STADSNIEUWS
MOLEST
420 Millioen
lm. NOOMEN
Het streven naar eenheid
IEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Maandag 21 October 1940
Nieuwe organisatievorm der
Jong-Hervormden
Zij komen onder kerkelijk verband te staan
Uiteenzetting van
ds. A. Dönszelmann
TOONEEL
NIEUW/
Dr. Colijn en dr. S. Rozemond aan het woord
(MGEZIMEN
/TUKKIN
De Jong-Hervormden-Beweging in
Nederland, welke bijna 7000 lidmaten
der Ned, Herv. Kerk omvat, krijgt een
nieuwen vorm van organisatie, waar
door deze beweging onder kerkelijk
verband zal komen te staan. Zoo zulks
'binnenkort leden van den Kerkeraad
der Ned. Herv. Kerk en verder van het
Classicaal en Provinciaal-bestuur en
van de Synode der Ned. Herv. Kerk
zitting komen nemen in de onderschei
dene formaties der Jong-Hervormden-
Beweging.
Op de gewestelijke bijeenkomst voor Z-
Holland, welke Zaterdagmiddag in het
Schuttershof te dezer stede werd gehouden,
heeft de vice-voorzitter der Federatie van
Jong-Hervormden, ds. A. Dönszelmann van
Amersfoort, een uiteenzetting van deze
belangrijke wijziging gegeven.
Deze druk bezochte samenkomst de
groote zaal was geheel met jongeren gevuld
werd geopend door den heer J. de Ruy-
ter, voorzitter van het gewest.
Bij al hetgeen in den laatsten tijd ge
beurd is, aldus spr., hebben wij wel zeer
duidelijk ervaren, dat het hoog noodzake
lijk is, dat wij ons vastgrijpen aan onze
belijdenis: „Wij gelooven in God en Zijn
Woord Jezus Christus".
Spr., die hierna Ps. 46 voorlas, wees er
aan de hand van dezen psalm op, dat God
ook in moeilijke tijden voor ons een toe
vlucht en sterkte wil zijn. Moge er veel
veranderen, God blijft altoos dezelfde.
Zijn trouw zal nooit wankelen. Dit geeft
ons, als Jong-Hervormden, kracht en ver
troosting. Met een Duther zeggen wij dan
ook „Een vaste burcht is onze God, een
toevlucht voor de Zijnen".
Nadat de heer De Ruyter in gebed was
voorgegaan, werd Gez. 136 1. 2 en 5 ge
zongen, waama de heer Fr. Breukelman,
voorzitter van dé Leidsche afdeeling, een
woord van welkom sprak.
Nadat nog het Jong-Hervormden-lled
was gezongen, was het woord aan ds. A.
Dönszelmann van Amersfoort, vice-voor
zitter der Jong-Hervormden, die sprak
over:
Het kerkelijk denken der Jong-
Hervormden-Beweging.
Na een kort inleidend woord wees spr.
er op, dat de Jong-Hervormden als lidma
ten der Ned. Herv. Kerk spreken en han
delen vanuit die kerk. Niet onze bewe
ging. maar die kerk is belangrijk. Alleen
omdat die kerk er is, heeft onze beweging
zin. Het zal er in onze beweging, aldus
spr., niet om gaan, dat wij er zoogenaamde
gezelligheidskringetjes van maken, maar
dat wij de jeugd van die kerk opvoeden in
een zuiver kerkelijk-bewust-leven; een
jeugd, die weet waarom het in de kerk en
In de wereld gaat. Daarnevens dienen wij
ons bewust te worden, dat onze beweging
allereerst een kerkelijke jeugdbewe
ging is.
Wel op te passen hebben wij, dat het ker
kelijk denken der Jong-Hervormden niet
gaat zeggen, dat, zoo wanneer die kerk niet
wil gaan in hun richting, zij hun eigen gang
zullen gaan. Zoo er ooit moeilijkheden zijn,
dan moeten wij gaan praten en niet onzen
eigen weg willen gaan. In zulke omstandig
heden moeten wij ook het gebouw der Sy
node te 's-Gravenhage weten te vinden.
