De spanningen in het Verre Oosten LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Maandag 24 Februari 1941 Een Hondenleven Eenige opheldering LAND- EN TUINBOUW ZAADPRIJSCOURANT Zaadhandel W. SEGAAR Czn. Uit de Rijnstreek Uit Washington meldt het D.N.B.: In de betrekkingen van de Ver. Staten tot Japan meent men in politieke kringen een lichte ontspanning te kunnen waarne men, ondanks het feit, dat in de Ameri- kaansche bladen de Japansche verwijten inzake de Amerikaansche omsingelingspo gingen tegen Japan weer groot worden op gemaakt. Deze lichte ontspanning wordt vooral toe geschreven aan het onderhoud tusschen president Roosevelt en den Japanschen ambassadeur Nomoera. Hoewel over den in houd van dit onderhoud geen bijzonderhe den bekend zijn gemaakt, meent men thans in politieke kringen te kunnen vaststellen, dat de sfeer van- dit gesprek betrekkelijk vriendschappelijk geweest is en de hoop rechtvaardigt, dat een oorlog tusschen de Ver. Staten en Japan, ondanks de bestaan de belangentegenstellingen, vermeden kan worden. INTERVIEW MET JAPANSCHE GEZANT. Het Turijnsche dagblad „Gazetta del Po- polo" publiceert den inhoud van een inter view met den Japanschen ambassadeur te Rome, Horikiri, over actueele problemen. Ten aanzien van de alarmeerende En- gelsch-Amerikaansche própaganda ver klaarde de ambassadeur, dat zij Japan kalm om niet te zeggen, onverschillig laat. Enge land bevindt zich in een uiterst moeilijken, zoo niet wanhopigen toestand. Daarom be hoeft men er zich niet over te verwonde ren, dat het grijpt naar alle uitwegen der propaganda om indruk te maken in Ame rika. Japan heeft zijn onderdanen in de Ver. Staten nooit aangeraden naar het va derland. terug te keeren. Er is ook geen aan leiding voor den terugkeer van Amerikaan sche of Engelsche onderdanen uit Japan of uit de door Japan bezette gebieden van China. Japan heeft geenerlei aanvalsbedoe- lingen. Amerika moet echter weten, dat iedere daad, die het in een oorlog met de spil zou kunnen verwikkelen, zou leiden tot een conflict met Japan. De. Japansche buitenlandsche politiek is gebaseerd op de overeenkomsten van Ber lijn. Het driemogendhedenpact is niet ge sloten ten behoeve van een uitbreiding van den oorlog, maar integendeel ten behoeve van de vestiging van een duurzamen vrede. De versterking van Guam en Samoa door de Vereenigde Staten vormt voor Japan geen bedreiging, aangezien deze strategi sche punten zeer ver van de kusten van Japan verwijderd liggen. Amerika schijnt op het oogenblik onder den druk te staan van de Britsche propa ganda. Alles hangt thans af van de beslis singen van Roosevelt. Met Nederlandsch-Indië worden onder handelingen gevoerd over de levering van de voor Japan onontbeerlijke grondstoffen: Rubber en Petroleum. Noch Engeland, noch de Vereenigde Staten hebben het recht zich daarin te mengen. De wapenstilstandsonderhandelingen tus schen Thailand en Indochina zijn kort on derbroken om den beiden landen tijd te ge ven. De kwestie zal stellig geregeld worden, omdat zij thuishoort in het program van de nieuwe orde, die Japan een leefruimte in het Verre Oosten moet verzekeren. Deze nieuwe orde is gegrondvest op het feit, dat de wereld niet statisch kan blijven, zooals Groot Brittannië en Amerika dat wilden. Op een vraag betreffende de Japansche betrekkingen met