c
De Instuif"
Ons Kort Verhaal
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde B!id
Zaterdag 18 Januari 1941
Wat een meisje worden kan-
YISSCKERIJ-BERICHTEN
Door Hanna Schabo
Kleine vischaanvoer
RECHTZAKEN
n
Vrouwen regeeren
de wereld
(Foto Schabo).
Practische arbeid voor de opleiding tot tuinbouwkundige.
„Een meisje met de spade of achter den ploeg!
Het is geen gezicht" lachte de leerlinge, die ik
aanraadde in verband met haar voorkeur en
aanleg het vak van tuinarchitecte of kweekster
te kiezen, maar met haar spot gaf zjj slechts
blijk niet op de hoogte te zy'n van het vak noch
eenig begrip te hebben van de studie of de toe
komstmogelijkheden. Natuurlijk moet een meisje
dat zich als tuin-architecte, kweekster, tuin
bouwkundige of landbouwhuishoudleerares be
kwamen wil, niet opzien tegen vuile handen en
.zeker niet. verwachten,
dat zij later achter haar
schrijftafel hgar beroep
kan uitoefenen, doch
aan den anderen kant
moet zij overtuigd zijn,
dat ook hier de leiding,
het beheerschen der
theorie voornamer is
dan de practische ge
oefendheid. Goed spit
ten, zaaien of mesten
kan iemand in een paar
uur leeren, maar te
weten, wanneer en waarmee gemest moet wor
den en waarom, welk zaad te kiezen, hoe te
snoeien, te selecteeren, te enten of te combinee
ren, dat is het werk van de theoretisch onder
legde, de'deskundige, de gestudeerde!
GOEDE TOEKOMSTMOGELIJKHEDEN.
Daarnaast staat, hetgeen vooral van belang
is voor vele meisjes, die rekening houden met
de mogelijkheid of wensch later in haar eigen
onderhoud te voorzien, dat de toekomst van een
goed onderlegde tuinbouwkundige zoo goed als
verzekerd is. Hoewel het onderwijs op dit terrein
zich sterk uitbreidt, hèerscht er geen werkloos
heid, doch kan eerder van een tekort aan goede
krachten gesproken worden en vermoedelijk zal
dit tekort eer toe- dan afnemen.
Een prachtig terrein ligt hier dus braak voor
energieke jonge meisjes, die van aanpakken
houden. Wanneer wij de tuinen en tuintjes in
onze steden bekijken, dan zijn er maar weinige,
waarvan de blik werkelijk genoegen schenkt en
de nutstuintjes zouden minstens tweemaal zoo
veel kunnen opbrengen, wanneer een deskundige
het toezicht erover hield. Welk een mooie taak
is hier weggelegd voor de huizen-exploitatic-
maatschappijen, die honderden en honderden
tuinbouwkundig-gediplomeerde bij het buurt-
tuinwerk. bij de volksontwikkeling, bij stands-
organisaties, bij de exploitatie van volkstuin
tjes en bij de huisexploitatie-maatschappijen
een taak kunnen vinden, welke niet alleen in
moreelen zin goede resultaten afwerpt, doch
waarvan ook in materieelen zin de voordeelen
in contant geld te berekenen zijn.
De opleiding tot kweekster of tuinbouwkun
dige vindt in ons land in hoofdzaak plaats op
de Tuinbouwschool voor meisjes, „Huize ter
Lande" te Rijswijk (Z.-H.). Ook bestaan er af-
deelingen van tuinders- en landbouwersbonden,
die in de kleine plaatsjes landbouwonderwijs
geven, doch gemakshalve zal ik mij beperken
tot wat we zouden kunnen noemen, de groote
opleiding.
DE STUDIE.
