Waar de Vrouw belang in stelt Modenieuws voor onze dochters 1EIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag t Februari 1941 Knutselwerk voor lange avonden De Vraagbaak Help uzelf met de afwaschkwast Dagbladreclame is niet te vervangen Forsche modellen, gemarkeerde zakken en mooie knoopen HYGIENE BOVENAL! IMr hand is de eerste, die Jozo- of Nezo- keufcenzout aanraakt. Het is door zajn hygiënische bereiding 100 °/o zuiver dit stuk in een hoekje met 1. Vervolgens behandelen we alle deelen op deze manier. De gaatjes. Deze worden met holpijp 2 m.m. of revol vertang aangebracht op onderlinge afstan den van 1 c.m. Aan de zijkanten moeten de gaatjes van de verschillende deelen cor- respondeeren, de rechterkant van stuk 1 moet Klappen met den linkerkant van ftuk 2, enz. Men knipt dan eerst de gaatjes in rechts 1, legt dit stak omgekeerd op links 2 en stipt de gaatjes even met pot lood door, waarna men ze met den tang «lipt. Men ziet het Is allemaal uitenst een voudig, doch nauwkeurig werk. Het inrijgen. Men steekt tweemaal in een gaatje, het IJzerdraad wordt dan door het raffia volko men bedekt (zie schets). De draden worden teo noodig aangeknoopt, en deze knoopen worden met wat tubelijm besmeerd en de endjes kort- afgeknipt. Een kapje als op onze foto eisoht. daar men het niet vlak op het papier kan leggen, nog meer passen en meten. Wat niet weg neemt, dat na eenige oefening een dergelijk ™*®t, dat no eenige oefening een dergelijk model U ook geen zorg meer zal geven. MARGOT VAN CAPELLE— VAN DUURBN. goede, zijn schaars! Daarom gaan we er zelf een maken. We hebben hiervoor noodig ongeveer 30 gram ongebleekt katoen No. 6, een haak- naald No. 3 en een rond stokje. We begin nen met 60 losse steken op te zetten. Ie toer: 1 stokje, 3 losse, 1 stokje, 3 losse. Dit steeds herhalen zoo, dat een gaatjes- toer ontstaat. 2e toer: als de eerste toer. Men moet er voor zorgen, dat de stokjes boven elkaar komen. 3e toer: 50 lossen, deze met een vaste op het 1ste stokje vastmaken, 50 lossen en met een vaste in het eerste gaatje bevestigen. In dat zelfde gaatje nog vier van deze lus sen maken. Dit steeds herhalen. Het ziet er dan zoo uit als de teekenlng aangeeft. De afwerking is als volgt: Draai de gaatjestoeren sfevlg om het stokje en naai de op elkaar komende steken stevig vast. Bevestig bovenaan het stokje een touwtje, zoodat de kwast opgehangen kan worden. Het gemakkelijkste kan men het touwtje en de kwast bevestigen door een paar gleufjes in het stokje te snijden. Ga nu bij het afwasschen als volgt te werk: Spoel de vuilste borden en kopjes eerst met schoon water af. Wasch daarna alles af in heet water met een weinig soda. Ge bruik hiervoor steeds de afwaschkwast. Na gebruik wordt de kwast in schoon water uitgeknepen, losgeklopt en opgehangen. Deze afwaschkwast wordt weer als nieuw door even uit te koken met zeep en soda. 3—2 Hoe we ingeregen perkamentkapjes maken. KORTE ANTWOORDEN OP VRAGEN VAN LEZERESSEN. Hoe een want te haken Een want is in alle opzichten een dank baar handwerkobject, want het kan bijna niet anders, of het model moet goed uit vallen. Daarom kan d'e lezeres, die de vraag stelde hoe een want te haken, ook rustig op eigen houtje aan den gang gaan zonder veel risico te loopen. De betreffende hand wordt op een dubbel stukje papier, met den duim ingetrokken, nageteekend volgens den omtrek er van. Op de plaats waar de duim begint geven wij even een horizontaal streepje aan van ongeveer 3 cm. Dit moet nu aan den binnenkant vallen. De bovenzijde van de papieren want knip pen wij nu mooi ovaal afgerond bij en vol gens dit patroon kunnen wij nu aan den slag gaan. Een gehaakte want wordt het mooist, wanneer wij hem in de lengte nemen, dus zetten wij er voor een aantal