IEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Haandag 9 December 1940
Rond de Middellandsche Zee
JLir*
ONJTKFELU
OFFICIEELE KENNISGEVING
Verdere wijzigingen in hooge Italiaansche
functies
Dagorder van Cavallero
Verspreide Berichien
FAILLISSEMENTEN
CORRESPONDENTIE
Dagblad reclame
is niet te vervangen
STADSNIEUWS
In de leidende functies in Italië is nog
verdere wijziging aangebracht.
De Vecehi, een van de leden van het
quadrumviraat, is afgetreden als gou
verneur-generaal van de Italaansche
Dodekanesos en als opperbevelhebber
van de strijdmachten aldaar. Tot zijn
opvolger is benoemd generaal Ettore
Bastico.
Uit het feit. dat graaf Cesare Maria de
Vecchi di Valmi Cismon tot het vierman
schap behoorde, dat in Italië de grondsla
gen van het fascisme gelegd heeft, volgt
reeds zijn uitzonderlijke beteekenls. Zijn
afwisselende en eervolle loopbaan legt daar
tevens getuigenis van af. Hij werd in 1884
geboren en presideerde, terstond na den
wereldoorlog de fascistische groep in het
parlement. In 1922 werd hij onderstaats
secretaris voor militaire pensioenen, welk
ambt hij het volgende jaar voor dat van
financiën wisselde. Vijf jaar was hij ver
volgens gouverneur van Somaliland. In
1925 trad hij in den senaat en in 1925 werd
hem de graventitel verleend. Hij werd vast
lid van den grooten fascistischen raad en
weer gedurende vijf jaar zou hij de regee
ring bij den Heiligen Stoel vertegenwoor
digen. Hierop volgde zijn benoeming tot
minister van nationale opvoeding, waarna
hij in 1938 als gouverneur naar Rhodos
werd overgeplaatst. De Vecchi heeft drie
boeken ln het licht gegeven.
Ettore Bastico werd in 1876 in Bologne
geboren. Hij heeft deelgenomen aan den
strijd om Tripolis en aan den wereldoorlog.
Tijdens den Spaanschen veldtocht onder
scheidde hij zich als bevelhebber van de
Italiaansche troepen, die Santander inna
men. In December 1937 werd hij tot com-,
mandant van een legergroep benoemd.
Bastico is sedert 1939 lid van den Italiaan-
schen Senaat.
United Press meldt:
In het orgaan „Forse Annate" van het
ministerie van oorlog wordt aangekondigd,
dat aan de Italiaansche legerleiding een
nieuwe functie is toegevoegd en wel die
van vice-chef van den generalen staf. Het
zal diens taak zijn, den chef van den gene
ralen staf te assisteeren en hem tijdens
afwezigheid of ziekte to vertegenwoordigen.
De chef van den Italiaanschen marine
staf, admiraal Dominico Cavagnari, is
op eigen verzoek van zijn post ontheven
en eveneens van zijn functe als onder
staatssecretaris van Marine. Tot zijn
opvolger, als chef van den staf en te
vens als onderstaatssecretaris, is ad
miraal Arturo Riccardi benoemd. Tot
vice-chef van den staf is admiraal Inigo
Campionc aangewezen. Ten slotte is ad
miraal Angelo Jachino tot commandant
van de vloot ter zee benoemd.
De Duce .heeft, naar Stefani meldt, een
hartelijken, eigenhandig geschreven brief
aan den afgetreden admiraal Cavagnari ge
richt, waarin hij zijn volle erkentelijkheid
betuigt voor de hem gegeven medewerking
en het gedurende zeven jaar verrichte werk
voor de ontwkkeling van de .Italiaansche
marine.
De afgetreden admiraal Domenico Ca
vagnari, werd in 1876 geboren en begon zijn
marine-loopbaan op 19-jarigen leeftijd. Hij
klom snel op en werd in 1936 admiraal.
Sinds 1933 was hij onderstaatssecretaris van
Marine en in 1934 werd hij chef van den
staf. In 1939 volgde zijn benoeming tot
raadsheer van de eerste kamer der fasces
en corporaties.
De nieuwe chef van den marinestaf, Ar
turo Riccardi, is 62 jaar oud. Hij is alge
meen directeur voor personeelszaken aan
het ministerie van Marine geweest en werd
verleden jaar tot senator benoemd. In Juli
van het vorige jaar is hem in zijn kwaliteit
van bevelvoerder van het eerste marine
eskader het ridderkruis van de militaire
Savoye-orde de hoogste militaire onder
scheiding verleend wegens zijn organi
satie en leiding van de groote ontschepings
operatie in Albanië.