De tuinbouwschool te Rijswijk staat open
voor meisjes, die de M U.L.O.-school hebben
doorloopen of daarmee gelijk te stellen onder
wijs hebben genoten. De cursus duurt ongeveer
drie jaar, het onderwijs is theoretisch en prac-
tisch. de schooltuin en de kassen worden bijna
geheel door de leerlingen onderhouden en na
beëindiging van den cursus wordt een diploma
uitgereikt
Het schoolgeld is afhankelijk van het inkomen
der ouders en wisselt van f. 100 tot f. 1000. In
bijzondere omstandigheden kan van het mini
mum worden afgeweken.
In het leerplan zijn bloem-, groente- en fruit
teelt opgenomen en sinds korten tijd ook het
bloembinden. De cursus vangt in September aan
en de meisjes, die zich voor het eerste studie-
Jaar melden, moeten op 1 September den leef
tijd van minstens zeventien jaar hebben bereikt.
Leerlingen met eindexamen Gymnasium of
H.B.S. met 5- of 3-jarigen cursus zijn vrijge
steld van een toelatingsexamen of de voor
studie. Elk studiejaar is in twee gedeelten ge
splitst, een winter- en een zomercursus. Bij den
wintercursus. die van September tot Maart
duurt, is het aantal theoretische lessen grooter
dan het getal practische, terwijl in de zomer
periode juist het omgekeerde het geval is. De
tijd, die buiten de lessen overblijft, dus eigenlijk
buiten het studie-rooster valt, wordt door de
leerlingen gebruikt voor het in orde houden van
kassen en tuinen onder toezicht en leiding van
het personeel. De werktijd met alle lessen inbe
grepen is zóó geregeld, dat deze niet langer dan
(Eigen archief)
Een botanische tuin, waar de tuinbouwkundige haar kennis aan bloemen en
planten kan verrijken.
huizen met tuintjes in beheer hebben, zoodat de
kosten voor een tuinbouwkundig onderlegd op-
zichteres zeker de exploitatie-rekening niet ten
nadeele zullen beïnvloeden, terwijl zonder eenigen
twijfel het percentage leegstaande huizen aan
merkelijk lager 'zou zijn, wanneer de aandacht
van reflectanten door de reeksen goedverzorgde
en nutafwerpende tuintjes getrokken wordt.
Doch er is meer. Er zijn duizenden, vermoede
lijk zelfs nadert het aantal de honderdduizend,
werktuintjes in gebruik, doch overal worden de
huurders of eigenaars aan hun lot overgelaten.
Op deze groote complexen tuintjes zouden zon
der bezwaar voldoende groenten en fruit ge
teeld kunnen worden om in de behoeften van
de gezinnen der amateur-kweekers ruimschoots
te voorzien. Het eenige, dat daartoe ontbreekt
is de deskundige dagelijksche leiding.
De bedoeling der vereenigingen, die de tuin
tjes ter beschikking stellen, is steeds zeer lof
felijk, doch dat de teleurstelling groot en de
oogst klein is, vindt zijn oorzaak in het feit, dat
zij hun werk niet volledig verricht hebben. De
kwaliteit van den grond kan goed zijn, het zaai-
materiaal zal, zeker wanneer dit, zooals hier en
daar reeds geschiedt, collectief ingekocht wordt,
geen grond voor aanmerking of klachten geven,
het weer kan tegenwerken, doch het gebrek aan
ervaring bij de tuinders is- de voornaamste oor
zaak der tegenslagen.
Het is niet voldoende een zakje zaad te koo-
pen en de primitieve aanwijzingen op de ach
terzijde daarvan te volgen. Er komt veel meer
bij kijken, en daarom zou een jong, energiek
zeven uur per dag duurt. Het werk op de tuin
bouwschool is, zooals ieder begrijpen zal. gezond
en animeerend. De leerlingen dragen geen uni
form, doch moeten wel de voorgeschreven werk-
klceding aanschaffen.