Het kerkelijk denken der Jong-Hervorm-
den-Beweging mag ook niet worden: onze
kijk op die kerk. Wij zullen ons eigen kerke
lijk denken moeten stellen onder de tucht
der Heilige Schrift en onder de belijdenis
der kerk. Wil het goed zijn, dan moeten wij
bij Jezus Christus beginnen, dan staan wij
ook in de ruimte der kerk. Het gaat er om,
dat wij zien dat Jezus Christus ons lief
heeft', dit is het wezen van het christelijk
geloof.
Vervolgens wees ds. Dönszelmann er op,
dat met blijdschap valt te constateeren, dat
de teekenen der laatste tijden erop wijzen,
dat de kerk hoe langer hoe meer haar kerk
besef terug krijgt.
Hierna stond spr. stil bij de beginperiode
der Jong-Hervormden Beweging. Op te mer
ken valt, dat er bij de J.H.B. in deze periode
weinig sprake was van fundeerd kerkelijk
denken. Werd dit hier en daar gevonden,
over het geheel genomen was dit zelden
merkbaar. Voor de kerk als kerk heeft de
J.H.B. in de eerste jaren van haar bestaan
dan ook niet zooveel beteekend. Dit wil ech
ter weer niet zeggen, dat niets is tot stand
gekomen. Met groote dankbaarheid ge
denkt spr. het werk van hen, die in die
eerste jaren hun steun aan de J.H.B heb
ben gegeven. Tastend en zoekend is de
J.H.B. haar weg gegaan.
Thans in 1940, aldus spr., zijn wij een
stap verder gegaan. De kerkelijke lijn
wenschen wij bewust doorgetrokken te
zien. Wij willen geen beweging naast de
kerk zijn, maar een stuk kerkelijke
jeugdbeweging.
Teneinde hiertoe te geraken, zal er
een nauwer contact moeten ontstaan
tusschen de Jong-Hervormden Bewe
ging en de kerkelijke instanties. De
J.H.B. zal daarbij een nieuwen organisa
tievorm krijgen. Zoo zullen leden van
den kerkeraad als adviseerende leder
zitting krijgen in de plaatselijke bestu
ren. Verder krijgen wij classicale en
provinciale districten, welke lichamen
weer adviseerende leden van het Clas
sicaal en Provinciaal Kerkbestuur in
hun midden zullen krijgen. En tenslotte
is aan de Synode der Ned. Herv. Kerk
verzocht om enkele personen aan te wij
zen. die in het Federatiebestuur dei
Jong-Hervormden zitting zullen nemer-
Met nadruk verklaarde spr. dat deze
nieuwe vorm van organisatie niet uit de
gebeurtenissen van den laatsten tijd is
voortgekomen. Wij gaan nu niet schuilen bij
de kerk uit angstmotieven. Het Is veeleer
het doortrekken van de lijn, die er reeds ja
ren was.
In verband met dezen nieuw te volgen koers
wees spr. er op, dat het noodzakelijk is, dat
er gestudeerd wordt. Wij zullen ons hebben
te bezinnen op de belijdenis. Wij zullen moe
ten weten waarom wij hervormd zijn.
Veel lauwheid en slapheid zal er uit onze
gelederen moeten verdwijnen.
Indien, aldus spr., wij ons niet opnieuw
op onze taak bezinnen, dan verdienen wij
niet den eere-naam van een kerkelijke
jeugdbeweging.
Nadat spr. vervolgens nog stil gestaan had
bij het nieuwe reglement en de veranderde
werkverdeeling, die er zal moeten komen,
wees hi] er in een ernstige peroratie op, dat
zonder het geloof in Jezus Christus al het
werk ij del zal wezen. Als getuigen van Jezus
Christus staan wij midden in deze wereld.
De boodschap, die wij hebben te brengen,
zullen wij niet conserveeren, maar haar uit
dragen.
Het werk, dat wij als Jong-Hervormden
hebben te doen, is waard om er voor te wer
ken en te strijden, ja als het moet, het kruis
er voor te dragen, want wij zijn leden van
de Kerk onder 'het kruis en niet van de kerk
op den troon.
Na een korte pauze heeft de voorzitter
van het gewest, de heer De Ruyter, met een
enkel woord zijn medebestuursleden, die, nu
er een andere organisatievorm wordt geko
zen, hun functie ter beschikking moesten
stellen, bedankt voor hun trouw en ijver.
