IEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Haandag 9 December 1940 Rond de Middellandsche Zee JLir* ONJTKFELU OFFICIEELE KENNISGEVING Verdere wijzigingen in hooge Italiaansche functies Dagorder van Cavallero Verspreide Berichien FAILLISSEMENTEN CORRESPONDENTIE Dagblad reclame is niet te vervangen STADSNIEUWS In de leidende functies in Italië is nog verdere wijziging aangebracht. De Vecehi, een van de leden van het quadrumviraat, is afgetreden als gou verneur-generaal van de Italaansche Dodekanesos en als opperbevelhebber van de strijdmachten aldaar. Tot zijn opvolger is benoemd generaal Ettore Bastico. Uit het feit. dat graaf Cesare Maria de Vecchi di Valmi Cismon tot het vierman schap behoorde, dat in Italië de grondsla gen van het fascisme gelegd heeft, volgt reeds zijn uitzonderlijke beteekenls. Zijn afwisselende en eervolle loopbaan legt daar tevens getuigenis van af. Hij werd in 1884 geboren en presideerde, terstond na den wereldoorlog de fascistische groep in het parlement. In 1922 werd hij onderstaats secretaris voor militaire pensioenen, welk ambt hij het volgende jaar voor dat van financiën wisselde. Vijf jaar was hij ver volgens gouverneur van Somaliland. In 1925 trad hij in den senaat en in 1925 werd hem de graventitel verleend. Hij werd vast lid van den grooten fascistischen raad en weer gedurende vijf jaar zou hij de regee ring bij den Heiligen Stoel vertegenwoor digen. Hierop volgde zijn benoeming tot minister van nationale opvoeding, waarna hij in 1938 als gouverneur naar Rhodos werd overgeplaatst. De Vecchi heeft drie boeken ln het licht gegeven. Ettore Bastico werd in 1876 in Bologne geboren. Hij heeft deelgenomen aan den strijd om Tripolis en aan den wereldoorlog. Tijdens den Spaanschen veldtocht onder scheidde hij zich als bevelhebber van de Italiaansche troepen, die Santander inna men. In December 1937 werd hij tot com-, mandant van een legergroep benoemd. Bastico is sedert 1939 lid van den Italiaan- schen Senaat. United Press meldt: In het orgaan „Forse Annate" van het ministerie van oorlog wordt aangekondigd, dat aan de Italiaansche legerleiding een nieuwe functie is toegevoegd en wel die van vice-chef van den generalen staf. Het zal diens taak zijn, den chef van den gene ralen staf te assisteeren en hem tijdens afwezigheid of ziekte to vertegenwoordigen. De chef van den Italiaanschen marine staf, admiraal Dominico Cavagnari, is op eigen verzoek van zijn post ontheven en eveneens van zijn functe als onder staatssecretaris van Marine. Tot zijn opvolger, als chef van den staf en te vens als onderstaatssecretaris, is ad miraal Arturo Riccardi benoemd. Tot vice-chef van den staf is admiraal Inigo Campionc aangewezen. Ten slotte is ad miraal Angelo Jachino tot commandant van de vloot ter zee benoemd. De Duce .heeft, naar Stefani meldt, een hartelijken, eigenhandig geschreven brief aan den afgetreden admiraal Cavagnari ge richt, waarin hij zijn volle erkentelijkheid betuigt voor de hem gegeven medewerking en het gedurende zeven jaar verrichte werk voor de ontwkkeling van de .Italiaansche marine. De afgetreden admiraal Domenico Ca vagnari, werd in 1876 geboren en begon zijn marine-loopbaan op 19-jarigen leeftijd. Hij klom snel op en werd in 1936 admiraal. Sinds 1933 was hij onderstaatssecretaris van Marine en in 1934 werd hij chef van den staf. In 1939 volgde zijn benoeming tot raadsheer van de eerste kamer der fasces en corporaties. De nieuwe chef van den marinestaf, Ar turo Riccardi, is 62 jaar oud. Hij is alge meen directeur voor personeelszaken aan het ministerie van Marine geweest en werd verleden jaar tot senator benoemd. In Juli van het