Admiraal Irigo Campione is 62 jaar. Hij
begon zijn marine-loopbaan in 1893 en
heeft aan den oorlog in Libië deelgenomen.
Tijdens de verovering van Abessynië voerde
hij het commando over de vierde marine
divisie. Hij Is met de bronzen medaille van
militaire verdienste onderscheiden. In Maart
1939 werd hij tot senator benoemd.
Admiraal Angelo Jachino was marine-
attaché te Londen, vervolgens commandant
van de marine-academie en ten slotte on
dercommandant van de vloot.
De nieuwe chef van den generalen staf
der Italiaansche weermacht, generaal Ca
vallero, heeft bij de aanvaarding van zijn
functie de volgende dagorder tot de generale
staven van het leger, de marine, het lucht-
wapen en de fascistische militie gericht:
Uit naam van zijne majesteit den koning
en keizer en op bevel van den Duce neem
ik heden, 8 December, de fmictie op mij van
chef van den generalen staf der Italiaan
sche weermacht. Den generalen staven der
weermacht breng ik mijn kameraadschap-
pelijken groet. Wij zullen al onze krachten
wijden aan het bereiken van het hoogste
doel: de overwinning.
Aan den Duce heeft generaal Cavallero
de volgende boodschap gezonden:
Op het oogenblik, waarop ik uit naam des
konings en keizers en op uw bevel de functie
van chef van den generalen staf der Ita
liaansche weermacht op mij neem, zij het
mij veroorloofd u de -trotsche gevoelens
van dezen generalen staf en van de gene
rale staven der weermacht tot uitdrukking
te brengen, evenals het vaste besluit van
allen, om zich zonder voorbehoud te geven,
ten einde de eindoverwinning, waarheen uw
wil ons leidt, te bespoedigen.
VAN HET STRIJDTOONEEL.
Het Italiaansche Hoofdkwartier deelde
Zaterdag mede:
In Albanië blijft de vijand druk uit
oefenen op onzen uitersten linkervleugel en
wel in het gebergte ten westen van Pro-
gradedsj waarbij de activiteit van den vij
and aan het overige front beperkt blijft tot
plaatselijke aanvallen in de zone van Argi-
rocastro. Onze tegenaanvallen hebben ons
in staat gesteld verscheidene stellingen te
heroveren. Hierbij hebben zich In het bij
zonder onderscheiden het bataljon Alpen-
Jagers Bolzano, het tweede regiment der
Bersaglieri en het 26ste regiment artillerie.
Ondanks de zeer slechte weersomstandig
heden en het hevige afweervuur heeft onze
luchtmacht tal van aanvallen ondernomen,
waarbij zij vrachtauto's en ravitailleerings.
afdeellngen met bommen en mitrailleurvuur
bestookte, de wegen onbegaanbaar maakte
en de centra, waar de versterkingen te za-
men komen, teisterde. De militaire doelen
van Zante en Arta zijn hevig gebombar
deerd. Te Erseke is een opslagplaats van
munitie in de lucht gevlogen.
Li Oost-Afrika heeft vier vijandelijke
vliegtuigen van het type Wellesly Burie met
mitrallléurvuur beschoten. Hierbij werd een
persoon gedood en werden eenige gewond.
Onze jachttoestellen traden op en schoten
drie vijandelijke machines neer. Andere
vijandelijke toestellen hebben een dorp ge
bombardeerd ten Noordwesten van Sabderat.
Hierbij werden eenige inlanders gedood en
gewond. Te Gheleba hebben vijandelijke
bommen drie inlandsche vrouwen en vier
inlandschë kinderen gewond. Te Metamma
en nabij Sabderi hebben vijandelijke lucht
aanvallen geen slachtoffers gemaakt en
geen schade aangericht. Te Neghelli is een
Askari gedood.
En Zondag:
In Albanië zijn hernieuwde vijandelijke
aanvallen tegen den linkervleugel van het
negende leger door onze troepen afgeslagen.
Aan het overige front heerschte wederzij d-
sche activiteit van patrouilles.
Onze vliegtuigen hebben militaire objec
ten te Prevesa en op Ithaca gebombardeerd.