Rusland antwoordde de ambassadeur dat die den laatsten tijd be langrijk verbeterd zijn. Een handelsover eenkomst tusschen Tokio en Moskou is in het zicht. Ten slotte verklaarde de ambassadeur, dat hij een uitstekenden indruk heeft van de houding van Italië. Het Italiaansche volk toont een bewonderenswaardige discipline en een onwrikbaar geloof aan de overwin ning. De overwinning van de spil is zeker. Een Amerikaansche inmenging kan den gang van het conflict öp geenerlei wijze veranderen. De Japanners zijn er van over tuigd, dat de uren van Engeland geteld zijn en dat een nieuwe groote tijd van vrede, samenwerking en arbeid beginnen zal. Japan is verheugd en trotsch daaraan te kunnen medewerken. THAILAND EN INDOCHINA. Naar volgens Domei wordt gemeld, is de kruiser „Lamotte Picquet" (7.249), het vlag- geschip van de Fransche vloot in het Verre Oosten te zamen met andere Fransche oor logsschepen die te Saigon voor anker lagen, uitgevaren in de richting van de Golf van Siam. Eveneens wordt vernomen, dat de Fransch- Indochineesche legerautoriteiten, als uit vloeisel van de op 21 Februari gehouden vergadering van hooge autoriteiten, de ver loven hebben ingetrokken van alle officie ren en manschappen. Deze hebben het be vel gekregen naar hun regimenten terug te keeren. Op bedoelde bijeenkomst is tevens besloten de oorlogsvoorbereidingen te her vatten met het oog op het afloopen van den wapenstilstand tusschen Thailand en Indochina op 25 Februari. AUSTRALIË's INVOER BEPERKT. Volgens een bericht van de New York Times ziet de Australische regeering zich genoopt, den invoer nog sterker te beper ken. De minister van handel, Page, heeft gezegd, dat de bevolking van Australië van het gebruik van zeer vele artikelen zal moe ten afzien. Tabak, hout, zijde en katoen kunnen niet worden ingevoerd. Het gebruik van thee zal in de komende maanden ten sterkste moeten worden beperkt. Australië heeft zijn scheepsruimte noodig voor ladin gen, die van belang voor de oorlogvoering zijn, en zijn deviezen moet het bewaren voor den aankoop van oorlogsmateriaal en grondstoffen. (D.N.B.) eerste onkosten invoering Gymnastiekon derwijs; f. 8000.voor loonsverhooging secretarie-personeel, in den vorm van 6 v0 duurtetoeslag op de salarissen tot f.1900 f2500.voor verhooging van den post onderhoud straten enz.; f. 12000— wegens het niet aantasten van de reserves der be drijven, zooals op de concept-begrooting was voorgesteld; f.3300.voor verhooging van den post „onvoorzien". Dit beteëkende een totale verhooging van de uitgaven met een bedrag van f. 34.000. Hiertegenover konden van de .nkomsten de volgende posten opnieuw worden "'ast- gesteld. De volgnummers 6, 7, 153 en 154 hebben betrekking op de uitkeeringen uit het gemeente-fonds en de gemeentefonds- belasting. Daar de gemeentefondsbelasting komt«te vervallen, hadden deze begrootings- cijfers alle waarde verloren. Volgens nieuw ontvangen richtlijnen konden deze cijfers thans opnieuw worden vastgesteld. Som mige lager, doch andere hooger. Aan meer dere inkomsten kon worden geraamd f26.500.