Naast den groot en cursus voor tuinbouwkun
dige wordt op Huize ter Lande jaarlijks een
'cursus gegeven in eenvoudig tuinwerk. In het
bijzonder is deze cursus aan te bevelen voor
aankomende verpleegsters, jeugdleidsters, leid
sters in kolonie-huizen, opzichteressen van
woningcomplexen, schooltuinen en kinder tuin c
geëmployeerden bij herstellingsoorden e.d. en
het zou" zeker aanbeveling verdienen, wanneer
zij, die hun toekomst willen zoeken bij de kin
derleiding of bij het maatschappelijk werk, aan
een dergelijken cursus tuinwerk deelnamen. De
lessen vinden vier maal per week plaats en om
vatten de behandeling van bloemen, groente,
klein fruit, kamerplanten enz. De kosten bedra
gen f. 100. desgewenscht in vieren te betalen,
doch in bijzondere gevallen kan ook van dit be
drag worden afgeweken.
De leerlingen van Huize ter Lande zijn extern,
zoodat zijzelf voor pension in de omgeving
moeten zorgen, doch het spreekt, dat de directie
gaarne hierbij hulp en voorlichting verleent.
DE OPLEIDING TOT LEERARES.
De opleiding tot leerares bij het landbouw-
huishoud-onderwijs de z.g. acte N XIX vindt
plaats aan de Rijkslandbouwschool, Nieuw-Rol-
lecate te Deventer en de R.K. Opleidingsschool
voor leeraressen bij het landbouwhuishoud-on-
derwijs te Posterholt (L.) alsmede aan een ge
lijke Protestant-Orthodoxe school te Zetten.
Deze scholen staan open voor meisjes met
Mulo B-diploma of daarmee gelijk gesteld on
derwijs. Als het aantal aanvragen grooter is dan
het getal beschikbare plaatsen, wordt een ver
gelijkend toelatingsexamen afgenomen. Aan
passingsvermogen, de kunst goed met menschen
om te gaan, concentratievermogen en enthou
siasme voor het doel der opleiding zijn eerste
vereischten.
Het leerplan omvat een tweejarigen cursus,
die opleidt tot huishoudkundige en daarop vol
gend een tweejarige opleiding tot leerares m
het landbouwhuishoudonderwijs. Ter verkrijging
van het diploma moet gedurende een half jaar
in groote huishoudingen op verschillende plaat
sen ten plattelande gewerkt worden in een po
sitie, die ongeveer gelijk staat met die van doch
ter des huizes. Het schoolgeld bedraagt f. 150
per jaar te Deventer en in de andere school een
ongeveer gelijk bedrag. In Deventer is een in
ternaat voor 15 meisjes beschikbaar, waarvan de
kosten ongeveer f. 550 per jaar bedragen.
Natuurlijk is de opleiding voor leerares op nog
breeder basis geschoeid dan die voor tuinbouw
kundige. Het leerplan voor het diploma huis
houdkundige omvat de gewone grond- en huis
houdkundige vakken kinder-verzorging, verzor
ging van den tuin, pluimveeteelt, klein vee en
fruit-, groente- en bloementeelt. In het leer
plan voor de opleiding leerares wordt aan deze
vakken nog uitbreiding gegeven, terwijl buiten
dien de landbouwkunde, huishoudkunde, ziel
kunde, opvoedkunde, de methodiek en de kunst
van het lesgeven bestudeerd wordt. De leerares
sen zijn benoembaar voor het geven van onder
wijs in de huishoudelijke vakken aan alle door
het Rijk gesubsidieerde landbouwhuishoudscho-
len en aan ambulante cursussen in de meer af
gelegen dorpen.
De laatste jaren stellen verschillende stich
tingen voor huishoudelijke voorlichting veel tij
delijke leeraressen aan. Salarieering geschiedt
(Foto Schabo).
Een meisje, dat tuinarchitecte wil worden
moet nergens tegen opzien.
dan volgens Rijksregeling, d.w.z. het aanvangs
salaris bedraagt f. 56.50 per jaar per wekelijksch
lesuur.