Vijandelijke vliegtuigen hebben aanvallen
op Valona gedaan. Zij werden door een snel
en nauwkeurig afweervuur' ontvangen en
door onze jagers aangevallen. Een der
vijandelijke vliegtuigen werd door de bat
terijen van de 'marine neergeschoten, een
ander werd door onze jagers neergehaald.
Aan boord van twee vijandelijke vliegtuigen,
die door onze jagers werden achtervolgd en
in de wolken verdwenen, deden zich teeke
nen van brand voor.
In Noord-Afrika heeft een onzer jacht-
afdeelingen in scheervlucht mitrailleurvuur
geopend op talrijke gemechaniseerde strijd
middelen ten Oosten van Birenba, waarvan
er eenige onbruikbaar gemaakt werden. Een
onzer vliegtuigen heeft vijandelijke militaire
werken by Wadi el Ramil (in le nabijheid
van Mersa Matroeh) gebombardeerd.
In Oost-Afrika hebben onze vliegtuigen
aanvallen gedaan op een twintigtal vracht
auto's te Mecali Welles, ten Noorden van
Kassala, op het' spoorwegstation van Mala^
wiya, ten Zuiden van Kassala, en op een
vliegtuig van het type Wellesley, dat op het
vliegveld van Saraf Said, ten Noordoosten
van Gallabat. Al onze toestellen zijn terug
gekeerd.
AMERIKAANSCHE HULP VOOR
GRIEKENLAND.
Een lid van de Grieksche legatie te
Washington heeft de pers medegedeeld, dat
de Vereenigde Staten aan Griekenland
„iedere gewenschte hulp" hebben beloofd.
Het aanbod van de Vereenigde Staten heeft
betrekking op alle soorten oorlogstuig maar
in de eerste plaats op vliegtuigen. Het is
bekend, dat de" Grieksche gezant in Washing
ton sedert eenigen tijd met den Amerikaan -
schen minister van financiën, Morgenthau,
en de prioriteitscommissie onderhandelingen
heeft gevoerd over het ter beschikking stel
len van Amerikaansch oorlogstuig voor
Griekenland. (D.N.B)
DE SPANNING TUSSOHEN THAILAND EN
INDOCHINA.
Domei meldt uit Hanoi, dat de spanning
tusschen Thailand en Fransch Indo-China
nog is toegenomen. Het Thailandsche con
sulaat te Saigon is Vrijdag gesloten en de
consul heeft zich met alle empïoyé's naar
Bangkok ingescheept. Het consulaat was de
eenige diplomatieke vertegenwoordiging van
Thailand in Fransch Indo-China.
Domei voegt hieraan toe, dat de evacuatie
van Thailandsche onderdanen uit Fransch
Indo-China reeds geheel ten uitvoer is ge
legd. Volgens nadere berichten doen zich
dagelijks grensincidenten voor, vooral in het
grensgebied van Cambodja.
In de slotbijeenkomst van het Thailand
sche parlement heeft, volgens een bericht
van Domei uit Bangkok, minister-president
Songgram o.a. verklaard, dat de regeering
en de weermacht de gebiedseischen ten
aanzien van Fransch Ïndo-China hand
haven.
HUYSSVIANS AFGEZET.
De vroegere burgemeester van Antwerpen,
Huysmans, die bij het uitbreken van den
oorlog naar hot buitenland is gevlucht, is
van zijn functie ontheven. Tot zijn opvolger
is 'benoemd L. Delwaid'e, die zich zeer ver
dienstelijk heeft gemaakt voor de bevorde
ring van het economische leven van Ant
werpen. Delwadde was tot dusver gecommit
teerd burgemeester. (D.NB.)
DE BELGISCHE WINTERHULP.
Ofsch oon pas kort geleden met de orga
nisatie van het Belgische winterhuiipwerk
is begonnen, kan het reeds op goede resul
taten neerzien. Naar officieel wordt mede-
•gedlteld, zijn behalve giften in natura tot
dusver giften in geld tot een bedrag van
40 millioen francs binnengekomen. (D.N.B.)
REORGANISATIE VAN DE B.B.C.
