BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
LEFD5CH DAGBLAD - Derde BEad
Zaterdag 28 December 1940
Nieuwe ijkwet treedt
in werking
Maxima voor
hypotheeken
Geen Duitsch personeel
in Joodsche
huishoudingen
Deviezenverkeer voor
grensbewoners
De Invoerbelasting
Het leven gaat voort
Maximum-
vervoerprijzen
Rechtspleging in
Burgerlijke zaken
BENAMINGEN ALS: EL, POND EN ONS
OFFICIEEL VERDWENEN.
Aan de ijkkantoren in ons land heerscht
sedert eenige maanden groote drukte in
verband met het feit, dat op 1 Januari a.s.
de nieuwe IJkwet, in 1937 tot stand geko
men, in werking zal treden.
Een verslaggever van het A.N.P. heeft
naar aanleiding hiervan een onderhoud ge
had met den directeur van den ijkkring
Amsterdam, deh heer J. R. van Beek, die
hem uitvoerig inlichtte over de nieuwe wet
telijke bepalingen en voorschriften.
In den vervolge zullen niet alleen maten,
gewichten en gasmeters, doch ook weeg- en
meettoestellen onder de eerlijke ean objec
tieve controle van het rijksijkwezen vallen.
De uitbreiding omvat vooral de snelwegers,
benzinepompen en verschillende lengte
maat-instrumenten.
Men begrijpt welk een drukte dit-op de
onderscheiden ijkkantoren teweeg brengt,
omdat tal van instrumenten, welke in den
handel gebracht worden, nu een keuring
moeten ondergaan.
Het ontstaan van de nieuwe wet vindt
zijn oorzaak in het feit, dat de bestaande
IJkwet uit 1869 dateert en niet meer vol
doet aan de eischen, welke thans gesteld
moeten worden.
De keuring zal worden onderverdeeld in
een indivldueele keuring en een keuring
naar model en naast de reeds bestaande
controle den tweejaarlijksche herijk
zal toezicht worden uitgeoefend op de in
gebruik zijnde werktuigen. Dit toezicht zal
steeds ter plaatse geschieden.
Inmiddels behoeft men zich niet bevreesd
te maken voor een overdreven ambtelijke
inmenging. De controle zal soepel zijn en
er zal een ruim gebruik worden gemaakt
van de overgangsbepaling. Slechts daar zal
krachtig worden aangepakt, waar ernstige
verwaarloozing of kwade trouw wordt aan
getroffen.
De goede thans in gebruik zijnde instru
menten zullen den tijd krijgen, een natuur
lijken dood te sterven.
Onder de controle volgens de nieuwe wet
vallen niet de taximeters en de waterme
ters.
Ook geeft de nieuwe wet voorschriften ten
aanzien van de aanduiding van maat en
gewicht.
De begrippen meter, kilogram, liter enz.
zullen in het vervolg alleen toegestaan zijn.
Aan oude benamingen als el, voet, pond,
ons, lood etc. is de wettelijke sanctie ont
nomen zij zullen slechts een historische
waarde behouden, doch uit het spraakge
bruik zullen zij wel nooit verdwijnen.
GEBASEERD OP DE PERCENTAGES
VAN 9 MEI J.L.
Het Verordeningenblad bevat een besluit,
van de secretarissen-generaal van de de
partementen van justitie en van financiën
ter voorkoming van opdrijving van hypo
theekrenten en over verlenging van den
geldigheidsduur van de Crisis-hypotheekaf-
lossingswet 1936.
De nieuwe verordening luidt:
Artikel 1. Leeningen, tot waarborg
waarvan een hypotheek is verstrekt, kun
nen van het in werking treden van dit be
sluit af geen hoogere rente dragen dan:
a. die op 9 Mei 1940 voor de leening vol
gens overeenkomst was vastgesteld, indien
de leening op dien dag reeds was afge
sloten en tot waarborg daarvan een hypo
theek was verstrekt;
b. die op 9 Mei 1940 voor soortgelijke
leeningen algemeen geldend was, in de ove
rige gevallen.
2. De secretaris-generaal van het depar
tement van financiën is bevoegd voor de
toepassing van lid 1, onder 2, vast te stel
len, welke rentepercentages op 9 Mei 1940
algemeen geldend waren.
Deze worden in de Nederlandsche Staats
courant bekend gemaakt.
