BINNENLAND Ons Kort Verhaal LEFD5CH DAGBLAD - Derde BEad Zaterdag 28 December 1940 Nieuwe ijkwet treedt in werking Maxima voor hypotheeken Geen Duitsch personeel in Joodsche huishoudingen Deviezenverkeer voor grensbewoners De Invoerbelasting Het leven gaat voort Maximum- vervoerprijzen Rechtspleging in Burgerlijke zaken BENAMINGEN ALS: EL, POND EN ONS OFFICIEEL VERDWENEN. Aan de ijkkantoren in ons land heerscht sedert eenige maanden groote drukte in verband met het feit, dat op 1 Januari a.s. de nieuwe IJkwet, in 1937 tot stand geko men, in werking zal treden. Een verslaggever van het A.N.P. heeft naar aanleiding hiervan een onderhoud ge had met den directeur van den ijkkring Amsterdam, deh heer J. R. van Beek, die hem uitvoerig inlichtte over de nieuwe wet telijke bepalingen en voorschriften. In den vervolge zullen niet alleen maten, gewichten en gasmeters, doch ook weeg- en meettoestellen onder de eerlijke ean objec tieve controle van het rijksijkwezen vallen. De uitbreiding omvat vooral de snelwegers, benzinepompen en verschillende lengte maat-instrumenten. Men begrijpt welk een drukte dit-op de onderscheiden ijkkantoren teweeg brengt, omdat tal van instrumenten, welke in den handel gebracht worden, nu een keuring moeten ondergaan. Het ontstaan van de nieuwe wet vindt zijn oorzaak in het feit, dat de bestaande IJkwet uit 1869 dateert en niet meer vol doet aan de eischen, welke thans gesteld moeten worden. De keuring zal worden onderverdeeld in een indivldueele keuring en een keuring naar model en naast de reeds bestaande controle den tweejaarlijksche herijk zal toezicht worden uitgeoefend op de in gebruik zijnde werktuigen. Dit toezicht zal steeds ter plaatse geschieden. Inmiddels behoeft men zich niet bevreesd te maken voor een overdreven ambtelijke inmenging. De controle zal soepel zijn en er zal een ruim gebruik worden gemaakt van de overgangsbepaling. Slechts daar zal krachtig worden aangepakt, waar ernstige verwaarloozing of kwade trouw wordt aan getroffen. De goede thans in gebruik zijnde instru menten zullen den tijd krijgen, een natuur lijken dood te sterven. Onder de controle volgens de nieuwe wet vallen niet de taximeters en de waterme ters. Ook geeft de nieuwe wet voorschriften ten aanzien van de aanduiding van maat en gewicht. De begrippen meter, kilogram, liter enz. zullen in het vervolg alleen toegestaan zijn. Aan oude benamingen als el, voet, pond, ons, lood etc. is de wettelijke sanctie ont nomen zij zullen slechts een historische waarde behouden, doch uit het spraakge bruik zullen zij wel nooit verdwijnen. GEBASEERD OP DE PERCENTAGES VAN 9 MEI J.L. Het Verordeningenblad bevat een besluit, van de secretarissen-generaal van de de partementen van justitie en van financiën ter voorkoming van opdrijving van hypo theekrenten en over verlenging van den geldigheidsduur van de Crisis-hypotheekaf- lossingswet 1936. De nieuwe verordening luidt: Artikel 1. Leeningen, tot waarborg waarvan een hypotheek is verstrekt, kun nen van het in werking treden van dit be sluit af geen hoogere rente dragen dan: a. die op 9 Mei 1940 voor de leening vol gens overeenkomst was vastgesteld, indien de leening op dien dag reeds was afge sloten en tot waarborg daarvan een hypo theek was verstrekt; b. die op 9 Mei 1940 voor soortgelijke leeningen algemeen geldend was, in de ove rige gevallen. 2. De secretaris-generaal van het depar tement van financiën is bevoegd voor de toepassing van lid 1, onder 2, vast te stel len, welke rentepercentages op 9 Mei 1940 algemeen geldend waren. Deze worden in de Nederlandsche Staats courant bekend gemaakt. 