De krant voor de Jeugd
LE'DSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 November 1940
Vierde Blad
No. 24727
Kastanjepoppetjes' lief en leed
CORRESPONDENTIE
Het mannetje is een plager, maar het vrouwtje
vergeldt kwaad met goed
RAADSELS
Oplossingen
Goede oplossingen
Beste raadselnichtjes en -neefjes,
Ais jullie dit lezen, hebben jullie herfstvacan-
Een kleine verpozing tussen het werken
or' Maar in de vacantie wil je toch ook graag
It. te doen hebben, al moet het wat anders
n dan het gewone schoolwerk. Ziehier dan
in mij een kleine vacantievulling: een kruis-
oordraadseltje! Ik hoop, dat dit jullie een
rettig raadseluurtje zal geven. Ik durf jullie
et een gerust hart hiervoor aan het werk
zetten. Het is een lekker kluifje, niet ..taai";
et eentje, om rustig aan door te knabbelen!
Weten de kleineren hoe het moet? Zo niet.
in volgt een kleine uitleg. Je moet de letters
m de woorden in de witte hokjes invullen, tot
'op een zwart hokje stuit, of op het eind van
rij. Het 1ste woord horizontaal bestaat dus
5 letters. No. 5 ook. No 10 bestaat uit 4
tters. No. 13 uit 3 letters, enz. En verticaal
Ósgelijks: No. 1 heeft 5 letters, No. 2 heeft
letters. No. 3 heeft 4 letters, enz. Het ene
oord helpt je het andere te vinden, dat merk
Kei. Als je eenmaal op gang bent. vind je
zo fijn, dat je er niet van op kunt houden,
it zul je zienEn het raadsel telt dubbel, ook
ji voordeeltje!
Wie echt niet van kluifjes houdt, vindt nog
ize genoeg bij de andere raadsels In ieder
al kan ieder aan het oplossen.
'jg. amuseer jullie je er mee en verder V7ens
1 allen prettige vacantiedagen
Sier volgt de beantwoording van de briefjes.
.Ui Stikkelorum Je hebt een practisch
indwerk onder handen. Je kunt het goed ge-
riiken, als het af is.
Koos Stikkelorum Jij weet er van. hoe
0 het is. je naam als prijswinnaar in de
rant te vinden.
Kora Key Ik heb het gelezen, wat jc
rhrijft. en dacht dadelijk al. dat ..Korlna" een
:htje van jou zou zyn.-Hopelijk kun je mc
over je kleine nicht vertellen. Was Moeder
1 met je cadeau?
Mei v. Hoeven Hartelijk welkom in onze
ring. Ik hoop, en denk, dat Je hier ook gauw
lt wennen. Je schrijft je brief al netjes; dat
,at best.
Annie v. d. Vos Wat verras je mij met je
P:Coie postpapier! Het is nu stilletjes thuis met
[c-eder alleen. Jannie zal jou dan wel over haar
«k vertellen.
Rudolf David Jij hebt de betekenis van
ndsel IV van de vorige keer goed begrepen!
i het zo koud blijft, krijgen we de ijsbloemen
gauw te zien!
Tweetal v. Weizen Jij blijft maar mooi
(^papier sturen, Corry. En er mooi op schrij-
n! En Dik schrijft nu met inkt; dat ziet er
k al keurig uit.
Dleneke v. Ewijk Natuurlijk mag jij ook
wdoen; hartelijk welkom. Je schrijft me een
orig briefje, op snoezig postpapier. Ja, jij
mt makkelijk je brief even naar het Bureau
>ldsch Dagblad brengen.
Coba v. d. Meys Ook hartelijk welkom.
;n de kinderen worden alleen raadsels of
•kdoten geplaatst; die mag je insturen. Je
Efje kan ik goed lezen, maar je naam niet;
loop. dat ik deze goed ontcijferd heb! Op
enveloppe moet je, behalve het adres, nog
:anduiding schrijven, »dat je brief bestemd
■oor de Kinderkrant.
/opie en Freddy Susan Ik hoop het ook
je. En ik denk, dat alle kinderen hetzelfde
jpen.