3. De secretaris-generaal van het depar
tement van financiën ls bevoegd zoowel in
het algemeen als voor een bepaald geval
uitzonderingen op het bepaalde in lid 1 toe
te staan.
Artikel 2. Voor zoover in overeenkom
sten percentages zijn of worden bedongen,
welke thans ten gevolge van het bepaalde
in artikel 1 niet meer rechtsgeldig kunnen
worden bedongen, komen daarvoor de vol
gens artikel 1 geoorloofde maximum per
centages in de plaats.
Rente, welke over den tijd tot en met 31
Maart 1941 vóór het in werking treden van
dit besluit is betaald, kan niet worden te
ruggevorderd met, de motiveering, dat zij
volgens lid 1 niet was verschuldigd.
Artikel 3. Ten aanzien van het vorde
ren en aannemen van bedragen, waarvan
betaling ten gevolge van het bepaalde in
artikel 1 niet meer rechtsgeldig kan wor
den bedongen, vindt artikel 12, eerste lid,
onder a, tweede en derde lid, alsmede de
artikelen 15 tot en met 19 van de prljsop-
drijvings- en hamsterwet 1939 overeenkom
stige toepassing.
Artikel 4. De crisis-hypotheekaflos-
singswet 1936 blijft ook na 31 December
194Ö van kracht en vindt ook op de tus-
schen 8 Februari 1936 en 10 Mei 1940 afge
sloten overeenkomsten toepassing.
Heeft ten gevolge van een tusschen 8
Februari 1936 en 10 Mei 1940 afgesloten
overeenkomst de gerechtelijke of onder-
handsche executoriale verkoop reeds vóór
den dag van het in werking treden van dit
besluit een aanvang genomen, dan kan de
schuldenaar uiterlijk binnen veertien da
gen na het in werking treden van dit be
sluit een verzoek op den voet van artikel
1 van de crisis-hypotheekaflossingswet 1936
indienen, indien de executoriale verkoop
nog niet is geëindigd.
OUD-RESIDENT HOFLAND.
Te 's-Gravenhage ls op 86-jarigen leef
tijd overleden de heer J. Hofland, die na
eerst resident van Batavia te zijn geweest,
van 1907—1913 resident van Madioen was
en in laatstgenoemd jaar den dienst ver
liet De overledene was ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw.
Verschenen is een verordening van den
rijkscommissaris betreffende het doen ver
richten van arbeid door Duitschers in Jood
sche huishoudingen.
Wij laten de verordening hier volgen:
Artikel 1.
(1) Het is verboden, personen van Duit-
sche nationaliteit, van Duitschen of stam
verwanten bloede, arbeid te doen verrich
ten in huishoudingen van gezinnen, waar
van een jood het hoofd is of waarvan een
jood blijvend dan wel tijdelijk, mits voor
langeren tijd dan vier weken ononderbro
ken deel uitmaakt.
(2) In den zin van het eerste lid:
1) is „jood": hij die volgens de bepalin
gen van artikel 4 der Verordening No. 189/
1940 betreffende het aangeven van onder
nemingen jood is of als jood wordt aange
merkt.
Dit artikel 4 luidt als volgt:
1. Jood is een ieder, die uit ten minste
drie naar ras voljoodsche grootouders
stamt.
2. Als Jood wordt ook aangemerkt hij die
uit twee voljoodsche grootouders stamt en
1. hetzij zelf op den negenden Mei 1940 tot
de Joodsch-kerkelijke gemeente heeft be
hoord of na dien datum daarin wordt opge
nomen, 2. hetzij op den 9den Mei 1940 met
eer. Jood was gehuwd of na dat oogenblik
met een Jood in het huwelijk treedt, 3. een
grootouder wordt als voljoodsch aange
merkt, wanneer deze tot de Joodsch-kerke
lijke gemeenschap heeft behoord.
2) verricht arbeid in de huishouding van
een gezin hij, die geheel of gedeeltelijk voor
bepaalden of onbepaalden tijd in dat gezin
is opgenomen, om in de huishouding daar
van arbeid te verrichten of die zich, zonder
in het gezin te zijn opgenomen, met dage-
lijksche huishoudelijke werkzaamheden of
met andere dagelijksche werkzaamheden,
welke direct of indirect met de huishouding
in verband staan, bezighoudt.