3. De secretaris-generaal van het depar tement van financiën ls bevoegd zoowel in het algemeen als voor een bepaald geval uitzonderingen op het bepaalde in lid 1 toe te staan. Artikel 2. Voor zoover in overeenkom sten percentages zijn of worden bedongen, welke thans ten gevolge van het bepaalde in artikel 1 niet meer rechtsgeldig kunnen worden bedongen, komen daarvoor de vol gens artikel 1 geoorloofde maximum per centages in de plaats. Rente, welke over den tijd tot en met 31 Maart 1941 vóór het in werking treden van dit besluit is betaald, kan niet worden te ruggevorderd met, de motiveering, dat zij volgens lid 1 niet was verschuldigd. Artikel 3. Ten aanzien van het vorde ren en aannemen van bedragen, waarvan betaling ten gevolge van het bepaalde in artikel 1 niet meer rechtsgeldig kan wor den bedongen, vindt artikel 12, eerste lid, onder a, tweede en derde lid, alsmede de artikelen 15 tot en met 19 van de prljsop- drijvings- en hamsterwet 1939 overeenkom stige toepassing. Artikel 4. De crisis-hypotheekaflos- singswet 1936 blijft ook na 31 December 194Ö van kracht en vindt ook op de tus- schen 8 Februari 1936 en 10 Mei 1940 afge sloten overeenkomsten toepassing. Heeft ten gevolge van een tusschen 8 Februari 1936 en 10 Mei 1940 afgesloten overeenkomst de gerechtelijke of onder- handsche executoriale verkoop reeds vóór den dag van het in werking treden van dit besluit een aanvang genomen, dan kan de schuldenaar uiterlijk binnen veertien da gen na het in werking treden van dit be sluit een verzoek op den voet van artikel 1 van de crisis-hypotheekaflossingswet 1936 indienen, indien de executoriale verkoop nog niet is geëindigd. OUD-RESIDENT HOFLAND. Te 's-Gravenhage ls op 86-jarigen leef tijd overleden de heer J. Hofland, die na eerst resident van Batavia te zijn geweest, van 1907—1913 resident van Madioen was en in laatstgenoemd jaar den dienst ver liet De overledene was ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Verschenen is een verordening van den rijkscommissaris betreffende het doen ver richten van arbeid door Duitschers in Jood sche huishoudingen. Wij laten de verordening hier volgen: Artikel 1. (1) Het is verboden, personen van Duit- sche nationaliteit, van Duitschen of stam verwanten bloede, arbeid te doen verrich ten in huishoudingen van gezinnen, waar van een jood het hoofd is of waarvan een jood blijvend dan wel tijdelijk, mits voor langeren tijd dan vier weken ononderbro ken deel uitmaakt. (2) In den zin van het eerste lid: 1) is „jood": hij die volgens de bepalin gen van artikel 4 der Verordening No. 189/ 1940 betreffende het aangeven van onder nemingen jood is of als jood wordt aange merkt. Dit artikel 4 luidt als volgt: 1. Jood is een ieder, die uit ten minste drie naar ras voljoodsche grootouders stamt. 2. Als Jood wordt ook aangemerkt hij die uit twee voljoodsche grootouders stamt en 1. hetzij zelf op den negenden Mei 1940 tot de Joodsch-kerkelijke gemeente heeft be hoord of na dien datum daarin wordt opge nomen, 2. hetzij op den 9den Mei 1940 met eer. Jood was gehuwd of na dat oogenblik met een Jood in het huwelijk treedt, 3. een grootouder wordt als voljoodsch aange merkt, wanneer deze tot de Joodsch-kerke lijke gemeenschap heeft behoord. 2) verricht arbeid in de huishouding van een gezin hij, die geheel of gedeeltelijk voor bepaalden of onbepaalden tijd in dat gezin is opgenomen, om in de huishouding daar van arbeid te verrichten of die zich, zonder in het gezin te zijn opgenomen, met dage- lijksche huishoudelijke werkzaamheden of met andere dagelijksche werkzaamheden, welke direct of indirect met de huishouding in verband staan, bezighoudt. (3) In afwijking van het in het eerste lid bepaalde is het geoorloofd, arbeid op grond van een reeds bestaande dienstbetrekking verder te doen verrichten: 1. vanaf het tijdstip van inwerkingtre ding dezer verordening tot 1 Februari 1941; 2. vanaf het tijdstip, waarop de omstan digheid, op grond waarvan het in het eerste lid bedoelde verbod van toepassing wordt, ontstaat, tot het tijdstip, tegen het welk de werkgever de dienstbetrekking op zijn vroegst na het ontstaan dier omstan digheid kan opzeggen, ten hoogste echter tot dertig dagen nadien. Artikel 2. 