Tweede Blad
81ste Jaargang
LEWCH DAfiBIAD
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN.
(21
Plotseling sprong Fedler, maar Cyril was
er op voorbereid geweest. Bliksemsnel hief
hij een knie omhoog en stootte haar met
volle kracht Fedler in de buikholte. Even
wankelde de reus; met een pijnlijke uit
drukking in de oogen betastte hij de ge
troffen plek. Op hetzelfde moment rende
Cyril naar de deur. Hij zou zijn. doel heb
ben bereikt, ware hij niet gestruikeld over
den stoel, die op den grond was blijven lig
gen Vloekend naderde Fedler. Met een vlug
heid, die hij ondenkbaar had geacht, rolde
Cyril zich een halven slag om en kwam in
zittende houding, een voet gereed om den
bruut af te weren. Deze hief een vuist op,
liet haar dalen. Een onderdeel van een se
conde sloot Curtis de oogen. Tot zijn groote
verrassing gebeurde niets.
Hij dankte het aan Norton. Op het kri
tieke moment was de manager in actie ge
komen en vóór Fedler kon toeslaan, had hij
door ;en stoot diens arm van richting doen
verandereh. Met een gruwelijke verwen-
sching haalde de dolleman uit naar Norton,
die door snel te duiken een slag ontliep,
welke een os kon hebben geveld. Curtis was
in minder dan geen tijd overeind. Hij greep
den gevallen stoel, vastbesloten den aan
voerder, die gromde als een verscheurend
dier, de hersens in te timmeren, zoodra hij
den aanval zou hervatten.
Zóó ver kwam het niet. De deur vloog
ópen, de stoel werd uit Cyril's handen ge
rukt en neergesmakt. Zonder zijn interven
tie aan te kondigen, stoof Brooks, de trai
ner, naar Fedler en bracht hem een kaak-
stoot toe, waaraan een ander het eerste
kwartier genoeg zou hebben gehad. Met
Fedler was dit niet het geval. Door het
krankzinnige heen bond hij direct met den
nieuwen tegenstander den strijd aan.
„Pak den stoel, Brooks!" Cyril nam hem
op.
„Opzij!" bulkte de trainer. „Ik heb geen
stoel noodig om hem zijn bekomst te geven!
Dat doe ik zoo!"
Een felle linksche. trof Fedler's kin. De
reus waggelde, zette zich onmiddellijk weer
in postuur. Hij had nog niet kunnen uit
halen, of een rechtsche volgde. Een onge
loof elijk vlugge, keiharde rechtsche, op de
zelfde plek waar de eerste treffer gezeten
had. Curtis was er zeker van, dat hij iets
hoorde kraken.
Van nu af aan regende het slagen op
Fedler. Als gefascineerd keek Cyril toe. Nor
ton deed geen poging tot bemiddelen.
Onder het uitdeelen van zijn formidabele
opstoppers gromde de trainer: „Dezen heb
je tegoed voor je „ouwe landlooper"! En
dien omdat je Curtis beloofde, hem de bee-
nen te breken! En hier is er één voor je
streek van vanmiddag!" Geen slag kwam
neer, of hij was door Brooks gemotiveerd.
Na een hevigen treffer op het linker oor
ging Fedler tegen den vloer. Direct zat de
trainer op hem en onafgebroken daalden
zijn vuisten neer. Zooveel begreep Curtis
wel dat Brooks den aanvoerder niet zulk,
een ongenadige aframmeling toediende uit
protest tegen een bedreiging met beenbre-
kerij.. Een lang opgekropte haat had ein
delijk gelegenheid gevonden zich te uiten.
Toch betwijfelde Cyril sterk, of Brooks al
dus van leer zou hebben getroken, indien
hij niet bij uitzondering de whiskey stevig
aangesproken had.
Bij eiken nieuwen mep kronkelde Fedler
van pijn; zijn geschreeuw was overgegaan
in gekreun en ten slotte kermde hij om ge
nade. Toen vond Norton het welletjes.
