C. v. d.
Meer en P. v. d. Meer Azn., had een moei
lijke taak.
De uitslag luidde: Huisbroei K. J, C.:
1. J. Onderwater, 2. P.Onderwater, 3. C.
Zonneveld, 4. W. Schelvis, 5. A. Caspers Gz.
6. C. v. d. Zalm, 7. A. Heemskerk, 8. B.
Steenvoorden, 9. P. v. Dijk, 10. W. Smit Gz.
Huisbroei St. Jos. Gezellen:
1. W Peschier.
Huisbroei Kath. Volksbond:
1. A. v. d Poel, 2. J. v. d. Zalm, 3. J. v.
Abswoude, 4. Mej. Luijckx, 5. W. Schelvis,
6. W. P. v. d. Ham.
Kasbroei R. J. C.:
1. Jac. de Mooij, 2. J. Compier, 3. G. Cas
pers Alb.z.
St. Jos. Gezellen-kasbroei:
1. G. Vink Gz., 2. Jos Caspers Alb.z.
Huisbroei St. Jos. Gez. Bollen-vrije keus:
1. Theo de Ridder, 2. B. Mulder, 3. Adr.
Steenvoorden (kas), 4. P. v. Schie (kas), 5.
G. v. Rhijn.
Vrije inzendingen Huisbroei:
1. A. Hoek met lof, 1. J. v. Abswoude, 2.
Leo de Ridder, 3. Theo de Ridder, 4. Fr.
Caspers, 5. P. Hoogervorst, 6. B. Mulder, 7.
Mej. A. v. Dijk.
Kasbroei:
1. G. Vink Gz.. 2. Jac. de Mooij, 3. A. Vink
Gz., 4. C. Heemskerk Hz.
De prachtige tentoonstelling mocht zich
gisteren reeds in een druk bezoek verheu
gen!
WINTERBLOEIERS.
Het zijn onder de kamerplanten vooral
bovengenoemde, welke onze bijzondere aan
dacht vragen. Door den aanhoudenden win
ter zijn we aangewezen op de huiskamer
en alles wat'kan helpen daar fleur en kleur
aan Ee brengen is nu van dubbele waarde.
Het is vooral de droge kameratmosfeer,
welke de vrij teere gewassen nadeel doet.
Droge kachelwarmte doet stof ontstaan en
dit dient zooveel mogelijk van de bladeren
te worden verwijderd, zoo mogelijk met be
hulp van een zachte spons met lauw water.
Zijn de bladeren te klem hiervoor dan kan
men deze met een klein spuitje dagelijks
nat maken. Een en ander is de beste be
strijding van verschillende luizensoorten.
De beste plaats is vooral de vensterbank,
dus goed in het licht en ver van de kachel.
Wanneer 's avonds wordt gesloten dient
men de potten weg te nemen om geen risicp
van bevriezen te loopen. Een verrassing iii
den winter blijft altijd, de Clivia. Met
vreugde ontdekken we steeds de dikke
bloemknop tusschen de zwaardvormige
bladeren en deze plant wordt nu extra be
handeld om zooveel mogelijk van den bloei
te profiteeren. Hielden we tot nog toe de
aarde aan den drogen kant, nu zetten we den
pot eenigen tijd in lauw water om de aard
kluit en den pot zelf flink te doen doortrek
ken van vocht. Goed in het licht geplaatst
zal de bloem, zich geregeld ontwikkelen,
waartoe we nog kunnen meewerken door
éénmaal in de veertien dagen een weinig
in water opgeloste bloemenmest te geven.
Hierbij wordt niet sterker gemest dan de
gebruiksaanwijzing voorschrijft. Het zal wel
niet noodig" zijn er voor te waarschuwen,
de bladeren met boenwas op te wrijven om
ze mooi glimmend te maken, zooals een
lezeres eens had gedaan en toen tot de
ervaring moest komen dat de Clivia ging
kwijnen.
De lezer begrijpt dat op die wijze de
huidmondjes, noodig voor o.a. de ademha
ling verstopt raken en de plant in letter
lijken zin stikt. Ook wijzen we er nog op
dat het niets hindert wanneer de Clivia
enkele dikke wortels aan de oppervlakte
maakt. Dit gewas heeft bij voorkeur een pot
aan den kleinen kant omdat anders de aar
de gemakkelijk verzuurt. Om het andere jaar
kan worden volstaan met het geven van
nieuwe aarde en zoo noodig een grooteren
pot. Neemt men niet de bijgegroeide zij-
scheuten weg dan vormt zich een groepje
van planten, welke later niet zelden tegelijk
bloeien. Planten met drie en meer bloem
takken zagen we meermalen'bij liefhebbers.