1. Overeenkomsten zijn nietig, voor zoo ver zij de verplichting tot het verrichten van arbeid in strijd met de verbodsbepa lingen van artikel 1 inhouden. 2. Voor den werkgever wordt niet als dringende reden in den zin van artikel 1639 p, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek be schouwd het feit, dat de bepalingen van het eerste lid van artikel 1 op die dienst betrekking van toepassiiig zijn of worden. Artikel 3. 1. Hij, die in strijd met de verbodsbepa lingen van artikel 1. een persoon van Duit- sche nationaliteit arbeid doet verrichten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar, en met geldboete van ten hoogste tienduizend gulden of met een dezer straffen. 2. Het instellen van een strafvervolging tegen iemand, die noch de Duitsche. noch de Nederlandsche nationaliteit bezit, of zonder nationaliteit is, kan slechts plaats vinden met toestemming van den rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche ge bied. 3. Feiten, als bedoeld in het eerste lid. worden beschouwd als delicten in den zin van het tweede lid van par. 2 der verorde ning No. 52/1940 betreffende de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken. Artikel 4. De rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied kan vrijstelling van. be palingen dezer verordening verleenen. Van bevoegde Duitsche zijde werd den Haagschen correspondent van de „Tel." op zijn vraag, of deze verordening no. 231 ook op Nederlanders van toepassing is, een ont kennend antwoord gegeven. De uitdrukking „van stamverwanten bloede", beoogt slechts, Duitschers van ge- mengden bloede nader te definieerén. Zgn. „Mischlinge" van den eersten graad en van den tweeden graad vallen niet onder de verordening. Deze heeft alleen betrekking op hen, die van Duitsche zijde als „vol- arisch" worden bestempeld. Het gaat hier derhalve om een aangele genheid, waarbij in geenerlei opzicht Ne derlandsche onderdanen betrokken zijn. Bij besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij zijn eenige wijzigin gen gebracht in het deviezenbesluit III. Het volgende is nu orni. bepaald: Het is aan grensbewoners zonder ver gunning van het Deviezen-instituut ge oorloofd, binnenlandsehe betaalmidde len uit te voeren tot ten hoogste vijf en zeventig gulden per dag en ten hoog ste echter zevenhonderd vijftig gulden per maand. De uitvoer van Duitsche in Reichsmark of Rentemark uitgedrukte betaalmiddelen is zonder maximum toe gestaan. Het is aan grensbewoners verboden, be taalmiddelen in te voeren, met uitzonde ring van een bedrag tot vijf en zeventig gulden of één honderd Reichsmark per dag. De totaalsom der aldus ingevoerde bedra gen mag evenwel zeven honderd vijftig gul den of één duizend Reichsmark per maand niet te boven gaan. Het Deviezen-instituut kan in bijzondere gevallen deze bedragen verhoogen. Het is aan binnenlandsehe grensbewo ners, die in het bezit zijn van een vergun ning van den inspecteur der Invoorrechten en Accijnzen, geoorloofd, zonder overlegging van de in artikel 22 der Deviezenverorde- ning 1940 bedoelde documenten in het be zette Nederlandsche gebied voortgebrachte roerende goederen tot een verkoopwaarde van ten hoogste vijf én zeventig gulden per marktdag uit te voerén en terug te voeren. v: v.fO^ï V OUDEJAARSDAG GEEN BEURS. feet bestuur der