„Houd op!" beval hij. „Je begaat nog een
moord!"
De trainer keek hem met troebele oogen
aan. „Dan deze tot besluit!" Zijn vuist trof
Fedler op den neus. Het was de genadeslag;
bewusteloos bleef de aanvoerder liggen.
De manager lachte zenuwachtig. „Tot
zijn ongeluk dacht Tom er niet aan, dat je
bokst als de beste! Waarom ging je niet in
den ring, Jim? Je had het er verder ge
bracht dan met het trainen van een slecht
elftal!"
„Bedankt Brooks!" zei Curtis hartelijk.
„Was jij niet bijtijds verschenen, dan lag ik
waar nu Fedler ligt en in heel wat
slechter conditie. Groote goden, wat kun
jij slaan!"
De trainer antwoordde koeltjes: „Ik ver
moedde, wat jij in het schild voerde. Je
bent een uilskuiken. Tegen een vent als
Fedler ben jij niet opgewassen, zelfs niet al
vocht hij eerlijk, wat hij nooit heeft ge
kund. En dan had ik zelf een rekening met
hem te vereffenen. We zijn nu quitte."
„Fedler moet de laan uit," verklaarde
Cyril positief, „anders begint het lieve leven
van voren af aan. Hij weet, dat Norton een
stommiteit heeft uitg ,'haald en gebruikt die
wetenschap om chantage te plegen. Fedler
eischte, dat Norton ontslag neemt, om zelf
manager te kunnen worden. Zoo is het
toch, niet?"
Norton en Brooks wisselden snel een blik
van verstandhou Indien het de bedoe
ling was geweest, dat het Cyril zou zijn
ontgaan, boekten zij al een zeer poover re
sultaat. Hij dacht er het zijne van.
„Zoo is het ja", bevestigde de manager.
Vóór Curtis zijn twijfel onder woorden
kon brengen, vroeg Brooks: „Wat doen we
met dien daar?" Hij knikte naa? de roer-
looze gedaante op den vloer. „Ze zullen een
verklaring verlangen. Dus is het zaak, dat
we elkaar niet tegenspreken."
De manager plukte aan zijn onderlip; hij
zag er zoo gauw geen gat in. Br-ooks blijk
baar evenmin. Doch Cyril's vlugge brein
had spoedig een oplossing uitgedacht. Het
zat hun mee, dat het Rovers House zoo goed
als uitgestorven was; de spelers hadden
vóór ze aan tafel gingen, namens de direc
tie een gratificatie ontvangen met de me-
dedeeling, dat er dien avond niet op werd
gelet, als zij wat later thuis kwamen.
„We dragen hem de trap af", stelde Cur
tis voor, „en le: gen hem aan den voet neer.
Het zal lijken, dat hij er af gevallen is. Hee-
lemaal niet gek. Er zullen vanavond de noo-
dige borrels op het behoud van het eerste
klasseschap worden gedronken."
„Eerder denken ze, dat hij onder een
stoomwals heeft gulegen! Allemachtig, wat
is de vent toegetakeld!" Norton schok
schouderde. „Alla, het is te probeeren!"
Hij nam den bewusteloozen aanvoerder
bij de schouders. Brooks deed het bij de
beenen. Ze droegen hem naar beneden en
legden hem neer aan den voet van de trap,
met het gezicht op de mat.
„Jij gaat met Norton naar zijn kamer,
Curtis", besliste de trainer. „Ik zal dokter
Ryan bellen en voorgeven, dat ik Fedler ge
vonden heb. Als het afgeloopen is, kom ik
bij jullie."
Zoodra Norton achter zijn lessenaar was
gezeten, bracht hij zijn geschut in stelling.
„Jij luistert dus aan deuren", zei hij op een
toon alsof een'halsmisdaad werd geconsta
teerd. „De fout van een sentlmenteele op
voeding. Je vader had bijtijds die slechte
gewoonte er uit moeten timmeren."
