BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
Verstopping
Stsie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 October 1940
Derde Blad
No. 24721
Unie moet positief
werkzaam zijn
Gaat Harderwijks strand
verdwijnen
Gymnastiek op alle
lagere scholen
Ir. J. O. de Kat directeur
dienst voor de werk
verruiming
Werktijd voor ambtenaren blijft
onveranderd
De rundveevoedertoewijzing voor
winter en lente
Succes
Geen monopoliepositie voor bepaalde
groepen.
REDE VAN MR. J. LINTHORST HOMAN.
In het kader van de ledenbijeenkomsten
van „De Nederlandsche Unie" heeft mr. J.
Linthorst Homan voor de leden te Nijmegen
gesproken over de taak van de Unie in de
huidige verhoudingen.
Bij de oprichting op 23 Juli 1940 stelde de
Unie zich voor oogen, aldus spreker, om
alle Nederlanders te verzamelen tot doel-
bewusten arbeid voor het behoud en de ver
sterking van vaderland en volksgemeen
schap en tot de voorbereiding van de voor
waarden en de wegen van hun bestaan en
welzijn in de toekomst. Zij gaf daarbij aan,
welke sociaal-economische verbeteringen
nu reeds noodzakelijk zijn en welke cultu-
reele doelstellingen moeten worden nage
streefd. Staatkundig streeft zij naar een
sterke verbondenheid met Indië, naar orga-
nischen opbouw van ons gemeenebest en
naar een krachtig en besluitvaardig gezag.
Kort na haar oprichting zag de Unie ech
ter enkele politieke figuren tegen zich te
velde trekken. Principieel is hierin alleen
nog belangrijk het streven van den heer
Colijn, die blijkbaar de rechts-protestant-
sche gelederen rondom zich wil sluiten om
daardoor een blok naast de Unie te vormen.
Doch ook in die gelederen wordt het ver
langen naar dagelij ksch contact met de
volksgenooten steeds grooter. Het voorne
men, de Unie terug te dringen tot huma-
nistisch-katholiek blok, is dan ook nu reeds
volkomen mislukt, vooral daar ook de chris
telijke arbeiders zich niet in den ouderwet-
schen economischen gedachtengang van
den heer Colijn laten vasthouden.
Merkwaardig is het resultaat van de
N.S.B.-actie tegen de Unie, welke reeds zelfs
vóór de publicatie van haar programma was
ingezet en welke in felheid steeds toenam
en zelfs hier en daar in daden overging.
Tevoren had de Unie den weg opengehou
den voor samengaan van allen, ook nadien
heeft zij nog eens een practisch voorstel
voor een Raad van Advies gedaan, maar de
N.S.B. wil blijkbaar een monopolie.
Helaas brengt deze tactiek van de N.S.B.
velen tot de Unie, die louter afweer willen
en die geen positieve volksvernieuwing ver
langen. Dat legt een dubbelen last op de
schouders van leiding en leden der Unie, die
den plicht hebben, de Unie positief werk
zaam te doen zijn en haar te behoeden voor
negatief werk. Want op negatieve overwe
gingen kunnen mensch noch volk positie
ven vruohtdragenden arbeid verrichten.
In tegenstelling tot de N.S.B. heeft Natio
naal Pront zich wel bereid verklaard het
voorstel van de Unie over een Raad van
Advies te aanvaarden. Overigens is er veel,
dat de Unie en Nationaal Front gescheiden
houdt., vooral de eisch van den heer Meyer,
bij een samenwerking louter zijn program
ma te willen volgen en louter zelf de leiding
te willen dragen.
Een particulier leiderschap van den heer
Meyer acht de Unie niet een Nederlandsch
belang.
De weg, dien allen gezamenlijk zouden
kunnen gaan naar Nederlands toekomst, is
dus nog niet gevonden. Dat is te betreuren.
Doch het heeft inmiddels het voordeel, dat
er spanning blijft en dat ieder zich voor de
groote vragen gaat interesseeren. wat in ons
volk zeer noodzakelijk is. Ons politiek den
ken was te eng en te star geworden. Eenigen
tijd van verder zoeken en verder gedachten-
wrijving kan goed doen, mits de methoden
van intimidatie en terreur niet worden
doorgezet.
