De nieuwe springschans in Cortina d'Ampezzo- De Opbouwdienst in actie Iweede Blad Huwelijk met modern comfort 81sfe Jaargang ■*"- FEUILLETON ALS MIEEEN TEGEN EEN MIERENHOOP KLAUTEREN DE DEEL NEMERS AAN EEN WIELERWEDSTRIJD MET HINDERNISSEN IN FRANKRIJK TEGEN EEN HEUVEL OP. (Holland) HET KLEINE MAAR GEZELLIGE NOODWINKELSTRAATJE voor het postkantoor aan den Coolsingel te Rotterdam is door kransen en slingers van dennengroen in een Kerstsfeer gebracht. (Polygoon) DE WIERINGERMEER is een zeer uitgestrekt gebied en de kruidenier uit Wieringerwerf heeft dan ook groote afstanden af te leggen. Hij heeft nu zijn auto omgebouwd, waardoor een zeer eigenaardig vehikel ontstond. (Polygoon), PRACTISCH WERK VAN DEN OPBOUWDIENST. MANNEN VAN DEN OPBOUWDIENST ZIJN OP HET OOGENBLIK BEZIG MET DEN AANLEG VAN EEN IN DE KASSEN TE HOORN is men reeds begonnen met het bespuiten van de vruchtboomen, om ze tegen ziekten te beschermen. Perzikboomen in een warenhuis worden onderhanden genomen. (Polygoon) EEN KIJKJE IN EEN HAVEN VOOR WATERVLIEGTUIGEN EEN VLIEGTUIG VAN HET TYPE BREGUET WORDT UIT HET WATER GEHESCHEN. Hollandjj DE GROOTE SPRINGSCHANS TE CORTINA D'AMPEZZO in Italië, waar in Februari a.s. de ski-wereldkampioenschappen gehouden zullen worden Duitschland, Finland, Zweden, Hongarije, Roemenië, Slowakije en vele andere landen hebben reeds deelname toegezegd. (Holland) FIETSPAD VAN AMERSFOORT NAAR ZWOLLE. (Polygoon) door Mr. CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM. 63) Een even ondervoed en bovendien over werkt dienstmeisje pardon juffrouw huishoudster, met een lichte bronchitis en een lang niet lichte neurose of hij moet zich al erg vergissen en tot overmaat van ramp met een man, die zoek is en dien hij waarachtig kan gaan opsporen.... Den Haag voor u, kondigt de kantoor houder aan: Kantoor meesters Van Abcoude en Daelderen Rengers zegt de typiste aan den anderen kant. —Oogenblikje. Ik zal u met meester Van Elden verbinden. Wacht u eens even, zegt Jimmy een oogenblik later en hij probeert „erin" te komen. De man van juffrouv/ Ten Haeve zegt ujanu ben ik er. Ja, zéker kan ik dien voor u bereikenAi, morgen overkomen? Nee, dat zal wel héél lastig gaan. Is er gevaar bij? Ojuistja. ja juist. Ja. ik zal zien, wat ik doen kan. Ja. ik spreek hem morgen toch in ieder ge val. Morgenvroeg al. In Amsterdam, ja. Ja, ik vrees wel, dat het bezwaarlijk zal zijn, enfin, ik zal mijn best doen. Rekent u in ieder geval op zijn vroegst op den middag trein, zoo om een uur of vier. Dokter, ik ben u zeer erkentelijk voor uw vriendelijk heid, Ook namens mijn cliënte. Tot ge noegen. Nick heeft in Arnhem de laatste inkoo- pen gedaan voor de Kerstdagen. Met haar armen vol pakjes komt ze het stationnetje uit. Stil is het hier, na het geroezemoes van de Arnhemsche straten. Heerlijk rus tig, zoo'n dorp in de schemering van den winterdag. Gauw naar huis nu thuis is het gezellig en warm. Morgen Kerstmis een rustig Kerstfeest thuis. Een paar dagen aan niets denken Han, zegt ze verschrikt, als hij vlak voor haar staat. Nikker! Kind, ik had je heelemaal niet gezien. Ik wist niet, dat jij met dezen trein meekwam. Wat een verrassing. Hij straalt, ziet Nick. Wacht je op iemand? vraagt ze nuch ter. Jaallemachtig, hij zal me toch niet ontsnapt zijn? Ik moet den man van een patiënte opvisschen, iemand, dien ik heelemaal niet ken. Troost je, lacht ze. Er is niemand uitgestapt, dan juffrouw Van den Berg en Jan van Kees van de Vossenpels en ik. Vraagt het maar aan Hendriks, als je wilt. Nee, ik geloof je wel. Han lacht om haar opsomming. Zeg, nu moet ik even naar „Klein-Schorenburgh". Die stumper daar ligt al van gisteren af op haar man te wachten. Rij je mee? Even thuis mijn pakjes afgeven. Kan dat? Anders weten ze niet waar ik blijf, zegt ze, als ze de dorpsstraat inrijden. Zeg, wat is dat voor een patiënte van je, die door haar man in den steek is ge laten? vraagt ze nieuwsgierig, als Han den weg naar Schorenhoeff inslaat Wat dra matisch, zeg. Niets voor „Klein-Schoren burgh". Nee, dat zeg Ik je na, zegt Han hart grondig. Het