Joop Schouten Hier heb ik een geluks
pel te pakken! Die is Woensdag op een hol-
•;je naar het Leldsch Dagblad gegaan, en is
iet een mooi boek thuisgekomen. Heb je het
verslonden"?'
Elsje Verlind Jij hebt gelukkig nog vele
snsen voor je.
Coba Verlind Dat belooft een heerlijke
iddag op 16 November. Heel misschien kom
luisteren.
Manny Nauta Prettig, dat je nu weer pre
nt bent. Ik hoop, dat je een volgende keer
ilukkiger bent. Weer mooi postpapier.
Paul Blangé Jij hebt het lelijk te pakken
ïkregen Maar nu zal het ergste wel voorb^
Maar met het boek tref je het; dat kon
J geen beter ogenblik winnen. Ik hoop, dat
Je prettige uurtjes zal bezorgen en je bijna
doen vergeten, dat je in bed ligt. Spoedige
lerschap en bedank Vader voor de brief.
Ingeborg Rysdijk Bedankt voor je raad-
Itje.
Lydia Botermans Ja. we vallen zo maar
in zomerwee'r in winterweer. Cobi kan ook te-
eden zijn over haar feestdag.
Ineke Kriek Ik geloof, dat jouw ziekte van
orte duur was. Gelukkig maar! Als Hans
elpt, kan hij zijn naam ook onder de raadsels
tten.
Jan Kooien —^Hartelijk welkom. Nu een
mlswoordraadsel. dus werk genoeg voor je!
Jurric Bekooy Er komt nu weer nieuws los
jou! Ik denk. dat jij ook nog wel eens zult
^genieten van Dik Trom. En verder ijverig
tfen aan wat je schviift!
Loes Horslmann Ter ere van ons wederzien
al lk dan maar dadelijk aan je wens voldoen
laar: zelf inschrijven, hoor!
Een bloempje bracht mij eens jouw groet
Wat daaruit sprak, was fris en goed.
Tract zo altoos in anderer leven,
Een kleine zonnestraal te geven.
Bianca Horstmann Jij ook hartelijk wel-
:orn. Ik voel me vereerd, de eerste brief, die
ij in je leven schrijft, te ontvangen. En het
nat je' best af. Ik hoop. dat er vele op volgen.
Koos Flaman Goede berichten, gelukkig.
Verdere beterschap er mee.
Nelly v. Weercn Je hebt Je verjaardag
dubbel mogen vieren, zie ik. Met als gevolg;
'fn hele lijst cadeaux!
Annie v. d. Hart Suusje had een fijne
oodschap voor je. toen je haar tegenkwam. Jij
debt geboft!
Beppie v. d Hart Dat was een heerlijke
toodschap Woensdagmiddag* met jullie viertjes.
"U kan het hele kringetje meegenieten van de
mooie boeken.
Johanna v. d. Zwan Hartelijk welkom in
°nze kring.
Aukje v. d. Walle Het gaat bü jou alles
"i een leien dakje: het breien, de Franse les.
nog veel meer. denk ik. Het is nu in alle
opzichten: winterseizoen.
Toni Neuteboom Ik had je al gefeliciteerd.
iat weet je toch? Jij mocht smullen op je
^jaardag Het is nu een goede tijd voor lezen.
Marietje Lagerwy Het was een feestelijke
uitreiking van de diploma's. En lekker ook!
pietje en Henkle boften er bij. Nu heb je je
öinloma thuis, een gewichtig document!
i Firii de Lange Jullie hebben fijne bomen in
o tuin Die geven wat te smullen!
Jop Zandbergen Dat ziektetje was niet
Prettig. Dat moet nu verder maar wegblijven!
Corry de Roon Hertoee Natuurlijk gaan
'e weer vrolijk verder. Jij hoopt alvast op een
v'ol?ende keer. Knan. alle oplossingen.
Ans Voorma Ik heb er maar schik in, dat
Jullie steeds samen onlossen, en dan verder zo'n
Re.z°llige Zondag hebben. Fijn, zo'n poppen-
middag.
