De Maastunnelbouw - Rooken van sprot - Verkeerslessen op school Tweede Blad 81sfe Jaargang IFFIWI! FEUILLETON Het Noodlot van de Ransome Rovers MAANDAGMORGEN WAS DE DOORBRAAK VAN DE AFSCHEIDING tusschen de elementen 5 en 6 van de Maastunnel te Rotterdam zoover gevorderd, dat het thans mogelijk is de 9 tunnelelementen te doorschrijden. De verbinding tusschen het kopschot van tunnelstuk 9 met het ventilatiegebouw moet alleen nog worden doorbroken voordat men van den eenen tunnelingang naar den anderen kan loopen. De arbeiders bezig het tunnelschot geheel te verwijderen. (Polygoon) IN HET KADER DER VERKEERSWEEK, welke momenteel in den Haag ge houden wordt, heeft men op de scholen een aanvang gemaakt met de eerste lessen in de regelen van het verkeer. De onderwijzer geeft den kinderen in het gymnastieklokaal een uiteenzetting over de verkeersregelen. (Polygoon) HET PITTORESQUE STADJE MONNIKENDAM aan de Zuiderzee staat bekend om zijn rookerijen. Op het oogenblik heerscht er groote drukte met het rooken van sprot. De vischjes worden in de rookerij. opgehangen. Brandende houtmok zorgt voor den rook. (Polygoon). ITALIAANSCHE VERSTERKINGEN PER VLIEGTUIG NAAR ALBANIË. IN EEN STEEG TE AMSTERDAM raakte een groot Italiaansche Alpentroepen worden per vliegtuig naar het GriekschAlbaneesche vat met vermouth lek. De inhoud liep gedeeltelijk over front gebracht Onze foto toont de aankomst der Italiaansche straat. Om de rest niet verloren te laten gaan, kwamen versterkingen in Albanië. (Stapf) velen met flesschen en kannen aahloopen. (Polygoon) TORPEDOBOOTEN BESCHERMEN EEN CONVOOI. Ook bij het luchtaf weergeschut is alles in gereedheid, want elk oogenblik kan een vijandelijk vliegtuig uit de wolken te voorschijn komen. (Hoffmann) Een roman uit de voetbalwereld, door J. wilMAN- (23 Wanneer Cyril daar aan terugdacht stuitte hij op een raadsel. Brooks zou den aanvoerder niet zoo ongenadig hebben af gerost, indien hij den kerel niet hartgron dig had gehaat. Toch: nauwelijks drie kwartier later keerde hij als compagnon van den géhavenden Fedler terug, nam hij het voor hem op. Sindsdien zag Curtis den trainer bijna nooit, of hij was in gezelschap van manager en aanvoerder. Zij zouden alle drie dus wel het noodige op hun kerf stok hebben en wisten het van elkaar. Daar om trokken ze noodgedwongen één lijn. Zonder het te kunnen motlveeren", be schouwde Cyril den trainer meer als slacht offer; als één die mee had te doen, door de anderen er toe geforceerd, wilden geen din gen aan het licht komen, welke hem zijn betrekking kostten. In die overtuiging werd Curtis gesterkt toen hij op een morgen, dat hij zijn bad nam. Brooks hoorde zeggen: „Je hoeft me er niet aan te herinneren, Norton Ik zit in het schuitje, meevaren is het parool. Anders Wat den manager betrof het stond voor Cyril vast, dat Norton méér had te verbergen dan een verduistering. En Fedler zou wel zijn omgekocht door de Wanderers, Voor hen hir.g van den laatsten wedstrijd in het seizoen een kampioenschap af; er zou wel een lief bedrag zijn uitgetrokken om zich Fedler's medewerking te verzeke ren. Curtis besefte evenwel, dat hij veel meer houvast moest hebben, wilde de Foot ball Association zich met het geval gaan bemoeien: met losse vermoedens behoefde hij daar niet aan te komen. De directie er voors^tmnen, zonder over bewijzen te be schikken had al even weinig zin, vooral nu de Rovers. door den wedstrijd tegen de Wanderers te winnen, zich in veiligheid hadden gebracht. Trouwens: de directie gaf Curtis- ook te denken. Het was voldoende zich den Zater dag te herinneren, waarop hij de Rovers tegen Birmingham zag modderen en sma delijk met 82 ten onder gaan. Daar kon den de Wanderers bezwaarlijk de hand in hebben gehad; voor hen was het van gee nerlei belang, of hun stadgenooten die ont moeting wonnen dan wel verloren. Toch werd bij deze gelegenheid door ettelijke Rovers een spel vertoond, dat er duidelijk op was ingesteld, Birmingham een dave rende overwinning te bezorgen. Uitgesloten, dat de directie niet zou zijn opgevallen, wat hijzelf na tien minuten reeds had gesnapt en, blijkens het hoonend geloei, de groote meerderheid van de toeschouwers eveneens: dat er met de muts naar gegooid werd door Fedler. Mullin, Law, Rand. Toch was het viertal met ter verantwoording geroepen, hoewel iedere andere directie spelers, die zoo kei" nelijk saboteerden, op zijn minst zou hebben geschorst Hier móést het een en ander achter zitten Cyril besloot, niet alleen Norton. Erooks en Fedler in de gaten te houden, doch van nu af agn ook zijn aandacht aan de heeren van de directie te besteden. Hij was overtuigd, dat het de moeite loonen zou. Brooks deed zijn voornemen gestand: tusschen het cricketten door werd regel matig en serieus getraind. Daar Curtis nooit een enthousiast beoefenaar van cricket was geweest en geen deel van het team wensch-, te uit te maken, beschikte hij over veel vrijen tijd, dien hij hoofdzakelijk in Nora's gezelschap doorbracht. Zijn oordeel over de familie Sullivan kwam verrassend met dat van het meisje overeen. Den heer des huizes vond hij een geschikt type: joviaal, goed gehumeurd, gastvrij. Met Mrs. Sullivan wil de het daarentegen niet vlotten. Hij hield niet van vrouwen, die de baas speelden; zij baasde over haar echtgenoot en liet Cyril niet onduidelijk merken, dat zij hem als een indringer beschouwde. Maud, in alles een getrouwe copie van haar moeder, be handelde hem als lucht, nadat zij bij een van zijn eerste bezoeken op haar nummer was gezet. Niet vermoedend dat hij 't zou hooren had zij tegenover Roger Wade haar minachting te kennen gegeven voor advocaten, die niet genoeg hersens bezatenom praktijk te kunnen krijgen en daarom onder profs gin gen grasduinen. Cyril's scherpe ooren had den de hatelijkheid wel degelijk opgevan gen. Glimlachend had hij geantwoord, dat er zelfs praktijklooze advocaten waren, die nog niet eens voor dat grasduinen deugden. De schoen paste Maud. Zij snapte, dat de repliek bestemd was voor haar verloof de, die acht jaar noodig had gehad om den meestertitel te behalen en nog steeds op den eersten cliënt van beteekenis wachtte. William Hopkins, zoo heette dit licht, had reeds driemaal om Maud's hand aanzoek gedaan eh even zooveel maal was hem door Sullivan aan het verstand gebracht, dat zijn dochter den meerderjarigen leeftijd al lang had overschreden en dus kon doen en laten wat ze verkoos. Daarmee schoot de trouwlustige minnaar bitter weinig op, aan gezien het slot van Sullivan's toespraken steevast luidde dat Hopkins, als hij zoo op Maud gesteld was, maar zijn uiterste best moest doen om voldoende cliënten te ver zamelen, zoodat hij een vrouw kon onder houden zonder daarbij op den zak van een schoonvader aangewezen te zijn. Er waren drie personen tegen wie Benjamin Sulltvan soms grof uit den hoek kwam: Hopkins, die een goudvisch aan den haak hoopte te slaan ten einde zich 'een lui en weelderig leventje te verzekeren; Roger Wade, wien hij zijn huls wat graag had verboden, in dien hij daarmee niet ernstig in conflict, met zijn wederhelft ware gekomen; en Arthur, zijn zoon. Over dien zoon had Cyril van Nora reeds het noodige gehoord en, scherp opmerker als hij was, bleek hem ook spoedig uit eigen waarneming, dat het tusschen Sullivan Senior en junior in het geheel niet boterde. De zoon ging van het standpunt uit, dat hij niet voor niets een rijken vader had en dus zijn bedje gespreid kon achten. Hij vond het al mooi genoeg als hij er de kantjes wat af liep. De oude heer dacht er anders over, doch het baatte weinig; elke poging, om van zijn zoon een flink zakenman te maken, strandde op diens onverschilligheid en gemakzucht. In één opzicht was Arthur volleerd: in het najagen van vermaak. iHet bad Benjamin Sullivan menigen slapeloo- zen nacht gekost: te moeten constateeren, dat zijn zoon noch de begaafdheid noch den ernst bezat, om hem eenmaal de lei ding van de zaak toe te vertrouwen. Zelfs de drastische maatregel, hem de werk zaamheden van een gewonen kantoorbe diende op te dragen een laatste poging om Arthur's gevoel van zelfwaarde wakker te schudden was zonder effect gebleven; de jongeman protesteerde alleen heftig te gen het feit, dat hem ook slechts het salaris van een klerk werd uitgekeerd. Reeds van de eerste ontmoeting af had Cyril een ster ke antipathie jegens Arthur Sullivan opge vat een leeghoofd, eigenwijs, altijd het hoogste woord voerend, brutaal. De anti pathie was met elke volgende ontmoeting gegroeid Het bescheiden salaris van een kantoor bediende belette Arthur intusschen niet, als een modeplaat gekleed te gaan, overvloedig sigaretten van een prijzig merk te rooken en eiken avond na het diner in Ransome zijn vertier te zoeken. Hij leefde als een grand-seigneur. Curtis begreep dat de beurs van zijn moeder Arthur tot die buitenspo righeden in staat stelde. En, naar hij ver moedde, zou de Jeugdige zwierbol ook wel zijn vriend Roger Wade als geldschieter ge bruiken. Die twee waren gezworen kame raden. Na Nora's verloving was Wade veel minder druk bij de Sullivan's aan huis ge komen en Cyril prees er zich gelukkig om. HU kon den kerel niet uitstaan. Was Arthur hem in hooge mate onsympathiek, van Wade walgde hU een pafferige vent, evenals de jonge Sullivan steeds gekleed om door een ringetje te halen en daarbij hevig geurend naar parfum. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 5