BINNENLAND SPIT-ISCH,AS LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Maandag 9 December 1940 De Rijkscommissaris bezocht schilders-ateliers Verplicht afnemen van margarine Een Fusie Alle politiecentrales naar Den Haag Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen Dr. Rust over het Duitsche onderwijs Opwekking tot oprichting van een museum voor moderne kunst -1423 rheumoti«k, hoofd-, aoeh Uw hart, noch 1 goo. Tog al helpt waar andere i Mm- i.nowpljn worden oldoende betlreden door Togoltabletten. Togal .chaodt •r.-.f Uw maag en kan da« worden iagenomen door hen die andere mlddelon slecht ▼erdra- lUQClv ra® ander* middelen geen baat brengen. Bi) Apotheker, en Drogisten a f 0.80 plu. O.B. w HM. KONINGIN WILHELMINA NAAR AMERIKA? Het D.NJ3. meldt uit New York: Binnen enkele weken wordt alhier de aan komst verwacht van Koningin Wilhelm ina en Prins Bernhard, cie als gevolg van den luchtoorlog het oponthoud in Engeland wenschen te beëindigen en naar de Ver- eenigde Staten willen vertrekken. OM BOTERVOORRAAD GOED TE VERDEELEN. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld: In vroegere jaren bedroeg van het ge heele spijsvettenverbruik van het Neder landsche volk het boteraandeel minder dan 25%. Meer dan de helft van de boterpro- ductie werd geëxporteerd, voornamelijk naar Engeland. Dat is inmiddels volkomen veranderd. Toen in Juni bij den melkover- vloed tot een grooter boterverbrulk in Ne derland moest worden overgegaan, werd dat opgevat als een diep ingrijpen in de hier te lande bestaande gewoonten. Merk waardigerwijze is echter gebleken, dat het Nederlandsche volk van de mogelijkheid om boter in plaats van margarine of spijsvet- ten te nemen, in veel'grootere mate gebruik heeft gemaakt dan van de zijde der Neder landsche Instanties aangenomen werd. Te zamen met het feit, dat op sociale-gronden boter goedkooper kon worden gekocht, leidde dit juist naar een omkeering van de tot nu toe bestaande verbruiksverhoudin- gen. De met het seizoen samenhangende te ruggang ln de melkproductie was oorzaak, dat het boterverbruik, dat boven verwach ting was gestegen, niet kan v/orden gehand haafd in den tot nu toe bestaanden vollen omvang. Met het oog op deze veranderlijke pro ductieverhoudingen was reeds voor Novem ber het -betrekken van een wekelijksch rantsoen naar keuze ook voor margarine vrijgegeven. De Nederlandsche Instanties hadden verwacht, dat deze maatregel door de bevolking, die in strijd met haar vroe gere gewoonten, thans uitsluitend boter ge bruikt, dankbaar begroet zou v/orden. In tegenstelling met de verwachting is van de mogelijkheid margarine inplaats van boter te gebruiken, weinig of heelmaal geen ge bruik gemaakt. De beschikkingen van de bevoegde Nederlandsche instanties worden daardoor zeer gestoord. Voor de komende periode zal daarom het betrekken van een zekere boeveel heid margarine, resp. spijsolie, ver plicht moeten worden gesteld om een gelijkmatige en rechtvaardige verdee ling der beschikbare boter te waarbor gen. Zooals de statistiek van de zuivelcentrale aanwijst, Is zelfs bij dezen maatregel het aandeel van het boterverbruik van de Ne derlandsche bevolking nog veel grooter dan in het voorjaar en de export in wezen ge- ringer. De Nederlandsche bevolking moet zich daarom aan de van het seizoen afhankelijke productiescliommelingen bij het verbruik aanpassen en voor het geval dat in de win termaanden de behoefte grooter is dan de productie, gebruik maken van de andere ter 'beschikking gestelde vetten. NED. ONDERWIJZERSGENOOTSCHAP EN HOOFDENVEREENIjING. „Het Schoolblad", orgaan van het Nederl. Onderwijzersgenootschap, schrijft: Nu door de besluiten der algemeene ver gaderingen van het Ned. Onderwijzersge nootschap en de VereenigLng van Hoofden van Scholen in Nederland de