Ds. H. C. Touw, Ned. Herv. predikant te
dezer stede heeft tenslotte met een kort
woord en gebed deze samenkomst gesloten.
KAMERMUZIEK IN HET LEIDSCHE
VOLKSHUIS.
Men schrijft ons:
De serie „Kamermuziek" op Zondagmid
dag in het Leidsche Volkshuis werd ge
opend met een concert van Body Rapp,
zang en Flet Joosten, plano.
Voor de pauze gaf het programma Beet
hoven en Schubert.
Body Rapp beschikt over een vol en
krachtig geluid en boeide door stijlvolle
voordracht.
Geheel op gelijk plan stond Flet Joosten.
die inzette met Moment Musical van Schu
bert en die aan deze bekende muziek door
heldere, fijngevoelige uitvoering een verras
sende bekoring gaf.
De beide nummers van Debussy na de
pauze, bewezen de veelzijdigheid van haar
talent. De middag werd besloten met oude
Fransche liederen, waarin Body Rapp vol
komen tot haar recht kwam.
Vóór de vertolking gaf zij een korte ver
klaring van inhoud en sfeer der liederen.
Een sublieme middag, die het aandachtig
luisterend publiek voor een korten tijd wist
te onttrekken aan eigen gedachtensfeer.
MELKVERSTREKKING OP DE SCHOLEN.
Het bestuur van de Vakschool voor Meis
jes, Rapenburg 25 alhier, venzodkt ons mede
te dieeéen, dait op deze school reeds sedert
eenige WHtbers melk aan leerlingen, die
daairaan behoefte hebben, wordt verstrekt.
Met ingang van Donderdag a.s. is onze
stadgenoot, de heer C. J. v. d. Kaay Jr.
aangesteld ais rijksveldwachter te Medem-
txlilk.
Leidsche Schouwburg.
KUNSTKRING HET SCHOUWSPEL.
Ik ben 17 jaar, tooneelspel in 4
bedrijven van Paul Vanden-
berghe.
Ook de Kunstkring Het Schouwspel, is
door de tijden niet onberoerd gebleven.
Was het ledental zoo opgevoerd, dat drie
voorstellingen moesten worden gegeven,
door de tijdsomstandigheden is dit zoo ge
slonken, dat gisteren geopend moest wor
den met één voorstelling. Gelukkig slui
ten zich echter reeds weer meer gegadigden
aan, zoodat althans vermoedelijk de oude
traditie van 2 voorstellingen wel weer be
reikt zal worden. Moge de oude toestand
spoedig weer worden hersteld.
Geopend is met een voorstelling door Het
Nederlandsch Tooneel, die een volkomen
succes is geworden.
„Ik ben zeventien jaar", is een soort co-
medie de moeurs van een jong auteur, die
zelf de hoofdrol heeft vervuld. 17 jaar, het
is de periode van man-worden, een gevaar
lijke overgang voor vele jonge mannen.
Bob, eenige zoon van een gescheiden vrouw,
is een echt moeders-kind, en dat sluit ook
in, dat hij zijn moeder voor zich alleen op-
eischt, haar niet willende deelen met een
anderen „man." Toch brengt hij zelf in
hun leven den man, die het groote conflict
zal brengen: een welbekend schrijver. Zeer
raak en typeerend is dit geschetst in dit
vier-bedrijven tooneelspel, dat boeit van
het begin tot het einde, al is het nu en
dan soms ietwat gerekt.
Men voelt het conflict groeien en ziet
het als onvermijdbaar. Maar gelukkig weet
de auteur de scherpste kanten af te slijpen
en een bevredigend slot te bereiken voor
allen.
Het is knap tooneel!
En daarenboven knap gespeeld over de
gansche'linie. Guus Osten bracht werkelijk
de jeugd op het tooneel, die hier zoo zeer
vereischt wordt en hij heeft dezen gecom-
pliceerden jongeling van 17 jaar prachtig
relief gegeven. Het leeft ten voeten uit.