is een ellendige geschiede nis. Daar ligt me dat jonge ding, die huis houdster van freule van Holck, moederziel alleen op een zolderkamertje. En geen ster veling, die naar haar omkijkt. Die ouwe tobbers hebben ook genoeg met zichzelf te houden. En ik zit er mee te kijken. En met nog een paar van die cadeautjes. Nog meer verlaten vrouwen? lacht Nick. De praktijk is tenminste veilig ter rein om over te praten. Bewaar me, gelukkig niet. Een paar vervelende gevallen, zooals je altijd treft, als je voor een ander waarneemt. En de wijkverpleegster is ook al ziek en waar haal ik vlak voor de Kerstdagen een plaatsver vangster vandaan? Nou ja Han schudt met één slag zijn zorgen van zich af het kan me allemaal niet schelen, nu ik jou weer zie, Nikker. Hij drukt even haar hand. Ze kijkt hem lachend aan. Dit is wel een nieuwe Han. met den zorgelijken trek op zijn jon gensgezicht. Een man is hij nu opeens- De dokter, op wien de zorg rust voor zijn pa tiënten. Gek, net of ze ineens respect voor hem krijgt. Nu lijkt het allemaal nog veel moeilijker, veel erger. Hoe moet ze het hem zeggen. Ze rijden het hek van „Klein-Schoren burgh" binnen, zien In de open voordeur den ouden huisknecht in een druk en blijk baar weinig vriendelijk gesprek met ie mandNick voelt haar adem stokken.. Kan dat? Och, ze lijkt wel krankzinnig, hallucinaties heeft ze nog een patiënte voor HanMaar die lange, gebruinde jongeman, die met één sprong de treden van het bordes komt afstormen en op de auto toerent Gelukkig, dat u er bent, dokter, roept Frank, terwijl hij het portier open rukt. U bent toch de dokter hier? Wat is dat hier voor een gekkenhuis? Kunt u dien vent niet aan zijn verstand brengen, dat ik naar mijn vrouw toe moet? U hebt me toch zelf laten roepen. Dat mensch staat me maar aan te gapen. Me kenne hier geen Rob- berts, zegt hij ijskoud. Ik ben al een kwar tier tegen hem bezig. Dag Frank, zegt Nick, vanuit haar hoekje. O,... ohallo Nick, zegt Frank verbijsterd. Nick hier?wat doet ze hier.zou die dokterdien avond in den schouwburg ja, daar kan hij zich niet in gaan verdiepenWij kennen elkaar, hè? gaat hij tegen Han door. Dokter Maeyhoek, als ik het wel heb? Stil nou even. Han houdt met beide handen zijn hoofd vast. Ik kan er nog niet bij. Bent ude man van juffrouw Ten Haeve? Daar gaat het ten slotte om. De man van juffrouw Ten Haeve? Frank moet het even verwerken. Ja, dat klopt, zegt hij. Maar voor verdere ex plicaties heb ik geen tijd. Kan lk mijn vrouw nu zien, ja of nee? Neem me niet kwalijk, dokter, maar ik heb er langzamer hand genoeg van. Janatuurlijk.... spijt me.... klein misverstand, prevelt Han. Als u mij volgen wilt, meneer Robberts? Nick, je excuseert ons wel Nick ziet hen samen het bordes opgaan. Han, die bij de deur nog omkijkt naar haar. Frank, die als bezeten naar binnen rent. Frank, voor wien ze niet meer bestaat Uitstappen en wegloopen? Twaalf kilome ter naar huis. En dan staat Han vanavond toch weer voor haar. Liever nu ineens maar straks, als hij er over begint. De hall door. De trap op. Nog een trap. De zolder. Een pannendak met kieren en gaten. Rondom afgeschoten hokken met deuren, zolderkamers- De dokter, die een van die deuren opendoet. Frank duwt hem opzij. Een ijzeren ledikant en rossige krul len, die boven de dekens uitkomen. Dag dokter. Lies draait zich onwillig van den muur af. De witte muur, waar ze den heelen dag tegenaan heeft liggen kij ken, al de uren, dat ze gewacht heeft op bericht Lieske Met een schok zit ze overeind. Frankl Ben je het? Ben je het werkelijk zelf? De dokter vindt, dat hij nu gevoeglijk kan gemist worden. Hij heeft méér te doen. Korte visite. Nick lacht dapper, als ze Han ziet aankomen. O, die patiënte zie ik morgen wel, zegt Han droog. Als ze de begroeting tenmin ste overleeft. Maar zeg, ben jij er nu ach ter, hoe dat allemaal in elkaar zit? Ik snap er geen syllabe van. Je rijdt wel mee ver der, hè? Ik heb hier in de buurt nog een paar visites Ze zullen thuis niet weten, waar ik blijf, protesteert Nick. (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5