Paardenmarkt in Wieringermeer - Matrozen als brandwacht voorstation 81 sie Jaara^q Lt DSCH üuZulkd Tweede Blad Huwelijk met modern comfort -a-r - FEUILLETON door Mr. CORRY STOLZ—VAN DEN KIEBOOM. 3) Lies tilt kalm een stapel kranten op en steekt hem de enveloppe toe. Een orde lijke huisvrouw weet altijd alles onmiddel lijk te vinden, oreert ze. Frank moet nu toch even lachen. Zooals ze daar voor hem staat, de verwarde krul- lebol boven de bonte kimono. Ja, jij bent het type van een ordelijke huisvrouw, zegt hij. Volmaakt ben je. Dag hoor. Krijg ik geen zoen? bedelt ze. Als je tenminste niet van dat smerige tuig aan je lippen hebt. Dat is afgeloopen voortaan. Begrepen? zegt Frank en is met een de deur uit. Voor het raam kijkt Lies hem na. De dot. wat is hij toch knap. Die ulster staat hem eenig. Toch niet zoo leuk als zijn chauf feursuniform, denkt ze met een zucht. Die goeie ouwe tijdAlles bij elkaar is het leven er niet leuker op geworden. Frank is nooit bepaalt een makkelijk type geweest, maar den laatsten tijd wordt het toch al heel erg. Ze maakt het er ook wel naar, af en toe. Dat kan ze niet hel pen je wordt hier vanzelf zoo. Zoo lui en zoo lusteloos. Alles is even vervelend Heeft ze ooit kunnen denken, dat het zóó zou tegenvallen, het nieuwe leven, dat hun allebei een sprookje had toegeschenen te mooi om echt waar te zijn? En nu, na amper een jaar, weet ze het al: haar heeft het niet gegeven, wat ze ervan verwachtte. Frank wel. Frank is weer terug in zijn eigen werk, zijn eigen milieu, waaruit hij zich destijds onwillig en met tegenzin door haar heeft laten drijven in hun avontuur Toen Frank, na zijn ontslag bij de Oliefa- brieken, waar hij vijf jaar als jurist gewerkt had, maanden en maanden tevergeefs naar een nieuwe betrekking had gezocht, was zij het geweest, die het plan had doorgezet, het aanvankelijk krankzinnig lijkende, maar zoo prachtig geslaagde plan om sa men in betrekking te gaan, als echtpaar z.k. hij chauffeur en zij keukenmeisje Die veertien maanden op „de Waeldonck" zou ze dien tijd ooit kunnen vergeten? Hun leven daar, dat wel vol moeilijkheden van hard en ongewoon werk, maar ook vol afwisseling, vol prettig-avontuurlijke bele venissen wasEn nu is er alleen maar een leegte, een niet 1: vullen leegte. Frink heeft zijn werk. Voor Frank is het een voor uitgang geweest, een onbegrijpelijk-fortuin- lijke sprong naar boven: van chauffeur bij Jonkheer de Goedelaer op „de Waeldonck" tot jongsten medewerker op n°t advocaten kantoor van Mrs. Van Westhove Abbing en Renselaer in Amsterdam*). Maar voor haarvan huishoudster-keukenmeisje op „de Waeldonck", een ondergeschikte, maar o zoo prettig-verantwoordelijke betrekking, terug naar het me vrouwen-leventje van vroeger, alleen oneindig saaier nu, hier in Amsterdam, waar ze bijna niemand kent, waar ze heele dagen alleen is en zonder be zigheden op hun flatje met modern com fort Het flatje met wat een verrukking zijn ze er in getrokken. Weer een eigen home na veertien maanden niets dan de keuken op „de Waeldonck". Makkelijke stoelen en een schemer lamp des avonds samen bij den haard zitten, handwerken, lezen, de radio. een echt sprookje had het geleken. Ze kijkt de kleine, gezellige eetkamer rond. Is het werkelijk pas een goed jaar geleden, dat ze heel Amsterdam hebben afgerend, om dit allemaal te koopen? Franks jongensachtig plezier: Zeg, dat kleine stoeltje voor jou, of vind je dit mooier? Jij mag kiezen, hoor. Je moet het zoo gezellig mogelijk heb ben, schat, het zal wel stil voor je zijn zoo alleen. En dan had Frank haar arm vaster gedrukt en ze hadden elkaar aan gekeken en gezegd: „niet voor lang De inrichting had een grooten hap uit hun spaarpot verslonden en daarom hadden ze al het werk zelf willen doen. Werken had den ze immers geleerd op „de Waeldonck". Frank had iederen dag na kantoortijd lam pen opgehangen en matting gespijkerd. En op een middag had Lies, om Frank te ver rassen, de gordijnen willen ophangen. Een trap, die wankelde ze