Het DNB. meldt uit Stockholm:
Ogilvie, de directeur-generaal van de
B.B.C.die deze functie twee jaar heeft
bekleed, wordt vervangen door Sir Walter
Monckton, den huldigen plaatsvervanger
onderstaatssecretaris in het ministerie van
voorlichting met de speciale taak de ver
binding tusschen deze instelling en het
ministerie van buitenlandsche zaken te
handhaven. Behalve de directeur-generaal
is ook de leider van de buitenlandsche uit
zendingen, Sir Stephen Tallents, van zijn
funotie ontheven. Van nu af wil het mi
nisterie van buitenlandsche zaken zelf de
uitzendingen in de vreemde talen in han
den hemen.
BOSE OP VRIJE VOETEN.
De leider van dien linkervleugel der Af
in diiscïue CongrespartijSufohas Bose, is,
volgens een Associated Press-bericht uit
Calcutta, na een hongerstaking uit de ge
vangenis ontslagen. Bose was gearresteerd
op de beschuldiging, de oorlogswetten te
hebben overtreden. Twee aanklachten we
gens opruiende redevoeringen en artikelen
zijn nog tegen hem aanhangig.
PLECHTIGHEID TE BOEKAREST.
De Roemeensohe formaties oud-strijders,
oorlogsgewonden, veteranen en gedecoreer
den, zijn gisteren te Boekarest bijeengeko
men bij het gedenk te eken voor den onbe
kenden soldaat. De bijeenkomst, waaraan
door eenige tienduizenden menschen werd
deelgenomen, werd geleid door generaal
Bagulescu. Ruim twintig organisaties ver
klaarden haar trouw aan den leider van
den staat, generaal Antonescu en stelden
zich onder zijn bevel.
In een toespraak wees generaal Anto-
nescu op de ethische waarde van het sol
daat-zijn en gaf een uiteenzetting van de
rechten, waarop het legionnaire Roemenië
voor zich aanspraak moet maken. Roeme
nië provoceert niemand en maakt nergens
aanspraak op, waarop het geen recht heeft.
Het reikt een ieder ter verzoening de hand.
In de toekomst zal Roemenië echter op
iederen aanval weten te antwoorden.
Ten slotte spoorde de generaal tot arbeid
aan om Roemenië naar een gelukkige toe
komst te leiden. Ds betooging eindigde met
enthousiaste huldebetuigingen aan koning
Michael, generaal Antonescu en het natio
nale legionnaire Roemenië.
Uitgesproken:
J. Vink, zaadhandelaar, Warmond, Dorpsstraat
91B. R.C. mr. F. J. de Jong, Cur. mr. J. M.
Hempenius, Warmond.
In de week van 2 t/m. 7 December werden in
Nederland 23 faillissementen uitgesproken.
P. R. te A. Wij raden U aan, als U ernstige
grieven hebt. U tot de hoogste Duitsche auto
riteiten te wenden.
CONCERT „SEMPRE CRESCENDO".
Dirigent: Theo v. d. Pas.
Solisten: C.L. v. Panthaleon
van Eek en R. Suurenbroek.
Dilettanten-orkesten pleegt men in het
algemeen naar een speciale maatstaf te
beoordeelen en al heeft „Sempre Crescen
do", het aloude, op 8 December 1831 opge
richte studentenmuziekgezelschap bij velen
een „streepje-voor", ook dit mogen wij van
zelfsprekend niet met een beroepsensemble,
ondanks hulp van buiten-af, gelijkstellen.
Toch willen wij ditmaal voor één werkje
gaarne een uitzondering maken en wel
voor Mozart's wélbekende, geniaal en ver
rukkelijk gecomponeerde; Symphonie no. 40
in G-moll, die Zaterdagmiddag in de Stads-
zaal zulk een fijnzinnig, door en door ge
acheveerde vertolking genoot, dat wij ons
over deze opvallend goede prestatie wer
kelijk verbaasden!
Dirigent v. d. Pas, die thans definitief de
plaats van dr. Walther Boer heeft ingeno
men, wist hier zijn mannen tot iets bijzon
ders op te voeren: in menig détail kon het
orkest hier zelfs het beroepsensemble even
aren.
Reeds vele malen huldigden wij, recht
voortkomend uit het hart, Sempre Crescen
do's concerten, maar zelden waren wij zóó
getroffen als door dit met verve en glan-
zenden orkestklank, geïnspireerd" gespeelde
werkje, waardoor deze melodieuse sympho
nie tot een juweeltje van harmonisch zin
gend, genuanceerd en tintelend samenspel
uitgroeide.
Speciaal het warm lyrisch gehouden An
dante en het luchtige, marcante Menuetto
muntten uit door klankschoonheid, afge
zien van een kleine failure der blazers.
