Darlan Pétcrin's opvolger
No. 24810
Défilé voor den
rijkscommissaris
Berlijn over Churchill's rede
8lsie Jaargang
DINSDAG 11 FEBRUARI 1941
Hij aanvaardt zijn ambt
Actie in de lucht
Aflossing groene politie te Amsterdam
,Hij heeft nooit zoo pessimistisch gesproken'
Benghazi's val
EERSTE BLAD
Verduisteren
18.45
uur
9.03 uur
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel.
Voor zakenadvertenties belan-ryk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend
bij vooruitbetaling 's-Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. bh maximum aantal
woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van
brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zyn:
per 3 maanden2.35
per weekƒ0.18
Franco per post ƒ2.35 per 3 maanden -f portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
Darlan, Frankrijk's nieuwe minister van
buitenlandsche zaken, heeft het departe
ment van Flandin overgenomen. In wel
ingelichte politieke kringen te Vichy ver
neemt het D.N.B. dat de reconstructie van
de regeering niet voor het midden dezer
week verwacht kan worden.
Gisteravond is een constitutioneel be
sluit te Vichy uitgevaardigd, volgens het
welk admiraal Darlan als opvolger van
maarschalk Pétain als staat-shoofd aange
wezen wordt.
Dit besluit luidt.:
„Wij, maarschalk van Frankrijk en hoofd
van den Franschen staat bepalen krachtens
de wet van 10 Juli 1940:
Art. 1. Indien wij om welke reden dan
ook voor de ratificatie van de nieuwe grond
wet door de natie, verhinderd zijn de func
tie van staatshoofd uit te oefenen, zal
vlootadmiraal Darlan deze functie rechtens
overnemen;
Art. 2. Voor het geval, dat vlootadmiraal
Darlan om welke reden dan ook verhin
derd zou zijn, zal hij zijnerzijds vervangen
worden door den persoon, dien de minis
terraad met meerderheid van stemmen zou
aanwijzen. Tot het optreden van dezen per
soon zouden de functies door den minister
raad uitgeoefend worden."
Van Duitsche zijde blijft men een volko
men afwachtende houding aannemen.
Darlan is een zeeman, geen admiraal van
de groene tafel. Toen hij op zijn 48ste jaar
den admiraalsrang bereikte, was hij de
jongste admiraal van alle Europeesche oor
logsvloten. Op 53-jarigen leeftijd comman
deerde hij de Atlantische vloot van Frank
rijk en thans op zijn 59ste wordt hij be
schouwd als de sterkste man van Frankrijk
naast Pétain. Evenals de maarschalk is hij
een aanhanger van autoritaire opvattingen.
Politiek is hij niet gebonden; evenals Pé
tain heeft hij een afschuw van het thans
doode parlementaire en partijpolitieke sy
steem van Frankrijk en alles wat daarmee
samenhing. Men kan hem geen fascist noe
men, wel echter een vriend van strenge
orde en een voorvechter van de door Pétain
ingeleide nationale revolutie, die berust op
het herstel van het volle gezag van een
sterke centrale regeering en op de onder
steuning daarvan door corporatieve en
geen partijpolitieke vertegenwoordigin
gen van het volk.
Admiraal Darlan.
Darlan is geboren Gascogner en is af
komstig uit een zeevaardersfamilie die tot
zijn grootvader uitsluitend zeelieden voort
bracht. De minister zelf echter is op een
landgoed in Nerac geboren als zoon van een
kamerlid. Zijn vader was een tijdlang mi
nister van justitie. In 1899 ving de jonge
Darlan zijn studiën aan de marine-acade
mie aan. Alle klassen doorliep hij cum
laude. Hiero* volgde zijn carrière als ma
rine-officier. In den wereldoorlog meldde
hij zich echter aan voor den landdienst.
De toen 30-jarige werd aan net Westelijk
front als bevelhebber van een afdeeling
zwarr artillerie meermalen prijzend vermeld
in de legerberichten. In bijna alle groote
veldslagen, waar de zware artillerie een rol
van beteekenis speelde, trad hij op den
voorg •ond. Zoo bij Verdun, in Champagne,
aan de Maas en aan het front van Yperen.