Vereeniging voor den Effectenhandel, daartoe gemachtigd door de algemeene vergadering van 29 November 1920, bericht dat Dinsdag 31 December 1940 als beursvacantiedag is vastgesteld, zoodat op dien dag de Prijscourant niet uitgegeven zal worden, op de kantoren niet zal worden ontvangen, noch geleverd en de lokalen der vereeniging gesloten zullen blijven, alles be houdens onvoorziene omstandigheden ter beoordeeling van het bestuur. ENKELE TARIEVEN HERZIEN. De verordening op de Omzetbelasting 1940 bevat een hoofdstuk betreffende de in voerbelasting op ingevoerde goederen. Hij die goederen rechtstreeks of over entrepót hier te lande invoert ls een in voerbelasting verschuldigd ten bedrage van twee en een half ten honderd over de waar de der goederen. Voormelde invoerbelasting wordt gehe ven op denzelfden voet als ware zij als in voerrecht opgenomen in het bij de tarief- wet 1934 behoorende tarief. Onder waarde der goederen wordt ver staan die. welke is omschreven in artikel 120 van de algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad No. 38), vermeerderd met alle Nederlandsche belastingen en heffin gen. Voor goederen ten aanzien van welke desgevorderd, bij visitatie niet kan wor den aangetoond, dat zij bestemd zijn als grondstof voor een fabrikant of als han delswaar voor een groothandelaar of een kleinhandelaar, bedraagt het tarief van de invoerbelasting vijf ten honderd. Deze be paling geldt niet voor gas, electrlciteit en door den secretaris-generaal van het de partement van Financiën aan te wijzen goederen. Ten aanzien van brood worden voormeld percentage van twee en een half tot een en voormeld percentage van vijf tot twee ver minderd. Ten aanzien van melk, eieren, aardappe len en fruit, alsmede van versche, gezouten, gedroogde en gekoelde groenten worden voormeld percentage van twee en een half tot één en voormeld percentage van vijf tot drie en een half verminderd. DR. R. DE WAARD, t Te Groningen ls eergisteren op 77-jarigen leeftijd overleden dr. R. de Waard, een ge neesheer, die aldaar een groote populariteit genoot. Na ongeveer 20 jaar als huisdokter te hebben gearbeid, ging hij over in het le vensverzekeringsbedrijf, maar de patiënten verzochten hem opnieuw consult te geven, waaraan hij voldeed. Dr. de Waard was vier jaar verbonden aan het herstellingsoord voor drankzuchti gen Hoog-Hullen te Eelde. Hij was eenige jaren redacteur van het maandblad Vrije Arbeid en van het weekblad Democratie -n vrije arbeid. Hij was vele jaren lid van den gemeenteraad van Groningen en werd ln 1927 gekozen tot lid der Prov. Staten, welke functie hij echter niet accepteerde ten be hoeve yan nummer 2 van de lijst. In 1929 en 1933 was hij candidaat voor de Tweede Kamer voor de Algemeene Democratische Unie. De begrafenis ls bepaald op Maandag des middags te 3 uur te Grijpskerk, de plaats waar dr. de Waard op 14 September 1863 ls geboren, zoo meldt de N. R. Ct. DE OPBOUWDIENST. Blijkens een verordening van den Rijks commissaris zijn eenige wijzigingen ge bracht in de bestaande verordening van den Opbouwdienst. Krachtens deze wijzi ging is het volgende bepaald: „Aan het hoofd van den Opbouwdienst staat de commandant. De commandant wordt door den Rijks commissaris voor het bezette Nederland sche gebied benoemd en ontslagen. Hij staat onder den secretaris-generaal van het departement van Algemeene Zaken. De jaarlijksche begrooting van den Op bouwdienst wordt aan de hand van een ontwerp van den commandant door den secretaris-generaal van het departement van Financiën in overeenstemming met den secretaris-generaal van het departe ment van Algemeene Zaken vastgesteld." door J. P. BALJi Vijf Jaar waren ze getrouwd, en er is sinds hun huwelijksdag