fusie van de belde organisaties een feit is geworden, kunnen wij de voorwaarden bekend maken, waarmede de gemeenschappelijke vergade ring zich heeft kunnen vereenigen. Zij zijn de volgende. De naam van de nieuwe organisatie is Ned, Onderwijzersgenootschap. Het pro gramma is dat van het N.O.G., behoudens de volgende wijzigingen. Punt 3 van dit program Wordt ln den vervolge aldus gele zen: „Overnemen door het Rijk van de ge- heele zorg voor het lager onderwijs, het voorbereidend onderwijs daaronder be grepen." Uit het beginselprogram van het N.O.G. wordt punt 10 gelicht, evenals punt 11 uit het werkprogram. In plaats daarvan wordt nu gelezen: „De regeling der schoolzaken, zooals leerplan, te gebruiken leermiddelen, algemeene regelen van orde en tucht, alge meene regelen van de bevordering der leer lingen naar een hoogere klasse, geschiedt door het hoofd der school. Deze is gehou den, bij alle belangrijke maatregelen de schoolvergadering te raadplegen. Indien hij uitvoeringsmaatregelen neemt tegen het advies der schoolvergadering, dan is hij ver plicht, van zijn maatregelen en van het af wijkend advies der schoolvergadering bin nen acht dagen schriftelijk kennis te geven aan de desbetreffende autoriteiten en aan den secretaris van de schoolvergadering. Alle leden van het personeel van de school hebben ten aanzien van besluiten der schoolvergadering recht van beroep op de autoriteiten." Punt 12 van het beginselprogram zal luiden: „Het onderwijs wordt gegeven in nationalen zin, en wordt dienstbaar ge maakt aan de vredesgedachte." Het orgaan van de organisatie is: Het Schoolblad. De contributieregeling is die van het N.O.G. Het kantoor is gevestigd te Amsterdam, Vondelstraat 16. De fondsen van de Ver- eeniging van Hoofden van Scholen, de Weerstandskas en het Hulpfonds, worden met de overeenkomstige fondsen van het N.O.G. vereenigd. De afdeelingen van de Ver. van Hoofden van Scholen worden ontbonden. De leden treden toe tot de afdeelingen van het N. O. G. Deze afdeelingen zullen enkele func- tionnarissen van de Ver. van Hoofden van Scholen ln besturen en commissies op nemen. •In de redactie van Het Schoolblad wordt een der redacteuren van Het Onderwijs op genomen. Als overgangstoestand zal het hoofdbe stuur bestaan uit dc thans zitting hebbende leden van de hoofdbesturen van het N.O.G. en de Ver. van Hoofden van Scholen. Op de eerstvolgende algemeene vergadering zal een definitieve regeling worden getroffen. In tusschentijdsche vacatures zal niet wor den voorzien. De fusie gaat op 1 Januari 1941 in. Het blad voegt hieraan o.m. toe, dat er de laatste jaren reeds ln toenemende mate samenwerking tusschen de beide organisa ties, die nu één zijn geworden, bestond. De 94ste algemeene vergadering van het ge nootschap is een historische dag geweest. ALS ONDERDEEL VAN HET COMMIS SARIAAT-GENERAAL VAN POLITIE. Naar Het Vad. verneemt, zullen alle poli tiecentrales binnenkort naar Den Haag worden verplaatst, als onderdeelen van het Commissariaat-Generaal van Politie. Men heeft daar reeds den Vreemdelingendienst en den Identlficatiedlenst. Daar komen dan nu nog bij de Valschgeldcentrale, die tot heden te Amsterdam is gevestigd, de Centrale voor internationale "misdadigers de Centrale voor autodiefstallen en de Centrale voor opiumbestrijding, welke twee laatste officieus te Rotterdam waren ge vestigd. Reeds zijn uit enkele plaatsen re chercheurs aangewezen, die bij deze cen trales dienst zullen doen. J. A. KOK. t In den leeftijd van 58 jaar is te Heem stede, waar hij sedert kort woonde, overle den de oud-commissaris van politie te Rot terdam, de heer J. A. Kok. Laatstelijk was hij commissaris voor den Linker Maasoever en heeft hij mede leiding gegeven aan de concentratie van het korps. In totaal heeft de heer Kok de politie 