Het werk aan den N.O.-polder - Stadsschouwburg te Utrecht
iïlflllll
lp-.; H
thfe feawwg tr'<H P*fW*Dïv.sede Blad
Huwelijk met
modern comfort
4 'ÊÊÊÊÊrr; WMflm
V-1 v 1 --
>fc. W-I' Al,.
FEUILLETON
r—
Pg??
?~"«k
iS.
DE BLOEMBOLLEN-VELDEN worden voor den komenden winter afgedekt. In
West-Friesland, waar de laatste jaren ook veel bloembollen gekweekt worden, worden
thans de bloembollenvelden met een dikke laag stroo afgedekt (Polygoon)}
..'O-v - V v - •- A' '*A-
£iiw
ITALIAANSCH BOMBARDEMENT OP EEN ELECTRISCHE CENTRALE IN DEN
EPIRUS. In ononderbroken rij starten de Italiaansche vliegtuigen naar Grieken
land om daar de belangrijkste doelen en plaatsen te treffen. Een brandende electrische
centrale in den Epirus, welke door de Italiaansche vliegers getroffen
en in puin gelegd werd. (Holland)
JAPAN'S NIEUWE CHEF van den Generalen
Staf bij de ceremonie voor de heilige schrijn.
Generaal Gen Sugiyana werd tot chef van den
generalen staf van het Japansche leger be
noemd. Hij onderwerpt zich aan de oude cere
monie voor de heilige Meiji-schrijn. (Holland)
EEN KLOOSTER ALS RIJKS-ARCHIEF. Het voormalige Minderbroedersklooster te Maastricht,
dat onder toezicht; van Rijksmonumentenzorg is gerestaureerd, zal worden gebruikt als uitbreiding
voor het, in de voormalige Minderbroederskerk gevestigde, Rijksarchief. Een opname
van het historische gebouw. (Het Zuiden)
IR. J. GOVERS door B. en W.
van Rotterdam benoemd tot di
recteur der nieuwe Rotterdamsche
brandweerorganisatie. (Polygoon)
DUDOK'S NIEUWE STADSSCHOUWBURG TE UTRECHT, welke zijn voltooiing
nadert Exterieur van dit fraaie bouwwerk, gezien van den Wittevrouwensingel af.
(Polygoon)
DE WERKZAAMHEDEN AAN DEN NOORD OOST-POLDER. Ongeveer 10 millioen
draineerbuizen (dit is ongeveer 1/3 van het benoodigde aantal) liggen reeds gereed
om bij drooglegging van den Noord-Oost-polder gebruikt te kunnen worden.
(Polygoon)]
DE WERKZAAMHEDEN AAN DEN NOORD-OOST-POLDER. De dijk van het rand-
kanaal BlokzijlKadoelen is zoo goed als gereed. Men is op het oogenblik bezig met
het dichten van het laatste gat. Duidelijk ziet men, dat de twee uiteinden van den dijk
tot op enkele tientallen meters elkaar genaderd zijn. Links het gevormde randkanaal,
rechts het TJsselmeer, dat in de toekomst geheel zal zijn drooggelegd. (Polygoon)]
door
Mr. CORKY STOfiZ—VAN DEN KIEBOOM.
43)
Ik ben procureursklerk, zegt De Wit
deftig. Öp kantoor van meesters Van
Westhove Abtiing en Renselaer op de
Prinsengracht.
Lientje kijkt bewonderend maar vooral
geïntrigeerd. Een advocaat van de Prin
sengracht en een meisje van hun kan-
ioorHoe heet dat meisje? vraag
se gretig.
Lenswaerdt. Zoo'n klein ding met
recht haar. Die hangt tegenwoordig halve
degen bij Robberts, dat is ook een advo
caat, die bij ons Is.
ONick, zegt Lientje teleurgesteld.
Nee, da's niks bijzonders. Daar weten
Ce allemaal van. Die wordt gestuurd door
den chef, voor zaken.
Ga nou! Ja zeg, maak dat de kat wijs.
Nee, dat kan ik je wel anders vertellen, zegt
De Wit met zijn beste Lebemanns-air.