Cyril glimlachte hautain. „Méér menschen
maken van den nood een deugd, Norton.
Wanneer jij en Brooks rechtuit waren, be
hoefde ik geen zijpaden in te slaan om te
weten te komen, wat ik weten wil."
„Wat jij weten wilt! Aan inbeelding man
keert het je niet, zeg! Jij bent een doodge
wone speler, anders niet. Je hebt manager
en trainer niet op de vingers te kijken. Daar
is de directie voor. Van spionnen zijn we
niet gediend. Dat wilde ik je maar even aan
het verstand brengen."
„Bedankt. Norton. Ik zie niet in waarom
we zouden bekvechten. Er is een eenvou
dige oplossing. Wanneer jij je niets meer te
verwijten hebt dan Fedler je voor de voeten
wierp, gaan we morgenochtend samen naar
Mr. Sullivan en je vertelt hem alles. Ik ga
randeer dat hij je uit de nesten helpt."
De manager antwoordde norsch: „Ik
denk er niet aan. Je hebt waarschijnlijk ge
hoord. dat op negentig pond na het bedrag
aancezi iverd. pn als je het niet gehoord
hebt, dan weet je het nu. Ja, ik zal idioot
wezen en zonder noodzaak voor anderen
•et deksel on' 'iten! Het zondaarsbankje
zit me te hard!"
(Wordt vervolgd).
OP DE BAAN TE KOLHORN
(N.-H.) werden Zondag nationale
hardTijwedstrijden gehouden, waar
aan de bekendste rijders van Neder
land deelnamen. Winnaar werd H.
Buyen. De strijd op de 1500 meter
tusschen H. Buyen en
van Hoorn (links).
(Polygoon)
ZONDAG WERD OP 'T LAND
GOED „DUINRELL" te Was
senaar een groote skimiddag ge
houden door de Nederlandsche
Reisvereeniging. De deelnemers
(neemsters) tijdens het maken
van een tocht door ,,Duinrell".
(Polygoon)
RUDOLF HESS AAN HET KANAALFRONT. De plaatsvervanger
van den Führer, Rijksminister Rudolf Hess, vertoefde aan het
Kanaal. Hier doet de Marine-Befehlshaber van de Kanaalkust hem
mededeeling over de successen van de Duitsche Marine-Artillerie.
o .(Holland)
DE NOODWINKELS OP DEN COOLSINGEL TE ROTTERDAM,
die reeds versierd zijn met beeldhouwwerken, geplaatst bij de ingangen,
en wandschilderingen op de blinde muren, worden nu opgefleurd met
origineele uithangborden, welke door kunstschilders zijn beschilderd.
De uithangborden blijven het eigendom der gemeente. (Polygoon)
IN HET „HEERENLOGEMENT" TE PURMEREND werd Zondag een
biljartwedstrijd gehouden ten bate van Winterhulp Nederland tusschen
Piet de Leeuw (Ned. kampioen 71.2 cadre) en Jan Sweering (Néd. kam
pioen 45.2 cadre). De burgemeester van Purmerend, de heer P. Kikkert,
doet den eersten stoot. Geheel rechts Sweering, naast hem de Leeuw.
(Polygoon)
GEEN IJS-, MAAR EEN SNEEUWZONDAG, waarbij iedereen,
die van de sneeuw weet te profiteeren, in actie kwam. Talrijke
sneeuwmannen gaven acte de présence, maar die te Amsterdam te
zieh was, behoorde tot de reuzen er moest zelfs een trapje aan te
pas komen. De reuze-sneeuwman in de maak, (Polygoon)
DE DICHTERES MARIE HAMSUN IN BERLIJN. De dichteres Marie
Hamsun, de echtgenoote van den Noorschen dichter Knut Hamsun, begon
haar groote voordrachtreis door Duitschland op 14 Januari met een lezing
uit werken van Knut Hamsun en uit eigen werken in de Studentenzaal van
de Technische Hoogeschool in Berlijn. (Holland)