35 jaar gediend. Eenlge maanden geleden zag hij zich genoodzaakt wegens gezondheids redenen ontslag te vragen. De teraardebestelling zal morgen plaats vinden te twee uur op de algemeene be graafplaats Crooswijk te Rotterdam. GOTTFR. H. CRONE TREEDT AF ALS VOORZITTER DER AMSTERDAMSCHE KAMER VAN KOOPHANDEL. Morgen zal de heer Gottfr. H. Crone, op de openbare vergadering der Amsterdam- sche Kamer van Koophandel en Fabrieken, mededeeling doen van het feit, dat hij zich in Januari 1941 niet meer herkiesbaar zal stellen als voorzitter voor deze kamer. De heer Crone ls 9 jaar achtereen voor zitter geweest van deze kamer, nadat hij reeds lange iaren als lid zitting had gehad. Als voorzitter maakt hij in 1907 een za kenreis naar Indië. BUITEN GEBRUIK STELLING VAN POSTZEGELS. Er wordt aan herinnerd, dat met ingang van 1 Januari a.s. de volgende postzegels buiten gebruik komen en dus waardeloos worden voor frankeering: de weldadigheidszegels (kinderzegels) en de zomerpostzegels, beide van de uitgifte 1935. (Ingez. Med.) DE TOESTAND VAN BURGEMEESTER DE VLUGT. Omtrent den toestand van burgemeester de Vlugt, te Amsterdam, die in een zieken huis ls opgenomen, vernemen wij, dat deze wel ernstig is, maar dat er toch geen levens gevaar bestaat. PROF. DR. J. VAN DAM EN DE LICHAMELIJKE OPVOEDING. Naar het A.N.P. verneemt, ligt het niet in de bedoeling van den nieuw benoemden en reeds in functie getreden secretaris-ge neraal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, om wijziging te brengen ln den stand van zaken ten aanzien van het gymnastiekonderwijs op de lagere scholen. In een kort onder houd, dat een der redacteuren van het A/N.P. met prof. van Dam had, verklaarde de secretaris-generaal, dat de lichamelijke opvoeding zijn volledige aandacht heeft. Over zijn plannen Inzake dit belangrijke onderdeel van zijn taak wenschte prof. van Dam zich nog niet uit te laten. Eerst wil hij zich volledig inwerken in zijn nieuwen werkkring en de deskundigen raadplegen om in onderling overleg tot de juiste maat regelen te komen ln het belang der licha melijke opvoeding van ons volk. WINKELCOMPLEX GOUDSCHESINGEL TE ROTTERDAM. Men deelt ons mede, dat de winkeliers, die thans gevestigdi zijn aan den Goudsche- singel te Rotterdam, binnenkort hun nieuwe winkelcomplex op eenlgszins feeste lijke wijze zullen openen. DE UTRECHTSCHE STBRREWACHT. Heden heeft de directeur van de Utrecht- sche sterrewacht prof. dr. M. G. J. Minnaert, voor een groot aantal genoodigden het nieuwe gedeelte der sterrewacht geopend. STEUN AAN GEËVACUEERDE ROTTERDAMMERS. Nadat inmiddels het noodige contact met de diverse gemeentebesturen, waar ge- evacueerde Rotterdammers zich ophouden, is verkregen, wordt tot goed begrip van de juiste toepassing der vastgestelde richtlijnen het navolgende bekend gemaakt: In aanmerking komen alle Rotterdam mers, zoowel gezinnen als alleenstaanden (ook steuntrekkenden) die op 10 Mei te Rot terdam woonden en tengevolge van de ge beurtenissen direct of later naar elders zijn vertrokken. Ook zij wier have en goed geen schade heeft geleden, komen in aanmerking. Voorwaarde ls slechts, dat zij voldoen aan de navolgende normen: De verdiensten of gezinsinkomsten mogen niet hooger zijn dan de volgende bedragen: f. 11.per week voor alleenstaande per sonen. f.20.— per week voor gezinnen met ten hoogste 4 kinderen beneden 16 Jaar. f.22— per week voor gezinnen met ten hoogste 6 kinderen beneden 16 jaar. f. 24.per week voor gezinnen met 7 en meer kinderen beneden 16 jaar. (Gezinsinkomsten worden voor de helft bij het loon van den kostwinner berekend). De diverse gemeentebesturen hebben zich welwillend ter beschikking gesteld om hun bemiddeling te verleenen voor het in be handeling nemen der aanvragen. Dc aan vragers moeten zich bij het gemeentebestuur of aan het bureau van sociale zaken ter plaatse melden. 