vorige jaar is hem in zijn kwaliteit van bevelvoerder van het eerste marine eskader het ridderkruis van de militaire Savoye-orde de hoogste militaire onder scheiding verleend wegens zijn organi satie en leiding van de groote ontschepings operatie in Albanië. Admiraal Irigo Campione is 62 jaar. Hij begon zijn marine-loopbaan in 1893 en heeft aan den oorlog in Libië deelgenomen. Tijdens de verovering van Abessynië voerde hij het commando over de vierde marine divisie. Hij Is met de bronzen medaille van militaire verdienste onderscheiden. In Maart 1939 werd hij tot senator benoemd. Admiraal Angelo Jachino was marine- attaché te Londen, vervolgens commandant van de marine-academie en ten slotte on dercommandant van de vloot. De nieuwe chef van den generalen staf der Italiaansche weermacht, generaal Ca vallero, heeft bij de aanvaarding van zijn functie de volgende dagorder tot de generale staven van het leger, de marine, het lucht- wapen en de fascistische militie gericht: Uit naam van zijne majesteit den koning en keizer en op bevel van den Duce neem ik heden, 8 December, de fmictie op mij van chef van den generalen staf der Italiaan sche weermacht. Den generalen staven der weermacht breng ik mijn kameraadschap- pelijken groet. Wij zullen al onze krachten wijden aan het bereiken van het hoogste doel: de overwinning. Aan den Duce heeft generaal Cavallero de volgende boodschap gezonden: Op het oogenblik, waarop ik uit naam des konings en keizers en op uw bevel de functie van chef van den generalen staf der Ita liaansche weermacht op mij neem, zij het mij veroorloofd u de -trotsche gevoelens van dezen generalen staf en van de gene rale staven der weermacht tot uitdrukking te brengen, evenals het vaste besluit van allen, om zich zonder voorbehoud te geven, ten einde de eindoverwinning, waarheen uw wil ons leidt, te bespoedigen. VAN HET STRIJDTOONEEL. Het Italiaansche Hoofdkwartier deelde Zaterdag mede: In Albanië blijft de vijand druk uit oefenen op onzen uitersten linkervleugel en wel in het gebergte ten westen van Pro- gradedsj waarbij de activiteit van den vij and aan het overige front beperkt blijft tot plaatselijke aanvallen in de zone van Argi- rocastro. Onze tegenaanvallen hebben ons in staat gesteld verscheidene stellingen te heroveren. Hierbij hebben zich In het bij zonder onderscheiden het bataljon Alpen- Jagers Bolzano, het tweede regiment der Bersaglieri en het 26ste regiment artillerie. Ondanks de zeer slechte weersomstandig heden en het hevige afweervuur heeft onze luchtmacht tal van aanvallen ondernomen, waarbij zij vrachtauto's en ravitailleerings. afdeellngen met bommen en mitrailleurvuur bestookte, de wegen onbegaanbaar maakte en de centra, waar de versterkingen te za- men komen, teisterde. De militaire doelen van Zante en Arta zijn hevig gebombar deerd. Te Erseke is een opslagplaats van munitie in de lucht gevlogen. Li Oost-Afrika heeft vier vijandelijke vliegtuigen van het type Wellesly Burie met mitrallléurvuur beschoten. Hierbij werd een persoon gedood en werden eenige gewond. Onze jachttoestellen traden op en schoten drie vijandelijke machines neer. Andere vijandelijke toestellen hebben een dorp ge bombardeerd ten Noordwesten van Sabderat. Hierbij werden eenige inlanders gedood en gewond. Te Gheleba hebben vijandelijke bommen drie inlandsche vrouwen en vier inlandschë kinderen gewond. Te Metamma en nabij Sabderi hebben vijandelijke lucht aanvallen geen slachtoffers gemaakt en geen schade aangericht. Te Neghelli is een Askari gedood. En Zondag: In Albanië zijn hernieuwde vijandelijke aanvallen tegen den linkervleugel van het negende leger door onze troepen