—. De verhooging der opcenten op de personeele belasting geeft een meerdere opbrengst van f. 7800 zoodat door deze meerdere, inkomsten de nieuwe uitgaven konden worden gedekt. L1SSE. Opening der Huisbroeitenloonstelling. Zaterdagmiddag werd in het Yereeni- gingsgebouw aan de Beekbrug de huis- broeiteni-oonsteHing geopend hetgeen ge schiedde door wetli. P. Warmerdam Cz.,die wegens verhindering van den burgemees ter het woord voerde. Wethouder Warmer dam memoreerde de omstandigheden waar onder thans door de deelnemers gewerkt moest worden, n.l. de brandstoffenschaarste en bracht een woord van lof aan den di recteur en de leden der commissie de hee ren Boekei en Dames. De jury, aldus spr., heeft een zware taak gehad om een juist en rechtvaardig oordeel te vellen bij ver schillende inzendingen. Na de tentoonstelling waardeerend be sproken te hebben, verklaarde spr. deze voor geopend. Hierna volgde een rondwandeling. De in zendingen waren keurig opgesteld. De jury bestaande uit de heeren K. Verdegaal. L. Romijn en A. Th. v. Werkhoven kende den wisselbeker voor de tweede maal toe aan J. van Beek Hz., terwijl de 2e prijs weid toegekend aan Alb. v. d. Poll, 2e J. v. d Voort. 4e A. Trompert en 5e Th. Mens. Voor de vrije inzendingen werden de prij zen als volgt toegekend. Hyacinthen: le pr. A. Grimbergen Gz., 2e H. Hoogervorst. Az„ 3e J. v. d. Voort Sr., 4e M van Steijn, 5e Cor Bakker. Tulpen: le pr. H. Hoogervorst Az., 2e J. van der Voort Az., 3e Ant. Meeuwissen, 4e P. Meus, 5e A. v. d. Poll, 6e Cor Bakker, 7e A. Trompert. i Narcissen: le pr. H. Hoogervorst, 2e J. v. d. Voort, 3e Th. Mens, 4e N. Vervoorn, 5e P. Mens, 6e Ant. Meeuwissen, 7e A. Grim bergen, 3e A. Trompert. Crocussen: le pr. A. Grimbergen, 2e Cor Bakker, 3e J. v. d. Voort Sr. Een woord van-lof aan de Commissiele den, de heeren Boekei en Damen voor de vele werkzaamheden bij de controle. NOORDWIJK. BLOEMENTENTOONSTELLING „HUKASCH" 1941. Talrijke fraaie inzendingen. Gistermorgen is in de N.V. Konijnenburg en Mark aan den Offemweg, de 16de Bloe mententoonstelling van de „Hukasch" ge opend. Ingeleid door kapelaan Abeln sprak de heer Borsboom, deken van Noord wijk, een hartelijk openingswoord. Spr. dankte hen, die tijd noch moeite spaarden, om deze tentoonstelling te doen slagen. De heer Caspers dankte den deken voor diens hartelijke woorden, kapelaan Abeln voor zijn bemiddeling, burgemeester v. d. Mortel en diens echtgenoote, alsmede de wethouders en den secretaris den heer B. Ike voor hun tegenwoordigheid. Vervolgens de arrangeurs, de juryleden en de N.V. Ko nijnenburg en Mark voor de. beschikbaar stelling van het gebouw. De jury, bestaan de uit de heeren J. van Schooten, J. C. v. d. Meer en P. v. d. Meer Azn., had een moei lijke taak. De uitslag luidde: Huisbroei K. J, C.: 1. J. Onderwater, 2. P.Onderwater, 3. C. Zonneveld, 4. W. Schelvis, 5. A. Caspers Gz. 6. C. v. d. Zalm, 7. A. Heemskerk, 8. B. Steenvoorden, 9. P. v. Dijk, 10. W. Smit Gz. Huisbroei St. Jos. Gezellen: 1. W Peschier. Huisbroei Kath. Volksbond: 1. A. v. d Poel, 2. J. v. d. Zalm, 3. J. v. Abswoude, 4. Mej. Luijckx, 5. W. Schelvis, 6. W. P. v. d. Ham. Kasbroei R. J. C.: 1. Jac. de Mooij, 2. J. Compier, 3. G. Cas pers Alb.z. St. Jos. Gezellen-kasbroei: 1. G. Vink Gz., 2. Jos Caspers Alb.z. Huisbroei St. Jos. Gez. Bollen-vrije keus: 1. Theo de Ridder, 2. B. Mulder, 3. Adr. Steenvoorden (kas), 4. P. v. Schie (kas), 5. G. v. Rhijn. Vrije inzendingen Huisbroei: 1. A. Hoek met lof, 1. J. v. Abswoude, 2. Leo de Ridder, 3. Theo de Ridder, 4. Fr. Caspers, 5. P. Hoogervorst, 6. B. Mulder, 