De Groene Politie dêfileert vpor den Rijksc
8lsie Jaargang IHBföi M Tweede Blad
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
HET MAASTRICHTSCHE „PESTHUIS" WORDT GLASBRANDERIJ.
B. en W. van Maastricht hebben den Raad voorgesteld het z.g. „Pest
huis" te verhuren, met bepaling, dat het gebouw zal worden gebruikt
voor de vestiging van een glasbranderij. Een opname van het historische
gebouw, dat dateert uit 1775. (Het Zuiden)
DE ZON LOKT DE MENSCHEN NAAR BUITEN. Voorjaars
tafereeltje in het Haagsche Boschof hebben wij ons
te vroeg verheugd (Polygoon)
DUITSCH LANGE-AFSTANDSGESCHUT AAN DE KANAALKUST.
HET MONTEEREN VAN HET ZWARE KANON IS GEREED, HET
WACHTEN IS OP HET BEVEL TOT VUREN. (Holland),
INSPECTIE DOOR RIJKSCOMMISSARIS RIJKSMINISTER DR. SEYSS
INQUART VAN DRIE BATALJONS AFLOSSENDE GROENE POLITIE.
TIJDENS HET DÉFILÉ OP DEN DAM TE AMSTERDAM. (Stdpf)
VOORJAARSSTEMMING IN DE MANÉGE
ZOODRA HET WEER IS OMGESLAGEN, RUIKEN DE PAARDEN HET VOORJAAR. DE STRALENDE ZON
ROEPT DE DIEREN UIT DE BOXEN. (Polygoon)
0mm
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN.
(40
„Fedler, ik neem het met mijn bloote
knuisten tegen je op, al had je aan elke
hand een boksbeugel. Maar ik heb op het
moment geen zin om te vechten. Na afloop
van den wedstrijd kun je krijgen zooveel je
lust. Voor de laatste maal doe het ding
weg!"
„Neen!"
Met één vervaarlijken stap was Hanley
hij den aanvoerder. Vóór Fedler kon reali-
seeren wat hem overkwam, zat zijn rech
terarm als in een geweldige nijptang, die
hoe langer hoe pijnlijker knelde. Toen be
gon een hand, welke van staal leek, den
arm langzaam om te draaien.
„Au!" Fedler huilde half. „Laat los! Ik
zal den boksbeugel wegdoen! Au! Laat los!"
„Het is je geraden". Hanley's greep ont
spande zich. „Wees verstandig en stel je
met dit lesje tevreden. Je hebt hier lang
een grooten mond gevoerd. Die dagen zijn
voorbij". Hij slingerde den aanvoerder te
gen den muur en ging naar zijn kist om
zich verder te kleeden.
Met den wedstrijd liep het anders dan
Hanley, die als Guest de linksachterplaats
hezette, had gehoopt. Het begin was veel-,
belovend. Van den aftrap af demonstreer
den de Rovers een aantrekkelijk pittig spel,
uitstekend van opbouw en met snelheid
doorgezet. Geen der partijen vertoonde in
het veld een bepaald overwicht, al bleek de
watervlugge voorhoede van de thuisclub
gevaarlijker dan die van Huddersfield. De
aanvallen der bezoekers werden zonder veel
moeite door de massieve Rovers-verdedi
ging onschadelijk gemaakt. Het spel was
het aankijken ten volle waard; voetbalken
ners merkten aldra dat doelpunten
schaarsch zouden zijn, aangezien beide de
fensies in staat waren, de voorhoeden in
bedwang te houden.
Na een half uur van gelijk opgaanden
strijd brak eensklaps een oorverdoovend ge
joel los. Niet omdat gescoord was. Het oude
liedje had zich herhaald: een van de Ro
vers lag in volle lengte tegen den grond,
stijf als een plank. Wat het publiek het
meest amuseerde: de uitvaller was de nieu
weling Guest. Er werd gebruld: „Die heeft
er al gauw genoeg van!" Anderen, op zoo'n
gebeurtenis voorbereid, schreeuwden door
scheepsroepers: „Stilte! Niet wakker ma
ken!" Toen kort daarna rechtsbuiten Wood-
ley eveneens uitviel, ontstond een kabaal,
dat zelfs voor de Eastern Meadows onge
kend was. Een deel van het publiek lachte
zich tranen, zwaaide met zakdoeken, riep
hoera; een ander deel ging met de voeten
te keer alsof de tribunes moesten worden
afgebroken. Een pandemonium zonder
weerga.
De conferentie, 's avonds in het Rovers
House belegd, beloofde een stormachtig ver
loop te zullen nemen. Het verwonderde
Curtis, dat Hanley de zaak zoo lakoniek
opvatte. Vóór hij ter verantwoording werd
geroepen, had Cyril gelegenheid, een paar
woorden met hem te wisselen.
„Pech, dat ze direct al jou te pakken
hadden
„Tja", deed Steve gemoedelijk, „ik had
het óók liever anders gezien. Toch maakt
het niet veel verschil."