afgeslagen. Aan het overige front heerschte wederzij d- sche activiteit van patrouilles. Onze vliegtuigen hebben militaire objec ten te Prevesa en op Ithaca gebombardeerd. Vijandelijke vliegtuigen hebben aanvallen op Valona gedaan. Zij werden door een snel en nauwkeurig afweervuur' ontvangen en door onze jagers aangevallen. Een der vijandelijke vliegtuigen werd door de bat terijen van de 'marine neergeschoten, een ander werd door onze jagers neergehaald. Aan boord van twee vijandelijke vliegtuigen, die door onze jagers werden achtervolgd en in de wolken verdwenen, deden zich teeke nen van brand voor. In Noord-Afrika heeft een onzer jacht- afdeelingen in scheervlucht mitrailleurvuur geopend op talrijke gemechaniseerde strijd middelen ten Oosten van Birenba, waarvan er eenige onbruikbaar gemaakt werden. Een onzer vliegtuigen heeft vijandelijke militaire werken by Wadi el Ramil (in le nabijheid van Mersa Matroeh) gebombardeerd. In Oost-Afrika hebben onze vliegtuigen aanvallen gedaan op een twintigtal vracht auto's te Mecali Welles, ten Noorden van Kassala, op het' spoorwegstation van Mala^ wiya, ten Zuiden van Kassala, en op een vliegtuig van het type Wellesley, dat op het vliegveld van Saraf Said, ten Noordoosten van Gallabat. Al onze toestellen zijn terug gekeerd. AMERIKAANSCHE HULP VOOR GRIEKENLAND. Een lid van de Grieksche legatie te Washington heeft de pers medegedeeld, dat de Vereenigde Staten aan Griekenland „iedere gewenschte hulp" hebben beloofd. Het aanbod van de Vereenigde Staten heeft betrekking op alle soorten oorlogstuig maar in de eerste plaats op vliegtuigen. Het is bekend, dat de" Grieksche gezant in Washing ton sedert eenigen tijd met den Amerikaan - schen minister van financiën, Morgenthau, en de prioriteitscommissie onderhandelingen heeft gevoerd over het ter beschikking stel len van Amerikaansch oorlogstuig voor Griekenland. (D.N.B) DE SPANNING TUSSOHEN THAILAND EN INDOCHINA. Domei meldt uit Hanoi, dat de spanning tusschen Thailand en Fransch Indo-China nog is toegenomen. Het Thailandsche con sulaat te Saigon is Vrijdag gesloten en de consul heeft zich met alle empïoyé's naar Bangkok ingescheept. Het consulaat was de eenige diplomatieke vertegenwoordiging van Thailand in Fransch Indo-China. Domei voegt hieraan toe, dat de evacuatie van Thailandsche onderdanen uit Fransch Indo-China reeds geheel ten uitvoer is ge legd. Volgens nadere berichten doen zich dagelijks grensincidenten voor, vooral in het grensgebied van Cambodja. In de slotbijeenkomst van het Thailand sche parlement heeft, volgens een bericht van Domei uit Bangkok, minister-president Songgram o.a. verklaard, dat de regeering en de weermacht de gebiedseischen ten aanzien van Fransch Ïndo-China hand haven. HUYSSVIANS AFGEZET. De vroegere burgemeester van Antwerpen, Huysmans, die bij het uitbreken van den oorlog naar hot buitenland is gevlucht, is van zijn functie ontheven. Tot zijn opvolger is 'benoemd L. Delwaid'e, die zich zeer ver dienstelijk heeft gemaakt voor de bevorde ring van het economische leven van Ant werpen. Delwadde was tot dusver gecommit teerd burgemeester. (D.NB.) DE BELGISCHE WINTERHULP. Ofsch oon pas kort geleden met de orga nisatie van het Belgische winterhuiipwerk is begonnen, kan het reeds op goede resul taten neerzien. Naar officieel wordt mede- •gedlteld, zijn behalve giften in natura tot dusver giften in geld tot een bedrag van 40 millioen francs binnengekomen. (D.N.B.) REORGANISATIE VAN DE B.B.C. Het DNB. meldt uit Stockholm: Ogilvie, de directeur-generaal van de B.B.C.die deze functie twee jaar heeft bekleed, wordt vervangen door Sir Walter Monckton, den huldigen plaatsvervanger