60 Teekening van Aart van EwUk, Naar J. J. A. Gouverneur, Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen). Daar komt een reddingsboot Voor het viertal- in-nood! Héél snel komt men aangeroeid, Het leven van de drenkelingen is [ermee gemoeid! I De reddlngslljnen zijn al klaar, Men roept: „Nog één oogenbllkje maarl" „WIJ LEEREN NIET VOOR DE SCHOOL, MAAR VOOR HET LEVEN". Ter gelegenheid van het in gebruik ne men van het nieuwe gebouw der Kaiser Wilhelmschool te Amsterdam, heeft de Duitsche minister van onderwijs, dr. Rust, een rede gehouden, waarin hij zeide dat de wereld de nieuwe wording van Duitschiand als een wonder moet ondergaan. Immers: dezelfde menschen van tien Jaar geleden zijn er nog terwijl de Duitsche positie van den grond af is veranderd. Uitvoerig zette spreker uiteen dat dit is geschied doordat de krachten van dit groote volk zich niet meer tegen elkander richten, doch met el kander op een groot doel zijn gericht. De minister schetste vervolgens het type van de Duitsche „Oberschule", zooals de Kaiser Wilhelm-school er één is, en wees er op dat het parool van Duitschiand is: eenheid van het geheele onderwijs. Wij hebben in Duitschiand de zuiver con fessioneel scholen afgeschaft en opgeno men in gemengde scholen. Met godsdien- Het AN.P. meldt: De Rijkscommissaris voor de bezette Ne derlandsche gebieden, Rijksminister Seyss Inquart heeft dezer dagen een bezoek ge bracht aan eenlge schildersateliers. Even als de Rijkscommissaris door zijn herhaal de bezoeken aan industrieele en economi sche bedrijven steeds weer blijk geeft van zijn belangstelling voor de menschen, die deel hebben aan het arbeidsproces en voor hun sociale positie, en bezorgd is over hun welzijn, zoo legt hij ook de levendigste be langstelling aan den dag voor het cultu- reele leven der Nederlanders. Pas kort geleden ls hier een week van Weensche Kunst georganiseerd en onlangs heeft Wolfgang Schneiderhan, de concert meester van het Weensche Phllharmoni- sche Orkest, op een muziekavond zijn kunst en die van zijn ensemble ten gehoore ge bracht. Blijkt uit deze uitvoeringen, die op initiatief van den Rijkscommissaris tot stand zijn gekomen, hoezeer de Rijkscom missaris persoonlijk opkomt voor de beoe fening der muziek, door zijn bezoek aan vier bekende en vooraanstaande Neder landsche kunstschilders heeft hij tot uit drukking gebracht, dat hij met de groote lijnen van den opbouw op het gebied der schilderkunst instemt en haar ontwikkeling op elke wijze bevordert. Onder leiding van den kunstschilder Ger- des en in gezelschap van professor dr. Wehofsich en professor dr. G. A. S. Snij der, den voorzitter van den Nederlandschen Cultuurkring, heeft de Rijkscommissaris zich naar Laren en Blaricum begeven en eerst de werken in oogenschouw genomen van den landschapsschilder A. Schotel, nl. in zachte kleuren gehouden zeegezichten en haveningangen met in- en uitvarende schepen. Deze kunstenaar legt een bijzon der sterk gevoel aan den dag voor kleur en toon en voor de duizendvoudige schakee ringen in de grijze tinten. Het tweede bezoek gold den kunstschil der H. Hulsbergen. Deze kunstenaar be hoort tot de modernen, met een sterk ont wikkeld gevoel voor den strengen vorm. Naast voortreffelijke portretten is hij rijk aan "denkbeelden voor ontwerpen van muur schilderingen, architectonische problemen, mozaïek-ontwerpen e.d. Vervolgens ging de tocht naar Blaricum en wel naar den schil der van stillevens eR. Hynckes, die welbe wust de oude Nederlandsche traditie van het schilderen van stillevens, waarop alle voorwerpen tot ln de kleinste bijzonderhe den nauwkeurig worden weergegeven, deed herleven. Deze kunstenaar onderscheidt zich door een groote technische vaardig heid en