Meet je Robberts kennen. Mooi nummer is
dat. En getrouwd ook. Nou moet hij
®etenZeg, ga je wel eens naar de bio
scoop? stapt hij van het onderwerp, dat
dis introductie nu wel voldoenden dienst
oeeit gedaan, af.
Mmmm. SomsLientje is nog lang
niet voldaan, maar besluit geduld te oefe
nen. Kans genoeg om hem nog verder uit
te hooren, o jé ja. Paf is ze. Nick met d'r
deftigheid eh d'r fijne damesmanieren.
Laat ze maar schuiven! Zoo'n echte brave
lijkt ze, altijd even beleefd tegen iedereen
maar altijd op een afstand. Zij en Erna
de Ruyter zullen nou nooit eens echt mee
doen. Nooit eens gezellig meekletsen en
sigaretjes rooken in de toiletkamer. Jawel,
hou ze maar in de gaten, die zoete kin
deren. Die hebben het immers altijd ach
ter de mouw. Wat een verhaal om morgen
mee voor den dag te komen. Achterover
slaan zullen ze. En gnuiven, allemaal. Want
eigenlijk is er op de heele typekamer geen
eentje, die Nick goed zetten kan. Behalve
Erna, maar dat is óók zoo'n blijf-uit-m'n-
buurt-deftigheid. Ze zal dien knul maar wat
aan 't lijntje houden. Licht, dat-le nog
wat meer loslaat
's Woensdagmorgens belt de telefoon.
Lies ziet den stofzuiger af. Frank natuur
lijk, dat hij niet komt koffiedrinken. De
zelfde comedie van elke twee-drie dagen.
Maar;
Zeg, ga je vanmiddag mee de stad in?
vraagt Gerrie's stem.
Ja best. Heb je iets bijzonders te doen?
Och, de kinders wilden zoo graag de
Sinterklaasetalages gaan bekijken en dat
vind ik zoo'n corvee op mijn eentje. En ik
wou ook nog een jurk koopen, daar heb ik
jouw advies bij noodig. Als je meegaat, fuif
ik je op thee.
Graag. Hoe spreken we af?
Half drie in de Bijenkorf. Speelgoed-
afdeeling maar, daar pleisteren we min
stens een uur.
Oké, zegt Lies.
Flip junior en MIesje zijn niet te hou
den vanwege de electrische Dieseltreinen
en de Kathe-Krusepoppen. En de auto's
met heusehe koplampen en de kacheltjes,
waar je echt op kunt koken. En, Mams,
ik vraag soldaten ook, zegt Flip. Een
heeleboel zijn die duur?
Ik weet niet, vent, zeg Mams voor
zichtig.
Een heele oorlog, hoeveel zou die wel
kosten? informeert Flip verder.
Ik wou een pop hebben met zonder
stijve beenen, decreteert. Miesje.
Goed, we zullen het aan Sinterklaas
schrijven, belooft Mams. Kom,nu maar
imee. Maar ze zijn niet weg te slaan, laten
'zich pas meetronen, als Mams iets over
„chocola én taartjes" fluistert.
Heb jij nog boodschappen? vraagt
Gerrie als de kinderen eindelijk, na lange
conferenties over „die dikke slagroormvafe 1
nee, die met ananas is nog zaliger", ein
delijk rustig zitten te smullen.
Nee, ik niet. Jij moet een jurk koopen,
hè? Wou je hier kijken?
Ben je? Hirsch of de Bonnetterie toch
zeker.
Mmmm, zegt Lies met ontzag. Dat
kan nogal. Toch leuk, dat jullie niet meer
zoo in de zorgen zitten, voegt ze er har
telijk bij.
Gerrie lacht schel. Doe niet zoo hin
derlijk naïef, zeg! Flip stelt het even mi
serabel als een jaar geleden. Als ik me
daarvan moest kleeden, kon ik wel naar
zó'o'n zaak van twee kwartjes per week
tijgen. Wel? vraagt ze met een spottenden
blik op Lies' strak gezichtje. Choqueer
ik je toch nog? Ik dacht, dat jij langza
merhand wel geacclimatiseerd was.