Corrie Korevaar was de moeder en gaf
goed tegenspel. Bijzonder goed op dreef was
echter ook Jan van Ees als de schrijver van
naam, die Jaap v. d. Poll in dezen rol ver
ving. Dit type lag hem bij uitstek en hij
maakte er een goed gebruik van om een
rake en sympathieke creatie te geven aan
de figuur, die Bob als het ware inleidt in
de mannelijke sfeer, zij het, dat het pad
niet over rozen gaat.
Noemen wij voorts nogLouis van Gaste
ren als oom Victor en Lena Kley als oude
dame.
Het was of over de gansche Unie een
bijzonder geslaagde inzet van dit moeUijke
seizoen
Zijn Uw bezittingen reeds tegen oorlogs
schade gedekt? Reeds
verzekerd. - Inlichtingen bij het. Alge
meen Assurantiekantoor
Rapenburg la - Telef. 20302, na 6 uur 24479
2259 (Ingez. Med.)
een gedeelte van dit concert bijwonen, daar
de plicht ons elders riep. Maar wij zijn er
van overtuigd, dat ook het tweede gedeelte
de helaas te weinig in aantal opgekomen
toehoorders in hooge mate tevreden gesteld
heeft.
LEIDSCHE KUNSTKRING VOOR ALLEN.
Solist: Prof. Carl. Flesch (viool)
Theo van der Pas (piano)
N.V. v.h. HOOGENSTRAATEN EN CO.
In d'e Ziatedag alhier gehouden jaariijk-
sche adgemeene vergadering van aandeel
houders der N.V. Ned. Faibriek van Ver-
dnraraaamde Levensmiddelen v.h. W. Hoo-
genstraaben en Oo., werden de jaarstukken
goedgekeurd. Besloten werd de .gemaakte
winst te bestemmen voor afschrijving.
De aftredende commissarissen, de heeren
da'. H. T. Hólst Wber en P. A. de Gooyer,
werden herkozen.
OVERNACHT OP HET POLITIEBUREAU.
In den nachjt van Zaterdag op Zondag
zijn wederom twee en in d'en afgeloopen
nacht één persoon gearresteerd, die in strijd
met de bepalingen na 10 uur op straat ver
toefden.
Zaterdagmiddag is de 63-jarige mej
A. L. in de v. d. SpiegheLstraat. over een
trottoirband gestruikeld, waarbij zij een
erakei bralk. De E.H.D. vervoerde haar naar
het Academisch Ziekenhuis.
CONCERT LUTHERSCHE KERK.
Hennie Schouten (orgel)
Annie Woud (alt)
Het is een prijzenswaardige gedachte ge
weest van den organist Hennie Schouten,
voor dit winterseizoen een Zondagmiddag-
concertenserie te organiseeren, waarbij hij
zich de medewerking heeft weten te ver
zekeren van een aantal solisten, wier repu
tatie vaststaat.
Juist in dezen tijd verlangen velen naar
de veredelende, opheffende werking, die
van ernstige muziek uitgaat: daarom ver
dienen de concerten van Hennie Schouten
groote aandacht. Men weet, dat hij zijn
programma's met toewijding en smaak sa
menstelt en ook deze openingsmiddag, die
wij slechts ten deele konden bijwonen, ge
tuigde daarvan.
Leek het aanvankelijk een groote teleur
stelling te vernemen, dat de baszanger Wil
lem Ravelli op het laatste moment verhin
derd was, toen de naam van Annie Woud
als diens plaatsvervangster werd genoemd,
wisten wij, dat het gemis van Ravelli ge
lukkig ruimschoots vergoed zou worden.
Naar wij hoorden, zal men echter Ravelli
gelukkig nog op een der volgende middagen
kunnen beluisteren. De altstem van Annie
Woud heeft reeds vele malen ook in onze
stad gerechtvaardigde aandacht getrok
ken en zij deed dit ook nu,
In de eerste plaats maakt haar stem, die
„staat" als een rots, zangtechnisch een
voortreffeüjken indruk. Van nature be
schikt zij reeds over een begenadigd sonoor,
diep en zuivergeaard alttimbre, zooals men
het weinig hoort. Haar materiaal is daarbij
schier volmaakt afgerond en in alle lig
gingen uitgewerkt, waarbij een superieure
adembeheersching haar bijv. in staat stelt
met gemak de moeilijkheden van Handei's
„Dan sei dir Herr" te overwinnen.