(3) In afwijking van het in het eerste lid
bepaalde is het geoorloofd, arbeid op grond
van een reeds bestaande dienstbetrekking
verder te doen verrichten:
1. vanaf het tijdstip van inwerkingtre
ding dezer verordening tot 1 Februari 1941;
2. vanaf het tijdstip, waarop de omstan
digheid, op grond waarvan het in het
eerste lid bedoelde verbod van toepassing
wordt, ontstaat, tot het tijdstip, tegen het
welk de werkgever de dienstbetrekking op
zijn vroegst na het ontstaan dier omstan
digheid kan opzeggen, ten hoogste echter
tot dertig dagen nadien.
Artikel 2.
1. Overeenkomsten zijn nietig, voor zoo
ver zij de verplichting tot het verrichten
van arbeid in strijd met de verbodsbepa
lingen van artikel 1 inhouden.
2. Voor den werkgever wordt niet als
dringende reden in den zin van artikel 1639
p, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek be
schouwd het feit, dat de bepalingen van
het eerste lid van artikel 1 op die dienst
betrekking van toepassiiig zijn of worden.
Artikel 3.
1. Hij, die in strijd met de verbodsbepa
lingen van artikel 1. een persoon van Duit-
sche nationaliteit arbeid doet verrichten,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste een jaar, en met geldboete van ten
hoogste tienduizend gulden of met een
dezer straffen.
2. Het instellen van een strafvervolging
tegen iemand, die noch de Duitsche. noch
de Nederlandsche nationaliteit bezit, of
zonder nationaliteit is, kan slechts plaats
vinden met toestemming van den rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied.
3. Feiten, als bedoeld in het eerste lid.
worden beschouwd als delicten in den zin
van het tweede lid van par. 2 der verorde
ning No. 52/1940 betreffende de Duitsche
rechterlijke macht voor strafzaken.
Artikel 4.
De rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied kan vrijstelling van. be
palingen dezer verordening verleenen.
Van bevoegde Duitsche zijde werd den
Haagschen correspondent van de „Tel." op
zijn vraag, of deze verordening no. 231 ook
op Nederlanders van toepassing is, een ont
kennend antwoord gegeven.
De uitdrukking „van stamverwanten
bloede", beoogt slechts, Duitschers van ge-
mengden bloede nader te definieerén. Zgn.
„Mischlinge" van den eersten graad en van
den tweeden graad vallen niet onder de
verordening. Deze heeft alleen betrekking
op hen, die van Duitsche zijde als „vol-
arisch" worden bestempeld.
Het gaat hier derhalve om een aangele
genheid, waarbij in geenerlei opzicht Ne
derlandsche onderdanen betrokken zijn.
Bij besluit van de secretarissen-generaal
van de departementen van Financiën, van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van
Landbouw en Visscherij zijn eenige wijzigin
gen gebracht in het deviezenbesluit III.
Het volgende is nu orni. bepaald:
Het is aan grensbewoners zonder ver
gunning van het Deviezen-instituut ge
oorloofd, binnenlandsehe betaalmidde
len uit te voeren tot ten hoogste vijf
en zeventig gulden per dag en ten hoog
ste echter zevenhonderd vijftig gulden
per maand. De uitvoer van Duitsche in
Reichsmark of Rentemark uitgedrukte
betaalmiddelen is zonder maximum toe
gestaan.
Het is aan grensbewoners verboden, be
taalmiddelen in te voeren, met uitzonde
ring van een bedrag tot vijf en zeventig
gulden of één honderd Reichsmark per dag.
De totaalsom der aldus ingevoerde bedra
gen mag evenwel zeven honderd vijftig gul
den of één duizend Reichsmark per maand
niet te boven gaan. Het Deviezen-instituut
kan in bijzondere gevallen deze bedragen
verhoogen.
Het is aan binnenlandsehe grensbewo
ners, die in het bezit zijn van een vergun
ning van den inspecteur der Invoorrechten
en Accijnzen, geoorloofd, zonder overlegging
van de in artikel 22 der Deviezenverorde-
ning 1940 bedoelde documenten in het be
zette Nederlandsche gebied voortgebrachte
roerende goederen tot een verkoopwaarde
van ten hoogste vijf én zeventig gulden per
marktdag uit te voerén en terug te voeren.
v: v.fO^ï V
OUDEJAARSDAG GEEN BEURS.
feet bestuur der Vereeniging voor den
Effectenhandel, daartoe gemachtigd door de
algemeene vergadering van 29 November
1920, bericht dat Dinsdag 31 December 1940
als beursvacantiedag is vastgesteld, zoodat
op dien dag de Prijscourant niet uitgegeven
zal worden, op de kantoren niet zal worden
ontvangen, noch geleverd en de lokalen der
vereeniging gesloten zullen blijven, alles be
houdens onvoorziene omstandigheden ter
beoordeeling van het bestuur.
