De Loonbelastingtabel Hooge Belastingen gewijzigd Ons belastingstelsel LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 16 December 1940 Derde Blad No. 24764 Ter vermeerdering van de inkomsten van den staat 81 sfe Jaargang HOOGSTRATEN': Boekhoudbureau Heffing van 200 opcenten op winstbelasting Extra opcenten op grondbelasting Waardevermeerderingsbelasting Inkomstenbelasting gebaseerd op draagkracht Inning door inhouding op loon of pensioen Die inhouding op het loon (of kortweg: de loonbelasting) is dus niets anders dan een vorm van heffing van de algemeene enkele inkomstenbelasting. Zij is, met an dere" woorden, een voorheffing over de in komsten, die gedurende het kalenderjaar 1941 worden genoten. GEEN DUBBELE BETALING. Maar, zal men vragen, er loop en nog aanslagen in de belastingen naar het in komen over het belastingjaar 1940/41, dus tot 1 Mei 1941. Moet men nu dubbel beta len? Daarin voorziet art. 42 van het besluit. Is in het inkomen, waarnaar men over het belastingjaar 1940/41 is aangeslagen, loon begrepen dan krijgt men ontheffing. Hoe die ontheffing precies zal zijn, hangt af van de nadere voorschriften van den secre taris-generaal van het Departement van Financiën. Intusschen ban dit wel worden aan genomen dat, voor zoover het inkomen van een belastingplichtige voor het belastingjaar 1940/41 alleen bestond uit de inkomsten van zijn dienstbetrekking hij een ontheffing zal krijgen van een derde van den aanslag over dat belas tingjaar, omdat hij immers door de in- nouaing zyn nieuwe inkomstenbelas ting over 1941 geleidelijk aan voldoet. Ten aanzien van de inkomsten welke niet uit loon voortvloeien, blijft de aan slag 1940/41 ongewijzigd gehandhaafd, zij zal dus moeten worden betaald. De belasting, welke hierin is begrepen voor het tijdvak 1 Januari tot 1 Mei 1941, zal gelden als voorheffing voor den eer sten aanslag in de nieuwe inkomsten belasting en zal dus te zijner tijd met dien aanslag worden verrekend. De verdeeling van den druk overeenkom stig het beginsel der rechtvaardigheid is behalve in een progressief tarief hierin gezocht, dat een ongehuwde meer, ja aan zienlijk meer, betaalt dan een gehuwde en dat in ruime mate is rekening gehouden met de lasten, die op een gezin met kin deren drukken. De belastingplichtigen zijn daartoe in gedeeld in drie groepen. Groep I omvat de ongehuwden, die geen kinderaftrek genie ten en den leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt, groep II de gehuwden, die geen kinderaftrek genieten en de onge huwden, die den leeftijd van 65 jaar heb ben bereikt, groep III de gehuwden en on gehuwden, die kinderaftrek genieten. De aftrek Is niet beperkt tot minder jarigen, ook voor meerderjarigen is af trek mogelijk, n.l. indien de kinderen nog geen 25 jaren oud zijn en grooten- deels op kosten van den belastingplich tige worden onderhouden en onderwijs genieten of voor een beroep worden op geleid. Laat nu Uw boekhouding door ons inrichten en controleeren. CRONESTEINKADE 20 - TELEF. 