Slotüaaksche jeugdleiders in Berlijn - Raadhuis te Leidschendam Msfc Jaargang lEfiWH PW AD Tweede Blad FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers MET DEN BOUW VAN HET NIEUWE RAADHUIS TE LEIDSCHEN DAM vordert men thansgoed. Het zoo goed als voltooide exterieur van het' nieuwe raadhuis, dat een aanwinst voor de gemeente is. Polygoony, EEN ITALIAANSCHE ONDERZEEBOOT heeft in den Atlantischen Oceaan een vijandelijk stoomschip met munitie beladen, tot zinken gebracht. De schipbreukelingen worden door de Italianen aan boord genomen. (Holland)] SLOWAAKSCHE JEUGDLEIDERS IN BERLIJN. Op 16 Januari j.l. legden de in Berlijn vertoevende Slowaaksche jeugdleiders onder leiding van den hoofdcommandant der Hlinka-jeugd Macek bij het gedenkteeken Unter den Linden een krans neer. Hoofdcommandant Macek bij het inspecteeren van de eerewacht der Hitler-jeugd. (Holland) IN SIAM worden regelmatig bokswedstrijden'gehouden, waarbij niet alleen de vuisten, maar ook de voeten worden gebruikt. Tijdens de training van twee vooraanstaande Siameesche boksers in het Sportpark van Lak-Muang te Bangkok. (Holland) VILT WORDT TEGENWOORDIG NIET ALLEEN VOOR HOEDEN GEBRUIKT, MAAR VINDT OOK TOE PASSING BIJ DE VERVAARDIGING VAN DAMESVESTEN. EEN KIJKJE IN EEN GROOT MODEMAGAZIJN. (Polygoon). HET NIEUWE ITALIAANSCHE DORP „COSTANZO CIANO", DAT THANS GEREED GEKOMEN IS, WERD DOOR MINISTER GRAAF CIANO BEZOCHT. (Stapf) Een roman nit de voetbalwereld, door J. WILMAN. (24 Half Juli vertrokken Mrs. Sullivan, Maud Arthur en de onafscheidelijke Wade naar Sickingham, waar Sullivan een landgoed bezat, meer een oude burcht, „Dragon's Castle" geheeten. die hij van den aan lager wal geraakten Lord Archibald Primrose had gekocht. Voor Cyril ^en Nora brak een heerlijke tijd aan: er was nu niemand in het groote huis op de Grand Avenue, die met een zuur gezicht of stekelige opmerkin gen de stemming bedierf. Het gebeurde op een warmen bladstillen avond, welken zij met hun drieën in het prieel doorbrachten, dat Benjamin Sullivan, die tegen zijn ge woonte aan het diner reeds afgetrokken was geweest en ook onder een whisky-soda de oude gemoedelijkheid niet hervond. Nora's verloofde in vertrouwen nam. Curtis be sefte, dat het den bejaarden man veel strijd moest hebben gekost vóór hij had kunnen besluiten, aan een betrekkelijk vreemde zijn hart uit te storten. Het werd de klacht van een vader, die zich bitter teleurgesteld in een zoon gevoelt en de hoop heeft laten varen, dat deze ooit zijn leven beteren zal. k ken je nu drie maanden ruim, Curtis, en ik mag je graag", besloot- Sullivan zijn vertrouwelijke mededeelingen. „Er zit een uitstekende kop op je. Je bent heel anders dan het stel leeghoofden en wauwelaars, dat ik geregeld om me heen moet dulden. Nu mijn besluit vaststaat, dat Arthur me niet opvolgt, kom ik na rijp beraad tot je met de vraag: waarom zou je naar Londen te- rugkeeren. misschien jaren en jaren ploete ren vóór je een eenigszins behoorlijke prak tijk bezit? Aan advocaten zonder cliënten is er in Londen geen gebrek. Ik daarentegen zit dringend verlegen om een jongen ambi tieuzen kerel, die bereid is met me samen te werken en aan wien ik de leiding kan overgeven als ik- er de kracht niet langer toe heb. Ik weet, dat ik me in jou niet ver gis, Curtis. Je zult een aangenamen, goed betaalden werkkring vinden en met jouw helder doorzicht ben je er gauw in thuis. Ga je op mijn, voorstel in, dan heeft dit bovendien het voordeel, dat niets je belet, spoedig met Nora te trouwen. Jullie zijn het allang eens. Alle partijen zijn er dus bij gebaat wanneer je ja zegt." Cyril lachte wat onzeker. „Ongetwijfeld een verleidelijk aanbod, Mr. Sullivan, maar hebt u bedacht, in wat voor scheeve ipositie ik kom te staan tegenover uw vrouw, tegen over Arthur en Maud? Ze beschouwen me nu als een indringer, van wien ze liever de hielen dan het gezicht zien. Dat zal nog erger worden wannper ze vernemen dat ik de plaats ga innemen, die ze natuurlijk voor uw zoon bestemd achten." „Hoor een hier. Curtis," antwoordde Sullivan nadrukkelijk. „Ik ben mijn vader opgevolgd: het was toen op geen stukken na de zaak van nu. Zonder zelfverheffing mag ik verklaren, dat ik ze tot de tegen woordige hoogte heb opgewerkt. Over die zaak beslis is, niemand anders. Ik weet hoe je er over denkt dat ik bij mijn vrouw onder de pantoffel zit. Mijn fout is geweest, dat ik in de eerste jaren van