7. Mej. A. v. Dijk. Kasbroei: 1. G. Vink Gz.. 2. Jac. de Mooij, 3. A. Vink Gz., 4. C. Heemskerk Hz. De prachtige tentoonstelling mocht zich gisteren reeds in een druk bezoek verheu gen! WINTERBLOEIERS. Het zijn onder de kamerplanten vooral bovengenoemde, welke onze bijzondere aan dacht vragen. Door den aanhoudenden win ter zijn we aangewezen op de huiskamer en alles wat'kan helpen daar fleur en kleur aan Ee brengen is nu van dubbele waarde. Het is vooral de droge kameratmosfeer, welke de vrij teere gewassen nadeel doet. Droge kachelwarmte doet stof ontstaan en dit dient zooveel mogelijk van de bladeren te worden verwijderd, zoo mogelijk met be hulp van een zachte spons met lauw water. Zijn de bladeren te klem hiervoor dan kan men deze met een klein spuitje dagelijks nat maken. Een en ander is de beste be strijding van verschillende luizensoorten. De beste plaats is vooral de vensterbank, dus goed in het licht en ver van de kachel. Wanneer 's avonds wordt gesloten dient men de potten weg te nemen om geen risicp van bevriezen te loopen. Een verrassing iii den winter blijft altijd, de Clivia. Met vreugde ontdekken we steeds de dikke bloemknop tusschen de zwaardvormige bladeren en deze plant wordt nu extra be handeld om zooveel mogelijk van den bloei te profiteeren. Hielden we tot nog toe de aarde aan den drogen kant, nu zetten we den pot eenigen tijd in lauw water om de aard kluit en den pot zelf flink te doen doortrek ken van vocht. Goed in het licht geplaatst zal de bloem, zich geregeld ontwikkelen, waartoe we nog kunnen meewerken door éénmaal in de veertien dagen een weinig in water opgeloste bloemenmest te geven. Hierbij wordt niet sterker gemest dan de gebruiksaanwijzing voorschrijft. Het zal wel niet noodig" zijn er voor te waarschuwen, de bladeren met boenwas op te wrijven om ze mooi glimmend te maken, zooals een lezeres eens had gedaan en toen tot de ervaring moest komen dat de Clivia ging kwijnen. De lezer begrijpt dat op die wijze de huidmondjes, noodig voor o.a. de ademha ling verstopt raken en de plant in letter lijken zin stikt. Ook wijzen we er nog op dat het niets hindert wanneer de Clivia enkele dikke wortels aan de oppervlakte maakt. Dit gewas heeft bij voorkeur een pot aan den kleinen kant omdat anders de aar de gemakkelijk verzuurt. Om het andere jaar kan worden volstaan met het geven van nieuwe aarde en zoo noodig een grooteren pot. Neemt men niet de bijgegroeide zij- scheuten weg dan vormt zich een groepje van planten, welke later niet zelden tegelijk bloeien. Planten met drie en meer bloem takken zagen we meermalen'bij liefhebbers. Zulke bossen zet men vaak in kleine kuipjes. Na den bloei de bloem geheel verwijde ren, dus geen zaad laten vormen. Dit put sterk uit, terwijl het zaad warm dient ge- Onze prijscourant 1941 is verschenen. Op aanvraag gratis verkrijgbaar. DIEFSTEEG no. 8 - TELEF. no. 21195. 