25754 4717 (Ingez. Med.) EEN LOONBELASTINGKAART. Slechts de hoofdpunten van de nieuwe belasting komen voor bespreking in aan merking. Als laatste daarvan willen we de positie van den werkgever in oogenschouw nemen. De loonbelasting als bijzondere hcf- fingsvorm van de nieuwe inkomsten belasting, is daarom ook bijzonder, omdat de eigenlijke inning van de be lasting niet door de belastingadminis tratie maar door den werkgever ge schiedt. .Hij dient voor eiken werkne mer een loonbelastingkaart aan te leg gen, waarop hy de gegevens die voor het te heffen bedrag aan belasting van belang zijn (b.v. de groep waartoe de werknemer behoort, het aantal kinde ren) aan teekent. Deze gegevens vindt hij vermeld in een opgaaf (z.g. werknemersverklaring) die de werknemer hem in tweevoud moet verstrekken, op een formulier, dat de werkgever hem ter hand stelt. De werkgever ontvangt de noodige formu lieren en loonbelastingkaarten van den inspecteur. Op de loonbelastingkaart worden door den inspecteur in voorkomende gevallen ook de hiervoor genoemde bedragen ver meld die in aftrek van het genoten loon komen. De belasting over het genoten loon, eventueel verminderd met de door den in specteur op de loonbelastingkaart vermel de bedragen, kan de werkgever vinden, door in de bij het besluit behoorende loon belastingtabel het overeenkomstige loon op te zoeken en het daarachter vermelde be lastingbedrag respectievelijk voor de groe pen 1, 2 en 3 in aanmerking te nemen. De belastingtabel die bij het besluit behoort, is een tabel voor maandloonen, voor loonen over een ander loontijdvak moet een her leiding plaats vinden. Ten gerieve van de werkgevers worden echter tabellen voor week-, dag- en uurloonen verstrekt. Natuurlijk wordt hiermede een belangrij ke taak op de schouders van de werkgevers gelegd, èn uiteraard dient deze publiek rechtelijke taak naar behooren te worden vervuld. De nieuwe inkomstenbelasting zal in de toekomst een aanmerkelijk deel van de staatsinkomsten gaan opbrengen en van de opbrengst zal weer een belangrijk deel op rekening van de loonbelasting komen. Er volgt uit, dat de werkgevers door de inhou ding- tot de juiste bedragen vlot te doen verloopen, den staat aan een belangrijk deel van zijn benoodigde middelen zullen helpen. Vol vertrouwen doet de overheid een be roep op alle werkgevers, omdat zijer van overtuigd is, dat zij er grooten prijs op zul len stellen het noodige bij te dragen voor het behoud van een gezonden financieelen toestand van den Nederlandschen Staat, en ook op deze wijze werkzaam te zijn ten bate van de gemeenschap. EEN HEFFING OP AANSLAGEN WEGENS EIGENDOMMEN. Het zal geen verwondering wekken, dat, nu de belasting van de natuurlijke per- sonenv belangrijk wordt verzwaard, ook de belasting van de rechtspersonen (naam- looze vennootschappen, coöperatieve veree- nigingen, enz.) hetzelfde lot ondergaat. Deze verhooging is gegoten in den vorm van opcenten op de winstbelasting, te heffen óp de aanslagen over de jaren, aan vangende met of na 1 Januari 1940. In het algemeen zullen' 200 opcenten worden ge heven; dit aantal wordt echter verminderd tot 150 voor die vennootschappen, enz., waarvan de winst over eenig jaar niet meer bedraagt dan 8% van het eestorte kapitaal. Het derde van de bedoelde besluiten be treft de heffing van opcenten op de grondbelasting; te weten 100 extra-opcen- ten (met de tegenwoordige dus 120) op de aanslagen wegens gebouwde eigendommen en 100 extra-opcenten op de aanslagen wegens opgebouwde eigendommen. De aandacht zij er op