onderstaatssecretaris in het ministerie van voorlichting met de speciale taak de ver binding tusschen deze instelling en het ministerie van buitenlandsche zaken te handhaven. Behalve de directeur-generaal is ook de leider van de buitenlandsche uit zendingen, Sir Stephen Tallents, van zijn funotie ontheven. Van nu af wil het mi nisterie van buitenlandsche zaken zelf de uitzendingen in de vreemde talen in han den hemen. BOSE OP VRIJE VOETEN. De leider van dien linkervleugel der Af in diiscïue CongrespartijSufohas Bose, is, volgens een Associated Press-bericht uit Calcutta, na een hongerstaking uit de ge vangenis ontslagen. Bose was gearresteerd op de beschuldiging, de oorlogswetten te hebben overtreden. Twee aanklachten we gens opruiende redevoeringen en artikelen zijn nog tegen hem aanhangig. PLECHTIGHEID TE BOEKAREST. De Roemeensohe formaties oud-strijders, oorlogsgewonden, veteranen en gedecoreer den, zijn gisteren te Boekarest bijeengeko men bij het gedenk te eken voor den onbe kenden soldaat. De bijeenkomst, waaraan door eenige tienduizenden menschen werd deelgenomen, werd geleid door generaal Bagulescu. Ruim twintig organisaties ver klaarden haar trouw aan den leider van den staat, generaal Antonescu en stelden zich onder zijn bevel. In een toespraak wees generaal Anto- nescu op de ethische waarde van het sol daat-zijn en gaf een uiteenzetting van de rechten, waarop het legionnaire Roemenië voor zich aanspraak moet maken. Roeme nië provoceert niemand en maakt nergens aanspraak op, waarop het geen recht heeft. Het reikt een ieder ter verzoening de hand. In de toekomst zal Roemenië echter op iederen aanval weten te antwoorden. Ten slotte spoorde de generaal tot arbeid aan om Roemenië naar een gelukkige toe komst te leiden. Ds betooging eindigde met enthousiaste huldebetuigingen aan koning Michael, generaal Antonescu en het natio nale legionnaire Roemenië. Uitgesproken: J. Vink, zaadhandelaar, Warmond, Dorpsstraat 91B. R.C. mr. F. J. de Jong, Cur. mr. J. M. Hempenius, Warmond. In de week van 2 t/m. 7 December werden in Nederland 23 faillissementen uitgesproken. P. R. te A. Wij raden U aan, als U ernstige grieven hebt. U tot de hoogste Duitsche auto riteiten te wenden. CONCERT „SEMPRE CRESCENDO". Dirigent: Theo v. d. Pas. Solisten: C.L. v. Panthaleon van Eek en R. Suurenbroek. Dilettanten-orkesten pleegt men in het algemeen naar een speciale maatstaf te beoordeelen en al heeft „Sempre Crescen do", het aloude, op 8 December 1831 opge richte studentenmuziekgezelschap bij velen een „streepje-voor", ook dit mogen wij van zelfsprekend niet met een beroepsensemble, ondanks hulp van buiten-af, gelijkstellen. Toch willen wij ditmaal voor één werkje gaarne een uitzondering maken en wel voor Mozart's wélbekende, geniaal en ver rukkelijk gecomponeerde; Symphonie no. 40 in G-moll, die Zaterdagmiddag in de Stads- zaal zulk een fijnzinnig, door en door ge acheveerde vertolking genoot, dat wij ons over deze opvallend goede prestatie wer kelijk verbaasden! Dirigent v. d. Pas, die thans definitief de plaats van dr. Walther Boer heeft ingeno men, wist hier zijn mannen tot iets bijzon ders op te voeren: in menig détail kon het orkest hier zelfs het beroepsensemble even aren. Reeds vele malen huldigden wij, recht voortkomend uit het hart, Sempre Crescen do's concerten, maar zelden waren wij zóó getroffen als door dit met verve en glan- zenden orkestklank, geïnspireerd" gespeelde werkje, waardoor deze melodieuse sympho nie tot een juweeltje van harmonisch zin gend, genuanceerd en tintelend samenspel uitgroeide. Speciaal het warm lyrisch gehouden An dante en het luchtige, marcante Menuetto