Was deze symphonie, volkomen eensgezind
ingespeeld als men aan het eind van den
middag bleek te zijn, het allerverheugend-
ste slot van een met smaak opgesteld pro
gramma, ook voor de pauze heeft „Sempre
Crescendo" meermalen de roemrijke tradi
tie van illustre voorgangers gehandhaafd,
al ging het aanvankelijk nog niet zóó vlot
en soepel toe.
Vivaldi's Concerto Grosso in F gr. t.,
waarin de concertmeester E, Muller en de
cellist van Haeften met fraaie streek so-
lieerden hoewel de eerste toen nog niet
steeds zuiver was in zijn moeilijke obligaat
partij deed aanvankelijk nog" wat stroef
aan, hoewel ook hier spoedig meer vrijheid
en f risch élan ontstond.
Groote aandacht heeft ook de vertolking
genoten van Bach's Concert voor twee pia
no's en strijkorkest in C dur.
Het waren de heeren C. L. van Pantha-
4242
(Ingez. Med.)
VERPLAATSING KANTOOR GEMEENTE
ONTVANGER.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het
kantoor van dien GEMEENTE-ONTVANGER,
thans gevestigd Galgewater (Gebouw Ne-
derlandsohe Bank)met ingang van DON
DERDAG 12 DECEMBER 1940 wordt ver
plaatst naar het Stadhuis, ingang Visóh-
markt. In verband met de verhuizing zal
het kantoor van den Ontvanger op WOENS
DAG 11 DECEMBER a.s. den geheelen dag
voor het publiek gesloten zijn. 4449
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRLJEN, Secretaris.
leon van Eek en R. Suurenbroek, die hier
het leeuwendeel in handen hadden en zich
op veelszins voldoening gevende wijze van
hun waarlijk moeilijke opgave kweten.
Technische vaardigheid, stylistisch be
grip, een duidelijke stemvoering en een hel
der toucher zijn beider waardevolle eigen
schappen, die zich onder de kundige lei
ding van den Haagschen paedagoog E. van
Beynum die in zaal aanwezig was, in juiste
richting ontwikkeld hebben.
Daarmee deden-zij dit concert, speciaal
wat betreft het solieerende middendeel en
het zware fugatische slot, alle eer aan.
Na de slechts weinige repetities met het
orkest, werd hier toch reeds een alleszins
tevredenstellende samenwerking bereikt.
Zoo wij een opmerking willen maken, dan
zij gewaagd van het ook ditmaal veelvoor
komende euvel van dilettanten, n.l, „er-
van-door-te-willen- gaan", zoodra de so
listische passages ingezet worden.
Daardoor ontstond telkens een merkbare
tempoverhaasting, zoodra de pianisten "al
leen aan het woord waren. En v. d. Pas
bleek niet bij machte deze in de hand te
houden, dan wel het juiste evenwicht te
bewaren. Overigens veel lof voor deze kra
nige Sempreleden, wier serieuze voorberei
ding geen twijfel liet, alhoewel zij op den
duur meer aandacht mogen schenken aan
een rijkere nuanceering.
Röntgen's frissche, meesterlijk geïnstru
menteerde en typisch folkloristisch getinte'
Oud-Hollandsche Boerendansen lagen ge
heel binnen het bereik der orkestrale ver
mogens en zij behaalden onder de bezielen
de leiding van v. d. Pas een levendig succes.
De blazers, w.o. de hoboïst Stotijn, droegen
in diverse solotrekjes-niet weinig tot het
goede verloop bij.
Dirigent, solisten en orkest zijn telken
male, het laatste speciaal na Mozart, op
recht en langdurig toegejuicht door een
goedbezette Stadszaal, waarin zich ook ver
schillende hoogieeraren bevonden, v. d. Pas
en de solisten zijn met bloemen gehuldigd.
Overigens miste deze uitvoering, in ver
band met de tijdsomstandigheden den
fees te lijken aanblik van andere jaren. De
praeses van het L.S.C. de heer Fabius heeft
in een sober en ernstig gestemd woord zijn
diepgevoelden dank voor dit mooie concert,
dat geopend werd met het gebruikelijk „lo
Vivat", betuigd.
Van harte gaarne sluiten wij ons hierbij
aan, dankbaar' voor het feit, dat de stu^
denten ook.nü de concentratie vonden, zich
met zooveel liefde dan de Muze te wijden.