7.656 (Ingez. Med.) zaaid, waarvoor een regelmatig verwarmde kas noodig is. Een eerste klas winterbloeier is tevens de Cyclamen. Een sterk gewas, waarvan men meerdere jaren plezier kan beleven. Meer dere weken tooit de plant zich met heider- gekleurde bloemen, welke laatste vooral in een matig verwarmd vertrek lang goed blijven. De laatste knop komt tot ontwik keling en uitgebloeide bloemen doet men het best met den geheelen vleezlgen bloem steel uit te trekken. Bekend is, dat water wordt gegeven in een diepen schotel, waarin de plant wordt geplaatst: boven op dc aarde gieten doet den knol niet zelden rotten. Er dient op gelet, dat de pot niet steeds in het water staat, dit dient dus eerst te worden opgezogen vóór opnieuw wordt gegoten. De potaarde krijgt anders gebrek aan luoht en zal verzuren. Na den bloei houdt men de plant koel, liefst zelfs ongestookt en geeft zeer matig water. De bladeren zullen langzaam afsterven ten teeken, dat de knol in rust gaat. Half Mei zet men den pot buiten, een weinig in de schaduw en na een paar weken worden nieuwe bladeren gevormd. Dan wordt nieuwe aarde gegeven of wel men houdt met behulp van vloeimest de plant op kracht. Eind September gaat de pot naar binnen, waar zich gedurende najaar en' winter bloemen zullen ontwikkelen. De Azalea indica is eveneens bijzonder gesohikt in dezen tijd ons vertrek op te vroolijken. Dit gewas bloeit meerdere we ken, vooral in een niet te warm vertrek en de kleuren zijn ongemeen helder en aantrekkelijk. Vooral droge kamerlucht doet dit gewas veel kwaad, de kleine blaadjes vallen dan af. Dus ver van de kachel plaatsen en de kamer dagelijks eenigen tijd luchten. Behalve dat de aarde geregeld vochtig wordt gehouden, worden de blaadjes met een fijne spuit met lauw water dagelijks bevochtigd. Na den bloei de bloemresten geheel weg nemen en de plant in een ongestookt ver trek plaatsen is aan te bevelen. Vanaf haïf Mei kunnen deze gewassen op een zonnige, voor wind beschutte plaats in den tuin ge bracht, met den pot in den grond gegraven. Bij droog weer wordt geregeld gegoten, vooral over de bladeren. Om de drie weken bloemenmest geven, in water opgelost, is van belang. Om het andere jaar wordt nieuwe aarde en een grootere pot gegeven. Velen liefhebbers gelukt het op deze manier de planten meerdere jaren in bloei te krijgen. zijnde Fragmenten uit het Dagboek van een Teckel, den Baas toegeblafi XI. MIJN SLECHTER IK. Van vele tegenwerkende invloeden in mijn leven ben ik op den duur verlost geraakt. Daar was bijvoorbeeld onze eigen auto, die in' een hok naast het huis woont. Ik heb er nooit met pleizer in gezeten, maar dat was het ergste niet. Veel meer hinder ondervond ik van zijn hebbelijkheid, altijd achter waarts er uit te gaan. Een jekke gewoonte; pas later $ieb ik begrepen, dat het ding dit deed omdat het te dik was om zich eerst behoorlijk in zijn hok om te draaien. Maar stel u voor dat menschen en dieren achter- Uit gingen wandelen! Het lastige was hier bij dat ik vaak net voer de garage of tus- sohen de palen van het hek zat als dat brommende monster er op uit wou. Dan was ik te dichtbij i-t de Baas of de Vrouw, of wie het ook bestuurde, mij door het ach terruitje kon zien. En vaak was ik dwaas genoeg, het auto-gebrom met teckel-gebrom te beantwoorden en te blijven zitten.. Dat heeft mij een paar harde klappen gekost. In later jaren ben ik wijzer geworden en op het laatste oogenblik opzij gegaan, maar al tijd met ergernis. Er zijn oogenblikken in het leven van een teckel, dagelijks voorko mende oogenblikken, waarop het eenveudig ondenkbaar is te komen als je geroepen of v/eg te gaan als.je verdreven wordt. Dat is cc eigenzinnigheid van het ras, zooals ze zeggen. Maar die bestaat al zooveel eeuwen, dat er best wat rekening