De schaatsen onder - Gewichtheffen - Opening viaduct te Utrecht Jt i V' -gtr 8Isle JaarganglEIDSCH DAGBIAD Tweede Blad 5F Huwelijk met modern comfort FEUILLETON SHMIBIH i ■■■gnwwcaM—nn—B"»m IMP— H I KONING WINTER heeft de vorstperiode ingeluid en het ziet er voor de schaats-enthousiasten veelbelovend uit. Diverse clubs openden dan ook reeds Zaterdagmiddag weer haar banen voor het publiek. Jöng geleerd, oud gedaan. (Polygoon) IN DEN HAAG werd in het Volksgebouw aan de Prinsegracht het rampioenschap gewichtheffen gehouden. Deze wedstrijd was georgani seerd door de Haagsche Gewichtheffersvereeniging. B. Charité in actie. (Polygoon)] door Mr. CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM 66) Je krijgt me'geen zenuwtoeval of zoo iets, zegt hij streng. Goeie genade, Lies, ik begrijp niet, dat je nog tranen over hebt. Als je drie dagen lang je man als mis dadiger hebt beweend. Stommeling dat je bent. Van alle stommiteiten, die wij tweeën in de laatste maanden hebben uitgehaald, is dit wel de klap op de vuurpijl. O nee, zegt ze. Hierdoor is het juist allemaal weer terecht gekomen. Want toen ik dat bericht gelezen had, wist ik ineens, dat het allemaal mijn schuld was, omdat ik jou alleen had gelaten. En omdat Jimmy me nog wel gewaarschuwd had, dat jij wel den verkeerden weg op zou gaan, als ik niet bij je bleef. Zoo, zegt Frank. Nog zoo'n vleiende opinie. Alles bij elkaar blijft er niet veel van me over. Jimmy heeft mij juist zoo vreeselijk uitgekafferd, vertelt ze. En dit baantje. maar dat vertel ik je straks wel. Eerst moet ik nu weten, hoe dat zit met die krant en de Officier van Justitie en dat heele ver haal van jou, want daar begrijp ik nu hee- lemaal niets meer van. Wel, zegt Frank. Renselaer heeft Dinsdag een attaque gekregen, in het Pa leis van Justitie. Ze hebben er nog een dokter bij gehaald, maar hij was al dood, toen Westhove en ik er aankwamen- Hij had juist te voren een heftig dispuut ge had met den Officier over een zaak. En vanmorgen hebben we hem begraven. Van den eenen kant trof dat ongelukkig, want nu kon ik bijna niet wegkomen. Maar van den anderen kant kwam het wel prachtig uit. Want er waren natuurlijk meer zulke ezels als jij, weet je. Zóóveel zelfs, dat de Deken me al gevraagd had, of ik er prijs op stelde, dat er vanwege de Orde iets on dernomen werd. Het is al eens meer ge beurd, dat in zoo'n gevalletje de verkeerde er op werd aangezien en dat dit via de kranten rechtgezet moest worden. Nou. maar dat hoefde toen niet, want die begrafe nis bezorgde me voldoende publiciteit. Toen ik zoo deftig vooraan in den stoet meetip- pelde je ziet toch wel, dat ik mijn ape- jas nog aan heb? Of dacht je zeg, dacht je soms, dat het een buitenmodel boeven pak was? Lieveling, zegt Lies logisch Ik ga nooit meer een minuut van je vandaan. Schitterend, beaamt Frank. Maar nu de practische uitvoering. Allemachtig daar heb ik heelemaal vergeten om aan dien dokter te vragen, of je er uit mocht. Had die kerel zelf ook wel eens kunnen zeggen. Nou ja, we wagen het er op. Je hebt toch geen verhooging? vraagt hij angstig. Weet ik niet. Kan me niet schelen ook, zegt Lies roekeloos. Ik weet alleen, dat ik niet zonder jou hier blijf. En ik weet positief, dat ik niet hier mijn intrek wensch te nemen, zegt Frank beslist. Maar waar gaan we in 's hemels naam heen? Zijn er hier in dat prachtdorp ook hotels? Eén, weet Lies. Een heel behoorlijk hotel. Ze lacht zachtjes voor zich heen. Zeg, maar hoe moet het met de freule? Ik moet hier toch opzeggen; het is mis schien nog niet tot je doorgedrongen, dat ik hier in betrekking ben. Laat dat maar aan mij over, zegt Frank beschermend. Kun je je alleen redden, denk je? Zou je kunnen staan? Probeer eens. Het gaat best, bluft Lies, als ze aan Frank's arm een paar stappen heeft ge daan. Mooi, dan zorg je maar, dat je je goed warm aankleedt. Je koffer zal ik dadelijk wel inpakken. Eerst maar naar beneden. Frank, roept ze hem na Denk er om, dat je beleefd blijft. Het is een tante van Ada. Als Frank na een lichtelijk stormachtig onderhoud met Lies' werkgeefster weer bo ven komt, zit ze hem al kant en klaar op te wachten, het koffertje gepakt