Zulke bossen zet men vaak in kleine
kuipjes.
Na den bloei de bloem geheel verwijde
ren, dus geen zaad laten vormen. Dit put
sterk uit, terwijl het zaad warm dient ge-
Onze prijscourant 1941 is verschenen.
Op aanvraag gratis verkrijgbaar.
DIEFSTEEG no. 8 - TELEF. no. 21195.
7.656 (Ingez. Med.)
zaaid, waarvoor een regelmatig verwarmde
kas noodig is.
Een eerste klas winterbloeier is tevens de
Cyclamen. Een sterk gewas, waarvan men
meerdere jaren plezier kan beleven. Meer
dere weken tooit de plant zich met heider-
gekleurde bloemen, welke laatste vooral in
een matig verwarmd vertrek lang goed
blijven. De laatste knop komt tot ontwik
keling en uitgebloeide bloemen doet men
het best met den geheelen vleezlgen bloem
steel uit te trekken. Bekend is, dat water
wordt gegeven in een diepen schotel,
waarin de plant wordt geplaatst: boven op
dc aarde gieten doet den knol niet zelden
rotten. Er dient op gelet, dat de pot niet
steeds in het water staat, dit dient dus
eerst te worden opgezogen vóór opnieuw
wordt gegoten. De potaarde krijgt anders
gebrek aan luoht en zal verzuren. Na den
bloei houdt men de plant koel, liefst zelfs
ongestookt en geeft zeer matig water. De
bladeren zullen langzaam afsterven ten
teeken, dat de knol in rust gaat. Half Mei
zet men den pot buiten, een weinig in de
schaduw en na een paar weken worden
nieuwe bladeren gevormd. Dan wordt
nieuwe aarde gegeven of wel men houdt
met behulp van vloeimest de plant op
kracht. Eind September gaat de pot naar
binnen, waar zich gedurende najaar en'
winter bloemen zullen ontwikkelen.
De Azalea indica is eveneens bijzonder
gesohikt in dezen tijd ons vertrek op te
vroolijken. Dit gewas bloeit meerdere we
ken, vooral in een niet te warm vertrek
en de kleuren zijn ongemeen helder en
aantrekkelijk. Vooral droge kamerlucht
doet dit gewas veel kwaad, de kleine
blaadjes vallen dan af. Dus ver van de
kachel plaatsen en de kamer dagelijks
eenigen tijd luchten. Behalve dat de aarde
geregeld vochtig wordt gehouden, worden
de blaadjes met een fijne spuit met lauw
water dagelijks bevochtigd.
Na den bloei de bloemresten geheel weg
nemen en de plant in een ongestookt ver
trek plaatsen is aan te bevelen. Vanaf haïf
Mei kunnen deze gewassen op een zonnige,
voor wind beschutte plaats in den tuin ge
bracht, met den pot in den grond gegraven.
Bij droog weer wordt geregeld gegoten,
vooral over de bladeren. Om de drie weken
bloemenmest geven, in water opgelost, is
van belang. Om het andere jaar wordt
nieuwe aarde en een grootere pot gegeven.
Velen liefhebbers gelukt het op deze manier
de planten meerdere jaren in bloei te
krijgen.
zijnde Fragmenten
uit het Dagboek
van een Teckel,
den Baas toegeblafi
XI.
MIJN SLECHTER IK.
Van vele tegenwerkende invloeden in mijn
leven ben ik op den duur verlost geraakt.
Daar was bijvoorbeeld onze eigen auto, die
in' een hok naast het huis woont. Ik heb er
nooit met pleizer in gezeten, maar dat was
het ergste niet. Veel meer hinder ondervond
ik van zijn hebbelijkheid, altijd achter
waarts er uit te gaan. Een jekke gewoonte;
pas later $ieb ik begrepen, dat het ding dit
deed omdat het te dik was om zich eerst
behoorlijk in zijn hok om te draaien. Maar
stel u voor dat menschen en dieren achter-
Uit gingen wandelen! Het lastige was hier
bij dat ik vaak net voer de garage of tus-
sohen de palen van het hek zat als dat
brommende monster er op uit wou. Dan
was ik te dichtbij i-t de Baas of de Vrouw,
of wie het ook bestuurde, mij door het ach
terruitje kon zien. En vaak was ik dwaas
genoeg, het auto-gebrom met teckel-gebrom
te beantwoorden en te blijven zitten.. Dat
heeft mij een paar harde klappen gekost.