Ook aan het front van Saloniki streed hij.
Na den wapenstilstand commandeerde hij
de geallieerde flottille op den Rijn. In 1920
werd hij benoemd tot stafchef van de Fran-
sche vloot in het Verre Oosten. In 1928 werd
Darlan door Georges Leygues, den schepper
van de moderne Fransche vloot, in het mi
nisterie van marine gehaald als kabinet
chef. Hij bleef echter slechte korten tijd in
deze functie. Drie jaren later volgde zijn
benoeming tot vice-admiraal. Gedurende
een a^ks van jaren trad hij weer op als
kabinetchef van marine in verschillende re
geeringen. zoodat hij voortdurend invloed
kon uitoefenen op de vlootpolitiek van
Frankrijk, zoo ook op den bouw van de
groote slagschepen Strassbourg, Dun.kerque,
Richelieu en Jean Bart. Na twee jaren het
bevel gevoerd te hebben over de Atlantische
vloot (van 1934'36) keerde hij als chef
van den marinestaf en als president van den
oppersten marineraad in het ministerie van
marine terug.
Afgezien van Pétain en Weygand, staat
wellicht' niemand in Frankrijk in hooger
aanzien dan Darlan. Ook Pétain's vertrou
wen geniet hij in hooge mate, in hoogere
mate dan welke andere medewerker van
de ouden maarschalk; in een mate die La-
val nooit vermocht te bereiken.
DE ORGANISATIE DER FRANSCHE
REGEERING.
Maarschalk Pétain heeft een decreet uit
gevaardigd, waarin de opbouw en de orga
nisatie van de regeering als volgt wordt
vastgelegd
Artikel 1. Een zeker aantal van bij de
creet bepaalde staatssecretarissen heeft de
pregogatieven van minister. Ieder minister
bij decreet heeft tot taak de werkzaamheid
van een zeker aantal staatssecretarissen te
coördineeren en te controleeren ten aan
zien van de toepassing der principieele be
slissingen en der beslissingen ten opzichte
van de algemeene politiek der regeering.
Artikel 2. Een der ministers wordt bij
decreet benoemd tot vice-president (reeds
geschied). Onder het hooge gezag van den
maarschalk, chef van den staat en chef
van de regeering, leidt en controleert hij
de werkzaamheid der ministers en staats
secretarissen in alles, wat de toepassing
betreft van de principieele beslissingen en
de beslissingen ten opzichte van de alge
meene politiek der regeering.
Artikel 3 De ministerraad komt bijeen
onder voorzitterschap van den chef van
den staat. De chef van den staat kan zich
bij dit voorzitterschap doen vertegenwoor
digen door den vice-president. In dit geval
moet de vice-president den chef van den
staat rapport uitbrengen over de beraad
slagingen van den ministerraad. De staats
secretarissen kunnen opgenomen worden
in den ministerraad, wanneer problemen,
die hun staatssecretariaat interesseeren
ter bestudeering aan den raad worden
voorgelegd.
Artikel 4 De kabinetsraad, die ministers
en staatssecretarissen omvat, wordt gepre
sideerd door den vice-president.
Artikel 5 Bij het vice-presidentschap
wordt het secretariaat-generaal voor voor
lichting, pers en radio aangesloten.
Artikel 6. De artikelen 3 en 4 van de wet
van 6 September 1940 betreffende de or
ganisatie van de regeering worden opge
heven.
Artikel 7. De bovenstaande bepalingen
Een Duitsch gevechtsvliegtuig heef: A
termiddag vijf Engelsche bommenwe '|$S?s
beschadigd en drie vernield. De Duitse^ 1
bommenwerper ondernam een stoutmoedi-
gen aanval op het Britsche vliegveld
Scampton in Zuidoost Engeland. Hij na
derde het vliegveld, terwijl verscheidene
vijandelijke machines aanstalten maakten
om te landen. Naar het schijnt werd hij
geruimen tijd door de Britten voor een
eigen vliegtuig gehouden. Om een gunsti
ge aanvalspositie te krijgen, vloog het toe
stel eenige malen over het vliegveld heen.