veel veranderd. Het is allemaal hèèl. hèèl langzaam gekomen, ongemerkt bijna, maar voor beiden kwam er een dag, dat ze zich met een beetje ver wondering afvroegen, waarin die verande ring bestond. Ze hielden altijd nog heel veel van elkaar, en tóchiets was niet meer zooals vroeger. Ze waren vlugger ge prikkeld, hun meeningen liepen vaker uit een, ze gingen niet meer zoo volledig ln elkaar ophun liefde was vervlakt. Beiden hadden dat met een lichten schrik geconstateerd. En ze hadden zich afgevraagd: worden wij dan tóch, zooals die vele anderen, die rustigjes naast elkaar voortleven naar hun ouden dag toe? In het begin van hun huwelijk, toen iedere zoen nog een feest was en ieder woord, dat ze elkaar zelden, de volle aandacht van de ander waard, hadden ze met meewarige geringschatting neergezien op die anderen en ze bezaten ieder voor zich de rotsvaste overtuiging: zooals zij worden wij nooit: zoo'n sleurhuwelijk is voor ons onbestaan baar. Langzaam is het gif der vervlakking in hen beiden geslopen, en toen ze zich van het gevaar bewust werden, hebben ze zich beiden verzet, bijna met het jeugdige vuur, dat hen eens bezielde. Ze hebben het ge merkt aan honderd kleinigheden. Vijf jaar geleden zou het onbestaanbaar geweest zijn, dat zij onder het dansen lichtelijk ge flirt had met een ander, en als ze het ge daan zou hebben, zou hij zeker een felle jalousie gevoeld hebben. Nu kan hij het hoogstens met een geamuseerd lachje aan zien en er de schouders voor ophalen. Vroe ger had hij bij het baden uitsluitend oog voor haar, nü gebeurt het maar al te vaak. dat zij opdringerig zijn aandacht moet vragen, omdat hij er bij het balspel in de golven een kennelijk plezier in heeft, den bal steeds maar weer het blonde, jonge meisje toe te spelen, dat zeker tien jaar jonger is dan hij en haar ergenis voortdu rend opwekt door haar onnoozel geginne- gap. Het zou destijds niet gebeurd zijn, dat hij vergat, haar mantel op te houden, als ze een restaurant verlieten, nü had hij' zelfs verzuimd, haar bloemen te geven op den vijfden verjaardag van hun huwelijk. Ze waren nog jong en ze bespraken het probleem. Ze wilden niet worden als anderen. „We hebben een andere omgeving noo- dlg, we moeten er eens uitbreken, de alle- dags-sleur ontvluchten, onszelf vernieu wen", zei hij. Ze keek hem aan met oogen, waarin een vleugje van het vroegere liefdevuur te herkennen was. „Reizen", stelde ze voor, „naar het dorp je, waar onze heerlijkste herinneringen liggen". „Een reprise van onze huwelijksreis", lachte hij „We zullen er boven uit komen", zei ze optimistisch, „dóar zullen we alles terug vinden, wat verloren ging". Ze pakten hun koffers en reisden naar het dorpje aan de zee in het .verre, vreem-, de land. Ze namen hun intrek in hetzelfde primi tieve hotelletje, dat hem destijds zoo ver rukt had en ze kregen hun zelfde kamer. Ze arriveerden in den avond en waren een beetje teleurgesteld. Maar het ls niet aangenaam, ergens in het donker aan te komen en ze sohreven het daaraan toe. Den volgenden dag, als alles in het zonlicht baadde, zou het worden als toen. Samen beklimmen ze de rotsen en ze blikken over de wijde zee. Het is mooi en grootsch. Maar als ze lang geklommen heb ben, hijgt hij een beetje en hij veegt zich met een lichten frons het zweet van het voorhoofd. Op diezelfde plaats stond hij vijf jaar geleden. De wind speelde toen met zijn haren, die nu al heel wat dunner zijn geworden, en van vermoeidheid had hij niet geweten. Hij had haar bewonderend aangekeken, zooals ze zich tegen het helle blauw van den hemel afteekende: slank, sportief, jong. Nu kijkt hij haar aan en hij ziet, dat haar hals een beetje te dik is ge worden, haar figuur iets te