Hitler en Mussolini ontmoeten elkaar te Florence - De „Silüermsh
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Huwelijk met
modern comfort
Siste Jaargang
FEUILLETON
99
DE HISTORISCHE ONTMOETING TE FLORENCE. De Führer en de Duce
met de beide ministers van Buitenlandsche Zaken von Ribbentrop en graaf
Ciano in het Palazzo Vecchio in Florence, waar de politieke
besprekingen plaats vonden. Hoffmann
OP „DUINDIGT" WERD DE „SILVERRUSH" VAN DE ATHLETIEKVEREENIGING „DE TREKVOGELS" GE
HOUDEN. Winnaar werd de 17-jarige W. Slijkhuis van Holland, alhier. De winnaar komt door de finish.
(Polygoon)
DE ZUID-HOLLANDSCHE JACHT-VEREENIGING VERREED ZATERDAG IN
WASSENAAR DE „HUBERTUSJACHT". EEN OPNAME TIJDENS
DIT PAARDENSPORTEVENEMENT. (Polygoon)
DE FÜHRER EN DE DUCE TE FLORENCE.
DE BEVOLKING VAN FLORENCE JUICHT DEN FÜHRER EN DEN DUCE
BIJ DEN RIT DOOR DE STAD TOE. (Hoffmann).
ALLERZIELEN OP HET SOLDATENKERKHOF OP DEN GREBBEBERG.
EEN GROEPJE OUD-STRIJDERS HERDENKT DE GEVALLEN KAMERADEN.
(Polygoon)
DE INRICHTINGEN LANGS HET KANAAL VAN Kü.
RINTHE GEBOMBARDEERD. Volgens het Italiaansche
Weermachtbericht hebben de Italiaansche vliegtuigen de
inrichtingen langs het kanaal van Korinthe gebombardeerd.
Alle vliegtuigen keerden terug. Het beroemde kanaal, dat
diep in het land is uitgehouwen. (Schorl).
door
Mr CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM.
24)
Ja meneer, 't ls treurig, meneer, zegt
Van Dijk.
Heb je slecht nieuws? Mr. van West-
hove staat op den drempel.
Miserabel, zegt Frank hartgrondig.
Ja, Ik vind het echt ellendig. Willems, u
wete wel, die chauffeur, dien ik van den
Raad van Rechtsbijstand heb gekregen.Een
maand onvoorwaardelijk hebben ze hem
gegeven en een jaar intrekking.
Zoo, zegt Mr. van Westhove dat ls
nogal bar. Had je voorwaardelijk gepleit?
Allicht. De stumper had nog nooit ook
maar de kleinste bekeuring gehad. En hij
was al zes jaar bij denzelfden baas. Nou kan
njj een maand gaan zitten en dan ad infi
nitum gaan stempelen. Heeft een vrouw en
'Wee kleine kinderen. Driftig, met groote
stappen ijsbeert Frank dcor het kantoor.
De ander kijkt hem met een begrijpend
glimlachje na. Ja, ik voel, dat het spe
ciaal voor jou ook beroerd is, zegt hij.
Geef me het adres maar eens, dan zal ik
zien, of =r voor dat gezin iets kan gedaan
worden.
Graag, zegt Frank dankbaar. Wat
'tadt u? Ik zal hem maar niet aanraden in
aPPèl te gaan, wel?.
Nooit ofte nimmer, zegt Mr. van West
hove beslist. Het slachtoffer is toch ge
storven, niet? Daar stapt het Hof nooit
overheen. Integendeel, je hebt kans, dat ze
er nog een schepje opdoen.
In vredesnaam dan maar, zucht Frank
Hadt u nog iets bijzonders?
Uitsluitend vulgaire nieuwsgierigheid,
lacht de ander. Ik heb een paar nieuwe
zaken ontdekt op de rol van vorlgen Vrij
dag. Heb jij, terwijl ik op reis was, de prac-
tijk dermate uitgebreid?
Met mijn zevenenzestigste en achten
zestigste gratiszaak, zegt Frank, terwijl hij
de rol doorkijkt, die de ander hem voor
houdt. Die en die, wijst hij aan. O ja
en deze, dat heb ik u nog niet kunnen ver
tellen. dat ls een betalende.
Oliefabriek contra N.V. Helgoland,
leest Mr. Van Westhove hardop. Is dat
van je vroegere werkgeefster? Dat ls aar
dig, zeg.
Ja, vindt u niet? Wacht, leest u maar,
wat ze geschreven hebben. Frank doet zijn
best, den brief, waarop hij zoo jongens
achtig trotsch is, met een onverschillig ge
zicht over te reiken.
Mr. van Westhove fronst al lezend de
wenkbrauwen. Als ik het goed begrijp,
heb je de dagvaarding kant en klaar toe
gestuurd gekregen?
Ja. natuurlijk, zegt Frank verwonderd.
't Is toch een procureurszaak.
O ja? Van welk kantoor dan?
Van de Oliefabrieken. Of van confrère
Riemstra, de chef ven de Rechtsafdeeeling,
als u dat liever wilt.
Een jurist met een vast salaris, in
dienst van een naamlooze vennootschap, ls
voor mij geen confrère.
Goeie genade, maar dat is ook een op
vatting uit het steenen tijdperk, valt
Frank uit.
De ander haalt de schouders op. In die
opvatting sta ik niet alleen. Je weet best,
dat verscheidene confrères van standing er
precies eender over denhen.