Daarbij zag het een vrij groot aantal bom
menwerpers op den grond staan. Na nauw
keurige verkenning gingen de Duitsche
vliegers over tot den aanval in scheer-
vlucht, waarbij zij van geringe hoogte
verscheidene bommen rechtstreeks temid
den van de afgezette vliegtuigen wierpen.
Drie Vickers-Wellington-bommenwerpers
vlogen terstond in brand, vijf toestellen
van. hetzelfde type werden zwaar bescha
digd.
De Engelsche verliezen bij den gisteren
overdag ondernomen aanval op de Kanaal-
kust bij Duinkerken zijn gestegen - tot ze
ven vliegtuigen, zoo verneemt het D.N.B.
Vier Britsche vliegtuigen werden in lucht
gevechten neergeschoten terwijl drie vlieg
tuigen door afweergeschut werden vernield
Onder de burgerbevolking in Duinkerken
vielen verscheidene dooden en gewonden.
Militaire doelen werden niet geraakt.
Het Britsche luchtwapen heeft voorts in
den afgeloopen nacht, naar het D. N. B.
verneemt, aanvallen ondernomen op ver
scheidene steden in Noordwest en Midden-
Duitschland. Een poging van eenige vij
andelijke machines om de rijkshoofdstad
te bereiken, mislukte. Het Duitsche afweer
geschut verhinderde de Engelschen overal
hun bommen welgericht neer te werpen.
Nergens is militaire schade ontstaan. De
overige schade is betrekkelijk gering.
DE ENGELSCHE VERLIEZEN.
Honderdtwintig duizend menschenlevens
burgers en militairen te zamen, heeft de
oorlog in 1940 aan Engeland gekost, naar
ontleend kan worden aan een optelling
der Metropolitan Life Insurance Company,
welke gebaseerd is op officieele rapporten.
Bij luchtaanvallen alleen zijn 23081 bur
gers gedood. Bovendien heeft de luchtoor
log het aantal doodelijke ongelukken in
Engeland doen toenemen. Tijdens de eerste
vijftien maanden van den oorlog zijn 11.424
doodelijke ongelukken voorgekomen tegen
over 3.141 in dezelfde periode voor het be
gin van den oorlog. (D.N.B.)
Het A.N.P. meldt:
Rijkscommissaris rijksminister dr. Seyss
Inquart heeft gisteren op het voormalige
IJsclubterrein aan het Museumplein te
Amsterdam drie bataljons aflossende groe
ne politie geïnspecteerd. Het was een im
posant militair schouwspel op het groote
terrein in Amsterdam-Zuid. De troepen
stonden tegen vier uur opgesteld, toen
rijkscommissaris rijksminister dr. Seyss In
quart, vergezeld van generaal Schumann
en vele hooge officieren, van de groene
politie, het terrein betrad. De stafmuziek
speelde een presenteermarsch, korte be
velen weerklonken, bevelen, die als één man
door de troepen werden opgevolgd.
De rijksminister vergezeld door de offi
cieren, schreed langs de stram staande ba
taljons. Na de inspectie, die o.a. werd bij
gewoond door brigadeführer Knoblauch, den
Beauftrachter voor de stad Amsterdam se
nator" Bömeker, Kreisleiter Paustian, en
eenige Nederlandsche marechaussee-offi
cieren, sprak de rijkscommissaris de troe
pen toe.
Hij begroette de manschappen en sprak
de verwachting uit, dat zij hun volle krach
ten zuilen inzetten in een tijd, waarin iedere
Duitsche man en iedere Duitsche vrouw
het uiterste moet geven om dezen grooten
beslissenden strijd met succes ten einde te
brengen, een strijd, die niet alleen beslist
over eigen lot maar ook over dat van onze
kinderen en over dat van alle toekomstige
generaties.