In later jaren ben ik wijzer geworden en op
het laatste oogenblik opzij gegaan, maar al
tijd met ergernis. Er zijn oogenblikken in
het leven van een teckel, dagelijks voorko
mende oogenblikken, waarop het eenveudig
ondenkbaar is te komen als je geroepen of
v/eg te gaan als.je verdreven wordt. Dat is
cc eigenzinnigheid van het ras, zooals ze
zeggen. Maar die bestaat al zooveel eeuwen,
dat er best wat rekening mee gehouden kan
worden. Dat domme dikke beest van een
auto heeft dit nooit gedaan. En zelfs de
Mensch doet het toch vaak! Heb je mij niet
verteld. Baas, van dien houtvester die voor
voor het gemak al zijn zes kleine teckels
maar Waldi genoemd had, omdat zij toch
niet kwamen, als hij ze riep? En geef je zelf,
om te zwijgen van je familieleden, het met
vaak schouderophalend met mij op, als ik
maar niet in beweging wil komen? Mijn
treurige blik moet je duidelijk maken dat
het ras op zulke momenten sterker is dan
mijn beste bedoelingen: het wil mij een
voudig geen poot laten verzetten.
De auto heeft daarmee nooit rekening wil
len houden en dus is het niet zonder leed
vermaak dat ik waarneem, dat hij al sinds
langer dan een half jaar geen poot meer
heeft kunnen verroeren en geen gebrom
kunnen uiten. Hij schijnt morsdood te we
zen. Onlangs ben ik vlak achter hem in
slaap gevallen en werd met een schrik wak
ker. Vroeger zou hij mij zeker vermoord
hebben als ik zooiets gewaagd had. Maar
nu lachte ik meteen om mijn eigen schrik.
Hij kan immers niets meer beginnen.
Mijn tweeden huisvijand, de blaasbalg,
heb ik stuk gebeten. Je hebt vaak gezegd,.
Baas, dat ik er wel meer van zou weten dat
dat ellendige ding kapot was, en ik zal het
nu maar eerlijk toegeven. Ik heb het ge
daan. Wat heb je aan een storm in huis
Buiten zij., er al genoeg. En je jongste zoon
kon hem nooit op het vuur richten zonder
daarna op mij te mikken, net als ik mij
lekker warm en behaaglijk voelde.
De tuinslang_en de gieter hebben mij den
laatsten zomer rnlet veel last bezorgd. Het
regende zeker al genoeg; er was niet veel
werk voor ze. Maar die zal ik in de toekomst
in de gaten moeten blijven houden.
En alle dieren in de buurt hebben een ge
past ontzag voor mij gekregen. Ook de Ghow
sinds wat ik u onlangs vertelde. Alleen de
bouvier blijft een bezwaar, maar meestal is
hij te lui en te slaperig.
Onlangs kwam er een jonge kat bij ons
binnenloopen die zioh hier nota bene vesti
gen wou. Eerst laohte ik er om, want het
kleine ding zag er zoo mal uit: bovenste
helft zwart, onderste wit, dus heel onprac-
tisdh, en een witte punt aan zijn staart.
Maar toen ik merkte dat het blijven wou,
heb ik het drie dagen lang zoo getergd dat
de Vrouw het blazende en krabbende on-
diertje aan die familie heeft overgedaan.
Nu trekt mijn zoon Tobias er dagelijks mee
op. Hij blaft dat het wel uit te houden is.
De jaren zullen hem anders leeren en als
hij er dan zelf niet van verlost weet te ra
ken, zal ik hem wel een pootje, of liever een
hapje, komen helpen. Grrri
Dus zou ik aardig met mijn tegenstanders
hebben afgerekend als mijn Slechter Ik er
niet was. Dat heb ik daarnet niet op het
oog gehad, toen ik van de eigenzinnigheid
blafte. Die zit er nu eenmaal in en reikt
boven mijn macht. Met mijn Slechter Ik
bedoel ik alleen hetgeen ik zelf zou kunnen
beheerschen. Helaas lukt dat soms heele-
maal niet en zoo kwam ik onlangs weer tot
dat nachtje-aan-de-rol. dat je je zeker her
innert. Want het bekwam mij slecht.
