Een sneeuwhui - Nieuwe Bulgaarsche postzegels - Skiloopen - Dooi
Tweede Blad
81ste Jaargang
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
IN WEST-FRIESLAND ïs de laatste dagen zeer veel sneeuw gevallen,
waardoor op sommige plaatsen de bevroren slooten geheel zijn dichtge-
sneeuwd. Deze met sneeuw bedekte slooten waren voor de jeugd prachtige
speelterreinen de sneeuw lag zoo dik, dat men
er een sneeuwhut kon graven. (Polygoon)
DE GEMEENTELIJKE VAKCURSUSSEN TE DEN HAAG
hebben een begin gemaakt met een cursus voor het werklooze
hotel-, café- en restaurantpersoneel in het gebouw Amicitia
aldaar. Tijdens de les in het serveeren, waarbij het water uit
den mond zou loopen bij al de heerlijke gerechten, welke op
gediend worden. Maar het is alles slechts imitatie.
(Polygoon).
NIEUWE POSTZEGELS IN BULGARIJE.
DE BULGAARSCHE POSTERIJEN HEBBEN DEZ£ FRAAIE SERIE
POSTZEGELS DOEN VERSCHIJNEN. (Stapf)
MEN ZOU KUNNEN DENKEN, DAT HET LOOPEN VAN KANONNEN
ZIJN. Het zijn echter twee scheepsschroefassen, onberispelijk van vorm
en afmeting, twee werkstukken van Duitsch fabrikaat, welke zoo goed de
schoonheid der techniek weergeven. (Holland)
DE STERKE DOOI NA DEN GEWELDIGEN SNEEUWVAL VAN ZATERDAG
EN ZONDAG. De boulevard te £>cheveningen, welke geheel blank stond en
voor het publiek alleen met het risico van natte beenen te beloopen was.
(Polygoon)
IN DE BESNEEUWDE DUITSCHE BERGEN.
SKILOOPEN OP ZONNIGE HOOGTEN;
(Holland)
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN-
- (22
„Je vergeet, dat Fedler "een ultimatum
stelde. Hij is schoelje genoeg om de bedrei
ging uit te voeren. Als ik jou was wilde ik
hem vóór zijn."
„Al praat je door tot den jongsten dag
ik doe het niet! Ik-doe-het-niet!"
„Dan is de kwestie van verduistering de
eenige niet. Er moet nog iets méér onder
den dekmantel blijven."
„Veronderstel wat je wilt! Mijn besluit
staat vast: ik doe het niet!"
Cyril haalde de schouders op. Het onder
houd was hiermee geëindigd en hij kon ge
voeglijk gaan. Hij herinnerde zich echter
Brook's belofte: bij hen te zullen komen,
zoodra hij een draai aan Fedler's „ongeluk"
had gegeven en Curtis was zeer nieuws
gierig, hoe het rapport over den toegetakel-
den aanvoerder zou luiden. Aangezien de
manager stommetje verkoos te spelen, stak
Cyril een sigaar 'op, hoewel hij na een paar
trekken de verleiding nauwelijks kon weer
staan, haar neer te leggen; ze smaakte hee-
lemaal niet. Toch rookte hij met mannen
moed door, omdat het de eenige manier
was om den tijd stuk te slaan. Hij doofde
juist het peukje toen de trainer verscheen.
„Het heeft langër geduurd dan ik dacht",
verontschuldigde hij zich. „Aan dokter
Ryan's gezicht was te merken, dat hij niet
veel van mijn verhaal geloofde. Hij consta
teerde in'de gauwigheid een kaakfractuur,
een gescheurd oor, een gespleten bovenlip
en een verdacht gezwollen neus om van
de overige souvenirs te zwijgen. „Een merk
waardige val" was zijn opinie. Maar Ryan
vroeg niet verder en ik had geen reden hem
wijzer te maken. Er viel me een pak van het
hart, dat Tom niet naar een ziekenhuis
hoeft; hij moet een dag of veertien zijn
kamer houden. Ik heb een oogenblik met
hem gepraat wat je van zijn kant ten
minste praten kon noemen." Brooks keek
Cyril aan. „Tom verzocht me je zijn excuses
aan te bieden. Hij heeft veel spijt over het
gebeurde. Het zou nooit zoo ver gekomen
zijn, als hij niet gedronken had op den
gelukkigen afloop van den wedstrijd."
„De gelukkige afloop!" Curtis lachte cy
nisch. „Wanneer het aan hem had gelegen,
waren de Wanderérs met de overwinning
gaan strijken. Excuses of geen excuses
hij gaat er uit!"
Zonder zich van zijn stuk te laten bren
gen, vervolgde de trainer: „Hij heeft een
maal een kwaden dronk over zich en dan is
er, geen land met hem te bezeilen. Ook dat
van Norton meende hij niet; hij zal het hem
morgen nog eens persoonlijk zeggen. Van
alle kanten zijn fouten gemaakt. Laten we
er daarom als kerels de spons overhalen.'"
„Algemeene verbroedering, hè? Het kan
me niet schelen, wat van je roerende ver
haal waar is en wat je uit den duim hebt
gezogen, Brooks. Het verandert niets aan
mijn besluit Fedler móét er uit!"
Het gezicht van den trainer verstrakte.
..Je denkt toch niet, Curtis, hier de lakens
te kunnen uitdeelen omdat je met Mr. Sul
livan's nichtje verloofd bent? De club heeft
hem veel te danken, héél veel zelfs. Maar
per slot van rekening is hij de d; ectie niet.
Russell, Ryan en Silvers laten zich niet als
kwajongens behandelen. Als puntje bij
paaltje komt, zullen die uitmaken hoe het
moet. We hebben een slecht seizoen achter
den rug; er zijn wedstrijden verloren, die
niet verloren hadden mogen worden. Met de
gehaakte fouten zal ik mijn voordeel doen.