mee gehouden kan worden. Dat domme dikke beest van een auto heeft dit nooit gedaan. En zelfs de Mensch doet het toch vaak! Heb je mij niet verteld. Baas, van dien houtvester die voor voor het gemak al zijn zes kleine teckels maar Waldi genoemd had, omdat zij toch niet kwamen, als hij ze riep? En geef je zelf, om te zwijgen van je familieleden, het met vaak schouderophalend met mij op, als ik maar niet in beweging wil komen? Mijn treurige blik moet je duidelijk maken dat het ras op zulke momenten sterker is dan mijn beste bedoelingen: het wil mij een voudig geen poot laten verzetten. De auto heeft daarmee nooit rekening wil len houden en dus is het niet zonder leed vermaak dat ik waarneem, dat hij al sinds langer dan een half jaar geen poot meer heeft kunnen verroeren en geen gebrom kunnen uiten. Hij schijnt morsdood te we zen. Onlangs ben ik vlak achter hem in slaap gevallen en werd met een schrik wak ker. Vroeger zou hij mij zeker vermoord hebben als ik zooiets gewaagd had. Maar nu lachte ik meteen om mijn eigen schrik. Hij kan immers niets meer beginnen. Mijn tweeden huisvijand, de blaasbalg, heb ik stuk gebeten. Je hebt vaak gezegd,. Baas, dat ik er wel meer van zou weten dat dat ellendige ding kapot was, en ik zal het nu maar eerlijk toegeven. Ik heb het ge daan. Wat heb je aan een storm in huis Buiten zij., er al genoeg. En je jongste zoon kon hem nooit op het vuur richten zonder daarna op mij te mikken, net als ik mij lekker warm en behaaglijk voelde. De tuinslang_en de gieter hebben mij den laatsten zomer rnlet veel last bezorgd. Het regende zeker al genoeg; er was niet veel werk voor ze. Maar die zal ik in de toekomst in de gaten moeten blijven houden. En alle dieren in de buurt hebben een ge past ontzag voor mij gekregen. Ook de Ghow sinds wat ik u onlangs vertelde. Alleen de bouvier blijft een bezwaar, maar meestal is hij te lui en te slaperig. Onlangs kwam er een jonge kat bij ons binnenloopen die zioh hier nota bene vesti gen wou. Eerst laohte ik er om, want het kleine ding zag er zoo mal uit: bovenste helft zwart, onderste wit, dus heel onprac- tisdh, en een witte punt aan zijn staart. Maar toen ik merkte dat het blijven wou, heb ik het drie dagen lang zoo getergd dat de Vrouw het blazende en krabbende on- diertje aan die familie heeft overgedaan. Nu trekt mijn zoon Tobias er dagelijks mee op. Hij blaft dat het wel uit te houden is. De jaren zullen hem anders leeren en als hij er dan zelf niet van verlost weet te ra ken, zal ik hem wel een pootje, of liever een hapje, komen helpen. Grrri Dus zou ik aardig met mijn tegenstanders hebben afgerekend als mijn Slechter Ik er niet was. Dat heb ik daarnet niet op het oog gehad, toen ik van de eigenzinnigheid blafte. Die zit er nu eenmaal in en reikt boven mijn macht. Met mijn Slechter Ik bedoel ik alleen hetgeen ik zelf zou kunnen beheerschen. Helaas lukt dat soms heele- maal niet en zoo kwam ik onlangs weer tot dat nachtje-aan-de-rol. dat je je zeker her innert. Want het bekwam mij slecht. Wat mij eigenlijk tot deze dwaasheid dreef zou ik niet meer kunnen zeggen. Waren het de reebruine oogen en de coquette kwispel van het schipper-poedeltje Ninette, dat ik in den vooravond het hof maakte en dat mij steeds verder van huis lokte? Was het de Roep van de Wildernis, die indertijd tot mijn avontuurlijken