CONCERT LUTHERSCHE KERK.
Hennie Schouten (orgel)
Leïdsch Studentenzangkoor.
Leidsch Stüdentenkamerorkest
„Collegicum Musicum".
Na „Sempre Crescendo" waren gistermid
dag op het derde Abonnementsconcert van
den organist Hennie Schouten, weer andere
studenten aan het woord, n.l. de leden van
beiderlei kunne van bovengenoemde mu
ziekgezelschappen, die zich in enkele jaren
onder leiding van Bans Brandts Buys reeds
een goede reputatie verworven hebben. Wij
zijn verheugd onder de jongeren meer en
meer belangstelling voor het uitvoeren van
waardevolle muziek te mogen constateeren,
hetgeen zeker zijn invloed zal laten gelden
op hun geestelijke ontwikkeling.
Men begrijpt, dat, evenals zulks bij „Sem
pre Crescendo" het geval is, ook hier ge
woekerd moet worden met het ieder jaar
wisselende materiaal, w.o. toch ook ver
scheidene krachten zijn, die het ensemble
langdurig getrouw blijven, zelfs na vol
brachte Academiestudie.
Wèl een bewijs, hoe prettig en aan ver
langens beantwoordend, dit veredelend mu-
siceeren, onder deskundige leiding is.
Wij konden over beide gezelschappen
reeds meermalen met lof gewagen, hoewel
opmerkingen géén aanmerkingen niet
achterwege bleven. Ditmaal was zoowel de
keuze als de uitvoeringspractijk veelszins
gelukkig. Wel in het bijzonder waren wij
buitengewoon ingenomen met twee prach
tige cantates „Een fester Burg ist unser
Gott" van Franz Tunder en „In dulci ju-
bilo", een kerstmuziek van Buxtehude, in
de stijlvolle bewerking van Bruno Grusnick
Brandts Buys heeft ons hiermee twee
boeiende hoogtepunten van het program
ma geschonken. Niet alleen was het orkest,
op dreef, zich onmiddellijk uitend door zui
ver en beslist spel in de inleidende Sinfo-
nie van Tunder's cantate, die een krach
tige en zekere ondersteuning vond in
Schouten's welhaast bij voortduring zich
nauw aansluitend orgelspel, doch ook het
koor zong met overtuigingskracht en aan-
genamen klank, al bestaat nog steeds het
euvel eener ongelijke verhouding tusschen
heeren- en damesstemmen.
Wie de moeilijkheden kent van het zin
gen met orkest en een betrekkelijk vèraf-
geiegen orgel mag met waardeering getui
gen van het gepresteerde. Vooral in het
verdere verloop, waar de struikelblokken
der variaties geen onoverkomenlijke hin
derpalen bleken te zijn. Ieder vers, dat van
„LEIDSCH PREDIKBEURTENBLAD
VERDWIJNT.
Er komt een Leidsch Hervormd Kerkblad
voor in de plaats.
Het „Leidsoh PredikibeTirtenblaid", uitgave
vanwege het ministerie van predikanten
der Ned. Herv. Gemeente, dat bijna een
halve eeuw heeft-bestaan, zal einde dezer
maand ophouden in zijn huldigen vorm te
verschijnen.
Van 3 Januari aif, zal het blad, dat ook
vergroot zal worden, onder den naam van
„Leidsch Hervormd Kerkblad" verschijnen.
De thans bestaande wijkblaadjes zullen bij
dit blad worden ondergebracht.
CHR. GEREF. KERK.
Als ouderling der Chr. GerefKerk zijn
gisteren herkozen de heeren D. Kruit en C.
H. Overduin.
Tot diaken werden in de vacaturen-J.
Overduin, K. Wielinga en A. Hollebeek ge
kozen de heeren C. Cuperus, J. Platteel en
L. Noort.
EEN MERKWAARDIGE VISCHVANGST.
Hengelaars plegen altijd sterke verhalen
op te hangen over de resultaten van hun
vischvangst. Maar het volgende moet toch
heusch waar gebeurd zijn; het is afkomstig
van den bij alle hengelaars welbekenden
Jonkman uit Oude Wetering eii die gelat als
100% geloofwaardig.