Er is ook reeds veel concreet verbeterings-
werk te doen, vooral op sociaal-economisch
gebied; geschiedt dat door allen, zonder
monopolie-positie van deze of gene groep,
dan kan ook daardoor gaandeweg 'het volk
worden vereenigd.
COMMISSIE BENOEMD DIE ZAL UIT
MAKEN OF HET STRAND ZAL BLIJVEN
OF GRASLAND WORDT.
In de te Harderwijk gehouden raadsver
gadering is een voor de toekomst van dit
IJsselmeerstadje belangrijke beslissing ge
vallen. In de vorige raadsvergadering is na
melijk een voorstel door B. en W. inge
diend, behelzende het omwerken tot gras
land van een groot deel van het tegenwoor
dige strand. Dit voorstel werd door een deel
van den raad, dat tegen strandvermaak op
Zondag is, gesteund. De heer Den Herder
diende op'de vorige zitting als laatste red
middel een voorstel in tot het benoemen
van een commissie van deskundigen, die
uit moeten maken, of het strand zal blij
ven of dat het grasland moet worden. Na
stemming staakten de stemmen 6 tegen
6 zoodat hierover in de gisteren gehou
den raadsvergadering opnieuw moest wor
den gestemd. Tharis werd het voorstel van
den heer Den Herder aangenomen met 85
stemmen met dien verstande, dat de be
doelde commissie een grondig onderzoek zal
instellen op welke wijze een afdoende res
tauratie van het strand mogelijk is en on
der voorwaarde, dat de voorzitter de
loco-burgemeester, de heer Koster Henke
(die buiten den raad om door den commis
saris der provincie Gelderland is aange
steld; de heer Koster Henke is n.l. oud
commissaris van politie) buiten den
raad om leden kan benoemen en dat hem
het noodige crediet wordt verleend. Ook
hiermede kon de raad accoord gaan.
Dit beteekent evenwel, dat het lot van
het strand binnenkort beslist zal zijn. Het
strand is namelijk nog het eenige wat de
vreemdelingen naar Harderwijk lokte.
(Hbld.)
DE KAASDISTRIBUTIE.
Er wordt op gewezen, dat bon 39 voor
kaas, welke in de winkels geldig is van 28
October tot en met 10 November, alleen
gedurende de eerste week dezer periode ge
bruikt mag worden in hotels, restaurants
en dergelijke.
PER 1 JANUARI VERPLICHT
GESTELD.
Naar het Vaderland verneemt is thans
definitief vastgesteld, dat per 1 Ja
nuari gymnastiek moet worden onder
wezen aan alle lagere scholen.
De vraag, welke maatregelen zullen
moeten worden genomen, wat betreft
slichting van lokalen en inrichting
van terreinen, om een doelmatig on
derwijs in lichamelijke oefening tc ver
zekeren, plaatst de gemeentebesturen
nog voor tal van moeilijkheden. Hier
omtrent is echter weldra een besluit
van den secretaris-generaal van het
departement van Onderwijs te ver
wachten, dat voor die moeilijkheden
een oplossing zal geven.
Tot nog toe was de situatie zoo, dat Ge
deputeerde Staten de bevoegdheid hadden
om tot 1 Januari 1941 van de verplichting
tot het geven van onderwijs in lichamelijke
oefening voor een bepaalde openbare
school telkens voor ten hoogste twee jaren
vrijstelling te verleenen onder voorwaarde,
dat aan de school althans onderwijs wordt
gegeven in de in art. 2 onder j der wet
van 1878 vermelde vrije en ordeoefeningen
der gymnastiek.
Onlangs nu hebben Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland aan den wnd. secretaris
generaal van het departement van onder
wijs de vraag voorgelegd, of de mogelijk
heid bestaat, dat de ex art. 195 der wet
voor invoering van het vak lichamelijke
oefening geldende bevoegdheid alsnog
wordt verlengd. De secretaris-generaal heeft
hierop aan Gedeputeerde Staten geant
woord, dat dit niet in de bedoeling ligt.
Hoewel de destijds met goedkeuring van
het departement door het Rijkscollege voor
de lichamelijke oefening uitgegeven richt
lijnen voor het onderwijs in lichamelijke
oefening reeds in die richting wezen, is
hiermede een kwestie, waaromtrent langen
tijd onzekerheid, althans geen definitieve
zekerheid heeft bestaan, voorgoed opgelost.
VERSIERING VAN OORLOGSGRAVEN.
