c De Instuif" Ons Kort Verhaal LEIDSCH DAGBLAD - Vierde B!id Zaterdag 18 Januari 1941 Wat een meisje worden kan- YISSCKERIJ-BERICHTEN Door Hanna Schabo Kleine vischaanvoer RECHTZAKEN n Vrouwen regeeren de wereld (Foto Schabo). Practische arbeid voor de opleiding tot tuinbouwkundige. „Een meisje met de spade of achter den ploeg! Het is geen gezicht" lachte de leerlinge, die ik aanraadde in verband met haar voorkeur en aanleg het vak van tuinarchitecte of kweekster te kiezen, maar met haar spot gaf zjj slechts blijk niet op de hoogte te zy'n van het vak noch eenig begrip te hebben van de studie of de toe komstmogelijkheden. Natuurlijk moet een meisje dat zich als tuin-architecte, kweekster, tuin bouwkundige of landbouwhuishoudleerares be kwamen wil, niet opzien tegen vuile handen en .zeker niet. verwachten, dat zij later achter haar schrijftafel hgar beroep kan uitoefenen, doch aan den anderen kant moet zij overtuigd zijn, dat ook hier de leiding, het beheerschen der theorie voornamer is dan de practische ge oefendheid. Goed spit ten, zaaien of mesten kan iemand in een paar uur leeren, maar te weten, wanneer en waarmee gemest moet wor den en waarom, welk zaad te kiezen, hoe te snoeien, te selecteeren, te enten of te combinee ren, dat is het werk van de theoretisch onder legde, de'deskundige, de gestudeerde! GOEDE TOEKOMSTMOGELIJKHEDEN. Daarnaast staat, hetgeen vooral van belang is voor vele meisjes, die rekening houden met de mogelijkheid of wensch later in haar eigen onderhoud te voorzien, dat de toekomst van een goed onderlegde tuinbouwkundige zoo goed als verzekerd is. Hoewel het onderwijs op dit terrein zich sterk uitbreidt, hèerscht er geen werkloos heid, doch kan eerder van een tekort aan goede krachten gesproken worden en vermoedelijk zal dit tekort eer toe- dan afnemen. Een prachtig terrein ligt hier dus braak voor energieke jonge meisjes, die van aanpakken houden. Wanneer wij de tuinen en tuintjes in onze steden bekijken, dan zijn er maar weinige, waarvan de blik werkelijk genoegen schenkt en de nutstuintjes zouden minstens tweemaal zoo veel kunnen opbrengen, wanneer een deskundige het toezicht erover hield. Welk een mooie taak is hier weggelegd voor de huizen-exploitatic- maatschappijen, die honderden en honderden tuinbouwkundig-gediplomeerde bij het buurt- tuinwerk. bij de volksontwikkeling, bij stands- organisaties, bij de exploitatie van volkstuin tjes en bij de huisexploitatie-maatschappijen een taak kunnen vinden, welke niet alleen in moreelen zin goede resultaten afwerpt, doch waarvan ook in materieelen zin de voordeelen in contant geld te berekenen zijn. De opleiding tot kweekster of tuinbouwkun dige vindt in ons land in hoofdzaak plaats op de Tuinbouwschool voor meisjes, „Huize ter Lande" te Rijswijk (Z.-H.). Ook bestaan er af- deelingen van tuinders- en landbouwersbonden, die in de kleine plaatsjes landbouwonderwijs geven, doch gemakshalve zal ik mij beperken tot wat we zouden kunnen noemen, de groote opleiding. DE STUDIE. De tuinbouwschool te Rijswijk staat open voor meisjes, die de M U.L.O.-school hebben doorloopen of daarmee gelijk te stellen onder wijs hebben genoten. De cursus duurt ongeveer drie jaar, het onderwijs is theoretisch en prac- tisch. de schooltuin en de kassen worden bijna geheel door de leerlingen onderhouden en na beëindiging van den cursus wordt een diploma uitgereikt Het schoolgeld is afhankelijk van het inkomen der ouders en wisselt van f. 100 tot f. 1000. In bijzondere omstandigheden kan van het mini mum worden afgeweken. In het leerplan zijn bloem-, groente- en fruit teelt opgenomen en sinds korten tijd ook het bloembinden. De cursus vangt in September aan en de meisjes, die zich voor het eerste studie- Jaar