ENKELE TARIEVEN HERZIEN.
De verordening op de Omzetbelasting
1940 bevat een hoofdstuk betreffende de in
voerbelasting op ingevoerde goederen.
Hij die goederen rechtstreeks of over
entrepót hier te lande invoert ls een in
voerbelasting verschuldigd ten bedrage van
twee en een half ten honderd over de waar
de der goederen.
Voormelde invoerbelasting wordt gehe
ven op denzelfden voet als ware zij als in
voerrecht opgenomen in het bij de tarief-
wet 1934 behoorende tarief.
Onder waarde der goederen wordt ver
staan die. welke is omschreven in artikel
120 van de algemeene wet van 26 Augustus
1822 (Staatsblad No. 38), vermeerderd met
alle Nederlandsche belastingen en heffin
gen. Voor goederen ten aanzien van welke
desgevorderd, bij visitatie niet kan wor
den aangetoond, dat zij bestemd zijn als
grondstof voor een fabrikant of als han
delswaar voor een groothandelaar of een
kleinhandelaar, bedraagt het tarief van de
invoerbelasting vijf ten honderd. Deze be
paling geldt niet voor gas, electrlciteit en
door den secretaris-generaal van het de
partement van Financiën aan te wijzen
goederen.
Ten aanzien van brood worden voormeld
percentage van twee en een half tot een en
voormeld percentage van vijf tot twee ver
minderd.
Ten aanzien van melk, eieren, aardappe
len en fruit, alsmede van versche, gezouten,
gedroogde en gekoelde groenten worden
voormeld percentage van twee en een half
tot één en voormeld percentage van vijf
tot drie en een half verminderd.
DR. R. DE WAARD, t
Te Groningen ls eergisteren op 77-jarigen
leeftijd overleden dr. R. de Waard, een ge
neesheer, die aldaar een groote populariteit
genoot. Na ongeveer 20 jaar als huisdokter
te hebben gearbeid, ging hij over in het le
vensverzekeringsbedrijf, maar de patiënten
verzochten hem opnieuw consult te geven,
waaraan hij voldeed.
Dr. de Waard was vier jaar verbonden
aan het herstellingsoord voor drankzuchti
gen Hoog-Hullen te Eelde. Hij was eenige
jaren redacteur van het maandblad Vrije
Arbeid en van het weekblad Democratie -n
vrije arbeid. Hij was vele jaren lid van den
gemeenteraad van Groningen en werd ln
1927 gekozen tot lid der Prov. Staten, welke
functie hij echter niet accepteerde ten be
hoeve yan nummer 2 van de lijst. In 1929
en 1933 was hij candidaat voor de Tweede
Kamer voor de Algemeene Democratische
Unie.
De begrafenis ls bepaald op Maandag des
middags te 3 uur te Grijpskerk, de plaats
waar dr. de Waard op 14 September 1863 ls
geboren, zoo meldt de N. R. Ct.
DE OPBOUWDIENST.
Blijkens een verordening van den Rijks
commissaris zijn eenige wijzigingen ge
bracht in de bestaande verordening van
den Opbouwdienst. Krachtens deze wijzi
ging is het volgende bepaald:
„Aan het hoofd van den Opbouwdienst
staat de commandant.
De commandant wordt door den Rijks
commissaris voor het bezette Nederland
sche gebied benoemd en ontslagen. Hij
staat onder den secretaris-generaal van
het departement van Algemeene Zaken.
De jaarlijksche begrooting van den Op
bouwdienst wordt aan de hand van een
ontwerp van den commandant door den
secretaris-generaal van het departement
van Financiën in overeenstemming met
den secretaris-generaal van het departe
ment van Algemeene Zaken vastgesteld."
door J. P. BALJi
Vijf Jaar waren ze getrouwd, en er is
sinds hun huwelijksdag veel veranderd. Het
is allemaal hèèl. hèèl langzaam gekomen,
ongemerkt bijna, maar voor beiden kwam
er een dag, dat ze zich met een beetje ver
wondering afvroegen, waarin die verande
ring bestond. Ze hielden altijd nog heel
veel van elkaar, en tóchiets was niet
meer zooals vroeger. Ze waren vlugger ge
prikkeld, hun meeningen liepen vaker uit
een, ze gingen niet meer zoo volledig ln
elkaar ophun liefde was vervlakt.