Het comité ter versiering van oorlogsgra
ven in Nederland is deze week begonnen
met het beplanten der oorlogsgraven met
bloembollen.
De graven van in ons land gesneuvelde
militairen worden thans met narcissen, cro-
cussen, hyacinthen-, vroege tulpen-, late
tulpen en clarwintulpenbollen beplant, wel
ke tegen het voorjaar in bloei zullen staan.
Het comité ter versiering van oorlogisgra-
ven in Nederland streeft naar een blijven
de piëteitsvolle versiering der graven.
DE ROTTERDAMSCHE BRANDWEER.
Zooals reeds eenigen tijd geleden is be
kend geworden, zal de Rotterdamsche vrij
willige brandweer in afzienbaren tijd wor
den vervangen door een beroepsbrandweer.
Tot leider van de nieuwe organisatie heb
ben B. en W. in afwachting van een defi
nitieve benoeming, die door den gemeente
raad zal moeten geschieden, voorloopig
aangewezen majoor van den generalen staf
J. Govers. (Msb.)
De waarnemend secretaris-generaal, waar
nemend hoofd van het departement van
sociale zaken heeft aangewezen tot:
Algemeen directeur van den rijksdienst
voor de werkverruiming: ir. J. O. de Kat,
lid van de directie van voornoemden
dienst;
Directeur voor de voorbereiding van de
aan den rijksdienst voor de werkverrui
ming opgedragen aangelegenheden van
cultuurtechnischen aard: ir. J. Th. West-
hoff, lid van de directie van voornoemden
dienst;
Directeur voor de voorbereiding van aan
den rijksdienst voor de werkverruiming op
gedragen aangelegenheden van civieltech-
nischen aard: ir. J. Midde Rijland, lid van
de directie van voornoemden dienst.
Ir. J. O de Kat, de algemeen directeur
van den rijksdienst voor de werkverruiming,
studeerde aan de technische hoogeschool te
Delft en werd in 1910 civiel-ingenieur.
Achtereenvolgens was hij ingenieur bij de
burgerlijke openbare werken in Ned.-Indië,
directeur van gemeentewerken te Batavia,
hoofdvertegenwoordiger der Holl. Beton-
maatschappij in Ned. Indië en commissa
ris van eenige Naamlooze Vennootschap
pen. Voorts is hij vertegenwoordiger van
de groep Ned.-Indië in den raad van be
stuur van het instituut van ingenieurs.
Eenigen tijd geleden had d:e secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departement
van binnenlandsche zaken door middel van
een circulaire aan d'e colleges van Gedepu
teerde Staten en aan de colleges van burge
meester en wethouders in overweging gege
ven. van 1 November tot 1 Februari e.d. den
kantoortijd te regelen en te doen regelen als
volgt: Maandag t.m. Vrijdag van 912.30
en van 1316.30 en Zaterdag van 913.
Thans deelt de secretaris-generaal in een
circulaire aan genoemde colleges mede, dat
deze regeling was gebaseerd op de veron
derstelling, dat gedurende het wintersei
zoen de midden-Europeesche wintertijd zou
gelden.
Daar thans echter besloten is, dat de
midden-Europeesche zomertijd voorloopig
nog zal worden gehandhaafd, geeft de
secretaris-generaal in overweging, te bevor
deren, dat de kantoortijd voorloopig onge
wijzigd wordt gelaten.
TOEPASSING VAN DE VESTIGINGSWET
OP HET BANKETBAKKERSBEDRIJF.
Blijkens een beschikking van den secre
taris-generaal van het departement van
handel, nijverheid en scheepvaart betref
fende de uitvoering van de vestigingswet
kleinbedrijf 1937 Is het verboden een in
richting, bestemd of mede bestemd voor de
uitoefening van het banketbakkersbedrijf,
onderscheidenlijk van het banket-verkoo-
pers'oedrijf, voorzoover die uitoefening be
treft, te vestigen zonder vergunning van
den secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van handel, nijver
heid en scheepvaart.
Onder de uitoefening van het banketbak
kersbedrijf wordt voor de toepassing van
deze beschikking verstaan:
a. Het ten behoeve van het publiek ver
vaardigen van:
1. Groot of klein gebak, als taarten, taar
tjes, koekjes, petit-fours en banket.
2. Schuim, slagroom-, suiker- of dra-
gantwerk.
