De nieuwe „Pollux" versleept - Het nieuwe stadhuis te Medemblik
fes'de Blad
Huwelijk met
modern comfort
Siste Jaargang
FEUILLETON
door
Mr. CORRy STOLZ—VAN DEN KEEBOOM.
64)
Je hebt toch gezegd, dat je met mij
meeging nou dan, zegt Han. Ik kan
er nog niet bij, komt hij weer op zijn pa
tiënte terug. Als ik denk aan dien avond,
toen met Ringelhorstzij was toch dat
mooie vrouwtje met iets blauws aan, niet?
En nou.zeg, ik hield haar eerst voer een
hitje, tweede meisje of zooiets. Huishoud
ster was ze, nou ja, dat scheelt niet zoo
veelHad jij er nooit iets van gehoord,
het waren toch kennissen van jou?
Heel oppervlakkige maar, zegt Nick
onverschillig. Wat doet het je gced, dat te
kunnen zeggen. Na de vernedering van dat
oogenblik straks.
Zeker herrie gthad. veronderstelt Han.
Enfin, het kan me ook gen laars sche
len. Ze waren het daarnet in leder geval
weer grondig eens.
Dank zij jouw bemiddeling waa-schijn-
lijk. Ze kan het werkelijk lachend zegg°n.
Nick, ik zal probeeren te schsiien, wil je
dan met me trouwen? Wil je met me trou
wen, NickNick trouwt niet met
niemand
Waarachtig! Han laat het zich met
verbaasden trots aanleunen. Dat heb ik
hem dan geleverd, zeg. Onbewust natuur
lijk- Pracht mise-en-scène, voor een ver
zoening. Die meteen de genezing in de hand
werkt. Wacht, ik moet hier zijn.
Nick kijkt hem na, zooals hij nog grin
nikend het boerenhuisje binnengaat. Ge
lukkig, even kan ze op adem komen. Ze
klappertandt en rilt van top tot teen, nu
ze zich een oogenblik niet hoeft in te hou
den. Zoo overstuur is ze. Van de plotselinge
ontmoeting met Frank. Van het vooruit
zicht, straks weer met Han te moeten pra
ten. Han, die zoo zeker van zijn zaak is.
Han, dien ze al zijn illusies moet ontnemen.
En wat moet ze zeggen, wat kan ze als re
den opgeven, zonder hem te kort te doen
en zonder dat dat verschrikkelijke alle
maal te vertellen? Daar komt Han weer te
voorschijn. Hij moet zich bukken in de lage
deur van het huisje. Een stelletje kinde
ren troept in de deuropening. Dag dok
ter, dag dokter. Jongens! Hij zit al weer
achter het stuur. Daarginds moet ik ook
nog zijn. Nikker.
Weer stoppen. Weer wachten. Dit is het
leven van den dokter. Van buiten lijken alle
huizen hetzelfde, maar de dokter weet,
waar hij stoppen moet. Voor dit huis
en voor dat en daarginds ook. De auto
van den dokter, die stilhoudt voor de hui
zen, waar hij verwacht wordt. Wegrijden
stoppen uitstappen naar binnen. Weer
instappen naar het volgende huis. Dag
in dag uit. Van 's morgens tot 's avonds.
En 's nachts ook. Goed weer en slecht weer
de dokter moet er door. Een mooi leven
E=n leven, dat van verwende, rijke stu
dentjes mannen maakt.
Ziezoo, zegt Han. Niet bevorderlijk
voor de conversatie, hè? Zoo'n rit in hapjes.
Hier op den hoek moet ik er weer uit. Hoe
bevalt het je overigens?
O. leuk, zegt Nick. Ze moet de woorden
uit haar keel wringen.
Prachtig, vindt Han. Dan wen je
er vast aan. Maar je moet wel zien, dat je
zoo gauw mogelijk leert chauffeeren. Ik
zal blij zijn, als ik zelf niet meer hoef te
rijden. Ik ben zoo verstrooid onderweg. Pre
cies als de ouwe heer. Die durft gewoonweg
niet zelf te rijden.
Maar dat is toch gevaarlijk in die
drukke stad bij jullie. Waarom neem je
dan ook geen chauffeur?
Primo omdat bruintje het niet trek
ken kan, zegt Han kalm. Je begrijpt toch
zeker wel, dat ik aan Frits en de meisjes
er voor moet betalen, dat ik de praktijk erf
En secundonou, daar zullen we het
straks wel over hebben. Dit is gelukkig de
laatste visite.
Het is al donker, als Han terug komt. Nu
nu komt het, denkt Nick.
Gelukkig, dat je klaar bent, zegt ze.
Breng je me gauw naar huis? Ze zullen
niet weten, waar ik blijf.
De auto van den dokter stopt op den
donkeren landweg.
Natuurlijk breng ik je straks thuis,
zegt Han. Zou je vader me vanavond nog
willen ontvangen, of is dat te erg in strijd
met het decorum? Ik zou het altijd morgen
nog eens dunnetjes over kunnen doen. met
den hoogen hoed en zoo-
Nick geeft geen antwoord.
Zie je, zegt Han, je begrijpt toch
wel, dat ik er nu vaart achter wil zetten.