naast haar stoel. Even je koffer in den wagen zetten. Hij wil al weer wegrennen, maar ze roept hem terug. Waarin? Frankie toch, heb je al dien tijd je taxi laten wachten? Frank grinnikt gelukzalig. Nee hoor. Ik ben met ons eigen wagentje hier. Wat? O wat zalig. Hoe ben je daar zoo ineens aan gekomen? Ja, daar zit een lang verhaal aan vast» zegt Frank\ Maar dat komt straks. We hebben nog heel wat te bepraten, Lies. Ze trekt zijn hoofd naar zich toe. Kun je me vergeven? fluistert ze in zijn oor. Ik jou? Och kindjezegt Frank be rouwvol. Ik zou wel ik weet niet wat willen doen, om alles goed te maken Stil nou, zegt Lies. Nu we weer bij elkaar zijn, komt alles in orde. Jaalles komt in orde, beaamt Frank. Als hij maar niet telkens aan Nick's gezicht moest denken zooals ze daar be neden in den auto zat Als hij zich maar niet zoo vervloekt schuldig én verantwoordelijk hoefde te voelen Kom! Frank gooit het van zich af, laten'we de rest van het programma nu maar in een vroolijker omgeving afwerken, vind je niet? Vooruit met dien koffer. Ziezoo, zegt Frank even later. Neem nu maar afscheid van je zolderkamer- Klaar? Allang, zegt Lies. Dan tilt Frank haar op en draagt haar in zijn armen naar beneden. De hall is leeg Bertus en Marie blijven onzichtbaar Door de open voordeur het bordes af dan zet Frank Lies behoedzaam neer in het effectief beste wagentje, springt zelf achter het stuur. Frank, zegt ze. Nu weet je nog niet eens, hoe het hotel heet. Nou? vraagt Frank en start vast. Het „Wapen van Gelderland", zegt Lies Niet origineel, zegt Frank en schakelt in. Maar wel sympathiek. Want dit, zegt Frank, dit wordt onze derde huwelijks reis. Mijn dorpsdoktertje is verloofd, zegt Lies een paar weken later over de ontbijt tafel en ze steekt Frank de engagements kaartjes toe. Met een collega van je dat meisje Lenswaerdt. O ja? zegt. Frank en verslikt zich in zijn boterham. Bijna had hij hardop „ge lukkig" geroepen. Voortdurend heeft hij er mee rondgeloopen, deze veertien dagen. Ge tobd en gepiekerd. Zich voorgehouden, dat hij iets moest doen voor Nick. Zich voorge nomen alles aan Lies te vertellen, met haar te overleggen. En nu hoeft het niet meer., gelukkig, nu hoeft het niet meer. Wat vind je zouden we hun geen bloemen sturen? vraagt Lies. Haar ken nen we wel niet zoo goed, maar aan hèm hebben we toch eigenlijk een boel te danken. Haar kennen we niet zoo goed, maar aan hèm hebben we een boel te danken jaja, zegt Frank, op een toon alsof hij diep nadenkt. Ik geloof, dat je nog niet goed wakker bent, ontdekt Lies. Ik dachtaan iets anders, zegt Frank. Daar op dien stoel heeft ze ge zeten„ik hou van je"Enfin, geluk kig, gelukkig, dat het allemaal zoo ge- loopen is. We zullen een groote mand gaan be stellen, besluit hij. De mooiste bloemen, die er zijn- Uit dankbaarheid. Maar géén orchideeën, zegt Frank. Want die kan ik mijn leven lang niet meer zien. EINDfi. HET VALT NIET TE VERWONDEREN dat Piet Keijzer uit de Lier, de winnaar van den Elfstedentocht 1940, reeds langen tijd naar de vorst heeft gehunkerd. Nu het zoo ver is, heeft Keijzer zijn Noren te voorschijn gehaald, om ze bij te slijpen. (Polygoon) MET DE KERSTDAGEN zijn de roode en witte tulpjes en de witte hyacinten een zeer ge- RIJKSMINISTER DR. GÖBBELS IN NOOR- vraagde bloemsoort. De kweekers hebben in hun kassen druk werk om aan de vele aanvragen WEGEN. Rijksminister dr. Göbbels in gesprek te voldoen. De bloemen worden met bol en al uit de kweekbakken gehaald en zorgvuldig van met den stadscommandant in Oslo. den overtolligen grond ontdaan. Polygoon(Hoffmann) ZATERDAG had te Utrecht bij den Cathrijnensingel de opening plaats van een voor het verkeer uiterst belangrijk viaduct. Achter het Politie- muziekcorps. burgemeester en wethouders van Utrecht. Links met bolhoed, de burgemeester van Utrecht, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk. (Polygoon) DUITSCHE GENEESMIDDELEN VOOR DE SPAANSCHE SOCIALE ZORG. De Duitsche gezant in Madrid, von Stohrer, droeg voor het gebouw van de sociale zorg „Auxilio Social" voor het hulpwerk twee vrachtwagens vol geneesmiddelen over. (Hoffmann)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5