Vlieg op met je standing, denkt Frank,
maar hij zegt, met moeite kalm blijvend:
Er zijn minstens evenveel confrères van
standing, die er anders over denken. Weet
u, wie hier tot dusverre, tien Jaar lang hun
procureurs waren? Elders en Van Vaart-
huyzen. Noemt u dat soms geen kantoor van
standing? En als de oude Elders niet ge
storven was, had ik nooit deze kans gehad.
En wat voor een kans! Die relatie brengt
mij zeker driehonderd gulden per jaar op.
Natuurlijk, zegt Mr. van Westhove
minachtend. Daar draalt het tenslotte
weer om. Dat ls voor jullie jongeren het
eenig belangrijke van de heele advocatie,
geld verdienen. Jullie vraagt bij iedere zaak
in de eerste plaats: hoeveel verdien ik er
aan? En als de zaak er dan maar eventjes
mee door kan en Je net niet in botsing hoeft
te komen met de reglementen of met den
Raad van Toelzcht, dan vinden jullie 't al
lang prachtig.
Zoo, zegt Frank, wit van drift. - Denkt
u tegenwoordig zóó over mij? Ik ben blij,
dat u 't nu eens ronduit zegt, want van die
zijdelingsche hatelijkheden heb Ik allang
genoeg. Maar accepteeren doe ik het niet,
als u dat maar weet. De handen tot vuisten
gebald in zijn zakken, staat hij voor hem.
U hebt me niets te verwijten, zegt hij
heesch, want ik heb mezelf ook niets te
verwijten. Dat ik het met uw opvattingen
niet eens kan zijn, ls mijn schuld niet. Maar
u hoeft werkelijk niet bang te zijn, dat ik
ooit zal vergeten, dat mijn vader èn mijn
grootvader fatsoenlijke en behoorlijke ju
risten waren en dat ik me daarnaar te ge
dragen heb. En daarom ben ik ook niet van
plan om me nog langer zoo door u te laten
behandelen. Ik vertik het en daarmee uit.
Als het u niet bevalt, dan geeft u me mijn
ontslag maar. Ook al goed. Voor mijn part
dan word ik weer chauffeur.
Daar zou je met je dollen kop werkelijk
toe in staat zijn. Mr. van Westhove, die vol
maakt kalm Franks woede over zich heeft
laten heengaan, schudt bedachtzaam het
hoofd.
Welja, waarom niet? Ik verlang er
soms hard genoeg naar terug met al dat
gezanik hieren overalFrank laat
zich In zijn bureaustoel vallen, staart som
ber voor zich uit.
Luister eens, Frank, zegt mr. v. West
hove en gaat tegenover hem zitten, ik zal
je je uitval van daareven maar niet kwalijk
nemen, want misschien had je niet heele-
maal ongelijk. Misschien ben ik Inderdaad
te conservatief op sommige punten. Maar
wat die quaestle van de Oliefabrieken aan
gaat, tja daar kan Ik me met den besten
wil van de wereld niet mee vereenigen. Al
weet ik heel goed, dat verscheidene confrè
res, en lang niet de minste, jouw stand
punt zullen deelen. En al heb ik het risico,
dat je er op een punt als dit andere opvat
tingen op na zoudt houden, destijds bij
voorbaat aanvaard, toen ik je een plaats op
ons kantoor aanbood, wetende dat je vijf
jaar in dc industrie gezeten had. Enfin, het
is tenslotte een zaak van jou, dus als je wilt
zullen we er het zwijgen maar toe doen.
Maar voor het overige jongen, je hebt er
zelf zoo juist je vader bijgehaald: denk je
nu werkelijk, dat als die nog leefde, uij het
prettig zou vinden, dat zijn zoon tot over'
zijn ooren In de echtscheidingsprocedures
zit? En wat voor soms!
Frank kijkt even onzeker. Och, zegt
hij dan, als de ouwe heer nog leefde, was
hij nu misschien ergens president. Had hij
het waarschijnlijk nog veel drukker met
echtscheidingen, dan ik het ooit zal krij
gen.
In een totaal andere hoedanigheid
dan toch, zegt mr. Van Westhove scherp.
Nu maak je je er wel héél gemakkelijk
van af. Ik ben er zeker van, dat je vader
zich even dikwijls aan je zou ergeren, als
ik nu doe. Maar soit, laten we daar maar
niet over doorpraten. Op dat punt worden
we het toch niet eens. Wel hij steekt zijn
hand uithoe is het? Ga je nog chauf
feurtje spelen of blijf je de toga voorloopig
trouw? En als Frank, nog aarzelend, de toe
gestoken hand grijpt, zegt hij lachend: Ik
zou achteraf bijna zeggen, dat jouw aan
rijdingsgeschiedenis Indertijd je blijkbaar
al evenzeer ongeluk gebracht heeft als
aan je vriend Willems.
Zoo erg ls het nu ook weer niet, lacht
Frank. En. eh.het spijt me, dat
ik zoo driftig werd straks, zegt hij een
beetje verlegen. Ik ben nu eenmaal een
driftkop, enfin, u kent me langzamerhand.
Ik heb er achteraf altijd genoeg spijt van.
Wil je nog thee, Frank? vraagt Lies.
Nee, dank je. zegt Frank en kijkt niet
op van zijn boek.
Lies zucht. Frank is weer buitengewoon
spraakzaam de laatste dagen.
Is er iets? probeert ze. Je bent zoo
stil.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).