Ik heb zoolang op je gewacht, ik heb hee-
lemaal geen geduld meer over. Nick, lieve
ling, ik ben toch zoo blij. Toen ik dat pakje
van je kreegzoo'n Sinterklaasavond
heb ik nog nooit gehad.
Ik ook niet, denkt Nick en ze vecht met
haar tranen.
Han neemt haar beide handen in de zijne
Ikik ben je zoo dankbaar, zegt hij
verlegen. Zie je, ik heb je altijd geplaagd
met die toekomstplannen van je. Ik heb
je altijd voor den gek gehouden, omdat ik
dacht, dat je je eigenlijk maar zoo'n beetje
aanstelde. Maar een paar weken geleden
sprak ik Boy en die vertelde me, dat je het
daarginds zoo prachtig stelde en dat ze
zooveel met je op hadden. En wat voor een
prachtbaan ze je aangeboden hadden. En
toen voelde ik me zoo krankzinnig trotsch,
omdat ik wist, dat je dat werkelijk alle
maal voor mij wou laten schieten het
had niet veel gescheeld, of ik had het hem
gewoonweg verteld, ik kon het bijna niet
voor me houden. Wat toevallig zeg, dat Jij
juist op die fabriek terecht moest komen,
waar Boy ook inzit.
Heelemaal niet toevallig, zegt Nick.
Boy heeft me zelf aan die baan geholpen.
Boy! zegt Han. En daar heb je me
nooit iets van verteld.
Ze hoort het wantrouwen in zijn stem.
Nu maar gauw verder vertellen, hoe eerder
hij het weet, hoe beter.
Ja, Boy heeft me dat baantje bezorgd,
zegt ze nog eens. Ik had hem er zelf
om gevraagd. Maar hij heeft helaas niet
veel eer met me ingelegd. Ze heeft haar
handen losgemaakt uit de zijne; ze durft
hem niet. aan te kijken.
Want zie je, gaat ze verder, dat
wat Boy je allemaal vertelde, van die pro
motie en zoo dat gaat niet door. Ik heb
ontslag moeten nemen.
Moéten nemen? herhaalt Han ver
baasd- Heb je herrie gehad? Nou, wat
kan het je schelen. Laat die kerels kalm
waaien. Je was anders toch weggegaan.
Als ze het daar nu eens bij liet, denkt
Nick. Ja zeggen, hierop en op dat andere
dat, wat hij nog steeds stilzwijgend aan
neemt. Dan is ze overal van af. Kan ze de
rest doodzwijgen. Tot Han er op een goe
den dag achterkomt. Een kleine honderd
kantoormenschen hebben meegenoten van
het „schandaaltje". Als je daar de respec
tieve familie, vrienden en kennissen bij
telt hoe lang zou het duren, voordat Han
het te hooren kreeg? Misschien pas als ze
goed en wel getrouwd waren
Kom, vertel eens, zegt Han lachend en
trekt haar naar zich toe. Wat heb je
uitgespookt? Erutaal geweest tegen je baas
of zooiets? Of mag ik dat ook al niet we
ten? Dat ze die hulp van Boy verzwegen
heeft, zit hem dwars.
Nee. zegt Nick, en ze schuift van hem
weg. Jeje kunt het beter niet we
ten, Han. Je kunt me beter heelemaal ver
geten het kan toch nooit iets worden
tusschen ons.
Wat? schreeuwt Kan buiton zichzelf.
Wou je me nóu nog gaan vertellen, cat
je me laat schieten? Wou je zoo onmea-
schelijk gemeen zijn, nou r.cg?
Ja. knikt Nick. Nee, luister nu nog
even, Han, smeekt ze, als Lij weer op wil
v"sgen. Ze legt bedarend haar hand op
zijn arm- Kij schudt haar ruw af.
Ik luister, zegt hij heesch. Zeg het
ma r in eens. Heb je een ar.der opgedui
keld, die je beter bevalt? Hebben ze daar
ginds soms om je gevochten, je aanbidders?
Of zit Boy er soms nog tusschen?
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
ZON BOVEN DE WOLKENZEE.
EEN BLIK OP HET SKI-PARADIJS IN DE BEIERSCHE ALPEN. (Holland)
DE ITALIAANSCHE LUCHTMACHT BLUFT ACTIEF AAN HET FRONT ÏN ALBANIË. Troepenconcen
traties, colonnes e.d. worden gebombardeerd en veel schade wordt aangericht aan voor den oorlog belang
rijke objecten. Op een vliegveld in Albanië. Monteurs bezig met het in orde maken van de bommen.
(Holland)
GISTEREN WERD HET NIEUWE OPLEIDINGSSCHIP „POLLUX"
van de werf Verschure naar zijn ligplaats aan de Oosterdokskade
te Amsterdam versleept. De fraaie driemaster op weg
naar zijn ligplaats. (Polygoon)
MEN HOOPT met den bouw
van het stadhuis te Medemblik
in den a.s. zomer gereed te zijn.
Het nieuwe stadhuis in de
steigers. (Polygoon)
DONKERE DAGEN VOOR KERSTMIS. Duisterder dan ooit zijn thans
de wintermorgens. Bruggen, grachten en gevels van oud-Amsterdam blijven
in een schemer gehuld, welke slechts aarzelend wegtrekt en niet
voor half elf geheel verdwijnt. De Oude Kerk tien minuten over negen.
(Polygoon)