muntten uit door klankschoonheid, afge zien van een kleine failure der blazers. Was deze symphonie, volkomen eensgezind ingespeeld als men aan het eind van den middag bleek te zijn, het allerverheugend- ste slot van een met smaak opgesteld pro gramma, ook voor de pauze heeft „Sempre Crescendo" meermalen de roemrijke tradi tie van illustre voorgangers gehandhaafd, al ging het aanvankelijk nog niet zóó vlot en soepel toe. Vivaldi's Concerto Grosso in F gr. t., waarin de concertmeester E, Muller en de cellist van Haeften met fraaie streek so- lieerden hoewel de eerste toen nog niet steeds zuiver was in zijn moeilijke obligaat partij deed aanvankelijk nog" wat stroef aan, hoewel ook hier spoedig meer vrijheid en f risch élan ontstond. Groote aandacht heeft ook de vertolking genoten van Bach's Concert voor twee pia no's en strijkorkest in C dur. Het waren de heeren C. L. van Pantha- 4242 (Ingez. Med.) VERPLAATSING KANTOOR GEMEENTE ONTVANGER. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat het kantoor van dien GEMEENTE-ONTVANGER, thans gevestigd Galgewater (Gebouw Ne- derlandsohe Bank)met ingang van DON DERDAG 12 DECEMBER 1940 wordt ver plaatst naar het Stadhuis, ingang Visóh- markt. In verband met de verhuizing zal het kantoor van den Ontvanger op WOENS DAG 11 DECEMBER a.s. den geheelen dag voor het publiek gesloten zijn. 4449 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRLJEN, Secretaris. leon van Eek en R. Suurenbroek, die hier het leeuwendeel in handen hadden en zich op veelszins voldoening gevende wijze van hun waarlijk moeilijke opgave kweten. Technische vaardigheid, stylistisch be grip, een duidelijke stemvoering en een hel der toucher zijn beider waardevolle eigen schappen, die zich onder de kundige lei ding van den Haagschen paedagoog E. van Beynum die in zaal aanwezig was, in juiste richting ontwikkeld hebben. Daarmee deden-zij dit concert, speciaal wat betreft het solieerende middendeel en het zware fugatische slot, alle eer aan. Na de slechts weinige repetities met het orkest, werd hier toch reeds een alleszins tevredenstellende samenwerking bereikt. Zoo wij een opmerking willen maken, dan zij gewaagd van het ook ditmaal veelvoor komende euvel van dilettanten, n.l, „er- van-door-te-willen- gaan", zoodra de so listische passages ingezet worden. Daardoor ontstond telkens een merkbare tempoverhaasting, zoodra de pianisten "al leen aan het woord waren. En v. d. Pas bleek niet bij machte deze in de hand te houden, dan wel het juiste evenwicht te bewaren. Overigens veel lof voor deze kra nige Sempreleden, wier serieuze voorberei ding geen twijfel liet, alhoewel zij op den duur meer aandacht mogen schenken aan een rijkere nuanceering. Röntgen's frissche, meesterlijk geïnstru menteerde en typisch folkloristisch getinte' Oud-Hollandsche Boerendansen lagen ge heel binnen het bereik der orkestrale ver mogens en zij behaalden onder de bezielen de leiding van v. d. Pas een levendig succes. De blazers, w.o. de hoboïst Stotijn, droegen in diverse solotrekjes-niet weinig tot het goede verloop bij. Dirigent, solisten en orkest zijn telken male, het laatste speciaal na Mozart, op recht en langdurig toegejuicht door een goedbezette Stadszaal, waarin zich ook ver schillende hoogieeraren bevonden, v. d. Pas en de solisten zijn met bloemen gehuldigd. Overigens miste deze uitvoering, in ver band met de tijdsomstandigheden den fees te lijken aanblik van andere jaren. De praeses van het L.S.C. de heer Fabius heeft in een sober en ernstig gestemd woord zijn diepgevoelden dank voor dit mooie concert, dat geopend werd met het gebruikelijk „lo Vivat", betuigd. Van harte gaarne sluiten