Wellicht echter omdat bij haar vóór alles
het accent op de toonvorming gericht is,
blijft de verinnerlijking der voordracht, die
pas de „ware" ontroering schenkt, soms
achterwege- Zoo denken wij ons Bach's „O.
Jesulein siisz, o, Jesulein mild" toch inniger
en genuanceerder, dan dat zij dit geeste
lijke lied vermocht over te brengen.
Dit neemt niet weg, dat van haar ge
rijpte zangkunst, haar speciaal in de hoo-
gere regionen rein en stralend klinkend
timbre een groote suggestie uitging, die o.
m. ook geopenbaard werd in Bach's „Jesus,
unser Trost und Leven" en Handei's Largo
uit het oratorium Xerxes, waaruit een ster
ke overtuigingskracht sprak.
Hennie Schouten was als steeds de accu
rate accompagnateur, die ook als orgelsolist
wederom uitstekende eigenschappen open
baarde. Er zijn weinig organisten, die zóó
stylistisch juist Buxtehude's Ciaconna en
Bach's Toccata, Adagio en Fuga in C weer
geven, zoo duidelijk en helder werken als
deze belichten, zoodat het ook voor den leek
op muzikaal gebied, een genot moet zijn,
er naar te luisteren!
Helaas konden wij, gelijk gezegd, slechts
thans in staat zijn ons den toestand van
de toekomst in te denken. Wij moeten dit
dan doen van het fundament, waarop wij
allen staan, en niet van een ander funda
ment, dat het onze niet is.
Dit standpunt leidt er dan toe, dat wij
te streven hebben naar eenheid van hen,
die in den grond één zijn, omdat ze het
zelfde uitgangspunt hebben gekozen. Dat
van die wenschelijke eenheid ook door op
treden naar buiten moet blijken en dat
men gezamenlijk dient te zoeken naar de
oplossing van de vragen, waarvoor wij ge
steld worden, en dat het Prot.-Christendom
daarbij een eigen taak heeft is duidelijk,
omdat dat Prot.-Christendom een specifiek
Nederlandsche kleur heeft, wijl het zoo
nauw met onze historie verweven is en om
dat. het op den volksaard zóó sterk heeft
ingewerkt, dat men spreken kan van een
bepaald stempel op ons volksleven gedrukt.
Te Rotterdam zijn Zaterdag in de groote
zaal van het gebouw Odeon aan de Gou-
vernestraat twee drukbezochte vergaderin
gen gehouden, uitgeschreven door de Cen
trale Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging
te Rotterdam en den Kamerkieskring Rot
terdam van de Christelijk-Historische Unie.
Als sprekers traden op Dr. H. Colijn van
's-Gravenhage en Dr. S. Rozemond van
Leiden.
Dr. Colijn besprak opnieuw het streven
naar eenheid. Als men mij vraagt, zoo
zeide hij, waarin eigenlijk onze hoofdtaak
gelegen is, dan zou hij dit niet hierin wil
len zien, dat wij allen te hoop moeten loo-
pen alsof in een schijnbare eenheid de be
houdenis van ons volk gelegen ware. Na
tuurlijk is er op meer dan één punt eenheid
noodzakelijk en bestaat ze ook. Wij willen
allen onafhankelijk blijven, wij willen allen
ons .'gen volkskarakter handhaven, wij
willen allen dat de band tusschen Moeder
land en overzeesche gewesten bewaard
blijft, maar daarnaast zijn er toch ook tal
van opvattingen, die niet parallel loopen.
Men denke maar, om slechts dit eene
te noemen, aan de vraag, welke invloed aan
de Goddelijke openbaring toekomt op het
terrein van het staatkundig en maatschap
pelijk leven- Dat is geen antithese-stelling.
Dat is een werkelijkheid constateeren. Voor
een schijneenheid gevoelen wij niets, om
dat er geen werkelijke kracht van kan uit
gaan.
