Generaal-veldmaarschalk van Brauchitsch in t Westen-De Tower getroffen
8Isle Jaaraanq
Tweede Blad
IF WH DA^'AD
FEUILLETON
Het Noodlot van de
Ransome Rovers
Een roman uit de voetbalwereld,
door J. WILMAN.
(6
Het lawaai, dat niet van de lucht was, had
met aanmoediging niets gemeen. De meer
bezadigde elementen, ver in de minderheid,
gaven door uitingen van teleurstelling aan
hun ergernis en gevoel van bekocht zijn
betreffende het vertoonde spel lucht; het
gros der kijkers zocht zijn kracht in hoon
gelach en oorverscheurend gefluit. Als de
ergste herriemakers even pauzeerden om
op adem te komen, weerklonken aan het
adres van diverse Rovers opmerkingen, die
het doorslaand bewijs leverden, dat de
„tamelijke ruwheid" van de Ransomers
lang niet steeds met gevoel voor humor
gepaard ging. De situatie veranderde niet,
toen Birmingham's voorsprong van 30
op 3—1 werd teruggebracht. Van alle kan
ten schreeuwde het publiek spottend:
„Een vergissing! Een vergissing! Niet toe
kennen. scheidsrechter!"
Met dien stand trad de rust in. Onmid
dellijk na de hervatting was het van het
zelfde laken een pak. Het werd 41, 5—1,
61 voor Birmingham. Curtis kon den in
druk niet van zich afzetten, dat de bezoe
kers den wedstrijd cadeau kregen. De kee-
r per had van de zes doelpunten er gemak
kelijk vier kunnen houden, tweemaal wan-
nee hij tijdig was uitgeloopen en even
zooveel keer indien hij zich had opgesteld
zooals het behoorde. Hij scheen echter een
bijzondere voorliefde te hebben om bij een
aanval aan de verkeerde zijde van het doel
te gaan staan. Hadden de Birmingham-
spelers er alles op gezet, dan zouden door
hen reeds dubbele cijfers zijn genoteerd. Zij
zagen evenwel in, dat zij er op hun sloffen
kwamen en maakten zich dus niet al te
drv.k. De middenvoor van de Rovers plaat
ste den bal geregeld zóó ver naar links of
rechts, ook als een opgelegde kans bestond
om zelf te schieten, dat hij uit ging en wan
neer niet zoo onbesuisd werd getrapt, kreeg
een van de achterspelers van Birmingham
het leder netjes voor de voeten. De rechts
back van de Rovers, een stevig uit de klui
ten gewassen knaap, maaide er negen van
de tien keer zóó feestelijk over heen, dat
Curtis er misschien bewondering voor zou
hebben gevoeld, ware het niet dat voor een
kenner opzet te duidelijk bleek. De spil had
het vóór rust reeds opgegeven; Cyril veron
derstelde, dat deze Rover liever een dutje
deed dan zich moe te maken.
Birmingham bracht den stand op 81.
Toen nog een paar duizend man den grim-
migen moed demonstreerde, de hopelooze
vertooning tot het eind toe te volgen en de
scheidsrechter, na zijn chronometer te heb
ben geraadpleegd, aanstalten maakte om
het fluitje naar den mond te brengen en
het signaal tot inrukken aan te kondigen,
liep de rechtsbuiten van de thuisclub, die
een bal van den middenvoor nog net op
de lijn te pakken had kunnen krijgen, er
snel mee naar binnen en loste een betrek
kelijk kalm schot, dat de Birmingham-kee
per verkeerd beoordeeldeen de bal was
in het doel gehuppeld eer men er erg in
had. De weinigen, die van het wonder ge
tuige waren, schenen, af te gaan op het
Indianengehuil dat zij aanhieven, over een
enorme longen-capaciteit te kunnen be
schikken. Direct daarop v/as de zóóveelste
tragedie voor de Ransome Rovers ten einde.
Curtis verliet haastig zijn plaats en stelde
zich bij den uitgang van de eere-tribune
op. Na een paar minuten verscheen Benja
min Sullivan in gezelschap van Nora Gras
ham. Het meisje passeerde rakelings, maar
zag hem niet. Zij sprak op gedempten toon
tot haar oom en Cyril veronderstelde, dat
zij bezig was hem wat op te monteren. De
man had het wel noodig. Indien hij zoo
juist bericht had ontvangen, dat hem door
een concurrent een belangrijke order was
afgesnoept, kon zijn gezicht bezwaarlijk
een somberder uitdrukking hebben vertoond
Op korten afstand volgde Curtis. Toen
Sullivan bij de plek was gekomen, waar hij
zijn auto had geparkeerd, versnelde Cyril
zijn pas. Hij bereikte den wagen nog vóór
Sullivan het portier geopend had.
„Goeden middag, Miss Grasham!" zei hij
verheugd en lichtte den hoed.
Met een ruk wendde Nora zich tot hem.
Een donker rood vloeide langzaam over de
wangen uit en in haar verwarring leek het
meisje Cyril aantrekkelijker dan ooit. Even
staarde zij naar hem met een verwonder
den, vragenden blik in de oogen. Zooiets
van: „Je bent het, het kan niet anders,
maar hoe kom je m vredesnaam hier?"
Toen. een laatste aarzeling overwinnend
stad zij hem de hand toe.
„Hemeltje u! U had ik wel het aller
minst in Ransome verwacht!"