kettingsteken op, dat zoolang is als de lengte van pink en den zijkant van de hand tot aan den pols. Eén zij^e van het haakwerkje in heen- en weergaande toèren, blijft dus recht (pols)de andere zijde wordt gemodelleerd naar het papieren patroon. Is de bovehzijde aldus klaar gekomen, dan sluit hieraan onmiddellijk de binnenzijde dér want aan; het gleufje voor den duim eischt, dat wij het werk meteen tijdelijk in twee deelen verder hal-fm. hetgeen wei nig bezwaren oplevert. Na 3 cm. hoogte wordt het haakwerk weer normaal tot de andere ztfde is bereikt. Voor het duimpje zetten wij waarna voor ruim 6 cm. ketting steken o-p en haken dan in heen- en weer gaande toeren tot tophoogte. Met wat minderen wordt de top gevormd en dan is ook dit werkje klaar. Aan de binnenzijde worden alle naadjes met de breiwol ddcht- gestikt en dan kan de polsboord aange haakt, of liever nog aangebreid worden. Het laatse sluit veel beter aan, vooral wan neer wij een steek nemen als bijv. „2 recht 2 averecht". Er is een rijke keuze aan aar dige haaksteken voor dit doel, terwijl een- haakwerk van eenvoudige vasten, opge fleurd! met een aardiig geborduurd motief, evenzeer een smaakvolle want kan ople veren. De kabelwant uitvoeriger verteld. Zoo uitvoerig mogelijk behandelden wij reeds de kabelwant in één onzer vorige nummers; zeer zal ik het daarom op prijs stellen van de lezeres, welke hierbij moei lijkheden ondervond, even precies te ver nemen, v/at deze zijn. Helaas gaf deze dame geen adres op. Op de beschreven wijze ge breid, hadden velen er reeds succes mede, zoodat het hier waarschijnlijk een persoon lijke moeilijkheid betreft, die spoedig opge heven kan worden. Mag ik nog even iets van U hooren? Mijn adres is de Redactie van dit blad. NORA HANA. EEN MOOI, STEVIG EXEMPLAAR IS VLUG GEHAAKT! We weten allemaal, dat het veel beter Is, een kwast voor het afwasschen te gebrui ken dan een doekje. Men kan dan het wa ter veel warmer nemen en hoeft niet met de handen in het heete sop. Vooral nu we meestal met soda moeten afwasschen. is dit een groot voordeel. Maarde afwaschtwasten, vooral de (TTlgez. Med.) Zondag: Kop soep van soeptablet, rol pens, appelmoes, aardappelen, kwark- koekjes. Maandag: Stamppot van hutspot met' groene erwten, 'bessenvla met griesmeel. Dinsdag: Dikke tomatensoep met soep groente, 'ketelkoek met stroop. Woensdag: Gehakt, spruitjes, aardappe len, gebakken plakken ketelkoek. Donderdag: Pikante rijstkoekjes, savoye- kool, aardappelen, custardvla met bitter koekjes. Vrijdag: Gekookte eieren, Brusselsch lof, -botersaus, aardappelen, havermout, pap. Zaterdag: Stamppot van koolraap met kaas, appel. Stamppot van koolraap met ikaas, Benoodigdheden voor 4 personen: 1 kg. aardappelen, 'U kg. koolraap, 150 gr. ma gere kaas, 60 gr. vet, zou*, nootmuskaat. Bereiding: De schoongeboende, gewas- schen en in stukken gesneden of de ge schilde aardappelen in de pan doen met zooveel water, dat ze halverwege onder staan. De geschilde, In stukjes gesneden koolraap er op leggen en alles in een goed sluitende pan vlug aan den kook brengen en op een zacht vuur gaar laten worden (pl.m. uur). De groente en aardappelen vlug fijn stampen, de geraspte kaas, het vet, -wat zout én nootmuskaat er bij doen en nog even goed verwarmen. Pikante rijstkoekjes - 6 8 stuks. Benoodigdheden200 gr. rijst, 1. water, 1 ui, 1 lepel tomatenpuree, 2 bouillonblok jes, zout, peper, (bloem), 50 gr. margarine. Bereiding: De gesnipperde ui in een Mein stukje boter bruin bakken. De gewasschen rijst, het water en de bouillonblokjes toe voegen en de rijst gaar koken (i uur). Daarna d-e tomatenpuree, peper en zoo noo dig zout er bij doen en roeren tot de massa wat samenhangt, maar toch niet tè pap perig wordt. Hiervan in de rest van