melden, moeten op 1 September den leef tijd van minstens zeventien jaar hebben bereikt. Leerlingen met eindexamen Gymnasium of H.B.S. met 5- of 3-jarigen cursus zijn vrijge steld van een toelatingsexamen of de voor studie. Elk studiejaar is in twee gedeelten ge splitst, een winter- en een zomercursus. Bij den wintercursus. die van September tot Maart duurt, is het aantal theoretische lessen grooter dan het getal practische, terwijl in de zomer periode juist het omgekeerde het geval is. De tijd, die buiten de lessen overblijft, dus eigenlijk buiten het studie-rooster valt, wordt door de leerlingen gebruikt voor het in orde houden van kassen en tuinen onder toezicht en leiding van het personeel. De werktijd met alle lessen inbe grepen is zóó geregeld, dat deze niet langer dan (Eigen archief) Een botanische tuin, waar de tuinbouwkundige haar kennis aan bloemen en planten kan verrijken. huizen met tuintjes in beheer hebben, zoodat de kosten voor een tuinbouwkundig onderlegd op- zichteres zeker de exploitatie-rekening niet ten nadeele zullen beïnvloeden, terwijl zonder eenigen twijfel het percentage leegstaande huizen aan merkelijk lager 'zou zijn, wanneer de aandacht van reflectanten door de reeksen goedverzorgde en nutafwerpende tuintjes getrokken wordt. Doch er is meer. Er zijn duizenden, vermoede lijk zelfs nadert het aantal de honderdduizend, werktuintjes in gebruik, doch overal worden de huurders of eigenaars aan hun lot overgelaten. Op deze groote complexen tuintjes zouden zon der bezwaar voldoende groenten en fruit ge teeld kunnen worden om in de behoeften van de gezinnen der amateur-kweekers ruimschoots te voorzien. Het eenige, dat daartoe ontbreekt is de deskundige dagelijksche leiding. De bedoeling der vereenigingen, die de tuin tjes ter beschikking stellen, is steeds zeer lof felijk, doch dat de teleurstelling groot en de oogst klein is, vindt zijn oorzaak in het feit, dat zij hun werk niet volledig verricht hebben. De kwaliteit van den grond kan goed zijn, het zaai- materiaal zal, zeker wanneer dit, zooals hier en daar reeds geschiedt, collectief ingekocht wordt, geen grond voor aanmerking of klachten geven, het weer kan tegenwerken, doch het gebrek aan ervaring bij de tuinders is- de voornaamste oor zaak der tegenslagen. Het is niet voldoende een zakje zaad te koo- pen en de primitieve aanwijzingen op de ach terzijde daarvan te volgen. Er komt veel meer bij kijken, en daarom zou een jong, energiek zeven uur per dag duurt. Het werk op de tuin bouwschool is, zooals ieder begrijpen zal. gezond en animeerend. De leerlingen dragen geen uni form, doch moeten wel de voorgeschreven werk- klceding aanschaffen. Naast den groot en cursus voor tuinbouwkun dige wordt op Huize ter Lande jaarlijks een 'cursus gegeven in eenvoudig tuinwerk. In het bijzonder is deze cursus aan te bevelen voor aankomende verpleegsters, jeugdleidsters, leid sters in kolonie-huizen, opzichteressen van woningcomplexen, schooltuinen en kinder tuin c geëmployeerden bij herstellingsoorden e.d. en het zou" zeker aanbeveling verdienen, wanneer zij, die hun toekomst willen zoeken bij de kin derleiding of bij het maatschappelijk werk, aan een dergelijken cursus tuinwerk deelnamen. De lessen vinden vier maal per week plaats en om vatten de behandeling van bloemen, groente, klein fruit, kamerplanten enz. De kosten bedra gen f. 100. desgewenscht in vieren te betalen, doch in bijzondere gevallen kan ook van dit be drag worden afgeweken. De leerlingen van Huize ter Lande zijn extern, zoodat zijzelf voor pension in de omgeving moeten zorgen, doch het spreekt, dat de directie gaarne hierbij hulp en voorlichting verleent. DE OPLEIDING TOT LEERARES. De opleiding tot leerares bij het