gevestigd, dat het niet in de bedoeling ligt, dat deze belastingverhooging op pachters en huurders mag worden afgewenteld. Ten slotte nog iets over het vierde besluit. Dit regelt de heffing van een waardevermeerderingsbelasting van on roerende zaken, die tengevolge van de overschrijving van een stuk in de open bare registers op een ander overgaan. De belasting bedraagt 50% van dc winst, indien deze f. 3000 of meer beloopt. Is de winst minder dan f. 3000 dan bedraagt de 'belasting minder en wel 75% van de winst voor zoover die f. 1000 te boven gaat. Bedraagt de winst f. 1000 of minder, dan is geen belasting verschuldigd. WAT WINST IS. Winst is het bedrag, waarmede de verkoopwaarde van het onroerende goed op het tijdstip van overgang te boven gaat de verkoopwaarde, die het De bedoeling .is, de voordeelen te trefr fen, die verkregen zijn door verkoop van onroerend goed, waarvan de waarde als gevolg van den oorlogstoestand is geste gen. Het heffen van een flinke belasting ter zake van die voordeelen .verdient alle aanbeveling. In de eerste plaats in het logisch, dat zij, die deze bijzondere voor deelen genieten, daarvan een deel af staan aan de gemeenschap, vooral ook omdat de waardestijging in vele geval len mede een gevolg is van de vele uit gaven diè de staat zich ter bestrijding van de werkloosheid en uit anderen hoof de getroost. In de tweede plaats zal zoodanige belasting de prijsstijging van onroerend goed tegenhouden. De belas ting wordt, het zij nadrukkelijk her haald, alleen geheven indien onroerende goederen worden vervreemd, dan toch wordt het voordeel genoten. Een Duitsche zegsman voegde hieraan nog toe dat de nieuwe belastingwetgeving aan sluit op de grondgedachten van de Duitsche belastingen. Deze grondgedachten hebben een sterken socialen inslag doordat de kin deraftrek zeer aanzienijk is en ook doordtl de grenzen van het belastingvrije inkomen, althans voor gezinnen met kinderen, gunstig liggen. Desalniettemin moet men in het oog hou den dat het hier in ieder geval om een oor logsbelasting gaat, zoodat de druk onmoge lijk voor iedereen gering kan zijn. Daarbij moet worden opgemerkt,-dat de Nederland- sche belastingdruk nog niet het peil van de Duitsche belastingen heeft bereikt. Het ligt voor de hand dat de financleele verhouding tusschen rijk en gemeenten door de invoering van de nieuwe belasting en de afschaffing van de verschilende opcenten en van de gemeentefondsbelasting geheel overhoop wordt geworpen. Er zal een nieuw systeem moeten worden opgebouwd, hetgeen een taak zal zijn voor het komende jaar. v Binnenkort is er een nieuwe verordening te verwachten welke aan de moeilijkheden, waarvoor de gemeenten zich bij haar be- grootingsarbeid thans geplaatst zien, zal tegemoet komen. De personeele belasting zal te zijner tijd worden afgeschaft. Thans echter wordt aan deze belasting nog niet ge raakt. Opmerking verdient nog dat de werk gevers alleen met de belasting op het loon te maken krijgen en niet zullen worden in geschakeld voor de belasting op inkomsten buiten het loon. „Zou jij je niét een beetje) mieter met jntf bezig houden? Je Wou mij toch schilderen O Op de in het verordeningenblad afgekon digde en op pagina 1 van ons Blad in het kort vermelde besluiten tot heffing en ver hooging