3. Fondant, borstplaat, chocolade of mar
sepein.
4. Ragoutwerk.
b. Het ten behoeve van het publiek ver
vaardigen, gepaard gaande met den ver
koop aan het publiek, van producten, als
onder a. genoemd, behoudens indien deze
uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn
voor verbruik ter plaatse van dien verkoop.
IN GEEN GEVAL KAN MEER DAN DE
RANTSOENEN VERSTREKT WORDEN.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd maakt ter vervolge op
het persbericht en de publicatie betreffen
de de rundveevoedertoewijzing het volgen
de bekend.
De bedrijven, welke in klasse 1 vallen,
krijgen 110 K.G. mengvoeder toegewe
zen voor de periode van 11 November
26 Mei a.s., voor bedrijven, welke in
klasse 2 vallen, wordt in voornoemde
periode 140 K.G. mengvoeder toegewe
zen, terwijl de bedrijven, welke in klas
se 3 vallen, 165 K.G. mengvoeder krij
gen toegewezen.
Bij de classificatie is uitgegaan van
het aantal stuks vee, aanwezig per 21
Januari 1940. Ook de toewijzing van
het rundveevoedcr zal geschieden op de
basis van het aantal stuks vee, op dien
datum bij de veehouders voorradig.
Slechts in bijzondere gevallen, namelijk
wanneer een veestapel een sterke wijziging
zal hebben ondergaan, kan de provinciale
voedselcommissaris andere maatstaven toe
passen.
De toewijzingen zullen worden verstrekt
per melk- of kalfkoe, per stuk hoogdrach-
tig jongvee en per stier, alle voor zoover zij
ouder zijn dan een jaar. Ten behoeve van
vrouwelijk jongvee boven een jaar wordt de
halve norm toegewezen.
Bovendien is bepaald, dat die consump-
tiemelkbedrijven, welke in 19381930 een
gemiddelde winterproductie van 9 L. per
koe per dag hebben behaald, een extra
rund vee voeder toewijzing zullen ontvangen,
groot 20 K.G. per melk- of kalfkoe en per
stuk hoogdrax;htig jongvee.
De kleine bedrijven, dit zijn bedrijven
met minder dan drie stuks melk- en (of)
kalfkoeien. terwijl de oppervlakte niet
grooter is dan 5 H.A., ontvangen een extra-
toeWijzing van 30 K.G. per melk- en (of)
kalfkoe en per stuk hoogdrachtig (jongvee.
Bovengenoemde toeslagen worden niet
gegeven ten behoeve van jong vee en
stieren.
Van de toegewezen hoeveelheid rund vee
voeder per bedrijf wordt de veehouder in
kennis gesteld door middel van een brief
kaart. Indien hij deze briefkaart voor 27
October 1940 ontvangen heeft, kan hij op
de registratiekaart kenbaar maken, hoe
veel rundveevoeder hij wenscht af te ne
men in de eerstvolgende distributieperiode,
met dien verstande echter, dat hij nooit
meer dan 1/4 gedeelte van de hem toege
wezen hoeveelheid rund veevoeder per pe
riode kan afnemen. Indien hij deze brief
kaart na 27 October heeft ontvangen, kan
Door M. BEKKERS—ZÜRCHER
Soms kon Hans Dijkstra bang worden van
zichzelf. Dat was op oogenbliiklkeru. dat hij
het groote gevaar .van binnenuit voelde
opwellen met een ontembare ka-acht. Dan
kon hij uren voor zijn lessenaar zitten met
saamgeknepen lippen en bleeke wangen,
worstelend met zichzelf. Dit is waanzin,
dacht hij krampachtig, i!k wil niet waan
zinnig werden. Deze gedochtengong is
typeerend voor Dijkstra's zachte, verfijnde
en ietwat schuchtere natuur.
Ieder ander zou in zijn geval de schu-ld
als er dan al van schuld sprake is
op anderen geworpen heibben. Hans' lot-
genooten haalden af en toe hun schou
ders op, gaven op het juiste oogenibHdk een
scherp antwoord en lachten even later het
heele geval weg met een onverschillig „laat
maat Metsen". Hans Dijkstra echter nam
alle dingen in het lerven ernstig op: zijn
werk, zijn huwelijk, de woorden van den
baas, de plagerijen van den jongsten be
diende. Wanneer de chef onrechtvaardig
te keer ging over een kleinigheid, een nie
mendalletje, ging Dijkstra ijverig zoeken, of
hij inderdaad aanleiding tot de terechtwij
zing had gegeven, terwijl de collega's de
uitbarsting naast zich neerlegden met een
onverschillig: „Zeker ruzie gehad thuis".