had neg juist den divan kunnen bereiken. De gebroken pols bleek nog het minst erge te zijn, toen Frank haar om vijf uur vond. Vier weken in het Ziekenhuis dat is het begin van haar Amsterdamsche leven geweest. En het onverbiddelijk vonnis van den dokter: nooit meer. Voor de rose wieg, die ze in stilte al in de etalage op het Ko ningsplein had uitgekozen, hoefde geen plaatsje meer gezocht te worden. Toen was Frank engelachtig geweest, al die eerste maanden lang. Had hij haar in alles toegegeven, haar verwend, telkens pretjes en afleiding bedacht. Natuurlijk is ze er overheen gekomen. Je kunt niet lang treuren om iets, dat je nooit gekend hebt. Maar tochLies staat langzaam op van den divan. Ze schudt haar krullen dat stomme gepieker, wat heb je er aan. Ze kan beter opschieten met haar werk. Ze moest de zitkamer maar eens een uithaalbeurt geven, dat is een goed karwei voor den hee- len morgen. Om elf uur belt de telefoon. Lies zet den stofzuiger af en springt tusschen de op een hoop staande meubels door naar het toe stel. Frank natuurlijk. Zeg, ik kan niet komen koffiedrinken, ik zit hier zeker tot twee uur vast. Jakkes, zegt Lies. Lam zeg. Waar zit je? Op de Rechtbank natuurlijk. We heb ben nog zeven getuigen af te werken en die Rechter-Commissaris is zoo verduiveld langzaam. Ik zit me te verbijten, zeg. Zoo, zegt ze. En hebben jullie den moordenaar al? Welke moordenaar? vraagt Frank ver baasd. Nou, die waar al die getuigen voor zijn. Of is het geen moord? Och kind, zegt Frank Daas toch niet zoo. Het is toch een civiele enquête. Gooi maar in mijn pet, zou Hendrik zeggen, lacht ze. Zeg Frank Wat nou nog? Ik ben de zitkamer aan het schoon maken, heelemaal alleen. O, mooi zooi, schitterend, zegt Frank verstrooid. Ik heb geen tijd meer, dag hoor. Dag engel, roept ze nog, maar hij is al weg. Een telefoongesprek van twee-drie haas tige minuten om den heelen dag op te teren. Van half negen tot half zes. Verder niets, laar dan ook niets. Je kunt iederen dag een kamer uithalen, net zoo lang\tot de kleeden stuk gestofzui gerd en de meubels stukgeboend zijn. Je kunt zelf je koekjes en cake bakken of met allerhande nieuwe recepten gaan knoeien. Je kunt als je handig bent zelf je klee- ren maken of leuke dingen voor je huis in elkaar prutsen. Maar daar heeft ze nu een maal geen knobbel voor. En geen geld ook. Je kunt naar vergaderingen van een of andere vrouwenclub gaan, lezingen af sjouwen, een cursus volgen aan de Volks universiteit maar dan ben je meteen al aan de „uithuizigheden" toe en die zijn er wel leukere te bedenken en genoeg ook! Maar dat kost allemaal geld. Tennissen kost geld. Zwemmen kost geld. Naar de bioscoop gaan kost geld. Gaan theedrinken met vriendinnen kost geld. Menschen op bezoek vragen, een kalm bridge'je, überhaupt kennissen hebben het kost allemaal geld. Zie „Echtpaar z.k." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). KANALISATIE VAN DEN OUDEN IJSEL. Honderden arbeiders zijn in de omgeving van Hoogkeppel aan het werk om de bochten uit de rivier te halen en de dijken te verstevigen. (Polygoon) HET ONSCHADELIJK MAKEN VAN MIJNEN is een gevaarlijk werkje. Een corps van Duitsche specialisten belast zich langs de geheele door Duitschland bezette kust hiermede. Een dezer gevaar lijke oorlogsmonsters wordt onder handen genomen. (Holland) DE LEERLINGEN VAN DE HAAGSCHE SCHOLEN HEBBEN SPEELGOED BIJEENGEBRACHT VOOR DE KINDEREN VAN DE RÓTTERDAMSCHE GEËVACUEERDEN. Dat er gul werd gegeven. toont bovenstaande foto. (Polygoon) VOOR DE EERSTE MAAL WERD IN MIDDENM$ER (WIERINGERMEER) EEN PAARDENMARKT GEHOUDEN. (Polygoon)] VAN MAAND TOT MAAND STIJGT HET AANTAL DUITSCHE DUIKBOOTEN. De werven werken op volle kracht en boot na boot- loopt van stapel. (Polygoon) EEN AANTAL MATROZEN VAN DEN OPBOUWDIENST is dezer dagen geïnstalleerd als brandwacht voor het Centraal Station te Amsterdam. Het vaatwasschen behoort tot de dagelijksche bezigheden. (Polygoon)]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5