Moderne sanatoriumbouw in Zwitserland - Herstel van een droogdok Ilsie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Huwelijk met modern comfort FEUILLETON M—— door Mr. CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM. 36) Wel, wel, zegt Frank, als ze tegenover elkaar aan het bureau zitten, u bent het nobile officium al heel gauw ontrouw ge worden. Maar dat is waar ook, u vondt de edvocatie zoo afgrijselijk taai, is het niet? Bevalt de industrie u beter? En of. Stukken. Het is hier op kantoor veel gezelliger, zegt Nick. Zoo? Hebt u nog collega's? Kijken, -f hij Westhove nog een beetje meer :':of - oor ergernis kan bezorgen. Ja, we zitten met ons twaalven bij el kaar. Hè? Frank hijgt naar adem, twaalf? Twaalf juristen??? Nick schatert, slaat zich meteen de hand Voor den mond. Drommels, nou begin ik al met het beele complot te verraden, zegt ze ver pronkt. Ziet u, gaat ze vertrouwelijk sr- "er. ik ben hier onder valsche vlag bin nengezeild. Ik ben namelijk maar er ige- Woon stenotypiste. Maar mijn baas zou een Weval krijgen, als hy me dat hier hoorde wrtellen. De kwestie is, dat hy er verschrik kelijk mee in zijn maag zat, dat we die gegevens niet voor u konden opduiken. En on u dat op de minst onhebbelyke manier bij te brengen, verzon hij die komedie van „onze advocate", begrijpt u? Nou, de elegance laat niets te wenschen over, zegt Frank en Nick voelt zich kleuren. Niet zoo, smeekt ze in zichzelf Injk me niet zoo aan De elegance lag volgens hem alleen in den titel op mijn visitekaartje, zegt ze. En dan hoopte hy natuurlijk, dat ik handig genoeg zou zijn, om u zooveel onzin voor te prevelen, dat u den indruk zoudt krijgen, alsof ik de heele zaak onder de knie had. Maar daar begin ik niet eens aan. Ik snap er geen steek van. Hier hebt u het heele zaakje. Ze haalt de dikke map te voorschyn. Ik heb er gisteren den heelen dag op zitten zwoegen, bekent ze, want ik had natuurlijk hoop, een goeie beurt te maken. O, maar dat is toch in orde, lacht Frank. Bij den baas bedoel ik natuurlijk, f:g; ze snibbig. Maar u begrijpt toch vel, dat het een reuzenkans was, om te laten zien, dat ik meer kon dan typen en steno. En die heb ik nu grondig verknoeid. Frank kijkt haar medehjdend aan. Arm kind. Ook eentje met eerzuoht, ook eentje, die het moeilyke spelletje wil meespelen van via een succesje hier, een flater van een collega daar telkens een trapje hoo- ger te willen komen. Hy kent dat. Ja, ik begryp het, zegt hy. U be hoeft er mij niets van te vertellen 'k ben ook vijf jaar op een groot fabriekskan- toor geweest. O ja? vraagt Nick belangstellend. En vond u het er niet prettig? Matig. Strooplikken of diplomatie, als u dat mooier vindt klinken, is nooit myn fort geweest. Nee, daar ziet u ook niet naar uit. Niet? vraagt Frank geïnteresseerd. Hoe dan wel? Ze kijkt hem aandachtig aan. Ik weet het niet, zegt ze. Mijn vriendin zou liet misschien wel kunnen zeggen, die is al drie jaar bij ons op kantoor en die houdt er heele theorieën op na over de verschillende soorten van kantoormenschen en hun me thoden om vooruit te komen. En passen jullie die methoden bei toe? Gevaarlijke concurrentie zal dat wor den. Tenminste als die vriendin óók aap is, zegt hij er lachend achteraan. Nick voelt zich alweer kleuren. Ze heeft candidaats handelseconomie, negeert ze. En daar heb je meer hersens voor noodig, dan voor die stomme juristerij. Prank vindt het amusant, ergert Tich tegelijk over zichzelf. Waarom heeft "lij er plezier in, haar telkens te laten blozen? Nu staat ze op, wil natuurlijk weg. Jammer, hij had nog zoo graag wat met haar gepraat. Hij krijgt een ingeving. Wacht even, zegt hij haastig, - we zijn nog niet klaar. Voor zoover ik me de kantoorgebruiken nog herinner, zult u toch wel verslag van dit onderhoud moeten uit brengen. Wat zoudt u willen vertellen? Dat je een ellendeling bent om me zoo te plagen, denkt Nick. En dat ik nooit hier had moeten komen. Ikdat weet ik niet, zegt ze hulpeloos. Mag ik -eggen, dat udat u tevreden was met de inlichtin gen, die ik u gegeven heb? Meer dan tevreden, lacht Frank. "k ben zelf van plan om morgenochtend den heer Wessels op te bellen en hem mijn liep gevoelden dank te betuigen voor de wel willende en vooral aangename