Een Leidsche hengelaar had in den nacht
van Zaterdag op Zondag reeds heel vroeg
in den morgen de behaaglijke warmte van
zijn bed verlaten om, storm, regen en duis
ternis ten spijt, in de ringvaart te Oude
Wetering zich aan zijn geliefkoosde hengel
sport te wijden. Hij was. een der weinigen,
want het was, wat men noemt, hondenweer
Nauwelijks had hij zijn hengel te water ge
bracht en tuurde hij tevergeefs in het nach
telijk donker naar de onzichtbare dobber,
of hij voelde, dat hij beet had. Eigenlijk was
dat gevoelen niet heelemaal juist, want hij
hóórde het meer dan dat hij het voélde.
Wat was er namelijk gebeurd? Een overi
gens onbekend gebleven juffrouw was in
het duister in letterlijken zin van den weg
in de Ringvaart geraakt en had daarbij
„ligplaats" gekozen in de onmiddellijke na
bijheid van onzen visscher. Deze greep de
drenkeling onvervaard bij heur haren en
'trok haar aldus op het droge. De juffrouw
verdween daarop even onverwacht in de
duisternis als zij daar uit te voorschijn was
gekomen en heeft zelfs niets meer van zich
laten hooren.
RIJWIELDIEF AANGEHOUDEN.
Het was de Oegstgeester politie ter oore
gekomen, dat de haar bekende 21-jarige J.
G. B„ wonende aldaar, in de gemeente
Wassenaar een rijwiel had verkocht. Deze
transactie werd echter door de politie niet
vertrouwd, zoodat B. een scherp verhoor
werd afgenomen. Hij heeft ten, slotte be
kend dit rijwiel te hebben ontvreemd in de
Boerhaavelaan alhier, waarna hij het te
Wassenaar weer van de hand deed. B. is
na dit verhoor ter beschikking gesteld van
de politie alhier. Bij nader onderzoek is ge
bleken, dat B. zich ook schuldig heeft ge
maakt aan diefstal van een rijwiel aan de
Breestraat. Beide rijwielen zijn door de po
litie in beslag genomen.
Onze stadigenoot, de heer P. Baart,
slaagde aan hef. Rijiksc onservatorium Mu
ziek te Den Haag voor het diploma trom
bone (orkestspeü1)
Met ingang van 15 December a.s. wordt
de heer J. Aitink, controleur der plaatsbe
wijzen bij de Ned. Spoorwegen te Velsen
IJmui den-Oost, als zoodanig overgeplaatst
naar het Station der Ned. Spoorwegen al
hier.
groot Godsvertrouwen getuigt, kreeg een
juiste uitdrukking, waaruit bleek, dat men
zich de beteekenis van den diep religieu-
sen tekst bewust had gemaakt. Van sfeer
getuigde ook de zang van het „In dulci ju-
bilo", waarin teederheid samenging met
soberheid van opvatting en het tot ernst
stemmende karakter, in de muziek door de
zacht-zwevende beweging zoo expressief en
beeldend weergegeven, indruk maakte.
Orkest en orgel pasten zich ook hier in
goede verhouding bij den zang aan, terwijl
het geheel sprak van liefdevolle toewijding,
onder de nauwgezette directie van Brandts
Buys, die zijn discipelen met de schoon
heden van dit werkje al goed vertrouwd
wist te maken.
In Sweelinck's Psalmen 122 en 138, a capella
gezongen, bleef men mooi op toon, doch
de voordracht bleef te veel aan de opper
vlakte. Om maar een voorbeeld te noemen:
het „O, que mon coeur s'est rejouï", denken
wij ons stellig frisscher en jubelender, dan
dat het thans gezongen 'werd. Meer span
ning en contrastwerking zijn hier dringend
gewenscht!
Hennie Schouten heeft opnieuw in wer
ken van Sweelinck, Pachelbel en Bach be
wezen, de geheimen der orgelkunst, speciaal
die van het luchtige, feillooze passagespel,
volkomen in zijn macht te hebben. Het ma
gistrale Praeludium en Fuga in D van Bach
met het origneele, abrupte slot werd waar
lijk grootsch vertolkt. Jammer, dat in de
koralen de onvolkomenheden van het orgel
het klepperen der toetsen hoewel in
het algemeen onvermijdelijk, een stbrenden
invloed uitoefenden.
De samenwerking tusschen alle uitvoe
renden was harmonisch en vol beloften
voor de volgende concerten. De opkomst van
de, toehoorders was ditmaal gelukkig zeer
verheugend!
2—1