Wat mij eigenlijk tot deze dwaasheid dreef
zou ik niet meer kunnen zeggen. Waren het
de reebruine oogen en de coquette kwispel
van het schipper-poedeltje Ninette, dat ik
in den vooravond het hof maakte en dat
mij steeds verder van huis lokte? Was het
de Roep van de Wildernis, die indertijd tot
mijn avontuurlijken tocht met James (den
Aberdeen) leidde, maar die bij het klimmen
der jaren nog maar zelden tot mij door
dringt? Of vervulden verlokkende en be
dwelmende geuren de lucht, hetgeen in mijn
geval wil zeggen: werd er ergens in de verte
een biefstuk gebakken? Ik weet het niet
meer. Veel weet ik niet meer van dien wil
den nacht; het moet uit mijn herinnering
verdreven zijn door den lichamelij'ken en
moreelen kater grrr! die er op volgde.
Slechts is mij een woest gevecht in het pik
kedonker, zeèr ver van huis, bijgebleven.
Wie eraan deelnamen was niet goed te zien:
het kunnen mijn medeminnaars in den
roman-Ninette geweest zijn, maar ook wel
andere dieren: katten en zelfs iets groots
met veeren, want die vlogen in de rondte.
Misschien kwamen ze uit een kussen dat in
een mand gelegen had. Iemand beet in mijn
oor, een ander in mijn nekvel, waarbij hij
mij"" wegsleurde. Ik wist niet tegen wien ik
vocht maar wel waarom. Het ging om lijfs
behoud en niets anders. Ik rukte mij los,
ontsnapte, onder dekking van de duisternis,
liep te woest door en viel ergens in ijskoud
water. Daarop zwom ik voor mijn leven,
kwam ergens uitgeput aan wal, doolde uren
in het donker rond en ging af en toe zitten
om mijn wonden te likken. Maar lang kon
dat niet, want mijn body dreigde te bevrie
zen. Eindelijk bereikte ik strompelend,
meer dood dan levend, ons huis en drie da
gen en drie nachten heb ik doodstil liggen
genezen, gekweld door pijn en wroeging,
want al dien tijd was er geen bewaking.
Zelfs blaffen ging niet. „Je bent een plicht-
vergeten hond, Tom," zei de Baas en het
sneed mij door de ziel.
Den vierden dag pas heb ik voorzichtig
BOSKOOP.
Jaarvergadering „Ziekenhuisverpleging",
Onder leiding van haar voorzitter mr. c.
M. Loef, vergaderde bovengenoemde ver-
eeniging in hotel „Neuf".
De voorzitter herdacht den overleden
geneesheer Dr. A. S. Kater, die den stoot
tot de oprichting der vereeniging gaf.
De secretaris de heer B. Kremer en de
penningmeester de heer D. de Bruijn
brachten hun jaarverslagen uit.
Het jaar 1940 was voor de vereeniging
gunstig geweest. Het ledental bleef gelijk;
weer kon een flinke som aan de reservé
worden toegevoegd.
Het voorstel tot verlenging van het oon-
tract met den controleerend geneesheer
werd aangenomen.
De drie aftr. bestuursleden de heeren A.
P. Bongers, Mr. C. M. Loef en C. van Veen
Gz., werden herkozen.
Het voorstel van de hoogere uitkeeringen
voor ligdagen te blijven geven voorloopig
voor het jaar 1941 werd aangenomen.
Een bestuursvoorstel naar aanleiding
van een verzoèk van den heer W. Trapman
om ook uitkeering te verstrekken ingeval
van besmettelijke ziekten, in den zin der
besmettelijke ziektenv/et, waarvoor opne
ming in een ziekenhuis noodzakelijk is, be
perkt tot' sporadische gevallen, waarvoor
per jaar een bedrag van ten hoogste f.250
is uit te trekken werd na discussie aange
nomen.
Ook het voorstel tot verlaging der pre
mie van het foto- en bestralingsfonds van
2 tot 1 cent per week en per verzekerde
werd aangenomen.
