Dudok de Wit-herdenking te Breukelen - Drukte in de glasfabrieken LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad Een viool verdween FEUILLETON DE JAARLIJKSCHE DUDOK DE WIT-HERDENKING te Breukelen. C. Dudok de Wit was een groot sportman en wel doener. Jaarlijks worden op zijn geboortedag aan alle kinderen in Breukelen poffertjes verstrekt. (Polygoon), BINNENKORT zal op verschillende plaatsen door het geheele land aan benzine-pompen hout verkrijgbaar zijn, bestemd voor de houtgas-wagens. De op maat gezaagde stukken worden tot houtgasblokjes gehakt (Polygoon). TE HOORN wordt een nieuw tele foonkantoor gebouwd door den Rijks gebouwendienst. De bouwstijl is zoo ge kozen, dat deze met de pmgeving in overeenstemming is. (Polygoon) DRUKTE IN DE GLASINDUSTRIENu. de vraag naar spiegel- en vensterruiten zeer groot is, wordt in de glasfabriek te Heerlen op zeer groote capaciteit gewerkt. Op den voorgrond een schijf, waar. de stukken uit het gips worden losgehakt. (Polygoon) DE WINNAAR van het kantonnale Jvunstturntournooi in Zürich, Leo Schürmann, in actie. Photopress Zürich) DE ITALIAANSCHE OPMARSCH IN AFRIKA. ITALIAANSCHE TANKS IN DE NABIJ HEID VAN SIDI EL BARANI. (Holland) DE WAARNEMERS STAPPEN IN. MOMENT VOOR HET OPSTIJGEN VAN EEN DUITSCHEN KABELBALLON. (Hoffmann) door PAUL SCHOTT. 43) Plotseling keek Grangg op. Op het baicon werd luid gesproken, de Spanjaard duwde het meisje terug in de kamer, de deur ging dicht. Op het gordijn verschenen wild ge barende schaduwen, groteske figuren, als gestalten uit een schimmenspel. Wat moest liij doen? Naar boven klim men? Zich belachelijk maken? Wachten, weggaan?Maar zag dit eruit als een lieldes-scène? Neen, Integendeel! UU? riep Faustina uit, toen ze den Spanjaard ln den regen op het baicon zag staan. Zij stond op het punt om naar Grangg te gaan, maar ze hoorde haar oom nog steeds beneden. Op het moment, dat zij haar mantel uit de kast haalde, werd er op de balcondeuren geklopt. Zou het Grangg zijn? Vol verwachting opende zij de deur, en zag Zublaurre. „Hier ben ik, Faustina," schreeuwde de Spanjaard boven het geweld van den sto.m uit. ,,Je denkt misschien, dat ik gek ben, maar ik kon niet langer wachten. Je houdt van me, Faustina, dat weet ikHij breidde zijn armen uit, maar zij week terug. „Ga weg, ik wil je niet meer zien!" Hij duwde haar in de kamer terug, en sloot de deur achter zich. „Faustina! Waarom zullen we langer wachten? Ik hou van je, ik zweer het Je, ik Ze gaf hem een stomp tegen de borst en riep verontwaardigd„Bedrieger! Er uitdirect eruit, of ik roep een be diende!" Het lidteeken onder zijn oog werd donkerrood, en woedend siste hij: „Wie heeft me verradenheeft iemand Je ge schreven? WieGrangg?" „Ja, men heeft me geschreven, meneer de baron d'Avricourt, signor Montallegre: Eruiteruit, zeg ik!" Met een echt zuidelijk gebaar wees zij naar de deur. „Ik haat je. bedrieger.... Oh. ik schaam me zoo!" Ze bankte ln tra nen uit, „Ik begrijp het, Marguerite, hè? Mar guerite heeft je gesohreven. Maar geloof jij een afgedankte geliefde?" Hij kwam dichterbij en vervolgde zacht: „Ja, het is waar, Faustina, ik heb niet steeds als een engel geleefd, in de tropen kijkt men niet zoo nauw, maar ik zal mijn leven, verande ren, omdat ik van je hou". Het meisje tasitte naar de bel en vastbe raden zei ze: „Als Je niet binnen drie seconden de kamer uit bent. Wel ik". Hij staarde haar aan, en langzaam werd het hem