Nellie Dorrepaal Buiten donker, binnen
licht. Dat is ook gezellin. Dan een boek er bij
de raadsels en jij hebt het naar ie zin!
Willy W:ecers De echte school is fijn. en
Jouw schooltie thuis ook! Jij bent al een school
juffrouw in de dop!
Drietal v. d. Pluvm Prettig, dat een van
Jneen tijd had. om de brief te schrijven. Gaat
goed met je Ouders?
Peter Westerbeek Die paar vrije dagen
geven een welkome afwisseling. En nu zet ik
jullie nog aan het werk!
Dientje Veendorp Je hoeft niet aiieen „voor
de lol" meer oplossingen in te sturen, je mag
het altijd doen!
Anny Bekooy We hebben al vele briefjes
aan elkaar geschreven en dat moet nog maar
een hele tijd zo doorgaan, vind je ook niet? Je
hebt het heel precies onthouden, wanneer je
begonnen bent.
Marietje v. Rooyen Laat het buiten maar
koud zijn, jij zit fijn binnen, in de warmte en
in het licht. Echte raadseltijd! Je fiets kan nu
een rustkuurtje gaan doen. Verder verlang jij
naar Koning Winter: ijs en sneeuw!
Elly Punt Hartelijk welkom. Wat stuur je
me snoezig postpapier! Nu mag jij ook een
raadseltje insturen.
Zusjes Schipper Zo gauw de prijsraadsels
afgelopen zijn, wordt er alweer verlangend uit
gezien naar de volgende; door jullie en door
alle anderen!
Tom Landré In de hokjes kwam je raadsel
van verleden week wel uit. maar je had er
enkele andere lettors bij gebruikt. En dat
klopte niet met de 24. die er stonden.
Annie en Henk Olivier Ik heb verleden
week geen raadsels van jullie ontvangen. Jam
mer vooral, nu jullie ze wel gemaakt hadden.
Geniet nu maar van je vacantiedagen.
Riet Tuinhof de Moed De tijd voor fiets
tochtjes lijkt voorbij te zijn. Nu moeten jullie
je plezier meer binnen zoeken.
Jannie van Kampenhout Ik ben blij voor
je, dat jij nu eens tot de geluksvogels behoorde.
Je kunt genieten van je boek in je vacantie
dagen.
Martie Bakker Van mazelen krijgt bijna
ieder kind een beurt. Jij hebt de naarste dagen
gelukkig al weer achter de rug. en kunt nu fijn
knippen en plakken. Knappen de kleintjes ook
weer op? Beterschap voor allen en groeten voor
Niek.
Gerda Teljeur De kinderkant is nu dubbel
welkom. En wij hebben toch contact, al gaat het
nu door de hand van een ander. Hopenlijk
slechts van korte duur. Een extra groetje en be
terschap.
Rla de Nie Dat heerlijke feest zul je niet
licht vergeten. Nu kon je goed naar de sterren
kijken.
Truusje van Weizen Je nieuwe raadsels
ontvang ik ook weer Igraag, al zullen ze wel
een poosje op een beurt moeten wachten.
Pim van Weizen Wat gezellig met de vo
gels elke ochtend! zy zorgen er zelf wel voor,
dat je ze niet vergeet.
Wim Rienstra Een fijn weekje: eerst een
verjaardag, en dan vacantie. Dat was heerlijk,
weer eens enkele woorden naar huis te kunnen
schrijven.
Paul Rienstra Voor jou ook een beetje
fijn, dat Atze een prijs heeft. Jullie kunnen
allen genieten van zijn boek.
Atze v. d. Kooi De voorgevoelens zijn dan
goed uitgekomen. Of hij blij was! En Bea had
het pleizier gehad, er van te komen!
Bea v. d. Kooi Ik ben benieuwd, wat de
verjaardag jou allemaal gebracht heeft.
Hans Schelke Hartelijk welkom. Ik hoop
hetzelfde als jij,
Nelly Meinema Dat waren verleden week
allemaal goede zaken bij elkaar: een verjaar
dag. een prijs, en Moeders beterschap! Blijft
het goed gaan?