Dijkstra geloofde in rechtvaardigheid, in
plichtsbetrachting, in erkenning, in slagen
door noesten vlijt, hij geloofde met volle
overgave in alle moreele. menschelijke
deugden, die een zorgzame moeder en een
„ouderwetsche" vader hem als ethische
bagage hadden meegegeven. En hij had in
zijn jonge leven nog steeds niet de cyni
sche „waarheid1" geleerd, dat de deugd1 niet
beloond wordt en dat intrige de wereld
regeert.
Het groote gevaar binnenin zichzelf was
voor Hans Dijkstra de opstand. Hij had nu
jarenlang geworsteld met zichzelf. Hij had
in zichzelf de tekortkomingen gezocht en
ze waar hij ze vond krachtig bestre
den. Maar niemand scheen opgemerkt te
hebben, dat hij nu zoo langzamerhand in
vele opzichten de volmaaktheid genaderd
was. De chef en de baas, trouwens de ge-
heele buitenwereld, behalve Tine en de kin
deren, waren nog even onheusch, even
onrechtvaardig als vroeger. Neen, onrecht
vaardiger. want men verachtte eerder de
verworven deugden, dan dat men ze be
wonderde.
Dijkstra had eindelijk ontdekt, dat de
grofheid en de onrechtvaardigheidd niet
haar oorzaak vonden in hemzelf en deze
ontdekking had den opstand in hem wak
ker gemaakt. Het laaiende vuur van bin
nen werd een obsessie, niet ten onrechte
voelde hij het als het groote gevaar, als
den waanzin. Hij trachtte een explosie te
voorkomen, niet, omdJat hij bang was, maar
omdat hij zijn gezin niet tot slachtoffer
mocht maken.
Hij kwam op kille winteravonden thuis
met zweetdruppels op zijn slapen. Dan
dacht hij: „Goddank, vandaag is 't niet
gebeurd1", alsof er een wil was buiten zijn
persoonlijkheid, die over de uitbarsting te
beslissen had. Pas wanneer hij Tine's koele
hand op zijn voorhoofd voelde, werd hij
wat kalmer. Maar 's nachts in den slaap,
nam het groote probleem opnieuw van hem
bezit. Het kleedde zich in alle vormen der
onbewuste phantasLe, het vertoonde zich
met de groteske maskers van caricatuur-
menschen. het zette zich op zijn borst en
greep zijn keel. Den volgenden morgen
stond hij op met het beklemmende be-
wstzijn, dat hij vandaag den vulkaan niet
langer binnen zijn krater zou kunnen
houden.
De telefoon-bel rinkelt: „Dijkstra op
privé-kantoor komen".
Dijkstra ziet den directeur zitten, hij ziet
zichzelf staan met gebogen hoofd, maar
met een nauw-veriborgen vuur in zijn grijze
oogen. Hij ziet het glanzende, mahoniehou
ten bureau-ministre. de vlammende kleu
ren van het Perzische tapijt, het paarse
licht, dat door de in-lood-gevatte-rudtjes
binnenvalt.
„Dijkstra", zegt de directeur, terwijl hij
hem de copie van een brief toont, „je hebt
weer eens een stommiteit begaan; menschen
als jij bent, kan men blijkbaar niets over
laten".
„Dien brief hebt u zelf geteekend, me
neer", hoort Dijkstra zich antwoorden; zijn
stem is koel en beleefd, maar er trilt iets
kwaadaardigs in.
„Dijkstra, ik heb je niet hier laten roe
pen om aanmerkingen van je aan te hoo-
ren!" zegt dé man achter het bureau en
zijn oogen kijken kwaad-verwonderd van-
over zijn brilleglazen.
„Neen", zegt Dijkstra en zijn stem klinkt
ongewoon helder, „maar ik ben gekomen
om aanmerkingen te maken!"
Achter het bureau zit een vraagteeken.
De directeur weet niet, of hij lachen zal
of driftig worden.