landbouw- huishoud-onderwijs de z.g. acte N XIX vindt plaats aan de Rijkslandbouwschool, Nieuw-Rol- lecate te Deventer en de R.K. Opleidingsschool voor leeraressen bij het landbouwhuishoud-on- derwijs te Posterholt (L.) alsmede aan een ge lijke Protestant-Orthodoxe school te Zetten. Deze scholen staan open voor meisjes met Mulo B-diploma of daarmee gelijk gesteld on derwijs. Als het aantal aanvragen grooter is dan het getal beschikbare plaatsen, wordt een ver gelijkend toelatingsexamen afgenomen. Aan passingsvermogen, de kunst goed met menschen om te gaan, concentratievermogen en enthou siasme voor het doel der opleiding zijn eerste vereischten. Het leerplan omvat een tweejarigen cursus, die opleidt tot huishoudkundige en daarop vol gend een tweejarige opleiding tot leerares m het landbouwhuishoudonderwijs. Ter verkrijging van het diploma moet gedurende een half jaar in groote huishoudingen op verschillende plaat sen ten plattelande gewerkt worden in een po sitie, die ongeveer gelijk staat met die van doch ter des huizes. Het schoolgeld bedraagt f. 150 per jaar te Deventer en in de andere school een ongeveer gelijk bedrag. In Deventer is een in ternaat voor 15 meisjes beschikbaar, waarvan de kosten ongeveer f. 550 per jaar bedragen. Natuurlijk is de opleiding voor leerares op nog breeder basis geschoeid dan die voor tuinbouw kundige. Het leerplan voor het diploma huis houdkundige omvat de gewone grond- en huis houdkundige vakken kinder-verzorging, verzor ging van den tuin, pluimveeteelt, klein vee en fruit-, groente- en bloementeelt. In het leer plan voor de opleiding leerares wordt aan deze vakken nog uitbreiding gegeven, terwijl buiten dien de landbouwkunde, huishoudkunde, ziel kunde, opvoedkunde, de methodiek en de kunst van het lesgeven bestudeerd wordt. De leerares sen zijn benoembaar voor het geven van onder wijs in de huishoudelijke vakken aan alle door het Rijk gesubsidieerde landbouwhuishoudscho- len en aan ambulante cursussen in de meer af gelegen dorpen. De laatste jaren stellen verschillende stich tingen voor huishoudelijke voorlichting veel tij delijke leeraressen aan. Salarieering geschiedt (Foto Schabo). Een meisje, dat tuinarchitecte wil worden moet nergens tegen opzien. dan volgens Rijksregeling, d.w.z. het aanvangs salaris bedraagt f. 56.50 per jaar per wekelijksch lesuur. Tuinbouwkundigen en leeraressen op dit ge bied dragen veel bij tot verhooging van het materieele kunnen van de bevolking, doch hun arbeid komt ook in de culture'ele ontwikkeling, vooral die van de vrouwen, ten goede. Want, waar leert men beter afwachten, vertrouwen en volhouden dan in Gods rijke natuur en waar leert men zich beter oefenen in. geduldige liefde, dan juist te midden van die bewonderenswaar dige natuur, die met milde hand alle toewijding en zorgzaamheid beloont, doch ook liefde, toe wijding en veel zorg daarvoor in de plaats vraagt? vKlIN/T IN ilTTIKIN NIEUWE UITGAVEN. „Caecilia en de Muziek." Het maandblad „Caecilia en de muziek" onder redactie van Willem Landré, bevat artikelen over ,De waarde van bet lied" door J. J. van Raalte, „Het orgel in de calvinistische eerc- dienst?" door W. H. Thijsse en „Van den stame laar die zingen kon'*. Will G. Gilbert geeft een beschouwing over ..Muziek in China", terwijl de Grepen uit üe geschiedenis van de snaar instrumenten cn van het snarenspel" voortge zet worden. Wal de Boekclub Is voor 'l buiten land, Is DE MUIDERKRING voor Nederland, 'n Unieke aanbiedingl Vraagl geïll. prospectus aan uw boekhandelaar of rechtstreeks aan DE MUIDERKRING. Singel 262, Amsterdam Centrum. HOOGERE PRIJZEN VOOR SPROT, HARING EN GARNALEN. In het algemeen zijn de resultaten van dc kustvisschery óok do afgeloopen week niet bijzonder