Plonie de Geus Die vroege koude komt
slecht van pas; nu móet de kachel wel bran
den. Het is verstandig, je in elk geval warm
te kleden.
Joke de Vos Het is prettig wat voor an
deren te maken, dar, ondervonden jullie weer. Je
mag naar me toekomen, als je me ziet op
16 Nov.
Rudi Arkeveld Gelukkig, dat jullie weer
gewoon hele dagen naar school.gaan. Nu heb je
elke week een wandelingetje naar mijn huis.
Cobie Hartevelt Natuurlijk, hoop jij weer
op een volgende keer. Heeft Jannie je alleen
gelaten?
Lenle Brocaar We zullen beiden hopen, dat
Jij ook eens tot de gelukkigen zult behoren.
Willy Roest Voor je raadsel moet je geduld
hebben; ik heb er veel in voorraad. Als je naam
vorige keer onder1 de goede oplossers stond, was
het in orde met je oplossingen. Prettige dag met
Moeders feestdag.
Ik beëindig hiermede mijn wekelijksche bab
beltje met jullie en hoop dat jullie prettig zullen
puzzelen en ook weer een en ander te vertellen
zullen hebben! Als steeds verlang ik alweer
naar jullie brieven. Tot de volgende week.
Allen hartelijk gegroet door jullie Raadsel-
tante.
MEVR. M. J. BOTERENBROOD.
Op het tafeltje naast Ida's bed, tussen
de strikken, de haarknipjes, de kam, de
borstel, en het heerlijke flesje eau de
cologne, staan twee grappige poppetjes:
een mannetje en een vrouwtje.
Ze zijn nog niet oud. Precies drie weken
geleden zijn ze gemaakt van bruine glim
mende kastanjes. Eerst het mannetje, want
dat was het gemakkelijkst. Ida en Zus heb
ben een hele tas vol voor Moeder op tafel
uitgestrooid. En toen heeft Moeder er de
twee mooiste, rondste uitgezocht: een
kleintje en een grotere.
De kleine kastanje kreeg aan de ene kant
een gaatje en werd toen met een lucifer
op de grote, die ook een gaatje had gekre
gen, vastgemaakt. Toen had het mannetje
al een hoofd en een jasje. In het hoofd
kwamen twee luciferskoppen als ogen, een
rond gaatje voor de. neus en een lange
spleet voor de mond. En daarna kreeg het
mannetje armen en benen van lucifers en
ook nog een 'soort derde been om te kunnen
staan en eindelijk een mooie rij lucifers
kop-knopen op zijn jasje.
Toen het mannetje af was, glom hij van
bekast lijkt en het vrouwtje heeft een knik
in haar ene arm en een scheur in haar
schouder gekregen. Ook haar mooie vlecht
zit niet zo netjes meer als in het begin,
's Avonds, als ze in haar bedje ligt, kijkt
Ida vaak heel lang naar het kastanje
paartje. En dan houdt ze hele verhalen te
gen hen.
Vanavond heeft ze haast verlangd, dat
het bedtijd werd, want ze had hun een
heleboel te zeggen! Verbeeld je, toen Ida
die morgen wakker werd stond alleen het
mannetje op het tafeltje: het vrouwtje lag
op de grond, half onder het bed. En ze
keek zó treurig!
Daar moet Ida het hare van hebben. Ze
heeft het tweetal weer vlak naast elkaar
gezet en gezegd: „Wacht maar, ik zaL,jul
lie vanavond wel krijgen! Foei, me zo'n ver
driet te doen met jullie geruzie!" Want ze
denkt beslist, dat het mannetje zijn zielig
vrouwtje met haar zere arm van de tafel
heeft gebokst. Kijk maar, hoe uitdagend
hij daar staat, één arm uitgestrekt in de
lucht en een vals lachje om z'n brede
mond!
Het mannetje begint met een houten breinaald te peddelen.
trots, omdat hij zo'n echt mooi kastanje
mannetje was en hij lachte aldoor, omdat
hij nu eenmaal zo'n brede mond had.