Tot leden der controlecommissie werden
benoemd de heeren D. Landhuyzen, J. van
Tol en J. van der Heiden. Hierop volgde
sluiting dezer geanimeerde vergadering.
Uitreiking Tuinbouw-diploma's.
Bij de eindles van den Tuinbouwcursus,
gehouden in de Rijkstuinbouwschool zijn
aan de volgende personen diploma's uitge
reikt met veel vrucht: C. P. Verbeij, G.
Kompeer en J. W. Streng, Boskoop en D.
van Roon te Reeuwijk; mej. L. J. Zwarten
dijk, Joh. Brand, Jos Straber en Alb. Syt-
zema, Boskoop en Th. G. Kooter en Jac.
Hassefras te Hazerswoude met vrucht.
KOUDEKERK AAN DEN RIJN.
Aanrijding.
Aan den Hondsdijk had een aanrijding
plaats, tusschen den personenwagen van
den heer B. uit Alphen aan den Rijn en
een melkwagen van den melkrijder E, B.
alhier. Het paard werd bij het uitwijken
schichtig van een putdeksel in den weg;
het sprong voor den auto en het lemoen
van den wagen ging door de ruit van den
auto. Het paard bekwam ernstige snijwon
den en is bij den veehouder B. gestald.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor
doch beide wagens hadden belangrijke ma-
terieele schade, welke onderling werd
regeld.
NIEUWVEEN.
Uitvoering „Inter Nos".
De Tooneelver. „Inter Nos", gaf een goed
geslaagde uitvoering in Hotel Schreude:
alhier. De voorzitter de heer W. de Boer
opende, waarna het gezelschap Bob Nel
son de goede stemming erin bracht. Opge
voerd werd de revue „Pieker maar niet".
Met een beschaafd en onderhoudend pro
gramma is men aangenaam bezig gehou
den. De ruime zaal van Hotel Schreuder
was geheel bezet.
WADDINXVEEN.
Weer normale schooltijden.
In onze gemeente is men heden tot de
gewone schooltijden weergekeerd, en wel
des morgens te 9 uur en des middags om
halftwee.
Onze vroegere plaatsgenoot de heer
C. A. Moons, thans pastoor te Zevenhoven,
is door den bisschop van Haarlem be
noemd tot pastoor te Noord-Scharwoude.
WOUBRUGGE.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Geertrui Janne, D, van G. Roos en
K. Horstman Hendrikus Leonardus, Z. van
W. J. van der Kroft en G. A. van Tol.
Getrouwd: Gerardus Scheepmaker 48 j. en
Anna Trijntje van der Eng 28 j.
Overleden: Kees Strookman, wed. van W van
der Neut 69 j. Huibert Kwakemaak, echtge
noot van E, van Rijn 65 j.
Opbrengst collecte Winterhulp.
De collecte voor de Winterhulp heeft f. 61,18
opgebracht.
Vergadering der Begrafenisverecniging
De begrafenisvereeniglng „De laatste eer'
hield een ledenvergadering. Uit de rekening er.
verantwoording van den penningmeester bleek,
dat over 1940 een batig saldo kon worden ge
boekt. De aftredende bestuursleden, de heeren
C. W. Anker en C. van Klaveren werden her
kozen. Aangenomen werd een voorstel om voor
het jaar 1941 bij de ereds beschikbaar gestelde
lijkkoets een volgrijtuig voor rekening van de
vereeniging te geven, waarna sluiting volgde.
poot na poot beproefd, eenige passen geloo-
pen en gemerkt dat er niets gebroken was.
Een schuchtere kwispel bewees dat ook
mijn staart'nog werkte, schoon niet feillcxw
en ietwat pijnlijk. Iemand scheen mij vlak
op de hielen gezeten te hebben. Verschillen
de kopwendingen lukten ook, blaffen deea
weinig pijn en toen ben ik een voorzichtig
wandelingetje gaan maken, even statig ais
eertijds de bejaarde teckel van den tram
directeur. Alles deed nog pijn, maar op
halve toeren werkte het toch weer. En daar
na at ik voor het eerst weer eens behoor
lijk. Ze zeiden thuis dat mijn ribben op een
afstand te tellen waren.
Zulke loeren droeit mij mijn Slechter ik.
En waarom zou ik huichelen? Er is nog eei
herinnering aan dien nacht, schoon een
vage: het eerste deel was bijzonder plezierig-
Nu heb ik alles bekend.
4—-3