gunstig geweest. De aanvoe ren waren in het begin van de week klein en in de aanvoeren zat weinig variatie. De kleine aanvoeren bestonden nog hoofdzake lijk uit schar, die zeer hooge prijzen op bracht. De meeste schepen hadden echter moeite om f. 100 per dag te besommen. Verschillende schepen beoefenen nog steeds de sardijnvisscherij en hiervan zijn er enkele, die het geluk hebben een flinken trek te doen. Toch is deze visscherij ook weer op haar best geweest In de eerste dagen van Januari hebben twee Texelsche kotters, die samenvischten in één dag f.1700 besomd; dit is wel het record geweest Een Scheveningsche logger besomde deze week in een dagreis ruim f. 1000. De KW. 176 besomde in twee reizen f.300 en f.400. Deze resultaten zijn alleszins bevredigend; hier staat echter tegenover, dat er velen zijn, die deze visscherij eveneens beoefenen, doch er met een niet uit komen. Gedurende de maand December werd aan de Scheveningsche veiling aangevoerd door: Dec. 1940 Dec. 1933 motorloggers f. 58.000 f. 2.000 motorkotters 46.000 motorschokkers 37.000 2.000 consignatiezendingen „'4.000 „31.000 Totaal f. 145.000 f. 35.000 Te IJmuiden kwamen de afgeloopen week nog eenige wagonladingen Zweedsche sprot en zeer kleine haring aan; tevens enkele kleine par tijtjes versche visch. Hiervoor bestond zeer veel belangstelling en er werden zeer hooge prijzen besteed. Bot bracht f.110 tot f.90 per kist op; wijting f.50; de sprot en kleine haring kwamen ook weinig beneden de f.50 per kist. Garnalen werden er van de Noordzee zeer weinig aangevoerd;, zeer hooge prijzen werden hiervoor besteed. Van de stroomen kwamen in het geheel geen garnalen, daar de visscherij ten gevolge van het ijs onmogelijk was. De aan voeren van mosselen staan eveneens zoo goed als stop. Voor den binnenlandschen vischhandel be- teekent dit een ernstige handicap. In deze kringen hoopt men, dat het met de vorst maar weer spoedig gedaan is. 6237 (Ingez. Med.) BESOMMINGEN SCHEVENINGEN. Aan de markt te Scheveningen waren gister ochtend de motorloggers: KW 43, F, v. Duin, f.68; KW 97, D. Kuit, f.65; KW 91, A. Vooys, f. 57; KW 175, Van Duin en Plokker, f.96; KW 60, C. Haasnoot, f.58; KW 166, H. v. d. Plas, f.82; KW 104, J. Bussemaker, f.91; KW. 151, F. van der Plas, f.115; KW 163, L. van der Plas, f 124; KW 3. J. van der Bent, f. 131; KW. 107, J. van Duin, f.104; KW 40, C. van der Plas, f.100; KW 144, P. Varkevisser, f.162; KW 59. J. van der Plas, f.85; KW 89. A. Scha au, f.84; KW 52. J. de Haas, f.75; KW 154, W. van Beelen, f.99; KW 108, K. Kuit. f.79; KW 95, P. Duivebode, f. 74 en KW 178, Gebr. Van Duin, f.101; benevens de kotters: KW 94, W. Vooys. f.50; KW 72, W. van der Plas. f.69; KW 77, H. van Duin, f.63; KW 92, J. Jonker, f.93; KW. 21, J. Guit, f.77 en KW. 116, D. Haasnoot, f.64. HAARLEMSCHE POPLITIERECHTER. Mishandeling. Voor den Politierechter moest terecht staan een 36-jarige straatmaker uit Hoofd dorp. Op 7 Juni j.l. had hij het 9-jarige zoontje van de familie B. aldaar een pak slaag gegeven. De oorzaak lag in een kin derruzie. De officier van Justitie eischte een geldboete van f. 10.subs. 6 dagen hech tenis. De Politierechter halveerde de boete. Een 35-jarige huisvrouw uit Aalsmeer had op 12 Juni j.l., den 64-jarigen J. v. d. S. een klap met een waschborstel op zijn hoofd gegeven. De Officier van Justitie eischte een geldboete van f. 10.subs. 6 d. De Po litierechter veroordeelde verdachte overeen komstig den eisch. Verdachte teekende di rect hooger beroep aan tegen het vonnis. v. h. TRIANON-THEATER Breestraat 31 - Leiden IEDEREN MIDDAG en AVOND „Twee sterren in één ensemble" DENNY MILLER (Piano) lil haar aardige intern, chansons, en haar partner MARCEL DUFRESNE (viool) Prima consumpties - Gezelligheid - Sfeer Geopend tot 11 uur 's avonds. 