Tuinbouwkundigen en leeraressen op dit ge
bied dragen veel bij tot verhooging van het
materieele kunnen van de bevolking, doch hun
arbeid komt ook in de culture'ele ontwikkeling,
vooral die van de vrouwen, ten goede. Want,
waar leert men beter afwachten, vertrouwen en
volhouden dan in Gods rijke natuur en waar
leert men zich beter oefenen in. geduldige liefde,
dan juist te midden van die bewonderenswaar
dige natuur, die met milde hand alle toewijding
en zorgzaamheid beloont, doch ook liefde, toe
wijding en veel zorg daarvoor in de plaats
vraagt?
vKlIN/T IN ilTTIKIN
NIEUWE UITGAVEN.
„Caecilia en de Muziek."
Het maandblad „Caecilia en de muziek" onder
redactie van Willem Landré, bevat artikelen
over ,De waarde van bet lied" door J. J. van
Raalte, „Het orgel in de calvinistische eerc-
dienst?" door W. H. Thijsse en „Van den stame
laar die zingen kon'*. Will G. Gilbert geeft een
beschouwing over ..Muziek in China", terwijl
de Grepen uit üe geschiedenis van de snaar
instrumenten cn van het snarenspel" voortge
zet worden.
Wal de Boekclub Is voor 'l buiten
land, Is DE MUIDERKRING voor
Nederland, 'n Unieke aanbiedingl
Vraagl geïll. prospectus aan uw
boekhandelaar of rechtstreeks aan
DE MUIDERKRING. Singel 262,
Amsterdam Centrum.
HOOGERE PRIJZEN VOOR SPROT, HARING
EN GARNALEN.
In het algemeen zijn de resultaten van
dc kustvisschery óok do afgeloopen week
niet bijzonder gunstig geweest. De aanvoe
ren waren in het begin van de week klein
en in de aanvoeren zat weinig variatie. De
kleine aanvoeren bestonden nog hoofdzake
lijk uit schar, die zeer hooge prijzen op
bracht. De meeste schepen hadden echter
moeite om f. 100 per dag te besommen.
Verschillende schepen beoefenen nog steeds
de sardijnvisscherij en hiervan zijn er enkele,
die het geluk hebben een flinken trek te doen.
Toch is deze visscherij ook weer op haar best
geweest In de eerste dagen van Januari hebben
twee Texelsche kotters, die samenvischten in
één dag f.1700 besomd; dit is wel het record
geweest Een Scheveningsche logger besomde
deze week in een dagreis ruim f. 1000. De KW.
176 besomde in twee reizen f.300 en f.400. Deze
resultaten zijn alleszins bevredigend; hier staat
echter tegenover, dat er velen zijn, die deze
visscherij eveneens beoefenen, doch er met een
niet uit komen.
Gedurende de maand December werd aan de
Scheveningsche veiling aangevoerd door:
Dec. 1940 Dec. 1933
motorloggers f. 58.000 f. 2.000
motorkotters 46.000
motorschokkers 37.000 2.000
consignatiezendingen „'4.000 „31.000
Totaal
f. 145.000
f. 35.000
Te IJmuiden kwamen de afgeloopen week nog
eenige wagonladingen Zweedsche sprot en zeer
kleine haring aan; tevens enkele kleine par
tijtjes versche visch. Hiervoor bestond zeer veel
belangstelling en er werden zeer hooge prijzen
besteed. Bot bracht f.110 tot f.90 per kist op;
wijting f.50; de sprot en kleine haring kwamen
ook weinig beneden de f.50 per kist.
Garnalen werden er van de Noordzee zeer
weinig aangevoerd;, zeer hooge prijzen werden
hiervoor besteed. Van de stroomen kwamen in
het geheel geen garnalen, daar de visscherij ten
gevolge van het ijs onmogelijk was. De aan
voeren van mosselen staan eveneens zoo goed als
stop. Voor den binnenlandschen vischhandel be-
teekent dit een ernstige handicap. In deze
kringen hoopt men, dat het met de vorst maar
weer spoedig gedaan is.