„Wij allen", zoo zeide hij verder, „hebben
de zekerheid, dat het een goede strijd is.
De Führer heeft in uiterste zelfoverwinning
alles gedaan om hem te vermijden, maar
de Engelschen hadden tot onze vernietiging
besloten, omdat dit vereenigde Duitsche
volk een veel te stérke machtsfactor is. Wij
zijn thans echter aangetreden om onze le
vensrechten eens en voor altijd veilig te
stellen."
In het verdere verloop van zijn toespraak
wees dé rijkscommissaris er op, dat men
tegenover de Nederlandsche bevolking niet
als vijand moest optreden, maar dat tegen
elke poging tot ongeregeldheden, die hier of
daar mogelijk zou zijn en die alleen zou
kunnen berusten op een grenzelooze onwe
tendheid of een gebrek aan verantwoorde
lijkheidsbesef, met volle sterkte en scherp
te zou moeten worden opgetreden.
Ten slotte wees de rijkscommissaris nog
eens op de bijzondere taak, die de Duitsche
politie hier te vervullen heeft.
Nadat het Duitschlandlied en het Horst
Wessellied over het breede veld hadden ge
klonken, aangehoord door de honderden, die
langs de hekken staande het militaire
schouwspel hadden gadegeslagen, vertrok
ken de rijkscommissaris en de hem bege
leidende officieren per auto naar het Dam
plein, waar de troepen voor den rijkscom
missaris defileerden.
Op het plein was een met palmen en
vlaggen versierd podium opgesteld. Tegen
vijf uur arriveerden de rijkscommissaris en
de officieren. Zij telden zich op het podium
op en onmiddellijk nam het défilé een aan
vang. De stafmuziek had zich aan dc over
zijde van den verkeersweg opgesteld en
speelde vroolijke marschen, terwijl de ge
motoriseerde politietroepen aan den rijks
commissaris voorbijtrokken in een voorbeel
dige orde en in een snel tempo.
Behalve de personenwagen was de volle
dige bewapening tegenwoordig: de wagens
met zware en lichte mitrailleurs, met antl-
tankgeschut, twee lichte pantserwagens,
keukenwagens en roode kruis auto's.
Ook op den Dam waren honderden be
langstellenden bijeengekomen om de nieuw
aangekomen troepen te zien en getuige te
zijn van het militaire schouwspel. Het dé
filé duurde ongeveer een half uur. Onmid
dellijk na het beëindigen vertrok de rijks
commissaris.
HOE EUROPA IN ZIJN EIGEN
BEHOEFTEN KAN VOORZIEN.
De meeste groote bladen van het Duit
sche rijk onderzoeken het probleem, in hoe
verre de volken van het Europeesche con
tinent gedurende den duur van het huidige
worden in het Journal Öfficiel gepubli-1 conflict, in economisch opzicht zelf in hun
ceerd en als staatswet ten uitvoer gelegd.1 behoeften kunnen voorzien. „In hoeverre
De door Churchill gehouden rede is een
bewijs voor de reddelooze Britsche positie,
aldus, zoo verneemt het AN.P. uit Berlijn
van goedingelichte zijde, is de opvatting in
politieke kringen daar ter stede, waar men
de rede gelezen heeft met een belangstel
ling, die onder de tegenwoordige omstan
digheden toekomt aan de uitlatingen van
den man, die van al het leed, dat Engeland
op het oogenblik te verduren heeft, de voor
naamste schuld draagt. Met betrekking tot
de uitlatingen van Churchill over de ge
beurtenissen in Noord-Afrika acht men het
opmerkelijk, dat men te Londen erkent, dat
de gebeurtenissen aldaar van geen betee
kenis zijn voor den afloop van den oorlog
en dat de oorlog op het Engelsche eiland
beslist zal worden.
Men deelt te Berlijn volledig reeds uit
neutrale landen en vooral uit de Vereenig
de Staten bekend gewerden opvattingen,
dat Churchill tot dusverre alles wel gewo
gen nog nooit zoo pessimistisch heeft ge
sproken.