„Nu een vrouwtje" zei Zus tegen Moeder
„want alleen is maar alleen, hè?"
„Best hoor. Nu een vrouwtje!"
Dat werd net zo gemaakt als het man
netje, alleen was het een beetje moeilijker,
omdat het een rokje aan moest. Dat werd
gevouwen van een papieren servetje (een
heuse plooirok) en om het lijfje van het
vrouwtje gelijmd. En toen het rokje ook af
was, kreeg het vrouwtje nog een pruik ook:
van een lange draad wol. Die werd in drie-
en geknipt. Ida moest de drie eindjes vast
houden en toen vlocht Moeder er een stijve
vlecht van en prikte die vast op vrouwtjes
bol en draaide hem om en om, zodat het
een dikke, ouderwetse wrong werd.
Ida en Zus vonden het bepaald prachtig,
hoewel ze een pagekop of rollenkapsel toch
moderner hadden gevonden. Maar Moeder
legde uit, dat het mannetje en vrouwtje
echte koffiebruine Oosterlingen waren
een apart kastanjeras zo tussen negers en
indianen in! en dus geen rekening hoef
den te houden met de nieuwste mode om
dat er toch in de woestijn, waar ze eigenlijk
woonden, geen modebladen verschenen. Het
mannetje en het vrouwtje werden toen
netjes op Ida's tafeltje gezet, tussen het
flesje eau de cologne, de kam, de haar
knipjes, die 's morgens altijd weg zijn en
wat ik meer heb opgenoemd.
Ze staan daar, zoo^ls ik je vertelde, al
drie weken, Ze zien er met hun brede, la
chende monden nog altijd erg opgewekt
uit, maar toch kun je goed zien, dat de
tand des tijds al een beetje aan hen heeft
geknabbeld. Het lijf van het mannetje is
zó ingedroogd, dat het wel een echte rib
's Avonds begint Ida er, als moeder weg
is, direct over.
„Hoor eens," zegt ze, „ik wil nu eens da
delijk de waarheid weten. Heb jij je vrouw
tje van de tafel gestompt of niet? Het helpt
heus niet of je nee zegt, want ik heb alles
gezien!"
In het schemerige avondlicht vertrekt de
mond van het mannetje in een nog bredere
grijns en hij zegt: „Nee hopr, helemaal
niet! Hoe kom je er bij?"
„Wel, wèl!" jammert het vrouwtje. „Hij
gaf me een duw en toen rolde ik om en
toen kwam de wind en toen
„En toen, en toen, en toenbauwt
het mannetje na.
„En toen woei ik van het tafeltje," zucht
het vrouwtje. „Zie je niet, hoe m'n rok is
gekreukt en hoe slordig m'n haar zit?"
„Foei!" zegt Ida. „Ik had van jou nooit
gedacht, dat je zó lelijk zou doen, kastan
jemannetje! Je verdient, dat ik je het
raam uitgooi. Ik geloof, dat ik het maar
doe. Ja, ik doe het!" En ze gaat dreigend
rechtop, in bed zitten.
Maar dandan gebeurt er iets onver
wachts. Het mannetje en het vrouwtje gil
len allebei heel hard: „O nee, dat niet, dat
niet!" en ze hollen op hun spillebeentjes
het hele tafeltje over, de kant van het
dakraam uit. Vol verbazing kijkt Ida hen
na. Ze ziet hoe het mannetje met z'n beide
lucifersarmen heel resoluut het randje van
het dakraam vastgrijpt; zich optrekt en er
pardoes bovenop zit. Nu steekt hij het
vrouwtje een hand toe en trekt haar ook
omhoog. En dan kijken ze allebei angstig
van het dakraamrandje naar beneden, wat
Ida doen zal? Wel, natuurlijk gaat ze hen
achterna. Ze heeft niet voor niets een acht
voor gym, die flinke meid! In een oogwenk
voor allen, om uit te biezen; de groteren
vier, de kleineren drie goede oplos
singen.
Let wel: De oplossing van raadsel I mag voor
twee goede oplossingen tellen.