ons huwelijk Edith te veel de vrije hand liet. Ze mag in huis nog altijd bazen zooals ze verkiest, om dat ik gruwelijk het land aan scènes heb. In de zaak daarentegen is maar één baas, en dat ben ik. Natuurlijk zal ik alles zoo regelen, dat mijn vrouw en kinderen er niet bij te kort komen. Onder geen voorwaarde evenwel wordt Arthur mijn. opvolger. Ik wensch niet door een ander afgebroken te zien wat ik zelf met zooveel inspanning op bouwde. Ga jij niet op het voorstel in, dan moet ik er tenslotte wel toe besluiten, de zaak in een naamlooze vennootschap om te zetten. Russell heeft daar al eenigen tijd op gehamerd. Maar veel liever volg ik den an deren weg!" „Gun me in ieder geval tijd, er over na te denken, Mr. Sullivan". „Waarom? Ik houd van lui, die ja of neen zeggen. Je voelt er voor of je voelt er niet voor. In het eerste geval spreek je met Nora af, wanneer jullie trouwen. Ze zit er wel bij alsof de boel haar niet aangaat, maar ik wed om alles wat ze wil, dat ze liever over een paar maanden Mrs. Curtis is dan wie weet over hoeveel jaren pas. Je kunt beginnen als mijn secretaris; de rest volgt vanzelf. Het is ongetwijfeld een strop voor de Rovers, dat ze een puiken middenvoor zullen missen, maar ik kan me begrijpen, dat je het spelen in een profclub op den duur óók niet alles vindt." Cyril zat een poosje in nadenken. Toen zei hij: „Goed. Ik neem het aanbod op één voorwaarde aan: het moet geen verbod in houden om den eersten tijd nog voor de Rovers uit te komen." „Lieve hemel!" Sullivan grinnikte. „Ben je werkelijk zóó op voetballen gebrand, dat je nog eerder d&ar aan denkt dan aan het vaststellen van je trouwdag?" „Dat niet." Cyril aarzelde, in hoever hij Sullivan in vertrouwen zou nemen. „Ziet u, ik ben overtuigd, dat in de club dingen ge beuren, die niet rechtuit zijn. Door in het Rovers Housë te blijven, kan ik er allicht achter komen, wat ze klaar denken te brou wen. Ik doe het heusch niet uit een onbe- dwingbaren lust tot voetballen. Dat heb ik nu al een jaar of twaalf gedaan en ik zou er niet rouwig om wezen, mijn voetbal schoenen voorgoed uit te trekken." Sullivan antwoordde peinzend: „Nja. Jij bent van meening, dat er braaf geknoeid wordt." Curtis trok Nora zachtjes aan een oor. „Dat heb jij verklapt! We waren overeen gekomen het voorloopig onder ons te houden!" „Je weet niet half Cyril, hoe moeilijk het me valt om voor oom Benjamin eert geheim te bewaren! Daartoe gaan we te vertrou welijk met elkaar om." „Dat is zoo," beaamde Sullivan. „Ik heb Nora altijd veel meer als dochter dan als nicht beschouwd. Ik schaam me niet te be kennen, dat ze in mijn hart een grooter plaats inneemt dan Maud." Met een gebaar gaf hij te verstaan, dat zijnerzijds hiermee dit punt was afgehandeld. „Nu wat de knoeierij betreft. Je verdenkt Norton, Brooks en Fedler, niet?" Cyril knikte. „Op de twee eersten komt het voornamelijk aan. Maar ik betwijfel sterk, of van hen het initiatief uitgaat." „Er zitten volgens jou dus anderen ach ter?" „Anderen, die aan de touwtjes trekken. Precies." „Toch geen leden van de directie?" „Volgens mij wel." „Curtis, je moet je vergissen! Luke Sil vers is achttien karaats! Russell en Ryan zijn al jaren mijn vrienden! Je weet, dat de club feitelijk een schepping van mij is. Toen ze in de tweede divisie kwam en aan één man te veel verk gaf, heb ik er Ryan en Russell in gehaald. Het heeft me de groot ste moeite gekost, hen zoover te krijgen." „Ik beschuldig niemand, Mr. Sullivan. Dat zou ik niet graag doen, want ik bouw tot nu toe uitsluitend op vermoedens. Om zekerheid te kunnen krijgen, wil ik voor loopig in het Rovers House blijven. Een feit is in ieder geval, dat Norton en Brooks me trachten te loozen. Wanneer zij het werke lijk goed met de club meenden, zouden ze er niet aan denken om een middenvoor, die zijn bruikbaarheid heeft bewezen, weg te werken." „Dat hoor ik voor het eerst!" zei Sullivan verbolgen. „Ik financier de Rovers. Als contraprestatie eisch ik, in het aannemen en bedanken van spelers gekend te worden. Norton en Brooks hebben niet eigenmach tig op te treden!" „Ik vertelde het u niet, daar het aan mijn besluit, nog één seizoen voor de Rovers uit te komen, toch niets verandert. Doordat ze u er buiten hielden heb ik een reden te meer voor de veronderstelling, dat Norton en Brooks anderen achter :;h weten, die hen dekken." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5