Beiden hadden dat met een lichten
schrik geconstateerd. En ze hadden zich
afgevraagd: worden wij dan tóch, zooals
die vele anderen, die rustigjes naast elkaar
voortleven naar hun ouden dag toe? In het
begin van hun huwelijk, toen iedere zoen
nog een feest was en ieder woord, dat ze
elkaar zelden, de volle aandacht van de
ander waard, hadden ze met meewarige
geringschatting neergezien op die anderen
en ze bezaten ieder voor zich de rotsvaste
overtuiging: zooals zij worden wij nooit:
zoo'n sleurhuwelijk is voor ons onbestaan
baar.
Langzaam is het gif der vervlakking in
hen beiden geslopen, en toen ze zich van
het gevaar bewust werden, hebben ze zich
beiden verzet, bijna met het jeugdige vuur,
dat hen eens bezielde. Ze hebben het ge
merkt aan honderd kleinigheden. Vijf jaar
geleden zou het onbestaanbaar geweest
zijn, dat zij onder het dansen lichtelijk ge
flirt had met een ander, en als ze het ge
daan zou hebben, zou hij zeker een felle
jalousie gevoeld hebben. Nu kan hij het
hoogstens met een geamuseerd lachje aan
zien en er de schouders voor ophalen. Vroe
ger had hij bij het baden uitsluitend oog
voor haar, nü gebeurt het maar al te vaak.
dat zij opdringerig zijn aandacht moet
vragen, omdat hij er bij het balspel in de
golven een kennelijk plezier in heeft, den
bal steeds maar weer het blonde, jonge
meisje toe te spelen, dat zeker tien jaar
jonger is dan hij en haar ergenis voortdu
rend opwekt door haar onnoozel geginne-
gap. Het zou destijds niet gebeurd zijn, dat
hij vergat, haar mantel op te houden, als
ze een restaurant verlieten, nü had hij'
zelfs verzuimd, haar bloemen te geven op
den vijfden verjaardag van hun huwelijk.
Ze waren nog jong en ze bespraken het
probleem. Ze wilden niet worden als
anderen.
„We hebben een andere omgeving noo-
dlg, we moeten er eens uitbreken, de alle-
dags-sleur ontvluchten, onszelf vernieu
wen", zei hij.
Ze keek hem aan met oogen, waarin een
vleugje van het vroegere liefdevuur te
herkennen was.
„Reizen", stelde ze voor, „naar het dorp
je, waar onze heerlijkste herinneringen
liggen".
„Een reprise van onze huwelijksreis",
lachte hij
„We zullen er boven uit komen", zei ze
optimistisch, „dóar zullen we alles terug
vinden, wat verloren ging".
Ze pakten hun koffers en reisden naar
het dorpje aan de zee in het .verre, vreem-,
de land.
Ze namen hun intrek in hetzelfde primi
tieve hotelletje, dat hem destijds zoo ver
rukt had en ze kregen hun zelfde kamer.
Ze arriveerden in den avond en waren
een beetje teleurgesteld. Maar het ls niet
aangenaam, ergens in het donker aan te
komen en ze sohreven het daaraan toe. Den
volgenden dag, als alles in het zonlicht
baadde, zou het worden als toen.
Samen beklimmen ze de rotsen en ze
blikken over de wijde zee. Het is mooi en
grootsch. Maar als ze lang geklommen heb
ben, hijgt hij een beetje en hij veegt zich
met een lichten frons het zweet van het
voorhoofd. Op diezelfde plaats stond hij
vijf jaar geleden. De wind speelde toen met
zijn haren, die nu al heel wat dunner zijn
geworden, en van vermoeidheid had hij
niet geweten. Hij had haar bewonderend
aangekeken, zooals ze zich tegen het helle
blauw van den hemel afteekende: slank,
sportief, jong. Nu kijkt hij haar aan en hij
ziet, dat haar hals een beetje te dik is ge
worden, haar figuur iets te zwaar. Zwij
gend loopen zij terug naar het hotel.