wijze, w \ar- op hij mij de gevraagde gegevens heeft doen geworden. Klinkt dat niet prachtig? Schitterend, beaamt Nick. Maar u weet niet, wat u zich op den hals haalt. Of hebt u verder geen zaken voor ons ~nder handen? Jawel, nog een paar. Hoezoo? Nou ,dan loopt u kans, dat Wessels me in het vervolg voor ieder wissewasje hier heen stuurt. Spaart hem een heeleboel moeite uit. Als dat zoo is, bel ik hem zeker op, zegt Frank grif. Of het moest zijn, dat u dat vooruitzicht vervelend zoudt vinden. Vervloekte kwajongen, scheldt hij zichzelf, als hij haar wangen weer donkerrood ziet worden. Integendeel, zegt Nick, door onverschil ligen toon probeerend te verbergen, wat haar oogen moeten verraden. Als u zelf op kantoor bent geweest, zult u wel weten, dat er voor kantoormeisjes geen grooter ge noegen bestaat dan slippertjes maken ik bedoel, verbetert ze haastig en ze bloost nog harder zoo noemen wij het, als je onder kantoortijd ergens heen wordt ge stuurd. Natuurlijk zegt Frank met moeite zijn lach bedwingend, ik begrijp het -rolko- men. Dus dat is afgesproken. Misschien telt dit dan after all toch nog voor een goeie beurt bij uw chef. Dat heb ik dan aan u te danken, zegt Nick gul en steekt haar hand uit. Ik vind het buitengewoon aardig van u, meneer Robberts. Dank u wel en tot ziens. Ik laat u even uit, zegt Frank. Of. hebt u nog vijf minuten? Dan ga ik zoover met u mee. Ja, goed. Nick gaat weer zitten. Nog even hier mogen blijven, denkt ze. Nog even hem zien o, het is hopeloos, ze behoeft het zichzelf niet meer te verbergen, het wordt iedere minuut erger.... Misschien moet hij wel denzelfden kant uit, kan ze nog even op straat naast hem loopen; ieder oogenblik is kostbaar, want straks zal er niets meer zijn dan haar eenzame kamer, waar ze weer van voren af aan moet begin nen met zichzelf te vechten. Maar nu is hij er nog zit hij tegenover haar. Zoo gezellig-vertrouwd lijkt haar die kamer nu al, vooral nu hij de bureaulamp aanknipt. Driftig gooit hij papieren door elkaar, vischt er een paar brieven uit, een enveloppe met processtukken. Nog even kan ze ongestoord naar hem kijken. Zijn gezicht, dat ze nu al zoo goed kentZijn handen, die nog steeds grabbelen tusschen de paperassenEénig slordig is hij èn driftig, dat zie je zóóIneens schiet er van zijn bewegende rechterhand eenlicht- flitsje in haar oogen het goud van zijn trouwring vonkt in het licht van de bu reaulampGek, dat je dat werkelijk op eens kunt voelen: echte pijn aan je hart. Ziezoo. Frank raapt de paperassen bij elkaar, stopt alles in een brievenmand Netjes, hè? U zit zich zeker dood te ergeren over zooveel slordigheid. Ik ben tenminste blij, dat u mijn chef niet bent, zegt Nick luchtig. Het zou misschien best meevallen. Let maar eens op, hoe mijn personeel voor me vliegtWei? vraagt Frank als Van Dijk, na een repertoire van „ja meneer, zeker meneer, ik zal alles wel opruimen, meneer, hebt u een paraplu, meneer want het regent zoo, zal ik een taxi bellen, me neer? vertrokken is. Is dat nu geen echte toegewijde dienstbaarheid? (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE BELANGRIJKE VOETBALWEDSTRIJD D.W.S.—D.H.C. WERD DOOR DE GASTHEEREN MET 1—0 GEWONNEN. VLAK VOOR HET EINDE WERD HET EENIGE DOELPUNT GESCOORD. (Polygoon) OPBOUW ARBEID AAN DE KANAALKUST. EEN FRANSCH DROOGDOK WORDT WEER IN ORDE GEMAAKT. (Hoffmann) in het stedelijk museum Te amsterdam werd de tentoonstel ling van St. Lucas geopend. Tijdens den rondgang van links naar rechts burgemeester dr. W. de Vlugt, mevrouw Röell en Bart Peizel, voorzitter van Sint Lucas. (Polygoon) de oude gothische kerk van st. geertruida (bekend als de geerte-kerk) te utrecht, zal worden verkocht, aangezien de restauratie te veel geld zou kosten. (Polygoon)] TE montana-dorf in wallis (zwitserland) wordt een groot, modern volkssanatorium gebouwd. Het fraaie gebouw is 100 meter lang en zal 160 bedden bevatten. (Photopress) de eenige gobelin-bewerker in ons land oefent zijn bedrijf uit te baarle-nassau. De 75-jarige gobelin-bewerker is reeds 60 jaar in dit vak werkzaam. De krasse kunstenaar in zijn museum, waar hij het gulden boek met vele handteekeningen van buitenlandsche bezoekers inziet. (Het Zuiden)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5