I.
Een klein kruiswoordraadsel!
Wie niet goed weet, hoe dit gedaan moet wor
den leze begin correspondentie.
Er moeten worden ingevuld:
HORIZONTAAL.
1. vorm van het woord „vaak".
5. prijzen.
10. weg met bomen aan weerszijden.
12. profeet, in de bijbel genoemd.
13. boom; ook meisjesnaam.
14. schat!
16. merk van vlakgom.
17. bedroefd.
20. aanmaning tot stilte.
22. dubbele klinker.
23. voegwoord.
24. vorm van „eten".
25. niet vers.
29. een der Zeeuwse wateren.
30. tijdelijke woning, niet van steen of hout.
32. de kop van een tor, de kop van een kip,
en de staart van een eend.
33. lange, slappe pop.
35. eerst een klinker, daarna een soort slede.
36. afgekorte meisjesnaam.
37. tegenstelling van „laatst".
38. heideplant.
41. holte in een muur (verkleinwoord).
42. spinrag (of ander vuil) wegnemen.
VERTICAAL.
1. voedingsmiddel.
2. vis.
3. een bewaarplaats (los, of in de muur ge
maakt.)
4. voegwoord.
6. tweeklank.
7. iets wat bij feesten gebruikt wordt.
8. boom.
9. bloot, onbedekt.
11. geen warmte.
14. lidwoord (2 letters), cn getijde (2 letters).
15. vorm van het werkwoord „trekken".
18. toespraak of verhandeling.
19. donkere vloeistof.
21. vertaler bij een gesprek tussen mensen, die
een verschillende taal spreken.
24. meisjesnaam.
26. vader en moeder samen.
27. zure vloeistof.
28. nooit eindigend.
29. hard voorwerp, of harde stof.
31. vocht, dat uit het oog vloeit.
33. tegenstelling „vroege".
34. hemellichaam.
39. deel van een schip.
40. grondtoon en derde toon van de makkelijk
ste toonladder in de muziek.
heeft Ida zich ook aan het dakraam opge
trokken.
„Schuif eens een eindje op, dan kom ik
tussen jullie in zitten I" roep Ida.
„Zul je ons niets doen?" vraagt het
vrouwtje angstig.
„Nee, nee, heus niet!"
„Nou kom dan maar!"
Een, twee, hup! Daar zit Ida al op het
randje, tussen het mannetje en het vrouw
tje in. Het papieren rokje ritselt en het
vrouwtje trekt het voorzichtig terug. En
weet je wat erg gek is? Ida is nu opeens
even groot als het kastanjepaartje! Ze
kijkt langs haar benen in de rose pyama
en die hangen zowaar precies gelijk met de
lucifersbeentjes van de anderen. En nu
kijkt ze even opzij naar het gezicht van
het mannetje. Hu! wat zijn z'n lucifers
kopogen groot en wat pullen ze spookach
tig uit z'n gezicht! Nu is het Ida, die bijna
bang wordt.
Maar het vrouwtje lacht vriendelijk en
zegt: „Je hoeft voor ons toch niet bang te
zijn! Je weet toen nog wel, dat je Moeder
ons gemaakt heeft, op die Zaterdagmid
dag? Als dat niet gebeurd was, en als ik
niet zo'n mooi rokje gekregen had en zo'n
prachtige vlecht, noudan was ik nu
nog een doodgewoon kastanjepoppetje, net
als hij. En als je Moeder ons geen benen
gegeven had en geen armen en geen knoop-
des en geen ogen, dan waren we nu nog
kastanjes en dan lagen we misschien in
het bos of in de prullemand!"
„Ja, dat is waar," zegt Ida. Maar het
mannetje brouwt: „Pff het is wat moois!
Had je moeder me dan geen ander hoofd
kunnen geven, in plaats van dit, dat altijd
zo'n pijn doet, dat lk er kribbig en akelig
van word?"
„Doet je hoofd zo'n pijn? Arme kastan-
jeman!"