Sullivan kuchte; Nora begreep den wenk.
Zij stelde voor:
„Mr. Cyril Curtis mijn oom Benjamin
Sullivan."
Deze trok de wenkbrauwen omhoog.
„CurtisCurtisHij sloeg zijn
nichtje opmerkzaam gade. „Heet zoo ook
niet de jongeman van wien je vertelde, dat
hij je een dienst bewees toen je in Russell
Street te Londen door een paar dronken
vlegels werd lastig gevallen?"
„Het is dezelfde Mr. Curtis, oom," knikte
Nora.
Cyril voelde zich blozen. Zij had dus in
Ransome over hem gesproken! Hij kon er
niet anders dan een hoopvol voorteeken in
zien.
„Aangenaam kennis met u te maken, Mr.
Curtis!" zei Sullivan joviaal, hem de hand
drukkend. „Maar u zult me toch niet gaan
vertellen, dat u naar Ransome bent geko
men enkel en alleen om de Rovers te zien
spelen? Dan hebt u beslist geen waar voor
uw geld gekregen."
„Ik combineerde het een en het ander,
s:-."
„Het was een meer dan miserabele ver
tooning", foeterde Sullivan, „en zoo gaat
het de laatste weken met eiken wedstrijd.
Ik begrijp niets van den slechten geest, die
in het elftal is gevaren op een enkele
uitsondering na. Wanneer niet heel gauw
en radicaal verandering intreedt, dan is
het met de Rovers in de eerste divisie af-
geloopen. U als voetballer...."
„Ik hoop in de gelegenheid te worden ge
steld, daar later eens met u van gedachten
over te mogen wisselen, Mr. Sullivan", on
derbrak Cyril 1.3t betoog haastig. Op het
moment stond zijn hoofd allerminst naar
voetbal. Hij verlangde met Nora een on
derhoud onder vier oogen te hebben, de
reden te leeren kennen waarom zij hem
plotseling in den steek had gelaten en elk
misverstand van haar zijde uit den weg
te ruimen. „Ik ben maar voor een paar da
gen in Ransome en wilde meteen de gele
genheid benutten, Miss Grasham de groeten
van wedurzijdsche Londensche kennissen
over te brengen. Hebt u bezwaar, dat ik
voor een half uurtje beslag op haar leg?"
Sullivan grinnikte. „Ik? Waarom zou ik?
Ze is meerderjarig en loopt in geen zeven
slooten tegelijk. Maar lijkt het u óók niet
logischer, haar die vraag te stellen? Als zij
toestemt, heeft ze meteen gelegenheid naar
iets te informeeren waarop voor mij ant
woord uitbleef. U liep er over heen toen ik
over voetballen begon. Toevallig weet ik
van jou, Nora, dat de Mr. Curtis, dien jij
in Londen hebt leeren kennen, een uitste
kend speler is. Misschien bedenkt hij zich
en.blijft hij langer hier dan nu nog in zijn
voornemen ligt. Het is zoo maar een idee
van me. De Rovers zitten hard om een goe
den middenvoor verlegen." Hij gaf haar
een knipoogje. „Ik heb altijd gehoord, dat
een jonge vrouw, die er niet onaardig uit
ziet, voor diplomatie in de wieg is gelegd!"
„U bent een vreeselijk type!" kapittelde
Miss Grasham haar oom. Ze trachtte hem
met een blik vol verontwaardiging te inti-
mideeren. Beseffend dat het h?ar toch niet
lukte, wendde zij zich tot Cyril. „Ik wil u
wel even gezelschap houden, Mr. Curtis. U
begrijpt, dat ik bar benieuwd ben naar
wat u me over onze eh wederzij dsche
Londensche kennissen hebt te vertellen."
.(Wordt vervolgd).
DE BEKENDE ZWEMSTER IET VAN FEGGELEN HEEFT ZICH VER
LOOFD MET DEN HEER K. KOSTER. HET GELUKKIGE PAAR BEKIJKT
DE ONTVANGEN CADEAUX. (Polygoon)
DE OPPERBEVELHEBBER VAN HET DUITSCHE LEGER. GENERAAL-
VELDMAARSCHALK VON BRAUCHITSCH bracht den Kerstavond door
bij de soldaten van een batterij vérdragend geschut aan het Kanaal.
De Generaal-Veldmaarschalk bezichtigt de batterij. (Scherl)
ZOO ZIET DE TOWER ER NU UIT. Ook het Noordelijke deel van den
bekenden Tower in Londen werd tijdens een Duitschen
luchtaanval zwaar beschadigd. (Hoffmann)
DUITSCHE OORLOGSSCHEPEN OP ZEE.
FRAAIE OPNAME VAN HET ACHTERSCHIP AF VAN ÉÉN DER SCHEPEN. (Holland)
HET ECHTPAAR JOH. W. WESSELS-LAKEMOND TE AMSTERDAM
herdacht het 50-jarig huwelijksfeest. Winterhulp Nederland kwam de ge-
lukwenschen aanbieden en deed het bruidspaar een prachttaart en een
enveloppe met waarde-bonnen overhandigen. (Polygoon)
DE ONDERZEEBOOT VAN KAPITEIN-LUITENANT SCHEPPKE
bracht het 40ste handelsschip tot zinken en overschreed daar
mede als derde de 200.000 ton-grens. De kapitein op zijn boot
na een succesvollen tocht. Holland