Zelfs niet in den negatieven zin, dat
daardoor zou worden aangetoond, dat de
overweldigende meerderheid van het Ne
derlandsche volk niet gediend is van de
bepinselen de*v Nederlandsche N. S. B. En
als men vraagt, wat wij in concreto dan
te doen hebben in dezen tijd, dan is ons
antwoord, dat wij ons ernstig hebben te
bezinnen op de vragen, waarvoor wij t. z. t. naar de mate van hun krachten en met
zullen worden geplaatst, voor zoover wij al-1 al hun gaven te dienen hebben.
Dr. S. Rozemond, uit Leiden, betoogde,
dat het niet uit bekrompen zelfzucht was,
wanneer de Christ, part. groepen strijden
voor het behoud en de versteviging en ver
nieuwing van de Christelijke grondslagen
onzer samenleving. Zij zijn niet alleen
waakzaam tot behoud van eigen geestelijke
vrijheden, maar er gaan ons ook de oude
volks vrij heden en -rechten en de gevestig
de Nederlandsche tradities ter harte. Zij
verstaan ook den roep om hervorming en
trekken ook binnen den kring van hun zorg
en belangstelling de waarachtige behoeften
der jeugd en de nooden der massa. Zij zien
o de noodzaak tot versterking van het
gezag onder behoud van een rechtmatigen
volksinvloed. Want zij verstaan dat zij het
waarachtig heil van het Nederlandsche volk
In dit streven ontmoeten zij dan de
Nederlandsche Unie. Het is bekend, dat
tegen deze groep in haar kortstondig
bestaan reeds heel wat critiek is gelan
ceerd, ook van den kant van het Prot.
Christ, volksdeel. Veel van deze critiek
moeten zij als verdiend beschouwen,
omdat meermalen bleek dat deze bewe
ging met kinderziekten te kampen had.
Een en ander is verklaarbaar uit den
snellen groei, terwijl ook misverstanden
tot de aanvankelijke beoordeeling wel
hebben bijgedragen. Intösschen moet
echter worden toegegeven, dat veel
grond voor bezwaren en stof voor cri
tiek is uit den weg geruimd. En waar de
Unie blijk gaf geen doodende gelijk
schakeling te willen en integendeel de
overtuigingen en inzichten van het
Prot. Christ, volksdeel te willen res
pecteeren, daar kan niets ons in den
weg staan om deze groep met welwil
lendheid en met den oprechten wil tot
samenwerking tegemoet te 'treden.
Spr. betoogde verder dat de N. S. B. op
den verkeerden weg is, een weg, dien zij zal
moeten verlaten voor zij met vrucht aan
vernieuwing van ons volksleven zal kunnen
medewerken.
Wij staan dus gereed tot samenwer
king in den breedst mogelijken zin,
zoolang die met behoud van onze meest
fundamenteele overtuigingen en met
overeenstemming omtrent de richting
van het beleid zal kunnen geschieden.
Wij zien dit in dezen tijd van bezetting
/ooral als een bereidheid tot voorberei
ding van practische samenwerking zoo
dra ons daartoe weer naar eigen aard
in zelfstandigheid ruimte zal worden ge
geven. Wij zijn van oordeel, dat veel,
dat ons belangrijk verdeelde, zal blijken
zijn beteekenis te hebben verloren. Wij
zijn eveneens van oordeel, dat nieuwe
belangen en behoeften verdiepte aan
dacht zullen hebben. Wij willen ons
voor geen enkele nood of behoefte af
sluiten en onze krachten tot heü van
ons volk inzetten.
Voor het eerste der Zondagmiddagcon
certen had de Leidsche Kunstkring voor
Allen den violist Carl Flesch geëngageerd,
voor wiens optreden groote belangstelling
bestond. Carl Flesch is dan ook een toover-
naam in de wereld der violisten. Carl
Flesch: hoevele malen hoorden wij hem
niet en immer weer brengt hij met zijn spel
de hoogste, de edelste vreugde!
Met levendige instemming begroetten wij
dezen volmaakten inzet van het Leidsche
muziekseizoen, dat ondanks den oorlogstoe
stand, toch vele mooie uitvoeringen belooft.
Carl Flesch met als partner Theo van der
Pas vormen een kunstenaarspaar, dat zeld
zaam op elkaar is ingespeeld. Beiden zijn
musici, die de zuivere muziekweergave in
hun wapen dragen en daaraan volkomen en
bij voortduring beantwoorden. Waarlijk:
zulk een speel,.geslotenheid", zulk een
nauwkeurige afgewogenheid in klank- en
kleurverhouding, zal men niet dikwijls
hooren.