„Ja," zegt het vrouwtje, „het is erg ake
lig. Iedere nacht krijgt hij vreselijke steken
door z'n achterhoofd. En daar wordt hij
dan zo humeurig van! En daarom klim
men we altijd door het raam, omdat we
hopen dat frisse lucht er goed voor is. En
dan gaan we een eindje varen in de dak
goot. Als Je het aan niemand vertelt, mag
je ook mee!"
„O!graag!" zegt Ida. En dan stap
pen ze uit het raampje en staan opeens
aan het randje van de woest golvende ri
vier, die de dakgoot is. Er ligt een papieren
schuitje in en heel handig haalt het man
netje dat naar zich toe
„Stap op", commandeert hij en Ida en
het vrouwtje nemen plaats. Het mannetje
der raadsels uit het vorige nummer.
1. Ijsbloemen.
2. L, la, lat, laat. plaat, plaats, staal, taal,
aal al, 1'.
3. Wormerveer; rem, oor. vee. ree. o wee.
4. Geven is zaliger dan ontvangen.
5. Zwammerdam; Mama, Merwede, de, zwam.
6. Degen, zegen, regen.
7. Lui, uil.
8. Roodkapje; rood. j, kapper.
der raadsels ontvangen van:
Maartje v. d. Voort, Geertje v. d. Voort, Ineke
Kriek, Jan Kooien. Jurrie Bekooy, Loes Horst
mann, Bianca Horstmann, Koos Flaman. Nico
Optendrees, Dickie Optendrees. Nelly van Wee-
ren, Annie v. d. Hart. Beppie v. d. Hart, Gé de
Jong. Piet de Ru. Nellie Trap, Jaap Haasnoot.
Johanna v. d. Zwan, Aukje v. d. Walle, Stientje
de Ru. Toni Neuteboom, Afke Neuteboom, Ma
rietje Lagerwij, Sofietje Lagerwij. Rie v. d. Laan
Bep v. d. Laan. Finl de Lange, Janny Hermans.
Jan Zandbergen, Ans Voorma, Corry de Roon
Hertoge. Nellie Dorrepaal. Maartje Stavleu,
Jannie v. d. Pluym, Koos v. d. Pluym, Nico v. d.
Pluym. Peter Westerbeek, Hannie Boterenbrood.
Elsje Boterenbrood, Ineke Boterenbrood, Dientje
Veendorp. Hans Goudsmit, Anny Bekooy, Jan
Goudsmit, Rietje Brandt. Marietje van Rooyen,
Mientje Uitdenboogaard, Elly Punt, Ali Stikke
lorum. Koos Stikkelorum, Adri Schipper. Anny
Schipper. Nel van Hoeven, Tom Landré. Kora
Key, Marietje Meyer, Annie v. d. Vos. Dora
de Rooy, Rudolf David, Corrie van Weizén, Dik
van Welzen, Dieneke van Ewijk, Ida de Graaf.
Jopie van Heuven, Coba v. d. Meys, Joop
Schouten, Annie Schouten, Cootje Schouten,
Evert van Dijk. Jopie Susan. Freddy Susan,
Coba Verlind. Elsje Verlind. Nanny Nauta.
Annie Olivier, Henk Olivier. Riet Tuinhof de
Moed, Alie Kriek, Lenie Kriek. Jannie van
Kampenhout. Niek Bakker. Marti Bakker. Ger
da Teljeur. Ria de Nie. Ingeborg Rijsdijk. Piet
Beugel, Truusje van Welzen. Pim van Welzen,
Atze v. d. Kooi, Bea v. d. Kooi, Wim Rienstra,
Paul Rienstra, Hans Schelke. Lydla Botermans.
Nelly Meinema. Ella Meinema, Anny Feynen-
bulk, Plonie de Geus. Joke de Vos, Rudi Arke
veld, Cobie Hartevelt Lenie Brocaar, Lenie de
Graaf, Willy Roest, Jacques de Geus, Suze de
Geus.
II.
Ingezonden door Jan Bronsgeest en door
Koos Stikkellorum.