Jij denkt een heeleboel meer, dan je
verantwoorden kunt, zegt Lies driftig.
Ik denk hoogstens, dat je mijn raad
van een half jaar geleden nog al trouw op
volgt, zegt de ander koeltjes.
Je raad wel, maar je voorbeeld niet.
Op geen stukken na, keft Lies.
Kind, vlieg me niet-aan!. Gerrie scha
tert. Zeg, als jij zulke oogen opzet als de
beleedlgde onschuld, kun je iemand de on
waarschijnlijkste dingen laten gelooven.
Makkelijk lijkt me dat soms.
Wat noem je onwaarschijnlijk? atta
queert Lies direct Zég, jongens, willen
jullie nog een taartje? Ga ze zelf maar
halen bij het buffet. Durven jullie dat?
Gerust, bluft Flip junior. Kom
maar, Mies. Hand in hand| vertrekken ze,
ieder met een dubbeltje
Hoor eens, Gerrie, gaat Lies kalmer
door. Laten weer nu geen vraag-en-
antwoordspelletje van maken. Er zijn een
heeleboel dingen, waar ik nooit toe zou
kunnen komen, maar die' ik van jou best
kan begrijpen. Omdat nu ja, omdat jij
er beroerder voorstaat, dan ik.
Noudat is ook maar een quaestie
van appréciatie, zegt Gerrie lief, maar
haar stem trilt van woede.
Lies voelt zich gloeiend rood worden.
Jadan ga ik maar, zegt ze en staat op.
Dag Gerrie, het beste hoor. Dag jongens.
Tante ga je al weg, Tante? zingen
de kleine stemmetjes.
Ja, tante moet weg. Tante heeft geen
tijd meer, daag. Ze draait meteen hun ta
feltje den rug toe, loopt op trillende bee
nen naar het buffet om haar eigen thee af
te rekenen. Die Gerrie met haar eeuwige in
sinuaties, ze had haar wel in haar gezicht
kunnen slaan. Nogal een vergelijking, Flip
en Frank! Flip, die minstens vier keer per
week laveloos thuis komt en Frank, die, be
halve bij fuifjes of uitgangetjes, nooit naar
alcohol omkijktMaar Flip gaat uit met
vrienden of wat hij vrienden noemt en zit
dag in dag uit aan zijn stamtafel. Tusschen
enkel -mannen. En Frank gaat achter haar
rug met andere vrouwen uit lunchen, uit
dineeren, ja de hemel weet wat nog meer.
Maar al is dat nu honderd keer zoo, dan
laat ze zich dat nog door een ander niet
zeggen, door Gerrie niet en door niemand.
En Gerrie. heeft ze voor den laatsten keer
gezien. Ze heeft het nu lang gehoeg alle
maal geslikt, lang genoeg één of soms twee
oogen dichtgeknepen, terwille van de
vriendschap en de leuke uitgangetjes....
Frank merkt 's avonds wel, hoe geagi
teerd ze ls. Ellendig ziet ze er uit tegen
woordig. Nerveus en bleek, niettegenstaan
de de rougeblosjes.
Wat zit je me toch aan te kijken?
vraagt ze geprikkeld. Zie je Iets aan me?
Dat je er slecht uitziet, zegt Frank
zachtzinnig. Je moet meer frissche lucht
happen, Lies. Ben je nog uit geweest van
daag?
Ja, vanmiddag met Gerrie en de kin
deren. Voor het laatst, zegt ze. Ik ben
gebrouilleerd met Gerrie.
Ooei, zegt Frank Hoe komt dat zoo?
Ze heeft al spijt, dat ze er over begon
nen is. O niets, gewoon een beetje hei
bel, zegt ze onverschillig. wil je nog
thee?
Ja, graag.
Zwijgend geeft ze hem zijn kopje, zwij
gend zitten ze tegenover elkaar. Zooals
iederen avond.
.(Nadruk yerbodgai. £®>röt yeryolgd).