uiterste nauwkeurigheid. Tenslotte bezocht de Rijkscommissaris het atelier van den kunstschilder Gerdes, die zich bijzonder verdienstelijk heeft ge maakt met de organisatie der kunstschil ders in den cultuurkring. Gerdes is vooral als portretschilder voor de Nederlanders geen onbekende. De Rijkscommissaris legde overal groote belangstelling aan den dag. Hij wijdde aan de verschillende werkstukken en ontwerpen Intense aandacht en gaf uiting aan zijn bewondering en waardeering. Bij de ver schillende schilders werden kunstwerken aangekocht. In een onderhoud wees de Rijkscommis saris op de voor de historie belangrijke prestatie der Nederlandsche schilderkunst en haar beoefenaars. Hij gaf daarbij aan wijzingen hoe deze kunst thans op vrucht bare wijze verder kan worden ontwikkeld door jonge talenten op te leiden en hun een kans te geven, waarna hij als volgt sprak: „Spreekt men over de schilderkunst, dan moet men aan de Hollandsche meesters in het bijzonder en aan de Nederlanders ln het algemeen denken. Ik geloof, dat even als de Grleksche kunstwerken op het ge bied van de beeldhouwkunst en misschien de Oostmarksche en Weensche meesters op het gebied van de muziek een hoogtepunt van het scheppende vermogen vormen, zoo ook de Hollandsche schilders kunstwerken tot stand hebben gebracht, die nauwelijks meer geëvenaard zullen kunnen worden; overal, waar deze werken worden vertoond, leggen zij getuigenis af van de groote be kwaamheid van dit land en zijn menschen. „Dit erfdeel beteekent ook voor de hui dige generatie een verplichting en tevens een roeping. Om den eigen aanleg te ont wikkelen en om scherp te leeren zien, ls het Juist op 't gebied van de schilderkunst noodzakelijk steeds goede voorbeelden voor oogen te hebben. Deze zijn in de Neder landen rijkelijk aanwezig, waarbij nog ko men het landschap en het licht, die reeds voor de oude meesters wegwijzers waren. Stellig is ook de aanleg om voorwerpen van kunstwaarde te scheppen, gebleven. De zaak is thans om, uitgaande van het rijke erfdeel, tot nieuwe hoogtepunten te gera ken. Ik herhaal daarom de opwekking om ln Nederland, met gebruikmaking van de reeds aanwezige verzamelingen, een groot museum voor modeme kunst op te rich ten, waarin tevens een permanente ten toonstelling van hedendaagsche kunste naars dient te worden gehouden. Om de jonge talenten te vormen, zou er in ver band daarmede gelegenheid tot opleiding dienen te worden gegeven, waarbij binnen het kader van een gymnasium vooral aan dacht worde besteed aan de teekenstudie voor die leerlingen, die overeenkomstig hun bijzonderen aanleg, daartoe zijn uitverko ren. Voldoet de jonge man dan niet aan de verwachtingen, dan geniet hij toch al tijd nog een opleiding, die het hem mo gelijk maakt later een bestaan te vinden. „Is aldus de eerste stap gezet op den weg tot het vinden van jeugdige talenten, zoo dient krachtens het rijke erfdeel van dit land bij het beleven der kunstontwik keling van heden bijzondere aandacht te worden besteed aan de verdere academi sche opleiding van de krachten, die zich wijden aan het kunstenaarsberoep en hier toe bekwaam zijn. Aan de hedendaagsche kunstenaars dient echter door op gezette tijden gehouden tentoonstellingen van hun werken gelegenheid te worden geboden de breede massa kennis te laten maken met de door hen vervaardigde kunstwerken, en haar belangstelling te wekken, waarmede de kunstenaars, behalve dat zij hun be staan waarborgen, tevens de erkenning zullen genieten, die zij voor hun prestaties noodlg hebben en verdienen. „De groote belangstelling, die het geheele Duitsche volk voor de schilderkunst ln het algemeen en voor de oude Hollandsche kunstwerken ln het bijzonder koestert, zal stellig ook op de hedendaagsche kunst uitingen van dit land worden overge