wij ons hierbij aan, dankbaar' voor het feit, dat de stu^ denten ook.nü de concentratie vonden, zich met zooveel liefde dan de Muze te wijden. CONCERT LUTHERSCHE KERK. Hennie Schouten (orgel) Leïdsch Studentenzangkoor. Leidsch Stüdentenkamerorkest „Collegicum Musicum". Na „Sempre Crescendo" waren gistermid dag op het derde Abonnementsconcert van den organist Hennie Schouten, weer andere studenten aan het woord, n.l. de leden van beiderlei kunne van bovengenoemde mu ziekgezelschappen, die zich in enkele jaren onder leiding van Bans Brandts Buys reeds een goede reputatie verworven hebben. Wij zijn verheugd onder de jongeren meer en meer belangstelling voor het uitvoeren van waardevolle muziek te mogen constateeren, hetgeen zeker zijn invloed zal laten gelden op hun geestelijke ontwikkeling. Men begrijpt, dat, evenals zulks bij „Sem pre Crescendo" het geval is, ook hier ge woekerd moet worden met het ieder jaar wisselende materiaal, w.o. toch ook ver scheidene krachten zijn, die het ensemble langdurig getrouw blijven, zelfs na vol brachte Academiestudie. Wèl een bewijs, hoe prettig en aan ver langens beantwoordend, dit veredelend mu- siceeren, onder deskundige leiding is. Wij konden over beide gezelschappen reeds meermalen met lof gewagen, hoewel opmerkingen géén aanmerkingen niet achterwege bleven. Ditmaal was zoowel de keuze als de uitvoeringspractijk veelszins gelukkig. Wel in het bijzonder waren wij buitengewoon ingenomen met twee prach tige cantates „Een fester Burg ist unser Gott" van Franz Tunder en „In dulci ju- bilo", een kerstmuziek van Buxtehude, in de stijlvolle bewerking van Bruno Grusnick Brandts Buys heeft ons hiermee twee boeiende hoogtepunten van het program ma geschonken. Niet alleen was het orkest, op dreef, zich onmiddellijk uitend door zui ver en beslist spel in de inleidende Sinfo- nie van Tunder's cantate, die een krach tige en zekere ondersteuning vond in Schouten's welhaast bij voortduring zich nauw aansluitend orgelspel, doch ook het koor zong met overtuigingskracht en aan- genamen klank, al bestaat nog steeds het euvel eener ongelijke verhouding tusschen heeren- en damesstemmen. Wie de moeilijkheden kent van het zin gen met orkest en een betrekkelijk vèraf- geiegen orgel mag met waardeering getui gen van het gepresteerde. Vooral in het verdere verloop, waar de struikelblokken der variaties geen onoverkomenlijke hin derpalen bleken te zijn. Ieder vers, dat van „LEIDSCH PREDIKBEURTENBLAD VERDWIJNT. Er komt een Leidsch Hervormd Kerkblad voor in de plaats. Het „Leidsoh PredikibeTirtenblaid", uitgave vanwege het ministerie van predikanten der Ned. Herv. Gemeente, dat bijna een halve eeuw heeft-bestaan, zal einde dezer maand ophouden in zijn huldigen vorm te verschijnen. Van 3 Januari aif, zal het blad, dat ook vergroot zal worden, onder den naam van „Leidsch Hervormd Kerkblad" verschijnen. De thans bestaande wijkblaadjes zullen bij dit blad worden ondergebracht. CHR. GEREF. KERK. Als ouderling der Chr. GerefKerk zijn gisteren herkozen de heeren D. Kruit en C. H. Overduin. Tot diaken werden in de vacaturen-J. Overduin, K. Wielinga en A. Hollebeek ge kozen de heeren C. Cuperus, J. Platteel en L. Noort. EEN MERKWAARDIGE VISCHVANGST. Hengelaars plegen altijd sterke verhalen op te hangen over de resultaten van hun vischvangst. Maar het volgende moet toch heusch waar gebeurd zijn; het is afkomstig van den bij alle hengelaars welbekenden Jonkman uit Oude Wetering eii die gelat als 100% geloofwaardig. Een Leidsche hengelaar had in den nacht van Zaterdag op Zondag reeds heel vroeg in den morgen de behaaglijke warmte van zijn bed verlaten om, storm, regen en duis