Men acht het te Berlijn ook volkome:, be
grijpelijk dat Churchill de aanstaande ge
beurtenissen met groote bezorgdheid tege
moet ziet. Dat hij het voor hem en Enge
land dreigende gevaar thans nog evenmin
in zijn vollen omvang begrijpt als een jaar
geleden Frankrijk, is echter te Berlijn bo
ven eiken twijfel verheven. Als opmerkelijk
ste bekentenis voor de zwakte van Engeland
noemt men te Berlijn den in de rede door
klinkenden roep om hulp tot de Vereenigde
Staten
De poging van Churchill in dc reddelooze
Engelsche positie nog eens de Balkanmo-
gendheden tegen Duitschland in het har
nas te jagen, wordt te Berlijn slechts met
schouderophalen bejegend. Men ziet hierin
dezelfde taktiek, waarmee de Britsche poli
tiek reeds het vorige jaar de Zuidoost-Euro-
peesche staten aan haar zijde trachtte te
krijgen, ook al gebeurt het thans op eèn
meer voorzichtige manier.
Verder heeft men te Berlijn geconsta
teerd. dat Churchill ook nu weer cc-nlse gif
tige pijlen heeft afgevuurd, die bijzonder
kenmerkend zijn voor de Engelsche propa
ganda, b.v. toen hij zeide, dat Duitschland
Russische provincies zou kunnen nemen.
Het betreft, zoo verklaart men, een typisch
Britsche poging, om historisch gegrond
veste en in den tegenwoordigen tijd be
proefde vriendschappelijke betrekkingen
tusschen twee volken te vergiftigen. Indien
Churchill ten aanzien van de Balkanmo-
gendheden wederom de vergelijking met den
wereldoorlog denkt te kunnen gebruiken,
onthult hij hiermede, naar men te Berlijn
zegt, opnieuw de principieele vergissing van
de Britsche „pvatting, die misschien als de
noodlottigste kan worden beschouwd. Enge
land schijnt nog steeds niet begrepen te
hebben, dat de wereldoorlog met dezen
oorlog niet kan worden vergeleken, noch
wat de militaire, nocl wat de innerlijke
sterkte van het rijk, noch wat den algemee-
nen toestaand van de buitenlandsche politiek
betreft.
Van een aanwezigheid van Duitsche troe
pen in Bulgarije, verklaarde men gisteren in
de Wilhelmstrasse, is te Berlijn niets be
kend. Ook van Bulgaarsche zijde is een
tegenspraak gegeven. Wat voor het ove
rige de onwaarachtigheid van Churchill's
bewering betreft, wordt verwezen naar een
plaats in zijn rede, waarin hij de bewering
uitte, dat het Duitsche luchtwapen in twee
of drie dagen van 150 bommenwerpers er
meer dan negentig verloren heeft. Dit is
een illusie, waarmede de Britsche minister
president klaarblijkelijk het eilaridenvolk
moet troosten om de stemming er in te hou
den. Geen zin in de rede van Churchill som
de de Britsche zorgen, is men te Berlijn van
meening, zoo duidelijk op als de opmerking
van den Engelschen premier, dat het voor
den afloop van den oorlog van beslissende
beteekenis zal zijn of het van Amerika naar
Engeland gestuurde materiaal ook volledig
in Engeland aankomt. Men herinnert te
Berlijn aan den zin in de laatste rede van
Hitier, waarin hij zei, dat de ware Duitsche
duikbootoorlog pas in het voorjaar zal be
ginnen.
De Duitsche en Italiaansche pers liet zich
geheel in denzelfden geest uit.
Europa tegen de blokkade bestand is, is een
kwestie van het opvoeren der grondstof-
fenproductie en aan den anderen kant een
kwestie van de doelmatige verdeeling van
hetgeen voorradig is," aldus schrijft de
„Deutsche Allgemeine Zeiitung" hierom
trent in een hoofdartikel.