6141 (Ingez. Med.) door ABLOVA. „D'r komt niks van in", zei James Vander- stuyff. „Dat jullie mij al geld genoeg gekost hebben is nog daar aan toe. Nu ga je te ver. Ik wil desnoods je kleedgeld met 10.000 dol lar verhoogen, je moogt een paar maandjes naar Hawaï gaan of een nieuw sportvlieg tuigje koopen maar. „Ik wil Fred en Fred alleen." Joan Van- derstuyff stampte met haar hakje op den grond. „En ik laat me niet als een klein kind behandelen. Als U het niet goed vindt, ook best, dan maar tegen Uw zin. Maar ik trouw met Fred en daarmee uit!" „Belachelijk," snoof Vanderstuyff. „Met één dochter heb je meer te stellen dan met twintigduizend man personeel. Om van de moeder nog maar niet te spreken. Wat haal je in je hoofd? Dat wil me trouwen met zoo'nzoo'nJe bent precies je moe der, altijd je zin doordrijven, tegen beter weten in. De stomste dingen gebeuren er door jullie dwingelandij „Toen ze met jou wilde trouwen, dad, gebeurde het ook", knikte Joan dubbelzinnig en brutaal. „Mannen mogen het geld verdienen en moeten verder naar de pijpen van hun vrouw dansen," gromde Mr. Vanderstuyff. Hij kauwde nadenkend op zijn sigaar en zuchtte. „Wat hebben wij, mannen, eigenlijk in te brengen?" „Klopt, vrouwen regeeren de wereld." Joan stak een sigaret op en streek met haar hand door James' haar, iets wat hem altijd meer ergerde dan twintig punten verlies op zijn steels en liep naar de deur. „Ik noodig je hierbij uit om op mijn bruiloft te komen," zei ze nog, met haar hoofd om een kier. Daarop sloeg ze de deur met een harden slag achter zich dicht. Mister James Vanderstuyff, wiens wereld vermaarde drups gegeten werden zoowel door de eskimo's in het barre Noorden, als door de pygmeeën in donker Afrika, nam een waarlijk mannelijk besluit, drukte op een van de veertig knoppen van zijn tele foontafel en bestelde zijn wagen. Hij reed naar de 6e straat en liet stoppen voor Dickson's dameskapsalon, waar een friction 100 dollar kost. Vóór hij er binnen trad wierp hij een schichtigen blik om zich heen: stel je" voor, dat zijn vriend Harold Pennywise, de kauwgumkoning of Henry Pickmann, de president van de America- Mexico Bank, hem hier toevallig zouden zien binnengaan! Het klamme zweet brak hem uit bij die ontzettende gedachte. Voor hij echter zijn zakdoek uit zijn zak had kunnen halen gleed de groote glazen deur geluidloos open en stond hij op het dikke tapijt. Mister James Vanderstuyff mompelde een leelijk woord; hij nam haastig zijn hoed af en liet deze domweg over den grond rollen. Hij voelde zich hier zoo onbehagelijk als een man zich onder louter vrouwen maar kan gevoelen. Zeker, hij was niet voor een klein tje vervaard en toch zouden zijn groote vrienden, die anders met veel ontzag over den zakenreus „Van" spraken, zich thans verbaasd achter het oor gekrabd hebben als ze hem hier hadden kunnen gadeslaan. Mis schien waren het ook wel de zwoele zoete luchtjes van vele parfums, lotions, zeepen en andere vreemde zaken die hem van zijn stuk brechten. Hij trok aan zijn boordje. „Meneer wenscht?" Vanderstuyff schrok; vóór hem stond een van die wenkbrauw geschoren filmsterren met een rood prum- melmondje. Ze keek hem koel-hooghartig aan. Het zou Joan kunnen zijn of Mary. Of een van al die andere moderne vrouwen. „Ik wil graag mister Dickson spreken," zei Vanderstuyff. Zijn stem, die anders een ge biedenden toon had en zijn personeel deed vliegen, klonk hier als het gemekker van een opgejaagd lammetje. „Een oogenblik, als 't u blieft, mister Dickson is bezig. Gaat u even zitten." Vanderstuyff nam plaats op het puntje van een stoel en greep, om zich een houding te geven, het eerste het beste tijdschrift dat op tafel