zwaar. Zwij gend loopen zij terug naar het hotel. Aan het diner heeft ze zich wat te veel opgemaakt en hij is onoprecht, als hij zegt, dat ze er zoo goed uit ziet. Ze merkt het geforceerde van zijn toon op en het geeft lïaar een gevoel van teleurstelling. Dan dag daarop regent het. Op hun hu welijksreis waren er ook enkele regendagen geweest. Dan hadden zij zich in hun regen jassen gehuld en overmoedig hadden ze de koele regendruppels op hun gezichten laten spatten en terwijl de frissche wind hun om de ooren woei, hadden ze zich Jong en sterk gevoeld. Samen hadden ze de elementen getrotseerd en geen moment van wanklank was er geweest. Nu trokken ze er op uit als toen, maar haar hakken waren te hoog voor de mod derige wegen, en hij uitte enkele verwen- schlngen, omdat zijn schoenen niet water dicht waren en hij natte voeten kreeg. Ver regend waren ze naar het hotelletje terug gegaan en daar hadden ze den verderen dag doorgebracht in kille verveling. Na drie dagen hadden ze elkaar bekend, dat het experiment een mislukking was ge worden. Met iets verslagens in hun blik hadden ze elkaar aangekeken. Iets, dat .sterker was dan zij, had hen overwonnen. En ze wisten niet, wót het was. Ze wisten niet, dat de tijd onverbiddellijk voortschrijdt en oud maakt, wat èèns nieuw was. Ze wisten niet, dat het nieuwe begees tering brengt en begeestering iets ls, dat fel oplaait als een fakkel, maar niet duren kan. Zij willen het verleden terug, maar het verleden keert nóóit weer! Het is een les, die ze nog te leeren hadden. Veel eerder dan hun plan was, reizen ze naar huls terug. Vijf jaar terug deden ze hetzelfde, popelend van ongeduld. Hun eigen huis wachtte hun. Iedere kamer was voor hen een ontdekking en iedere ont dekking werd met een kus besloten. Nü zal hun thuiskomst grauw en zonder emotie zijn. Ze zullen het relsstof van zich afwasschen, zij zal weer zelf voor het eten moeten zorgen en met een rimpel in het voorhoofd ln de keuken staan, die haar destijds een klein paradijsje leek. Hij zal met een zucht zijn schoenen uitschoppen, een krant grijpen en wegduiken in zijn eigen gedachten Ze zit In het hoekje van de coupé, als ze dit overdenkt. Hij staat in de treincorridor en staart apathisch naar buiten. Als hij zich omdraait, ziet hij, hoe ze met een zakdoekje haar oogen afveegt. Een beetje geërgerd haalt hij de schou ders op en zegt: „Tja, wat wil je? Het leven staat nu eenmaal niet stil!" (Aüteürsrecht voorbehouden). (Nadruk verboden). Blijkens besluit van de secretarissen-ge neraal van de departementen van Water staat, en van Handel, Nijverheid en Scheep vaart is o.m. bepaald: De hoogst toelaatbare vervoerprijs is die, welke door den vervoerder, ver huurder of derde in het tijdvak van 3 tot en met 9 Mei 1940 voor een soortge lijke vervoerovereenkomst of verhuur is bedongen of ontvangen. Heeft de vervoerder, verhuurder of derde geen vervoerprijs, als in het vorige lid be doeld, bedongen of ontvangen, dan geldt als hoogst toelaatbare vervoerprijs die, wel ke in het tijdvak van 3 tot en met 9 Mei 1940 voor een soortgelijke vervoerovereen komst of verhuur gebruikelijk was. Overigens geldt als hoogst toelaatbare vervoerprijs de prijs, welke voor een soort- het jaar, eindigende op 9 Mei 1940, laatste- gelijke vervoerovereenkomst of verhuur in lijk gebruikelijk is geweest. De secretaris-generaal van het departe ment van Handel, Nijverheid en Scheep vaart kan ten aanzien van vervoer over zee, hetzij voor een bepaald vervoer, hetzij in het algemeen, van de voorschriften van dit besluit ontheffing verleenen of doen verleenen of een anderen prijs bindend vaststellen of doen vaststellen. De secretaris-generaal van het departe ment van Waterstaat