van belastingen, die alle vier be oogen de inkomsten van den staat te ver meerderen, ontvangen wij van bevoegde zijde de volgende toelichting: Van den eenen kant zijn de uitgaven van den Staat in de tegenwoordige omstandig heden aanzienlijk gestegen, van den an deren kant vloeien verschillende van zijn bronnen van inkomen (b.v. invoerrechten, motorrijtuigenbelasting) belangrijk minder. Daardoor is de toestand van de schatkist van dien aard geworden, dat spoedige en zooveel mogelijk afdoende voorzieningen moeten worden getroffen. Wil de overheid haar taak naar behooren kunnen vervul len, dan dienen haar de noodige middelen ter beschikking te staan. Het is niet doen lijk die middelen op andere wijze te verkrij gen dan door belastingverhooging. Voorop dient gesteld, dat uiteraard de tot de Nederlandsche staatsgemeenschap behoorende personen den verhoogden last gemeenschappelijk hebben te dragen en dat die last over hen moet worden verdeeld in overeenstemming met een rechtvaardige belastingheffing. De belasting nu, die gebaseerd is op het draagkrachtsbeginscl is de inkom- komstenbelasting. Vandaar dat het be langrijkste besluit wel is het besluit op de loonbelasting 1940. Dit besluit is belangrijk in velerlei op zicht. Vooreerst omdat in art. 1 wordt vast gesteld, dat de bestaande belastingen naar het inkomen, (dat zijn dus: de Rijksinkom stenbelasting met alle opcenten en de gemeentefondsbelasting met alle opcenten), door één enkele inkomstenbelasting zullen worden vervangen. Verder, omdat die nieuwe enkele in komstenbelasting van 1 Januari 1941 af van alle werknemers zal worden gehe ven door inhouding: op het loon. Van pensioengerechtigden zal de belasting worden geheven door inhouding op het pensioen. Onder het begrip loon valt dus ook het pensioen. Doordien de loonbelasting van het loon wordt ingehouden, en dus het uitbetaalde loon maatstaf voor de inhouding moet zijn, zal men zich afvragen hoe het nu moet gaan met kosten die men heeft moeten maken om de inkomsten uit de betrekking te verwerven (b.v. aanschaffing van ge reedschap boeken en dienstkleeding, con tributies voor vakvereenigingen, enz.) en met persoonlijke verplichtingen (rente van schulden, periodieke uitkeeringen), waar van de werkgever niets weet. Bij het opstellen van het belasting tarief der loonbelasting is er van uit gegaan, dat iedere werknemer een be drag van f. 100 per jaar aan zulke kos ten besteedt. Dit bedrag is bij de berekening van de bij een bepaald loon verschuldigde belasting, in mindering van het loon gebracht. Is dit bedrag van f. 100 in een bepaald geval te laag, dan -kan de werknemer tot den inspec teur over zijn woonplaats het verzoek rich ten om op de loonbelastingkaart (zie hier onder) een bedrag aan te teekenen, dat als hoogste kosten in mindering van het loon kan worden gebracht. De werkgever dient dan de belasting in te houden die blijkens de belastingtabel verschuldigd is voor een loon gelijk aan het genoten loon vermin derd met het door den inspecteur aange- teekende bedrag. Het kan verder voorkomen, dat de werk nemer buitengewone lasten heeft, die zijn draagkracht aanzienlijk beïnvloeden, b.v. onderhoud van kinderen waarvoor hij geen kinderaftrek geniet, onderhoud van ouders of schoonouders of broers en