De noodzakelijke opvoering van de pro
ductie, aldus het blad, is reeds in vollen
gang. Niet alleen in Duitschland, maar in
bijna alle Europeesche landen. Er gaat
nauwelijks een week voorbij waarin er geen
bericht is te lezen over de oprichting van
een celstoffabriek in Spanje; een pomp
station in Nederland; een fabriek voor het
verwerken van lichte metalen in Noorwe
gen of van andere dergelijke projecten.
Europa zou zich zelf verder kunnen hel
pen, zoo vervolgt het blad, als al zijn staten
en volken den wil daartoe hebben. Europa
is in staat zijn productie van voedings
middelen, alsmede zijn industrieele pro
ductie belangrijk op te voeren en voor een
overgangstijd kan Europa door richting te
geven aan het verbruik en door alle mid
delen, die Duitschland met zulk een goed
succes bij het overwinnen van sommige be
zwaarlijkheden in de levensmiddelenvoor
ziening heeft toegepast, de moeilijkheden
overwinnen.
De Europeesche productiekrachten aldus
merkt de „Frankfurter Zeitung" op, zijn
nog lang niet geheel tot ontplooiing geko
men. Groote deelen van het continent be
schikken nog over ongebruikte reserve aan
menschen, terwijl de opbrengt in den land
bouw nog verre ten achter is, bij hetgeen
kan worden bereikt bij het gebruiken van
de moderne techniek op landbouwkundig
gebied. De goederenruil in Europa zou nog
sterk kunnen worden uitgebreid. - (D.N.B.)
Aan de „Frankfurter Zeitung" seint de
Romeinsche correspondent van dit blad. dat
het bericht van denval van Benghazi in
Italië rouw en droefheid heeft gewekt. Na
de mededeelingen der laatste dagen was
men op dezen afloop van den strijd in Cyre-
naica voorbereid. Het Italiaansche volk
heeft het bericht met gevoelens van natio-
nalen rouw vernomen, maar in de weten
schap, dat de overweldigende meerderheid,
waarmee de Engelschen in dezen sector te
gen Italië te velde trokken, zich slechte aan
één deel van het oorlogsfront zoo actief kon
ontplooien.
Dat de colonnes Soedanezen, Australiërs,
Canadeezen, Indiërs, Zuid-Afrikaners en
Nieuw-Zeelanders gesteund door het groote
oorlogsapparaat van het Britsche wereld
rijk, op Afrikaanschen bodem konden op
rukken, is, aldus een Italiaansch commen
taar, zeker van niet geringe beteekenis, doch
dit is slechte een episode in het totale beeld
van dezen oorlog, dien Engeland ook dan
nog niet zal kunnen winnen, als de pant
serwagens der Engelsche gemotoriseerde
troepen morgen voor Tripolis zouden ko
men te staan.
Het Engelsche Nijl-leger heeft weliswaar
zijn successen kunnen voortzetten, aldus
redeneert men in Italië, maar als Engeland
denkt, dat zijn offensief in Noord-Afrika
een keerpunt in den oorlog beteekent, dan
vergist het zich en stapelt het slechts een
nieuwe strategische fout op de andere die
het beging. Want zijn doel, Italië op deze
wijze uit het front der spilmogendheden los
te werken, zal het noch bij Benghazi, noch
Dit Nummer bevat TWEE Bladen
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan
te 8.21
18.31 uur.
uur
ging heden onder
en komt op te
Binnenland
CTedieten voor den wederopbouw. (2e Blad)
Te Zwolle is, 66 jaar oud, overleden jhr. ir.
M. A. F. H. de Ranitz, oud-hoofdinge
nieur der Spoorwegen. (Binnenland, 2e
Blad).
Vergadering der Centrale Landbouworgani
saties. (Land- en Tuinbouw, 2e Blad.)
.J
Buitenland
Barlan benoemd tot Pétain's opvolger. (Ie
Blad).
Berlijn over Churchill's rede. (Ie Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE
EERSTE BLAD.
BERICHTEN"
MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL
PAGINA 2 VAN HET TWEEDE BLAD.