6237
(Ingez. Med.)
BESOMMINGEN SCHEVENINGEN.
Aan de markt te Scheveningen waren gister
ochtend de motorloggers: KW 43, F, v. Duin,
f.68; KW 97, D. Kuit, f.65; KW 91, A. Vooys,
f. 57; KW 175, Van Duin en Plokker, f.96; KW
60, C. Haasnoot, f.58; KW 166, H. v. d. Plas,
f.82; KW 104, J. Bussemaker, f.91; KW. 151,
F. van der Plas, f.115; KW 163, L. van der
Plas, f 124; KW 3. J. van der Bent, f. 131; KW.
107, J. van Duin, f.104; KW 40, C. van der
Plas, f.100; KW 144, P. Varkevisser, f.162; KW
59. J. van der Plas, f.85; KW 89. A. Scha au,
f.84; KW 52. J. de Haas, f.75; KW 154, W.
van Beelen, f.99; KW 108, K. Kuit. f.79; KW
95, P. Duivebode, f. 74 en KW 178, Gebr. Van
Duin, f.101; benevens de kotters: KW 94, W.
Vooys. f.50; KW 72, W. van der Plas. f.69;
KW 77, H. van Duin, f.63; KW 92, J. Jonker,
f.93; KW. 21, J. Guit, f.77 en KW. 116, D.
Haasnoot, f.64.
HAARLEMSCHE POPLITIERECHTER.
Mishandeling.
Voor den Politierechter moest terecht
staan een 36-jarige straatmaker uit Hoofd
dorp. Op 7 Juni j.l. had hij het 9-jarige
zoontje van de familie B. aldaar een pak
slaag gegeven. De oorzaak lag in een kin
derruzie. De officier van Justitie eischte een
geldboete van f. 10.subs. 6 dagen hech
tenis. De Politierechter halveerde de boete.
Een 35-jarige huisvrouw uit Aalsmeer had
op 12 Juni j.l., den 64-jarigen J. v. d. S. een
klap met een waschborstel op zijn hoofd
gegeven. De Officier van Justitie eischte
een geldboete van f. 10.subs. 6 d. De Po
litierechter veroordeelde verdachte overeen
komstig den eisch. Verdachte teekende di
rect hooger beroep aan tegen het vonnis.
v. h. TRIANON-THEATER
Breestraat 31 - Leiden
IEDEREN MIDDAG en AVOND
„Twee sterren in één ensemble"
DENNY MILLER (Piano)
lil haar aardige intern, chansons, en haar partner
MARCEL DUFRESNE (viool)
Prima consumpties - Gezelligheid - Sfeer
Geopend tot 11 uur 's avonds.
6141
(Ingez. Med.)
door ABLOVA.
„D'r komt niks van in", zei James Vander-
stuyff. „Dat jullie mij al geld genoeg gekost
hebben is nog daar aan toe. Nu ga je te ver.
Ik wil desnoods je kleedgeld met 10.000 dol
lar verhoogen, je moogt een paar maandjes
naar Hawaï gaan of een nieuw sportvlieg
tuigje koopen maar.
„Ik wil Fred en Fred alleen." Joan Van-
derstuyff stampte met haar hakje op den
grond. „En ik laat me niet als een klein
kind behandelen. Als U het niet goed vindt,
ook best, dan maar tegen Uw zin. Maar ik
trouw met Fred en daarmee uit!"
„Belachelijk," snoof Vanderstuyff. „Met
één dochter heb je meer te stellen dan met
twintigduizend man personeel. Om van de
moeder nog maar niet te spreken. Wat haal
je in je hoofd? Dat wil me trouwen met
zoo'nzoo'nJe bent precies je moe
der, altijd je zin doordrijven, tegen beter
weten in. De stomste dingen gebeuren er
door jullie dwingelandij
„Toen ze met jou wilde trouwen, dad,
gebeurde het ook", knikte Joan dubbelzinnig
en brutaal.