Voor een beslissing laat Dijkstra hem
echter .geen tijd. Nu het eerste golfje lava
over den kraterrand gestegen is. volgt de
massa in breede gulpen. Een niet te stuiten
woordenvloed golft over het hoofd van den
man. die zich een meester waant. Dijkstra
bestaat het, o-m in enkele minuten tijds zijn
verontwaardiging van jaren uit te zeggen
De directeur hoort een analyse van zichzelf,
die hij als goed^-gelijkend, doch weinig fla/t-
teerend portret heeft t-e aanvaarden. In
enkele seconden ziet hij voor zich een film
afrollen van zijn bedrijf, opgenomen onder
geheel andere belichting en van een ge
heel andere zijde, dan hij de dingen ge
woonlijk waarneemt.
Dijkstra voelt zich leeg worden, alles is
nu gietzegd, alles. De teerling is geworpen.
Hij staat stil en bleek voor zijn rechter.
Zwijgend zal hij zijn vonnis aanhooren. Als
de directeur begint te spreken, luistert hij
nauwelijks. Hij weet vooruit, wat er komen
zal. J3en maand salaris en een behoorlijk
getuigschrift.
Doch de directeur zegt: „lik houd van
menschen, die, als het pas geeft, van zich
af durven bijten. Menschen, die betrouw
baar zijn en toch geen slappelingen. Ik
zoek iemand, als jij bent, Dijkstra, voor
controle op de filialen, lijkt je dat?"
Dijkstra stamelt enkele woorden. Hij weet
niet, of hij goed verstaan heeft. Misschien
is dit de waanzin, denkt hij. Maar al heel
spoedig weet hij, dot dit geen waanzin,
maar de erkenning is, waarnaar hij zoolang
heeft uitgezien.
's Avonds vertelt hij alles in geuren en
kleuren aan Tine. Gewichtige positie, meer
salaris, een bontjasje, een nieuwe haard.
„Hans", vraagt Tine's rustige stem. „Hans
jongen, ben je nu heelemaal, heelemaatl,
volmaakt gelukkig? Heb je nu eindelijk be
reikt, waarnaar je al die jaren gestreefd
hebt?"
Een pijnlijke trek glijdt over het ver
moeide gezicht van den man. „Neen", er
kent hij. „liever zou ik schilder geworden
zijn, maar zóó is alles ook wel goed".
Tine buigt zich over den kous van
Paultje, waarin een gat als een aardappel
zit. „Wie weet", zegt ze, „de kinderen zijn
groot, vóór je het weet."
„Ja", zucht Hans tevreden nu, „gelijk
heb je, een mensch is volwassen, vóór hij
het merkt".
(Auteursrecht voorbehouden.)
(Nadruk verboden.)
Aambeien?
Huiduitslag
Overtollig vet?
DAN
Pr. Schieffer's
Stofwisselingszouf
Men voelt zich vrijer en gezonder.
rlaoon f I.OS. Dubbele flacon f 1.75
bij apothekers en vakdrogisten.
2445
(Ingez. Med.)
hij zich wenden tot den plaatselijken bu
reauhouder, onder wiens ambtsgebied hij
ressorteert, ten einde kenbaar te maken,
welke hoeveelheid rundveevoeder hij in de
eerstvolgende distributieperiode wenscht af
te nemen.
Door het rundveevoeder op deze manier
toe te wijzen is de veehouder in de gele
genheid, al naar de behoefte is, in de eene
periode meer en in de andere minder rund
veevoeder te betrekken.
Daar de totale hoeveelheid beperkt is, zal
de veehouder het voor. hem beschikbare
rundveevoeder zoo economisch mogelijk
over de geheele winterperiode moeten ver-
deelen en in die perioden, dat het rundvee
met ruwvoeder gevoederd kan worden, zoo
veel mogelijk krachtvoeder moeten sparen.
Door het indeelen in verschillende klas
sen .heeft men beoogd de bedrijven met
een dichte bezetting, bedrijven dus, welke
gemiddeld minder ruwvoeder kunnen win
nen, meer krachtvoeder te verstrekken.
(gezien het vorenstaande en gezien het
feit, dat. behoudens zeer bijzondere
omstandigheden, in geen geval meer
krachtvoeder kan worden toegewezen
dan- de hoeveelheid, welke door den
provincialen voedselcommissaris aan de
veehouders wordt medegedeeld, wordt
er nogmaals op gewezen, dat de uiter
ste zuinigheid dient te worden betracht
daar, ook indien er door een strengen
winter een tekort aan ruwvoeder zou
ontstaan, in het voorjaar in geen geval
een extra hoeveelheid rundveevoeder
zal kunnen worden verstrekt.