Aan het diner heeft ze zich wat te veel
opgemaakt en hij is onoprecht, als hij
zegt, dat ze er zoo goed uit ziet. Ze merkt
het geforceerde van zijn toon op en het
geeft lïaar een gevoel van teleurstelling.
Dan dag daarop regent het. Op hun hu
welijksreis waren er ook enkele regendagen
geweest. Dan hadden zij zich in hun regen
jassen gehuld en overmoedig hadden ze de
koele regendruppels op hun gezichten laten
spatten en terwijl de frissche wind hun om
de ooren woei, hadden ze zich Jong en sterk
gevoeld. Samen hadden ze de elementen
getrotseerd en geen moment van wanklank
was er geweest.
Nu trokken ze er op uit als toen, maar
haar hakken waren te hoog voor de mod
derige wegen, en hij uitte enkele verwen-
schlngen, omdat zijn schoenen niet water
dicht waren en hij natte voeten kreeg. Ver
regend waren ze naar het hotelletje terug
gegaan en daar hadden ze den verderen
dag doorgebracht in kille verveling.
Na drie dagen hadden ze elkaar bekend,
dat het experiment een mislukking was ge
worden. Met iets verslagens in hun blik
hadden ze elkaar aangekeken. Iets, dat
.sterker was dan zij, had hen overwonnen.
En ze wisten niet, wót het was.
Ze wisten niet, dat de tijd onverbiddellijk
voortschrijdt en oud maakt, wat èèns nieuw
was. Ze wisten niet, dat het nieuwe begees
tering brengt en begeestering iets ls, dat
fel oplaait als een fakkel, maar niet duren
kan.
Zij willen het verleden terug, maar het
verleden keert nóóit weer! Het is een les,
die ze nog te leeren hadden.
Veel eerder dan hun plan was, reizen ze
naar huls terug. Vijf jaar terug deden ze
hetzelfde, popelend van ongeduld. Hun
eigen huis wachtte hun. Iedere kamer was
voor hen een ontdekking en iedere ont
dekking werd met een kus besloten.
Nü zal hun thuiskomst grauw en zonder
emotie zijn. Ze zullen het relsstof van zich
afwasschen, zij zal weer zelf voor het eten
moeten zorgen en met een rimpel in het
voorhoofd ln de keuken staan, die haar
destijds een klein paradijsje leek. Hij zal
met een zucht zijn schoenen uitschoppen,
een krant grijpen en wegduiken in zijn
eigen gedachten
Ze zit In het hoekje van de coupé, als ze
dit overdenkt. Hij staat in de treincorridor
en staart apathisch naar buiten. Als hij
zich omdraait, ziet hij, hoe ze met een
zakdoekje haar oogen afveegt.
Een beetje geërgerd haalt hij de schou
ders op en zegt:
„Tja, wat wil je? Het leven staat nu
eenmaal niet stil!"
(Aüteürsrecht voorbehouden).
(Nadruk verboden).
Blijkens besluit van de secretarissen-ge
neraal van de departementen van Water
staat, en van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart is o.m. bepaald:
De hoogst toelaatbare vervoerprijs is
die, welke door den vervoerder, ver
huurder of derde in het tijdvak van 3
tot en met 9 Mei 1940 voor een soortge
lijke vervoerovereenkomst of verhuur is
bedongen of ontvangen.
Heeft de vervoerder, verhuurder of derde
geen vervoerprijs, als in het vorige lid be
doeld, bedongen of ontvangen, dan geldt
als hoogst toelaatbare vervoerprijs die, wel
ke in het tijdvak van 3 tot en met 9 Mei
1940 voor een soortgelijke vervoerovereen
komst of verhuur gebruikelijk was.
Overigens geldt als hoogst toelaatbare
vervoerprijs de prijs, welke voor een soort-
het jaar, eindigende op 9 Mei 1940, laatste-
gelijke vervoerovereenkomst of verhuur in
lijk gebruikelijk is geweest.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart kan ten aanzien van vervoer over
zee, hetzij voor een bepaald vervoer, hetzij
in het algemeen, van de voorschriften van
dit besluit ontheffing verleenen of doen
verleenen of een anderen prijs bindend
vaststellen of doen vaststellen.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Waterstaat heeft dezelfde be
voegdheid ten aanzien van alle ander ver
voer.