„Mannen mogen het geld verdienen en
moeten verder naar de pijpen van hun
vrouw dansen," gromde Mr. Vanderstuyff.
Hij kauwde nadenkend op zijn sigaar en
zuchtte. „Wat hebben wij, mannen, eigenlijk
in te brengen?"
„Klopt, vrouwen regeeren de wereld."
Joan stak een sigaret op en streek met haar
hand door James' haar, iets wat hem altijd
meer ergerde dan twintig punten verlies op
zijn steels en liep naar de deur. „Ik noodig
je hierbij uit om op mijn bruiloft te komen,"
zei ze nog, met haar hoofd om een kier.
Daarop sloeg ze de deur met een harden slag
achter zich dicht.
Mister James Vanderstuyff, wiens wereld
vermaarde drups gegeten werden zoowel
door de eskimo's in het barre Noorden, als
door de pygmeeën in donker Afrika, nam
een waarlijk mannelijk besluit, drukte op
een van de veertig knoppen van zijn tele
foontafel en bestelde zijn wagen.
Hij reed naar de 6e straat en liet stoppen
voor Dickson's dameskapsalon, waar een
friction 100 dollar kost. Vóór hij er binnen
trad wierp hij een schichtigen blik om zich
heen: stel je" voor, dat zijn vriend Harold
Pennywise, de kauwgumkoning of Henry
Pickmann, de president van de America-
Mexico Bank, hem hier toevallig zouden
zien binnengaan! Het klamme zweet brak
hem uit bij die ontzettende gedachte. Voor
hij echter zijn zakdoek uit zijn zak had
kunnen halen gleed de groote glazen deur
geluidloos open en stond hij op het dikke
tapijt.
Mister James Vanderstuyff mompelde een
leelijk woord; hij nam haastig zijn hoed af
en liet deze domweg over den grond rollen.
Hij voelde zich hier zoo onbehagelijk als een
man zich onder louter vrouwen maar kan
gevoelen. Zeker, hij was niet voor een klein
tje vervaard en toch zouden zijn groote
vrienden, die anders met veel ontzag over
den zakenreus „Van" spraken, zich thans
verbaasd achter het oor gekrabd hebben als
ze hem hier hadden kunnen gadeslaan. Mis
schien waren het ook wel de zwoele zoete
luchtjes van vele parfums, lotions, zeepen en
andere vreemde zaken die hem van zijn
stuk brechten. Hij trok aan zijn boordje.
„Meneer wenscht?" Vanderstuyff schrok;
vóór hem stond een van die wenkbrauw
geschoren filmsterren met een rood prum-
melmondje. Ze keek hem koel-hooghartig
aan. Het zou Joan kunnen zijn of Mary. Of
een van al die andere moderne vrouwen.
„Ik wil graag mister Dickson spreken," zei
Vanderstuyff. Zijn stem, die anders een ge
biedenden toon had en zijn personeel deed
vliegen, klonk hier als het gemekker van
een opgejaagd lammetje.
„Een oogenblik, als 't u blieft, mister
Dickson is bezig. Gaat u even zitten."
Vanderstuyff nam plaats op het puntje
van een stoel en greep, om zich een houding
te geven, het eerste het beste tijdschrift dat
op tafel lag. Hij begon zich te verdiepen in
een belangrijk artikel over de modernste
huidmassage met geconcentreerd bietensap.