bracht." stlge kwesties heeft dit ln het geheel niets uitstaande. WIJ stellen er zeer veel prijs op, de uniformiteit van het onderwijs te waar borgen. Zoodra ik gelegenheid geef voor het oprichten van afzonderlijke instellingen, heb ik de wilsvorming niet meer ln de hand. Dan beginnen ongeluk en versnippe ring opnieuw. Daarom hebben wij de volks school en al het andere onderwijs op uni forme wijze van staatswege geregeld en wij staan niemand toe, daarover met ons te discussieeren. De volksschool is derhalve in de eerste plaats een staatsschool. Zij is echter boven dien een school, van waaruit ieder den weg tot de Duitsche leiding en den Dultschen arbeid kan betreden. Het is een beslissende daad van den Führer geweest, toen hij vier weken geleden bepaalde, dat met de invoe ring van de Hauptschule der Ostmark ln het geheele rijk een begin gemaakt is met een overwegend socialistische sohoollnrich- ting. Voor ieder kind namelijk, dat de ver- elschte hoedanigheden bezit, komt op grond van een verplichte selectie na de eerste vier leerjaren der volksschool de weg voor een hoogere opleiding vrij. De Hauptschule, die voor de geselecteerden in de plaats van de tweede reeks der vier leerjaren van de volksschool treedt en die ongeveer een der de van alle leerlingen der volkssohool zal opleiden tot een doel, dat boven dat van de volksschool uitsteekt, zal voor het Duitsohe volk uit het reservoir der groote massa, dat tot dusvere niet voldoende gebruikt is, een aanvullende reseerve van hooge hoedanig heid leveren voor alle beroepen, die een bijzondere opleiding vereischen. Voor de genen, die het eindexamen der Hauptschule hebben afgelegd, zullen wij ook den weg tot het voorbereidend hooger onderwijs openen. Spreker wees op het nut der kunstopvoe ding en niet het minst van de lichamelijke opvoeding, waardoor de jeugd taai wordt en hard en opgewassen tegen de moeilijkheden van dezen tijd, waarin het strijden moet voor zijn vrijheid en de nieuwe ordening. De volken van het Europeesche vasteland zijn immers bezig hun plaats in te nemen in het opbouwfront, dat door de spilmo- gendheden geleld wordt, omdat zij beseffen dat dit de weg ls der Europeesche zelfbe schikking, de weg van Europa tot zichzelf. Indien wij zoo het oog op de toekomst gericht houden aldus dr. Rust worden wij ons bewust van de groote verantwoorde lijkheid der school. Non scholae sed vitae discimus: wij leeren niet voor de school, maar voor het leven. Begrijpt, dat er een nieuwe tijd aanbreekt en voedt uw jeugd daartoe op." CORRESPONDENTIE VIA HET ROODE KRUIS. Het A.N.P. meldt: Nu reeds vele duizenden personen door bemiddeling van het Correspondentiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis, J. P, Coenstraat 10' te 's Gravenhage, een levens- teeken van verwanten of vrienden ln het buitenland mochten ontvangen, bestaat er aanleiding nog eens op het nuttige werk van dit Roode Kruis-bureau de aandacht te vestigen. Het ligt voor de hand, dat het publiek zeer erkentelijk is voor de bemiddeling door het Correspondentiebureau van het Nederland sche Roode Kruis verleend. Dit blijkt wel uit het feit, dat ln enkele maanden tijds een flink bedrag aan vrijwillige bijdragen werd ontvangen. Ongetwijfeld zijn er nog vele teleurgestel- den, die zich beklagen op hun correspon dentieformulier nog geen antwoord te heb ben ontvangen. Hun moge evenwel aange raden worden geduld te oefenen en zich wel rekenschap van te geven ,dat van een ge regeld wereldpostverkeer geen sprake is. Intusschen staat het Correspondentie bureau er voor in, dat alle binnenkomende en uitgaande berichten zoo snel mogelijk worden behandeld en doorgezonden. De weg, dien het Correspondentiebureau volgt is lang, doch legaal, zeker en veilig. 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 7