„Denk je, dat jij met opzet werd uitge
pikt?"
„Neen. Ik denk het niet. Ze zullen me
stevig uitveteren en waarschijnlijk tot slot
een schop onder het zitvlak geven. Oho,
Sullivan is er nog! Ik mag in het Rovers
House blijven tot ik het zaakje heb uitge-
knobeld. Maar dat gaat den anderen niet
aan".
Woodley's verhoor duurde kort. Van zijn
weinig zeggende mededeelingen werd rap
port opgemaakt en na onderteekéning kon
hij gaan. Toen kwam Hanley op het matje.
Advocaat Russell fungeerde als voorzitter.
Zijn inleidende vraag was: „Heb je een
verklaring voor je uitvallen?"
„Absoluut niet. Ik begon zoo frisch als
een hoentje. Plotseling kreeg ik een slap
gevoel in de.knieën, het veld werd hoe lan
ger hoe waziger en de tribunes golfden op
en neer, heen en weer, alsmaar doller. Vlak
daarop inoet ik onder zeil zijn gegaan. Een
paar uur later werd ik wakker met een
over jarigen smaak in den mond en een bo
venverdieping die wel een opstijgenden
luchtballon leek."
„Ben je altijd zoo breedsprakig als je wat
uitlegt?"
„Neen. Uitsluitend in sympathiek gezel
schap."
„De symptomen zijn anders gauw ver
klaard."
„Ah!" Steve's gezicht was. één en al ver
wachting.
„Je kwam in het veld met een kater van
comme ga! De gevolgen van een braspartij
zaten je in de beenen. Toen de buitenlucht
en de inspanning zoo klaar als een
klontje".
„Ik vermoed, dat de zilverharige riiedi-
cijnman naast je die wijsheid heeft uitge
kraamd."
Dokter Ryan kleurde purper. „Wou je
mijn diagnose in tv/ij fel trekken? Een
leek?"
„Heere-mijn-tijd, niet graag! Ik ben van
huis uit een bescheiden jongen. Maar een
mensch kan zich vergissen. In nuchterheid
had ik het tegen een baby durven op
nemen."
„De rapporten leeren wel anders". Rus
sell had het woord weer. „Je bracht den
avond in een obscure gelegenheid door, de
Razzle-Dazzle. Daar ben je aan het vech
ten geslagen toen je vol whisky zat."
„Altijd precies zijn, vader. Gevochten is
er, maar buiten de Razzle-Dazzle. De ruzie
werd niet door mij gezocht. Verder protes
teer ik tegen het: vol whisky. Ga een avond
met me op stap en houd me vrij. Och, wat
zul je grienen als je 's morgens den inhoud
van je portemonnaie natelt!"
Russell kwam overeind. „De directie is
van oordeel, dat jij niet in het team hoort.
Je kunt bij den manager een maand salaris
krijgen. Daarna pak je je bullen. Vanavond
nog heb je het Rovers House verlaten."
„Wanneer er duiten te beuren zijn, ben ik
er als de kippen bij. Ik ga direct de hand
ophouden." Steve's opgewekte toon sloeg
over in een bedroefden. „Jullie zijn toch wel
zoo, om een gesjochten jongen niet op Za
terdagavond onder den blooten hemel te
poten?"
Russell zei koud: „Vouw je op waar je
wilt. Hier is geen plaats voor je."
Steve mompelde iets en begaf zich naar
het kantoor. De manager troonde achter
zijn lessenaar; met een geldtrommel voor
zich. Zóó had Hanley een voet binnen, of
Norton draaide af:
„Je was een maand op proef met kost
en inwoning twee pond per wedstrijd. In
die maand zou Je vijfmaal zijn uitgekomen;
wordt dus tien pond. Teeken de quitantie
en snij uit. Missen zullen we je niet."
„Erg onhartelijk voor een afscheid, maar
alia! Geloof je wel, dat de duiten op eeij
gloeiende plaat vallen?"
„Ja? Teeken. Voor de rest geen nieuws."
Steve deed het. Terwijl hij het geld bij
zich stak, bestudeerde de manager de kwi
tantie.
„Toch in orde?" informeerde Hanley on
schuldig.
Norton grijnsde. „Zul jij het beste weten.
Ik ken de wet niet genoeg om te zeggen,
hoe lang er op staat als iemand, die Steve
Hanley heet, celd in de wacht sleept op
naam van William Guest en dus een val-
sche handteekening zet."
„Vriend," voorspelde 'Steve met een zon-
nigen glimlach, „de dag is nabij waarop je
wenscht, den naam Hanley nooit te hebben
gehoord."
Indien Curtis had verwacht, dat Steve
eindelijk iets steekhoudends zou meedeelen.
dan kwam hij bedrogen uit. Hanley deed
verslag van de conferentie met die directie
en het korte onderhoud met Norton, meer
niet. Cyril stak zijn ontstemming niet on
der stoelen of banken. .(Wordt vervolgd).