Over een week al beginnen we met inten
sieve training. De Rovers zullen in de aan
staande competitie een hartig woordje
meespreken."
„Ik help het je wenschen. Maar dan zon
der Fedler."
„Eigenlijk snap ik niet, waar jij je druk
over maakt, Curtis. Je beloofde je meisje,
dat de Rovers in de eerste divisie zouden
blijven en je hebt woord gehouden. Mijn
compliment. In een heel moeilijken tijd ben
je een prachtsteun voor de club geweest.
Wat wil je meer?" Brook's pogen vernauw
den zich tot spleten. „Een paar dagen gele
den hoorde ik, dat jij je taak als afgeloo-
pen beschouwde wanneer de Rovers niet
degradeerden. Ik begrijp dat iemand, die al
gauw met een nichtje van Mr. Sullivan in
het huwelijksbootje stapt en meester in de
rechten is, zich onder profs niet op zijn
plaats voelt. Natuurlijk niet; jij behoort tot
een heel andere klasse in de maatschappij.
Ik herhaal dus: wat maak jij je druk over
een club waarvan je de kleuren toch niet
langer zult verdedigen?"
„Daarin kon je je vergissen, waarde
heer."
Brooks' oogen stonden nu wijd open. „Be
doel je, dat je ook het volgend seizoen voor
de Rovers uitkomt?"
„Ik heb nog niet definitief beslist, maar
de mogelijkheid is groot."
De trainer wist zich te beheerscHén, al
kostte het inspanning: het bleek uit het
trekken van zijn kaak ieren. Ten slotte
zei hij op een toon, dien hij tevergeefs
trachtte onverschillig te doen klinken:
„Wel, als jij er je zinnen op zet, kan ik
het moeilijk beletten. Maar vergis je niet.
Fedler blijft. Achter hem staat de directie.
Achter hem staan Norton, ik, Mullin, Rand.
Als het er om knijpt, kiezen eveneens Dick
Walsh, Mike Temple en Laddy Blake partij
voor Tom. Jij hebt alleen de voorhoede aan
je zijde en reken zelfs dé.ar niet al te
vast op. Ben je verstandig, dan zeg je: ik
heb meegeholpen om de Rovers voor de
gradatie te bewaren; het is mooi geweest
en nu ga ik. Wil je daarentegen onver
standig zijn en blijf je laat je dan eens
en voorgoed zijn meegedeeld, dat jij je hebt
te gedragen naar de aanwijzingen van de
directie, van Norton, van mij en van Fedler
als aanvoerder. Ic je dat duidelijk?"
„Volkomen. Biooks. Bedankt voor je
openhartigheid. ïk had nog een klein stoo
tje nocdi? om tel blijven te besluiten, esa
dat gp*—i je woorden me. Mijn taak is r
niet afgeloopen. Ik kom niet alleen op
nieuw voor de Rovers uit ik zal boven
dien zorgen, dat een Augiusstal gereinigd
wordt. Een Augiusstal van gekonkel, leugen
en bedrog. Je hebt me den handschoen toe
geworpen. Best. Ik neem hem op."
Cyril ging naar de deur. Nog vóór hij
haar had bereikt, riep Norton:
„Curtis!"
„Ja....?"
„Brooks redde je uit de klauwen van
Fedler. Jij hebt gezorgd, dat hij er spijt van
heeft als haren op zijn hoofd. Maak je
geen illusies, dat hij een volgende maal een
hand voor Je uitsteekt. Ik evenmin."
Curtis was naar het midden teruggekeerd
Koeltjes antwoordde hij: „Jij sloofde je
daarstraks óók "al niet uit, Norton. We gaan
onzen eigen weg, jullie en ik. Ik zal geen
gebruik maken van de beschuldiging, door
Fedler geuit en waarvan jij de juistheid
toegeeft. Wat ik noodig heb, visch ik zelf
uit. Norton, wanneer je van iets zeker kunt
wezen, dan van dit je managerschap
heeft den langsten tijd geduurd. Blijf jij
aan het minne spelletje meedoen, Brooks,
dan hebben de Rovers ook gauw een nieu
wen trainer."
Cyril stapte de kamer uit, niet haastig,
niet demonstratief langzaam. Hij had ge
zegd wat hem op het hart lag en was be
reid, de gevolgen te dragen. De reactie was
anders dan hij ze zich voorgesteld had,
want noch Norton noch Brooks voelden nei
ging tot hardhandige argumenten over te
gaan en aldus te trachten, hem van inzicht
te doen veranderen. Toch achtte Cyril het
raadzaam van nu af aan den trainer de
vrije beschikking over diens appartementen,
te laten'en zelf de tenten elders op te slaan.
X.
Sedert dien avond hield Curtis er reke
ning mede, dat hij onder de Rovers nu drie
vijanden telde: Norton, Brooks en aanvoer
der Fedler. Norton's gramschap liet hem
koud; voor den manager had hij nimmer
veel sympathie gevoeld. Met Fedler stond
hij reeds van den eersten dag af op ge
spannen voet. Doch van den trainer speet
het hem. Aan Brooks dankte hij het dat hij
zijn kans gekregen had, niettegenstaande
Norton's verzet. In de maanden, dat hij met
Brooks het zelfde appartement had gedeeld,
was hij den trainer meer en meer als vriend
gaan beschouwen, al kon hij er niet op
pochen, dat Brooks ooit neiging tot ver
trouwelijkheid getoond had. Toch wist
Cyril dat de trainer hem mocht, anders
was deze niet te hulp gekomen, toen Fedler
hem zoo leelijk in het nauw had gebracht.
(Wordt vervolgd).