EERSTE VERORDENING.
De eerste verordening van den Rijkscom
missaris, houdende maatregelen op het ge
bied der rechtspleging in burgerlijke zaken,
is thans verschenen.
Artikel 1 luidt:
Ten aanzien van geschillen over privaat
rechtelijke aanspraken, welke ln onmidel-
lijk verband met voorschriften van den
Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied of van de door dezen aan
gewezen instanties door de daardoor ge
troffenen of door hun rechtsopvolgers wor
den geldend gemaakt, beslist met uitslui
ting van den burgerlijken rechter de Rijks
commissaris of de door dezen aangewezen
instantie.
Artikel 2:
Privaatrechtelijke aanspraken, welke
middellijk of onmiddellijk uit oorlogsge
beurtenissen voortspruiten, kunnen tot na
der order tegen Duitsche staatsburgers, die
hun woon- of verblijfplaats in het Groot-
Duitsche rijk hebben, of tegen rechtsperso
nen of vereenigingen van personen, inrich
tingen, stichtingen en andere doelvermo
gens, welke hun zetel ln het Groot-Dultsche
rijk hebben, of althans aldaar hun bedrijf
uitoefenen, niet voor den Nederlandschen
rechter geldend gemaakt worden.
Verder ls bepaald, dat reeds aanhangige
rechtsgedingen Ingevolge art. 1 gestaakt,
die Ingevolge art. 2 geschorst worden.
Maatregelen tot bewaring van rechten wor
den opgeheven.
OPHEFFING VAN DE GEMEENTE SCHORE.
De staatscourant van gisteravond bevat
een beschikking van den secretaris-generaal
van het departement van binnenlandsehe
zaken, waarbij met ingang van 1 Januari a.s.
de gemeente Schore (Zeeland) wordt opge
heven. Het Westelijk van het kanaal door
Zuid-Beveland gelegen gedeelte dezer ge
meente wordt gevoegd bij de gemeente Ka-
pelle, het Oostelijk van dat kanaal gelegen
gdeelte bij de gemeente Kruinlngen.
Aan den burgemeester-secretaris, den
ontvanger en andere ambtenaren in vasten
dienst der gemeente Schore wordt te reke
nen van 1 Januari a.s. ontslag verleend. Zij
zullen met Ingang van dien dag wachtgeld
ontvangen.
MR. M. VAN TOULON VAN DER KOOG. t
Op 56-jarigen leeftijd ls te Bloemendaal
overleden mr. M. van Toulon van der Koog,
advocaat en procureur en administrateur
van den Bond van Bloembollenhandelaren,
welke laatste functie hij ruim 22 Jaar heeft
vervuld. Tal van malen heeft de heer Van
Toulon van der Koog over den export van
bloembollen belangrijke besprekingen in
binnen- en buitenland gevoerd, die dikwijls
vruchtdragend waren. Hij was voorzitter
van de commissie voor den uitvoer van
bloembollen.
De overleden was lid van den Raad van
Toezicht en Discipline der Orde van Ad
vocaten te Haarlem en voorzitter van de
Maatschappij tot Bevordering der Toon
kunst.
De begrafenis is bepaald op Maandag 30
December, des middags twee uur, op de
Algemeene Begraafplaats te Bloemendaal.
(Tel.)
GASGENERATOREN ONDER DE
DISTRIBUTIEWET.
Bij beschikking van den secretaris-ge
neraal van het Departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart zijn gasgenera
toren, persgasinstallaties en drukvaten, een
en ander voor zoover dienende voor de
voortstuwing van motorrijtuigen, aangewe
zen als distributiegoederen in den zin van
artikel 4 van de distributlewet 1939.
JHR. MR. L. VAN BRONCKHORST
SANDBERG OVERLEDEN.
Lid van den Raad van State.
In den ouderdom van 66 jaar ls te Wa
penveld overleden jhr. mr. L. van Bronck-
horst Sandberg, lid van den Raad van
State.
Jhr. Bronckhorst van Sandberg studeerde
te Utrecht rechten. In 1912 kwam bij als
hoofdcommies ter Provinciale Griffie van
Zeeland. Eenigen tijd later werd hij be
noemd tot referendaris bij den Raad van
State. Sinds 1917 had hij als lid zitting in
dezen raad.
Jhr. Bronckhorst van Sandberg was
Ridder in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw.
3—3