ternis ten spijt, in de ringvaart te Oude Wetering zich aan zijn geliefkoosde hengel sport te wijden. Hij was. een der weinigen, want het was, wat men noemt, hondenweer Nauwelijks had hij zijn hengel te water ge bracht en tuurde hij tevergeefs in het nach telijk donker naar de onzichtbare dobber, of hij voelde, dat hij beet had. Eigenlijk was dat gevoelen niet heelemaal juist, want hij hóórde het meer dan dat hij het voélde. Wat was er namelijk gebeurd? Een overi gens onbekend gebleven juffrouw was in het duister in letterlijken zin van den weg in de Ringvaart geraakt en had daarbij „ligplaats" gekozen in de onmiddellijke na bijheid van onzen visscher. Deze greep de drenkeling onvervaard bij heur haren en 'trok haar aldus op het droge. De juffrouw verdween daarop even onverwacht in de duisternis als zij daar uit te voorschijn was gekomen en heeft zelfs niets meer van zich laten hooren. RIJWIELDIEF AANGEHOUDEN. Het was de Oegstgeester politie ter oore gekomen, dat de haar bekende 21-jarige J. G. B„ wonende aldaar, in de gemeente Wassenaar een rijwiel had verkocht. Deze transactie werd echter door de politie niet vertrouwd, zoodat B. een scherp verhoor werd afgenomen. Hij heeft ten, slotte be kend dit rijwiel te hebben ontvreemd in de Boerhaavelaan alhier, waarna hij het te Wassenaar weer van de hand deed. B. is na dit verhoor ter beschikking gesteld van de politie alhier. Bij nader onderzoek is ge bleken, dat B. zich ook schuldig heeft ge maakt aan diefstal van een rijwiel aan de Breestraat. Beide rijwielen zijn door de po litie in beslag genomen. Onze stadigenoot, de heer P. Baart, slaagde aan hef. Rijiksc onservatorium Mu ziek te Den Haag voor het diploma trom bone (orkestspeü1) Met ingang van 15 December a.s. wordt de heer J. Aitink, controleur der plaatsbe wijzen bij de Ned. Spoorwegen te Velsen IJmui den-Oost, als zoodanig overgeplaatst naar het Station der Ned. Spoorwegen al hier. groot Godsvertrouwen getuigt, kreeg een juiste uitdrukking, waaruit bleek, dat men zich de beteekenis van den diep religieu- sen tekst bewust had gemaakt. Van sfeer getuigde ook de zang van het „In dulci ju- bilo", waarin teederheid samenging met soberheid van opvatting en het tot ernst stemmende karakter, in de muziek door de zacht-zwevende beweging zoo expressief en beeldend weergegeven, indruk maakte. Orkest en orgel pasten zich ook hier in goede verhouding bij den zang aan, terwijl het geheel sprak van liefdevolle toewijding, onder de nauwgezette directie van Brandts Buys, die zijn discipelen met de schoon heden van dit werkje al goed vertrouwd wist te maken. In Sweelinck's Psalmen 122 en 138, a capella gezongen, bleef men mooi op toon, doch de voordracht bleef te veel aan de opper vlakte. Om maar een voorbeeld te noemen: het „O, que mon coeur s'est rejouï", denken wij ons stellig frisscher en jubelender, dan dat het thans gezongen 'werd. Meer span ning en contrastwerking zijn hier dringend gewenscht! Hennie Schouten heeft opnieuw in wer ken van Sweelinck, Pachelbel en Bach be wezen, de geheimen der orgelkunst, speciaal die van het luchtige, feillooze passagespel, volkomen in zijn macht te hebben. Het ma gistrale Praeludium en Fuga in D van Bach met het origneele, abrupte slot werd waar lijk grootsch vertolkt. Jammer, dat in de koralen de onvolkomenheden van het orgel het klepperen der toetsen hoewel in het algemeen onvermijdelijk, een stbrenden invloed uitoefenden. De samenwerking tusschen alle uitvoe renden was harmonisch en vol beloften voor de volgende concerten. De opkomst van de, toehoorders was ditmaal gelukkig zeer verheugend! 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 2