tocht met James (den Aberdeen) leidde, maar die bij het klimmen der jaren nog maar zelden tot mij door dringt? Of vervulden verlokkende en be dwelmende geuren de lucht, hetgeen in mijn geval wil zeggen: werd er ergens in de verte een biefstuk gebakken? Ik weet het niet meer. Veel weet ik niet meer van dien wil den nacht; het moet uit mijn herinnering verdreven zijn door den lichamelij'ken en moreelen kater grrr! die er op volgde. Slechts is mij een woest gevecht in het pik kedonker, zeèr ver van huis, bijgebleven. Wie eraan deelnamen was niet goed te zien: het kunnen mijn medeminnaars in den roman-Ninette geweest zijn, maar ook wel andere dieren: katten en zelfs iets groots met veeren, want die vlogen in de rondte. Misschien kwamen ze uit een kussen dat in een mand gelegen had. Iemand beet in mijn oor, een ander in mijn nekvel, waarbij hij mij"" wegsleurde. Ik wist niet tegen wien ik vocht maar wel waarom. Het ging om lijfs behoud en niets anders. Ik rukte mij los, ontsnapte, onder dekking van de duisternis, liep te woest door en viel ergens in ijskoud water. Daarop zwom ik voor mijn leven, kwam ergens uitgeput aan wal, doolde uren in het donker rond en ging af en toe zitten om mijn wonden te likken. Maar lang kon dat niet, want mijn body dreigde te bevrie zen. Eindelijk bereikte ik strompelend, meer dood dan levend, ons huis en drie da gen en drie nachten heb ik doodstil liggen genezen, gekweld door pijn en wroeging, want al dien tijd was er geen bewaking. Zelfs blaffen ging niet. „Je bent een plicht- vergeten hond, Tom," zei de Baas en het sneed mij door de ziel. Den vierden dag pas heb ik voorzichtig BOSKOOP. Jaarvergadering „Ziekenhuisverpleging", Onder leiding van haar voorzitter mr. c. M. Loef, vergaderde bovengenoemde ver- eeniging in hotel „Neuf". De voorzitter herdacht den overleden geneesheer Dr. A. S. Kater, die den stoot tot de oprichting der vereeniging gaf. De secretaris de heer B. Kremer en de penningmeester de heer D. de Bruijn brachten hun jaarverslagen uit. Het jaar 1940 was voor de vereeniging gunstig geweest. Het ledental bleef gelijk; weer kon een flinke som aan de reservé worden toegevoegd. Het voorstel tot verlenging van het oon- tract met den controleerend geneesheer werd aangenomen. De drie aftr. bestuursleden de heeren A. P. Bongers, Mr. C. M. Loef en C. van Veen Gz., werden herkozen. Het voorstel van de hoogere uitkeeringen voor ligdagen te blijven geven voorloopig voor het jaar 1941 werd aangenomen. Een bestuursvoorstel naar aanleiding van een verzoèk van den heer W. Trapman om ook uitkeering te verstrekken ingeval van besmettelijke ziekten, in den zin der besmettelijke ziektenv/et, waarvoor opne ming in een ziekenhuis noodzakelijk is, be perkt tot' sporadische gevallen, waarvoor per jaar een bedrag van ten hoogste f.250 is uit te trekken werd na discussie aange nomen. Ook het voorstel tot verlaging der pre mie van het foto- en bestralingsfonds van 2 tot 1 cent per week en per verzekerde werd aangenomen. Tot leden der controlecommissie werden benoemd de heeren D. Landhuyzen, J. van Tol en J. van der Heiden. Hierop volgde sluiting dezer geanimeerde vergadering. Uitreiking Tuinbouw-diploma's. Bij de eindles van den Tuinbouwcursus, gehouden in de Rijkstuinbouwschool zijn aan de volgende personen diploma's uitge reikt