heeft dezelfde be voegdheid ten aanzien van alle ander ver voer. EERSTE VERORDENING. De eerste verordening van den Rijkscom missaris, houdende maatregelen op het ge bied der rechtspleging in burgerlijke zaken, is thans verschenen. Artikel 1 luidt: Ten aanzien van geschillen over privaat rechtelijke aanspraken, welke ln onmidel- lijk verband met voorschriften van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied of van de door dezen aan gewezen instanties door de daardoor ge troffenen of door hun rechtsopvolgers wor den geldend gemaakt, beslist met uitslui ting van den burgerlijken rechter de Rijks commissaris of de door dezen aangewezen instantie. Artikel 2: Privaatrechtelijke aanspraken, welke middellijk of onmiddellijk uit oorlogsge beurtenissen voortspruiten, kunnen tot na der order tegen Duitsche staatsburgers, die hun woon- of verblijfplaats in het Groot- Duitsche rijk hebben, of tegen rechtsperso nen of vereenigingen van personen, inrich tingen, stichtingen en andere doelvermo gens, welke hun zetel ln het Groot-Dultsche rijk hebben, of althans aldaar hun bedrijf uitoefenen, niet voor den Nederlandschen rechter geldend gemaakt worden. Verder ls bepaald, dat reeds aanhangige rechtsgedingen Ingevolge art. 1 gestaakt, die Ingevolge art. 2 geschorst worden. Maatregelen tot bewaring van rechten wor den opgeheven. OPHEFFING VAN DE GEMEENTE SCHORE. De staatscourant van gisteravond bevat een beschikking van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsehe zaken, waarbij met ingang van 1 Januari a.s. de gemeente Schore (Zeeland) wordt opge heven. Het Westelijk van het kanaal door Zuid-Beveland gelegen gedeelte dezer ge meente wordt gevoegd bij de gemeente Ka- pelle, het Oostelijk van dat kanaal gelegen gdeelte bij de gemeente Kruinlngen. Aan den burgemeester-secretaris, den ontvanger en andere ambtenaren in vasten dienst der gemeente Schore wordt te reke nen van 1 Januari a.s. ontslag verleend. Zij zullen met Ingang van dien dag wachtgeld ontvangen. MR. M. VAN TOULON VAN DER KOOG. t Op 56-jarigen leeftijd ls te Bloemendaal overleden mr. M. van Toulon van der Koog, advocaat en procureur en administrateur van den Bond van Bloembollenhandelaren, welke laatste functie hij ruim 22 Jaar heeft vervuld. Tal van malen heeft de heer Van Toulon van der Koog over den export van bloembollen belangrijke besprekingen in binnen- en buitenland gevoerd, die dikwijls vruchtdragend waren. Hij was voorzitter van de commissie voor den uitvoer van bloembollen. De overleden was lid van den Raad van Toezicht en Discipline der Orde van Ad vocaten te Haarlem en voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Toon kunst. De begrafenis is bepaald op Maandag 30 December, des middags twee uur, op de Algemeene Begraafplaats te Bloemendaal. (Tel.) GASGENERATOREN ONDER DE DISTRIBUTIEWET. Bij beschikking van den secretaris-ge neraal van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart zijn gasgenera toren, persgasinstallaties en drukvaten, een en ander voor zoover dienende voor de voortstuwing van motorrijtuigen, aangewe zen als distributiegoederen in den zin van artikel 4 van de distributlewet 1939. JHR. MR. L. VAN BRONCKHORST SANDBERG OVERLEDEN. Lid van den Raad van State. In den ouderdom van 66 jaar ls te Wa penveld overleden jhr. mr. L. van Bronck- horst Sandberg, lid van den Raad van State. Jhr. Bronckhorst van Sandberg studeerde te Utrecht rechten. In 1912 kwam bij als hoofdcommies ter Provinciale Griffie van Zeeland. Eenigen tijd later werd hij be noemd tot referendaris bij den Raad van State. Sinds 1917 had hij als lid zitting in dezen raad. Jhr. Bronckhorst van Sandberg was Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 11