Vul onderstaande spreekwoorden in:
a. W.. n..t s...k i„ m..t s..m
[z n.
b. B r t.. h...e g.k...d. d.n
t.n h... g...a..d.
ni.
Ingezonden door Lenie Brocaar.
Mijn eerste is een scherpe specerij mijn
tweede is een geldstuk, en mijn geheel is iets,
dat lekker is, als men buikpijn heeft.
IV.
Ingezonden door Alie Kriek.
Welk een wiel zit aan geen wagen,
Aan geen rijtuig of wagon?
't Is een wiel, dat men voor Jaren,
By veel vrouwen vinden kon.
V.
Ingezonden door Piet Martyn.
Ik ben een stad in België van 9 letters.
6, 9, is versterkend voedsel, 3, 4 een slede, 1. 2
twee aaneengevoegde letters met uitspraak als
één letter. 6, 5 is een lengtemaat, 5. 8, 7 een
vod.
VI.
Ingezonden door Rietje Brandt.
Welk beest heeft het altyd koud?
VII.
Ingezonden door Mien de Jager.
Myn geheel is een plaats in Zuid-Holland van
11 letters.
1, 2, 3, 4 is het tegenovergestelde van zuur,
6, 5, 11 is een hert;
7, 8, 9, 10 een ander woord voor bos.
gaat voorop staan en begint met een hou
ten breinaald, die ook in de dakgoot dreef,
te peddelen.
O, wat staat er een wind en wat krullen
de golven tegen het vaartuig op. Oei, oei,
oei-oei! zo blaast de storm om het huis.
Ida vindt het een heerlijke tocht, ze geniet
volop! Heel onvoorzichtig buigt ze zich ver
over het randje, eno, daar kantelt het
schuitje en alle drie vallen ze te water.
„Dom kind!" roept het mannetje eerst
nog. Maar dan begint hij te gillen van:
„help, help, ik verdrink! O!o! Ik ga dood!"
Ida heeft erg medelijden met hem, maar ze
kan hem niet helpen, omdat ze nog niet
zoo erg goed zwemmen kan. Maar dan ziet
ze pas, hoe lief het kastanje vrouwtje toch
is. Zij komt op haar papieren rokje aan
drijven en zegt: „Vlug, pak mij maar vast,
dan drijven we samen wel naar de kant."
En Ida roept: „Wat een schat ben Jij.
kastanjevrouwtje
Na een half uurtje zijn ze eindelijk veilig
aan het dakraam aangeland. Ida, die het
eerst was, steekt het vrouwtje de hand toe.
Maar o wee! als ze samen het mannetje
op het droge willen trekken, houden ze
alleen z'n hoofd vast: de rest van de kas
tanjeman blijft nog op de Woeste baren
dobberen.
Het vrouwtje huilt tranen met tuiten,
omdat het lijf van haar mannetje nu geen
hoofd en het hoofd geen lijf meer heeft.
Het is ook wel erg! Maar Ida weet raad.
„Leg hem maar binnen op het tafeltje zegt
ze. En dan pakt ze vlug, zonder griezelen,
hoofd en romp van den kastanjeman op
en wil ze weer op elkaar drukken, net als
ze Moeder heeft zien doen. Maar kijk, nu
ontdekt ze iets vreemds: dwars door het
hoofd van het mannetje steekt een groote
speld!
„Geen Wonder, dat je mannetje altijd zo
kribbig was," zegt Ida tegen het vrouwtje.
En ze haalt de speld eruit en gooit hem
ver weg over de daken. Als het mannetje
weer heel is, is hij zo zacht als een lam
metje!
„Jullie zijn allebei schatten, allerliefste
engeltjes!" zegt hij „en ik zal mijn vrouw
tje nooit meer afsnauwen of van de tafel
gooien!"
„Geef elkaar dan maar een arm," zegt
Ida. En ze zet ze netjes neer en hoopt
maar, dat ze voortaan vrede zullen hou
den!
Nu. dat zal wel lukken. Want als Ida de
volgende morgen wakker wordt, staan ze
nog net zo innig gearmd. Ida is blij!
R. DE RUTJTERv. d. FEER.