BELASTING VOOR ELECTRISCH
GEDREVEN AUTO'S.
Ingevolge de bestaande bepalingen van
de motorrijtuigenbelastingwet wordt voor
auto's, voortbewogen door een andere dan
uitsluitend aan benzine ontleende kracht
een momenteel met 50 verhoogde mo
torrijtuigenbelasting geheven. In verband
met het groote belang voor de volkshuis
houding, van het althans naar beste ver
mogen in stand houden van het Neder
landsche wagenpark, ook in tijden van
benzineschaarschtc. werd bereids beslist,
dat voor motorrijtuigen, welke met gas
worden gedreven tot nader order de be
doelde belastingverhooging wordt opgehe
ven. Men zal gemakkelijk begrijpen van
welk beiang deze beslissing is voor hen, die
noodgedwongen zijn overgegaan in deze
tijden betrekkelijk groote bedragen te be
steden aan den ombouw tot en nieuwe aan
schaffing van een gasfractie-apparatuur.
Dezelfde motieven kunnen echter ook
gelden voor de thans, dank zij Neder
landsch initiatief weer naar voren ge
brachte tractie middels door accu-batte
rijen gevoede electromotoren. Zulks is voor
de K.N.A.C. reden geweest om ook voor
deze laatstgenoemde tractie bij het Depar
tement van Financiën een ontheffing te
bepleiten van de verhoogde motorrijtuigen
belasting.
HAAGSCHE SCHUILKELDERS OP HET
LICHTNET AANGESLOTEN.
De openbare schuilplaatsen en keldersin
Den Haag zullen worden aangesloten op
het electrische net. zoodat de verlichting
niet meer, zooals tot dusverre, behoeft te
geschieden door middel van accumulato
ren. Tot deze wijziging is overgegaan naar
aanleiding van geregelde ontvreemding van
de accumulatoren en bijbehoorende lam
pen. Bovendien geraakten de accumulato
ren geregeld uitgeput, hetgeen op kritieke
momenten ernstige gevolgen zou kunnen
hebben. De kosten van den aanleg dei-
nieuwe verlichting worden geraamd op
f. 21.300, terwijl de stroomkosten f. 10 per
jaar per schuilplaats zullen bedragen.
STRENG OPTREDEN TEGEN
OVERTREDERS VAN HET
SLACHTVERBOD.
Aangezien is gebleken, dat op sommige
plaatsen het slachtverbod wordt overtre
den, ten gevolge waarvan vleesch zonder
bon wordt afgeleverd, wordt door het
rijksbureau voor de voedselvoorziening in
oorlogstijd uitdrukkelijk de aandacht er
op gevestigd, dat zeer streng tegen deze
overtreders zal worden opgetreden. Behalve
dat tegen den landbouwer, die zich schul
dig maakt aan overtreding van het slacht
verbod op de gewone wijze een vervolging
zal worden ingesteld, zal de landbouwcrisis-
organisatie, waarbij hij is aangesloten van
haar bevoegdheid gebruikmaken om hem
als georganiseerde te schorsen, waardoor
hem de uitoefening van zijn bedrijf geheel
onmogelijk kan worden gemaakt.
De handelaar, die zich aan overtredingen
als bovenbedoeld schuldig maakt, zal van
de levering aan de Nederlandsche veehou
derijcentrale worden uitgesloten. Hetzelfde
zal geschieden met een anderen handelaar,
die voor hem zou optreden of voor hem vee
aan de Nederlandsche veehouderijcentrale
zou trachten te leveren.
Indien een slager zich aan overtreding
van het slachtverbod schuldig maakt, zal
hij, behalve, dat hij op de gewone wijze
vervolgd wordt, geen toewijzing voor rund
of varkensvleesch meer ontvangen, waar
door hij zijn bedrijf niet meer zal kunnen
uitoefenen.
Het voorgaande moge een ernstige waar
schuwing zijn voor al diegenen die nog niet
inzien dat overtredingen als hierbedoeld
in de huidige tijdsomstandigheden de
voedselvoorziening van het geheele volk
ernstig in gevaar brengen en derhalve vol
strekt ontoelaatbaar moeten worden geacht.