zusters, uitga ven wegens ernstig of langdurige ziekte van hemzelf of van gezinsleden, sterfgeval, in validiteit, enz. ook in zulk een geval kan de werknemer den inspecteur verzoeken een aanteekening op de loonbelastingkaart te stellen, dat een bepaald bedrag wegens buitengewone lasten in mindering van het loon kan worden gebracht, en waarmede dus de werkgever rekening moet houden. Zooals gezegd moet de last buitengewoon zijn en moet hij een daadwerkelijken in vloed op de draagkracht van den belasting plichtige oefenen. Dit laatste nu men moet nu eenmaal een maatstaf aanleggen wordt eerst geacht het geval te zijn, in dien-die buitengewone lasten 10% bedra gen van het geschatte j aarlijksche loon, nadat dit is verminderd met de vermoede lijke kosten tot verwerving en de vermoe delijke persoonlijke verplichtingén en 10% van het loon voor ieder kind waarvoor kin deraftrek wordt genoten. Hiero'nder geven wij een tabel, welke I Zooals men weet omvat groep I de onge-1 deraftrek genieten en de ongehuwden die een duidelijk overzicht geeft van de huwden, die geen kinderaftrek hebben en den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt; wijze, waarop de loonbelasting zal wor- den leeftijd van 65 jaar nog niet hebben groep III de gehuwden en ongehuwden die den geheVeh. I horailrf <"Tmon TT rln ryoVïn.TTTria-r~i 1A AQfln I Ip{^/)AVAffi.A)p I bereikt; groep II de gehuwden die geen kin- I kinderaftrek genieten. Maandloon 52,00 58,50 65,00 71,50 78,00 84,50 91,00 97,50 48,10— 52,00— 58,50— 65,00— 71,50— 78,00— 84,50— 91,00— 97,50— 104,00 104,00— 110,50 110,50— 117,00 117,00— 123,50 123,50— 130,00 130,00— 136,50 136,50— 143,00 143,00— 149,50 149,50— 156,00 156,00— 162,50 162,50— 169,00 169,00— 175,50 175,50— 182,00 182,00— 188,50 188,50— 195,00 195,00— 201,50 201,50— 208,00 208,00— 214,50 214,50— 221,00 221,00— 227,50 227,50— 234,00 234.00— 240,50 240,50— 247,00 247,00— 253,50 253,50— 260,00 260,00— 266,50 266,50— 273,00 273,00— 279,50 279,50— 286,00 286,00— 292,50 292,50— 299,00 299,00— 305,50 305,50— 312,00 312,00— 318,50 318,50— 325,00 325,00— 331,50 331,50— 338,00 338,00— 351,00 351,00— 364,00 364,00— 377,00 377,00— 390,00 390,00— 403.00 403,00— 416,00 416,00— 429,00 429,00— 442,00 442,00— 455,00 455,00— 468,00 468,00— 481,00 481,00— 494,00 494,00— 507,00 507,00— 520,00 520,00— 533,00 533,00— 546,00 546,00— 559,00 559,00— 572,00 572,00— 585,00 585,00— 611,00' 611,00— 637,00 637,00— 663,00 663,00— 689,00 689,00— 715,00 715,00— 741,00 741,00— 767,00 767,00— 793,00 793,00— 819,00 819.00— 845,00 845,00— 871,00 871,00— 897,00 897,00— 923,00 923,00— 949,00 949,00— 975,00 975,00—1001,00 meer den 1001,00 Groep I 1,30 1,69 1,95 2,86 3,25 4,03 4,94 5,33 6,24 6,76 7,80 8,32 9,49 10,01 11.31 12,61 13,39 14.95 15,99 17.68 18.72 20,41 22,75 23,79 26,26 27.69 30,16 31.59 34,45 36.01 38.74 41.73 43.03 46.02 47.32 50,31 51.87 54.60 56.16 59.02 62,01 63,31 66.04 67,60 69.03 70.33 74.88 79.17 87.75 92.04 96,33 100,62 105,04 109,33 113.62 117,91 122,20 126,49 130.78 135,07 139,62 143,91 148,20 152,49 156,78 165,75 174,85 184,60 193,57 202,93 212,29 221,65 231,01 240,37 249,99 271.57 282,88 294,19 305,37 316,68 32% Groep II 1,69 2,34 2,73 3,51 3,90 4,68 5,20 6,11 6,50 7,54 8,45 8,97 10,01 10,66 11,83 12:48 13,65 15,21 