Wij konden helaas slechts het tweede ge
deelte van hun programma hooren, doch
wat wij van beevoegde zijde vernamen over
de" vertolking van de Beehovensonate in G.
gr. t. op. 30 No. 3 en van de Chaconne van
Bach, wees er reeds op, dat hier sprake was
van een buitengewonen middag.
Inderdaad: het was zoo!
In Mozart's Sonate in A gr. t. waren wij
reeds van het eerste oogenblik af geboeid.
Geconcentreerd samenspel van twee mees
ters werd geopenbaard. Beiden beheerschen
hun instrument volkomen, beider inzicht
harmonieert tot In détail.
Mozart onderging dan ook een absoluut
verantwoorde muzikale interpretatie met
als hoogtepunten het zangerige Andante en
het brillante Presto met de lyrische passa
ges, die Flesch wel bij uitstek goed liggen.
Wij zouden het, na het vele, dat reeds
over Flesch geschreven is, hierbij kunnen
laten, maar een kort woord over het z.g.
kleingoed" mag niet achterwege blijven.
Dit was met bijzondere zorg samenge
steld en ook hier bleef het innig contact
tusschen violist en pianist bij voortduring
bewaard.
In Tschaikowsky's Sérenade Mélancho-
liqué bewonderde men de rijk geschakeer
de toongeving van Flesch, in Dvorak's Sla
vische Dans zijn feillooze techniek en zijn
warm temperament, in Szymanowsky's
Chant de Roxane", belangrijk door den
muzikalen opbouw en innige melodievor
ming, de reinheid en ijlheid der luchtige
sublieme streek en tenslotte werd de veel
gehoorde Hongaarsche dans van Brahms
in een geheel nieuw licht geplaatst. Slechts
een superieur kunstenaar is daartoe in
staat!
De nimmer falende techniek van Flesch
kwam eveneens tot uiting in Paganini's
Caprice No. 20, die als brillante toegift werd
gegeven. Ook hier bleef het voorname ka
rakter van beider spel bewaard.
Met groote geestdrift huldigde het audi
torium beide evenwaardige partners, wier
gelijken men zelden zal aantreffen.
Wij hopen, dat de volgende concerten
een even groot succes zullen opleveren, als
zulks gistermiddag het geval geweest is!
«Bulten verantwooraehjkheia dei Redactie).
Cople van de aJ of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
DANK AAN DE OSTMARK.
Op ons verzoek plaatsten de dagbladen in
Augustus 1.1. onder het opschrift „Dank aan de
Ostmark" een oproep aan de ouders der kinde
ren. welke naar de Oostmark werden uitgezon
den. om als dank voor hetgeen hun kinderen
aldaar genoten hadden, iets bij te dragen voor
het Winterhulpwerk der Ostmarkers.
De dankbaarheid van vele ouders nam in
woord en geschrift zoodanige afmetingen aan.
dat de redactie van een onzer dagbladen moest
mededeelen, dat zij haar kolommen niet meer
beschikbaar kon stellen voor de vele enthousi
aste verhalen en dankbetuigingen van opgeto
gen ouders.
Het aantal hunner evenwel, dat gevolg gaf
aan bovenstaanden oproep en waarmede zij met
ter daad hun dankbaarheid konden toonen was
tot nog toe gezien het groote aantal uitge
zonden kinderen veel te klein.
Wij herinneren er aan dat voor hen welke hun
dankbaarheid alsnog in een daad willen omzet
ten. daartoe nog gelegenheid bestaat door voor
31 October a.s. hunne bijdragen te storten per
postwissel of op post-rekening no. 82093 ten
name van den heer C. J. Verschuur, Stations
plein no. 66, Den Haag.
Het totaal bedrag der bijdragen zal na 31
October worden overgemaakt aan den Ober-
gauwleider der Ostmark en worden verantwoord
in de pers.
C. J. VERSCHUUR,
Stationsplein 66, Den Haag.
W. HOLTZAPFEL,
De La Reijweg 11, Den Haag.
2—1