Na enkele oogenblikken waagde hij het met
een half oogje over het blad om zich heen
te gluren en haalde opgelucht adem. In de
allernaaste omgeving was geen rok te be
kennen. Liever gezegd, door een breeden
glazen wand was hij gescheiden van de zaal,
waarin aan de kanten kleine luxueuze behan
delingskamertjes uitgebouwd waren. Toen
hij bemerkte dat hem niets gebeurde veroor
loofde James Vanderstuyff zich het geval
eens wat vrijmoediger op te nemen. De
eerste indruk, dien hij kreeg was van een
grootsch opgezette folterinrichting. Arme
slachtoffers, onbeweeglijk vastgesnoerd op
haar stoelen, gemarteld op de wreedste en
sluwste wijze met hypermoderne blinkende,
vervaarlijke folterinstrumenten. Daarna
kreeg hij het gevoel, dat hij zich op de
operatiezaal van een ziekenhuis bevond
waar de patiënten zich met lijdzame berus
ting aan een operatie op leven en dood over
gegeven hadden. Maar wat er ook aan de
hand was, hij stelde in elk geval tot zijn
grenzelooze verbazing vast, dat de vrouwen
hier slechts haar mond mochten houden bij
alle pijnigingen die haar aangedaan werden.
Daar liep mister Dickson in zijn witte jas.
Hij begeleidde een volumineuze dame.
„Misses Pennywise", blies Vanderstuyff
tusschen zijn tanden. Met groote oogen zag
hij toe hoe de geweldige, onbeperkte heer-
scheres in het huis van zijn vriend den
kauwgomfabrikant, met de aanminnigste
lonkjes bedelde naar de gunst van haar
kapper.
„Spaansche massage", riep deze naar een
van zijn bedienden, die daarop met vreemde
instrumenten de bolle wangen van misses
Pennywise begon te bekloppen.
Vanderstuyff genoot. „Flink hard", wilde
hij roepen, maar legde nog bijtijds zijn hand
op zijn mond. Daar ontdekte hij links in de
zaal een nieuwe klant, die juist plaats nam
nadat zij mister Dickson van uit de verte
allerliefst toegeknikt had. Was dat niet
misses Putmann, die feeks van den ouden
directeur van de Putmann-bank? Vander
stuyff werd beurtelings rood en bleek en slikte
bijna zijn peukje sigaar in van aandoening.
Hij zette zijn hoed achter op zijn hoofd
en drukte zijn neus tegen het glas. Hij zag,
hoe ze lijdzaam achter in een stoel ging
zitten.
„Epilage Turkestan", riep mister Dickson
en, goeie genade, het leek wel of ze haar
met een nijptang de wenkbrauwen gingen
uitrukken. „Vergeet haar tong niet", gnoof
Vanderstuyff met een binnenpret, die hem
kriebel in zijn beenen veroorzaakte. En geen
van de slachtoffers waagde het ook maar
om flauwtjes te protesteeren. Integendeel,
waar mister Dickson zich vertoonde, tracht
ten zij nog op haar gefolterde gezichten de
vriendelijkste lachjes te tooveren.
„Een geboren heerscher", zei mister Van
derstuyff „Over vrouwen", voegde hij er
nadrukkelijk aan toe. Hij nam vol respect
zijn hoed af achter den rug van mister
Dickson, die thans hi zijn nabijheid bezig'
was het gelaat van een van zijn cliënten in
te smeren met een schuimachtigc witte
substantie, zoodat ze even later als een
sneeuwpop in haar stoel zat.
„Wat een prachtkerel!", zei Vanderstuyff
nog eens. Hij had hier niets meer te doen;
zijn bezoek was volkomen overbodig gewor
den. Hij stapte door de glazen deur naar de
hall. Kaarsrecht, gesterkt door de zekerheid
van de mannelijke superioriteit, wandelde
hij naar de deur. Tegen de jongedame, die
hem uitliet zei hij /aderlijk: „dag zusje" en
streek haar onder de kin.
Breeduit gezeten achter zijn bureau, liet
hij zich verbinden met zijn huis.
„Joan?" vroeg James Vanderstuyff. „Je
mag hem hebben, dien Fred Dickson. En mijn
zegen, kind!"
Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden.
2—4