15.86 17,55 18,46 20,15 21.06 23.01 24,05 25.87 27,82 28,73 30,68 31,59 33,54 34,58 36,40 37,44 39,39 41.21 42,25 44.07 45,11 46.02 46,93 49.92 52.78 58.50 61.36 64.22 67.08 70.07 72.93 75.79 78,65 81.51 84.37 87.23 90.09 93.08 95.94 98.80 101,66 104,52 110,50 116,61 123,10 129,09 135,33 141.57 147,81 154,05 160.29 166,66 131,09 188,63 196,17 203.58 211,12 22% Groep 3 1 kind 1,30 1,95 2,34 3,12 3,51 4,29 4,68 5,59 6,50 7,02 8,06 8,45 4,49 10,01 11,18 11,83 12.48 13,65 14.43 15.86 16,64 17,55 19,24 20,15 22,10 23.01 24,05 25.87 26,78 28,73 29.77 30,68 32.63 33,54 35.49 36,40 37.44 39,39 41.21 44,07 46.02 46,93 49.92 52.78 55.64 58.50 61.36 64.22 67,99 70,07 72.93 75.79 78.65 81.51 84.37 87.23 90.09 95.94 101,66 104,52 110,50 116,61 123,11 129,09 135,33 141,57 147,81 154,05 166,66 173,68 181,09 188,63 196,17 20% 2 kind. 3 kind. 4 kind. 5 kind. 6 kind. 1,69 1,95 2,73 1,30 3,12 1,69 3.90 2,34 4,68 3,12 5,20 3,51 1,69 6,11 4,29 1,95 6,50 4,68 2,34 7,54 5,20 2,73 8,06 6,11 3,12 8,45 6,50 3,51 8,97 7,02 3,90 1,30 10,01 7,54 4,29' 1,69 10,66 8,06 4,68 1,82 11,18 8,45 4,94 1,95 11,83 8,97 5,20 2,21 13,00 9,49 5,59 2,34 13,65 10,01 6,11 2.73 14,43 10,66 6,50 2,99 15,21 11,18 7,02 3,12 16,64 12,48 7,28 3,51 17,55 13,00 7,54 3,64 18,46 13,65 8,06 3,90 19,24 14,43 8,45 4,03 21,06 15,21 8,97 4,29 22,10 15,86 9,49 4,63 23,01 16.64 10,01 4.94 24,05 17,55 10,27 5,20 25,87 18,46 10,66 5,59 1,30 26,78 19,24 11,18 5,85 1,43 27,82 20,15 11,83 6,11 1,56 28,73 22,10 12,43 6.24 1,69 30,68 23,01 13,00 6,50 1,82 31,59 24,05 13,65 7,02 1,95 33,54 24,96 14,43 7,54 2,34 35,49 27,82 16,64 8,97 3,51 38,35 29,77 18,46 10,01 4,29 40,30 31,59 20,15 11,18 5,20 43,16 33,54 22,10 12,48 6,11 45,11 35,49 24,05 13,65 7,02 47,97 - 37,44 25,87 15,21 8,06 49,92 40,30 28,73 17.55 9,49 50,96 42,25 30,63 19,24 10,66 52,78 44,07 32,63 21,06 11,33 56,55 46,02 35,49 24,05 13,65 58,50 46,93 36.40 24,96 14,43 61,36 49,92 39,39 27,82 16,64 64,22 52,78 42.25 30,68 19,24 67,08 55,64 45.11 33,54 22,10 70,07 58,50 46.93 36,40 24,96 72,93" 61,36 49,92 39.39 27,82 75,79 64,22 52,78 42,25 30,68 78,65 67,08 55,64 45.11 33,54 84,37 72.93 61,36' 49,92 38,35 90,09 78,65 67,08 55,64 44,07 95,94 84,37 72,93 61,36 49,92 101,66 90,09 78,65 67,08 55,64 104.52 95,94 84,37 72,93 61,36 110,50 101,66 90,09 78,65 67,08 116,61 104,52 95,94 84,37 72.93 123,11 110,50 101.66 90,90 78,65 129,09 116,61 104,52 95,94 84,37 135,33 123,11 110,50 101,66 90,09 141,57 129,09 116,61 104,52 95.94 154,05 141,57 129,09 116,61 104,52 160,29 147,81 135,33 123,11 110,50 166.66 154,05 141,57 129.09 116,61 173,68 160,29 147,81 135,33 123,11 181,09 166,66 154,05 141,57 129.09 19% 17% 16% 15% 13% 1,30 1,95 2,73 3,90 4,68 5,59 7,02 7,54 8,97 10,66 12,48 14,43 16,64 19,24 22.10 26,78 32.63 39,39 45.11 49.92 55.64 61.36 67,08 72.93 78.65 84.37 93,08 98,80 104,52 110,50 116,61 12% 1,95 2,34 3,51 4.68 6,11 1,30 7,54 2,34 3.97 3,51 10,66 4,68 12,48 6,11 15,86 8,45 21,06 11,83 27,82 16,64 33,54 22,10 39,39 27,82 45,11 33,54 49,92 39,39 55,64 46,02 61,36 49,92 67,08 55,64 72.93 61,36 81.51 70,07 87,23 75,79 93,08 81,51 98,80 87,23 104.52 93,08 11% 10% 1,30 3,12 5,59 8,97 12,48 16,64 22,10 27,82 34,58 40.30 46.02 49,92 58.50 64.22 70,07 75,79 81.51

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9