met veel vrucht: C. P. Verbeij, G. Kompeer en J. W. Streng, Boskoop en D. van Roon te Reeuwijk; mej. L. J. Zwarten dijk, Joh. Brand, Jos Straber en Alb. Syt- zema, Boskoop en Th. G. Kooter en Jac. Hassefras te Hazerswoude met vrucht. KOUDEKERK AAN DEN RIJN. Aanrijding. Aan den Hondsdijk had een aanrijding plaats, tusschen den personenwagen van den heer B. uit Alphen aan den Rijn en een melkwagen van den melkrijder E, B. alhier. Het paard werd bij het uitwijken schichtig van een putdeksel in den weg; het sprong voor den auto en het lemoen van den wagen ging door de ruit van den auto. Het paard bekwam ernstige snijwon den en is bij den veehouder B. gestald. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor doch beide wagens hadden belangrijke ma- terieele schade, welke onderling werd regeld. NIEUWVEEN. Uitvoering „Inter Nos". De Tooneelver. „Inter Nos", gaf een goed geslaagde uitvoering in Hotel Schreude: alhier. De voorzitter de heer W. de Boer opende, waarna het gezelschap Bob Nel son de goede stemming erin bracht. Opge voerd werd de revue „Pieker maar niet". Met een beschaafd en onderhoudend pro gramma is men aangenaam bezig gehou den. De ruime zaal van Hotel Schreuder was geheel bezet. WADDINXVEEN. Weer normale schooltijden. In onze gemeente is men heden tot de gewone schooltijden weergekeerd, en wel des morgens te 9 uur en des middags om halftwee. Onze vroegere plaatsgenoot de heer C. A. Moons, thans pastoor te Zevenhoven, is door den bisschop van Haarlem be noemd tot pastoor te Noord-Scharwoude. WOUBRUGGE. Burgerlijke Stand. Geboren: Geertrui Janne, D, van G. Roos en K. Horstman Hendrikus Leonardus, Z. van W. J. van der Kroft en G. A. van Tol. Getrouwd: Gerardus Scheepmaker 48 j. en Anna Trijntje van der Eng 28 j. Overleden: Kees Strookman, wed. van W van der Neut 69 j. Huibert Kwakemaak, echtge noot van E, van Rijn 65 j. Opbrengst collecte Winterhulp. De collecte voor de Winterhulp heeft f. 61,18 opgebracht. Vergadering der Begrafenisverecniging De begrafenisvereeniglng „De laatste eer' hield een ledenvergadering. Uit de rekening er. verantwoording van den penningmeester bleek, dat over 1940 een batig saldo kon worden ge boekt. De aftredende bestuursleden, de heeren C. W. Anker en C. van Klaveren werden her kozen. Aangenomen werd een voorstel om voor het jaar 1941 bij de ereds beschikbaar gestelde lijkkoets een volgrijtuig voor rekening van de vereeniging te geven, waarna sluiting volgde. poot na poot beproefd, eenige passen geloo- pen en gemerkt dat er niets gebroken was. Een schuchtere kwispel bewees dat ook mijn staart'nog werkte, schoon niet feillcxw en ietwat pijnlijk. Iemand scheen mij vlak op de hielen gezeten te hebben. Verschillen de kopwendingen lukten ook, blaffen deea weinig pijn en toen ben ik een voorzichtig wandelingetje gaan maken, even statig ais eertijds de bejaarde teckel van den tram directeur. Alles deed nog pijn, maar op halve toeren werkte het toch weer. En daar na at ik voor het eerst weer eens behoor lijk. Ze zeiden thuis dat mijn ribben op een afstand te tellen waren. Zulke loeren droeit mij mijn Slechter ik. En waarom zou ik huichelen? Er is nog eei herinnering aan dien nacht, schoon een vage: het eerste deel was bijzonder plezierig- Nu heb ik alles bekend. 4—-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 12