lag. Hij begon zich te verdiepen in een belangrijk artikel over de modernste huidmassage met geconcentreerd bietensap. Na enkele oogenblikken waagde hij het met een half oogje over het blad om zich heen te gluren en haalde opgelucht adem. In de allernaaste omgeving was geen rok te be kennen. Liever gezegd, door een breeden glazen wand was hij gescheiden van de zaal, waarin aan de kanten kleine luxueuze behan delingskamertjes uitgebouwd waren. Toen hij bemerkte dat hem niets gebeurde veroor loofde James Vanderstuyff zich het geval eens wat vrijmoediger op te nemen. De eerste indruk, dien hij kreeg was van een grootsch opgezette folterinrichting. Arme slachtoffers, onbeweeglijk vastgesnoerd op haar stoelen, gemarteld op de wreedste en sluwste wijze met hypermoderne blinkende, vervaarlijke folterinstrumenten. Daarna kreeg hij het gevoel, dat hij zich op de operatiezaal van een ziekenhuis bevond waar de patiënten zich met lijdzame berus ting aan een operatie op leven en dood over gegeven hadden. Maar wat er ook aan de hand was, hij stelde in elk geval tot zijn grenzelooze verbazing vast, dat de vrouwen hier slechts haar mond mochten houden bij alle pijnigingen die haar aangedaan werden. Daar liep mister Dickson in zijn witte jas. Hij begeleidde een volumineuze dame. „Misses Pennywise", blies Vanderstuyff tusschen zijn tanden. Met groote oogen zag hij toe hoe de geweldige, onbeperkte heer- scheres in het huis van zijn vriend den kauwgomfabrikant, met de aanminnigste lonkjes bedelde naar de gunst van haar kapper. „Spaansche massage", riep deze naar een van zijn bedienden, die daarop met vreemde instrumenten de bolle wangen van misses Pennywise begon te bekloppen. Vanderstuyff genoot. „Flink hard", wilde hij roepen, maar legde nog bijtijds zijn hand op zijn mond. Daar ontdekte hij links in de zaal een nieuwe klant, die juist plaats nam nadat zij mister Dickson van uit de verte allerliefst toegeknikt had. Was dat niet misses Putmann, die feeks van den ouden directeur van de Putmann-bank? Vander stuyff werd beurtelings rood en bleek en slikte bijna zijn peukje sigaar in van aandoening. Hij zette zijn hoed achter op zijn hoofd en drukte zijn neus tegen het glas. Hij zag, hoe ze lijdzaam achter in een stoel ging zitten. „Epilage Turkestan", riep mister Dickson en, goeie genade, het leek wel of ze haar met een nijptang de wenkbrauwen gingen uitrukken. „Vergeet haar tong niet", gnoof Vanderstuyff met een binnenpret, die hem kriebel in zijn beenen veroorzaakte. En geen van de slachtoffers waagde het ook maar om flauwtjes te protesteeren. Integendeel, waar mister Dickson zich vertoonde, tracht ten zij nog op haar gefolterde gezichten de vriendelijkste lachjes te tooveren. „Een geboren heerscher", zei mister Van derstuyff „Over vrouwen", voegde hij er nadrukkelijk aan toe. Hij nam vol respect zijn hoed af achter den rug van mister Dickson, die thans hi zijn nabijheid bezig' was het gelaat van een van zijn cliënten in te smeren met een schuimachtigc witte substantie, zoodat ze even later als een sneeuwpop in haar stoel zat. „Wat een prachtkerel!", zei Vanderstuyff nog eens. Hij had hier niets meer te doen; zijn bezoek was volkomen overbodig gewor den. Hij stapte door de glazen deur naar de hall. Kaarsrecht, gesterkt door de zekerheid van de mannelijke superioriteit, wandelde hij naar de deur. Tegen de jongedame, die hem uitliet zei hij /aderlijk: „dag zusje" en streek haar onder de kin. Breeduit gezeten achter zijn bureau, liet hij zich verbinden met zijn huis. „Joan?" vroeg James Vanderstuyff. „Je mag hem hebben, dien Fred Dickson. En mijn zegen, kind!" Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden. 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 14