de boter koekjes bakken, de jus afmaken met wat water en er omheen gieten. Voor het maken van kwark neemt men 2'/= L. melk als mén dat tenminste krij-- gen k^in! en 1" liter karnemelk en ver warmt deze voorzichtig tot zich in de massa dikke brokken gevormd hebben (pl.m. 1'/: uur). Daarna giet men de massa in een doek, die men op een vergiet legt. Die zet men op een pan, het vocht loopt weg en in den doek blijft een dikke massa over, die b.v. den volgenden dag uitgeschept kan worden. De kwark wordt geklopt tot ze gelijkma tig is en in plaats van boter op de boter ham gegeten met bruine suiker of zout en peper. Verder kan men de kwark vermengen met geraspte ramenas en dit ook als broods- belegging gebruiken. Van de rest maakt men kwarkkoekjes. die als dessert gegeven kunnen worden. Op 2i d.L kwark neemt men pl.m. 75 gr. suiker en 100 gr. bloem en wat zout. Men roert alles door elkaar, het beslag moet zoo dik zijn als voor drie in de pan (zoo noodig meer bloem of wat melk toevoegen, afhankelijk van de dikte van de kwark) en bakt er in de koekepan kleine ronde koekjes van. Men kan er bes- sensapsaus bij geven. Teekeningen Ann Federer-Wagenaar. Nummer 2 Ls een forsche jas van een bij zonder model, die niet elk kind zal staan. Voor flinke, niét te magere figuurtjes echt een degelijk zeer modieus jasje 4 tot 8 jaar. Het bontkraagje en de kleine bont versieringen boven de stiksels van voren geven het een „voorname" allure. Bijzonder geslaagd en apart is ten slotte de mantel voor gróotere meisjes 814 jaar. De jongedame moet stellig een slanke, rij zige gestalte hebben om dit model met succes te kunnen dragen, voor „kleine propjes" leent het zich minder. Het is ge dacht in zachtgroene wollen stof met bij passende muts, heeft een forsche pellerine, flinke knoopen met dezelfde stof over trokken als versiering en schuin' gesne den zakken. Let u ook eens op de origi- neele rug met de twaalf knoopen! Een jas voor uw meisje, die zeker niet spoedig verveelt! R. De distributie van lijnolie en terpentijn maakt, dat we er voorloopig van moeten afzien om ons lampefcappenpapier zelf te prepareeren. We gebruiken nu het in den handel zijnde z.g. lampekappen-perkament, dat per meter of per vel verkrijgbaar is en kiezen een stevige soort als materiaal voor een in den draadvorm geregen kapje. Allerlei modellen leenen zich daarvoor, maar men doet goed met een eenvoudig vormpje (bijv. een zeshoek) te beginnen. Wanneer men de beschikking heeft over een ouden draadvorm, moet deze in ieder geval stevig en niet verbogen zijn, anders koope men liever voor enkele dubbeltjes een nieuwen vorm. De afwerking geschiedt met raffia. De leerwerksters onder onze lezeressen kunnen met een afwerking van leerbies een extra mooi resultaat boeken. Het uitsnijden van de deelen. „Met passen en meten wordt de tijd ver sleten", dat geldt zeker voor het pasklaar maken van de deelen van ons kapje, dat een uiterst nauwkeurig werkje is. Stel: we hebben een esjivoudig vormpje van zes vakken. Deze vakken zijn geen van alle gelijk en daarom binden we aan een der onderste spijlen een draadje en noe men dat vak 1. vervolgens nummeren we de vakken rechtsomgaand 2, 3, 4, 5 en 6. We leggen het vel perkament met den verkeerden kant boven en plaatsen vak 1 er op, daarna trekken we met potlood 'om de .spijlen heen en knippen het stuk uit. Nu zetten we den vorm voor ons en passen het uitgeknipte stuk er op. Onder en bovenkant van het papier moeten de-spijl juist bedek ken; aan de zijkanten, waar immers twee stukken papier op een spijl te zamen komen, moet het papier dus tot midden op deze spijl reiken (zie schets). Om dit te bereiken moeten we het overtollige papier millimeter voor millimeter wegknippen, We nummeren ^MArtUrftJ éeri &MTJ Er zijn geen vuriger mode-enthousiasten dan onze kleine meisjes. Denkt u maarniet, moeder, dat Annetje een mutsje van eenigszins afwijkend model'zal dragen, om dat u het mooi vindt! Het lieve kind. „voelt" als het ware met haar ontluikend mode-instinct, dat uw enthousiasme voor bovengenoemd mutsje hoofdzakelijk berust op het feit, dat u het lapje nog had liggen enloopt er niet in! Nee, maar dan zoo'n leuke, echt gezellige, modieuze en flatteuze baret als Kitty» en Willy ze dragen. Zoo'n baret als je overal tegelijk ziet opduiken! Die onmiddellijk over alle linker- of reoh- teroortjes van de klas hangt en zoo heer lijk scheef over het voorhoofd wordt ge trokken, dat het eene geestige lokje, dat juist iedereen draagt er geestig onderuit springt? Een muts van honderd in een do zijn, met een speciale „val", een kwastje of een embleempje enhet mode-in stinct is bevestigd. Alleen de volgroeide persoonlijkheid, die geleerd heeft en dagelijks beleeft, dat mode is een uitdrukkingsmogelijkheid van de ziel èn het verstand èn de intuïtie, kort om van het heele wezen der vrouw, kan zich permitteeren, er een geheel eigen mode op na te houden. Kinderen zijn nog geen volgroeide persoonlijkheden de meeste van ons worden het ook nooit, maar dat nu daargelaten! en hebben dus zel den een persoonlijken, onafhankelijken smaak. Vandaar, dat de liefde van onze kleine meisjes, van onze jónge meisjes ook nog wel, uitgaat naar de aardige bijkom stigheden van iedere mode, de kleine trek jes, de rage-dingetjes, die iedereen op een gegeven oogenblik op of aan heeft. Laten we onze meisjes dat genoegen doen, dat ze vooról mogen meedoen aan die leuke, kleine dwaasheidjes, die broches, die corsagetjes, die strikjes en tierlantijn- tjes, die de meisjesmode zoo boelend en in teressant makenLaten we ze gunnen, pre cies zoo'n polskettinkje en zoo'n haar- handije als Heleentje, de mode-primadonna van de klas! Maarals het erop aankomt onze meisjes werkelijk te kleeden, laten we dan zelf eens goed wakker zijn en uit de groo- te verscheidenheid van het gebodene voor óns dochtertje weten te kiezen! Het kiezen voor kinderen is zoo mogelijk nog moeilijker dan kiezen voor onszelf. Wij immers zijn volwassengeworden met alle ups and downs daaraan verbonden. Wij kennen nu zoo -langzamerhand onze eigen gestalte, ons eigen inzicht, en we hebben, misschien wel met. schade en schande, ge leerd, wat ons bijzonder goed staat en wat we vooral nooit moeten aantrekken. Maar het kind, het jonge meisje veran dert nog bij den dag. Hier is een scherp oog. een liefdevolle toewijding noodig om juist datgene te kieken, dat het persoon- lijkheidje-in-knop onderstreept, aanvult ensteunt. Dit laatste is belangrijk. Of kennen we niet allemaal uit' eigen ervaring de groote macht van kleeren op de kinderziel? We ten we het niet meer, hoe diep ongelukkig we ons konden voelen, als een rokje „op dén groei" juist een reepje te lang was om „pittig" te zijn? Om van de (jurken, ge maakt „uit een oudje van tante Mina" nu maar heelemaal te zwijgen! Of neen, ook tantes, zelfs tantes uit een vorige gene ratie kunnen uit een oud ïapje modieuze en „schattige" jurken tooveren. mits ze het echte mode-instinct bezitten! En schatrijke moeders kunnen het soms niet. Maar wij allemaal moeten het trachten te leeren om der wille van onze dochtertjes. Wie dat mode-instinct van nature be zit, zal zeker blij zijn met deze drie meis jesmantels, die Alexander Federer voor ons ontwierp. Voor een héél klein dametje 2 tot 5 jaar is het, zeer correcte en pittige jasje met de hartvormige zakken. De doorge stikte kraag en voorzijde en het getailleer de model maken, dat een vlot figuurtje er voordeelig in uitkomt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 7