duidelijk, dat hij het spel verloren had Hij trdk zijn lippen op, zoodat het tijger gebit 'jichtbaar werd, zijn oogen waren toe geknepen. „Je wilt mij er dus uit laten gooien. Faurtina? Dat zul je niet doen! Ik ben een bedrieger geweest, dat geef ik toe, maar van nu af aan verandert mijn leven. Ik houd van je en.Faustina legde haar bevende hand op den belknop. Het was stil in de kamer, men hoorde slechte het adie- men van de twee menschen, en het rui- schen van den regen buiten. Toen sprong hij met de uitdrukking van een in het nauw gedreven dier op haar af, en riep: „En tooh zal ik met Je trouwen, ik zal Je leeren, mij lief te hebben. Ik kan je dwin gen, als ik dat wil!" Hij pakte haar bij de schouders en rukte de bel uit haar hand. „Bedrieger!" gilde zij. .Schurkmoor denaar!" Hij bracht zijn giezicht dicht bi) het hare. „Je oom is in het bezLt van de viool, hij heeft hem van Cavalcamti gekocht, die fraaie meneer. Jij bent minderjarig, jij hebt te doen. wat hij zegt. Ik ga nu naar hem toe en zal eens een woordje met hem spreken, begrijp Je? Ik zou dat niet gedaan hebben, als je anders tegen me geweest was, maar Je dwingt mij". Faustina was reeds bij de eerste woorden doodsbleek in een stoel gezonken. Haar oogen puilden uit haar hoofd en nauwelijks hoorbaar fluisterde ze heesch: „Schoft!" Reeds ging hij naar de gangdeur, en verliet, zonder om te kijken, de kamer. Met een zucht viel het meisje ln zwijm. De Spanjaard liep de gang door, ging een trap op en klopte op een deur. „Ajvanti! Wie is daar? Tino?" De Span jaard trad binnen. Lorenzetti zat in een kamerjas aan tafel en knutselde aan een oude speeldoos. Hij hield verschrikt op en keek den indringer aan. „Ik ben het, Zufoiaure, u heeft mij op de „van Houten" ontmoet. Ik moet u spreken" „Wat?.... Nu?... Wie heeft u binner, gelatenFaustina?" „Niemand. Ik heb niet veel tijd. U bent in het bezit van de Stradivarius die aan boord gestolen werd". De oude man sprong van zijn stoel pp en stamelde verschrikt: „WatStradiHij hapte naar adem. „Ik.ik weet van niets.hoe komt u daarbij Zuibiaure trad naderbij. „Ik weet. dat de viool in uw bezit is. Van hier naar het poli tiebureau in PescJiiera Maraglio is niet ver, binnen een half uur kan ik met de gen darmes hier zijn". Lorenzebti was doodsbleek geworden, hij wrong zijn magere handen. „Wat wilt u van mij?Geld?Ik weet niets van een Stradivarius, ik heb een Guarneri. Genoeg!" sneed Zubiaure zijn woorden af!" Ik ga, in een half uur ben ik met de politie terug, U zult gearresteerd worden, men zal u naar Brescia brengen". De grijsaard was op zijn stoel teruggezonken. Zijn handen woelden zenuwachtig ln het dunne grijze haar. „Geld wilt ugeld Ik heb niet veel meer, ik zal wat verkoopen moeten, ik zalHoeveel moet u heb ben?" jammerde hij, angstig naar den af perser glurend. „Ik wil geen'geld", zei de Spanjaard kort. „Voorloopig tenminste niet. Ik wil met uw nicht trouwen, u bent haar voogd, u kunt haar dwingen. Hoe u dat doet, is uw zaak. Voorloopig vraag ik niets anders van u." De oude man bevochtigde zijn droge lip pen met zijn tong. „Faustina, zoo, is het u oni haar te doen. Bent u rijk? Ze moet een man met geld hebben. Ik wil de mooiste verzameling spie gels in Europa hebben voor ik sterf.'' Hij mompelde zoo zacht, dat de Spanjaard l:e:n niet verstaan kon. „Die vervloekte Salim- benihij is de schuld van allesik moet die Egyptische spiegel koopen; 40.000 Ure, hoe moet ik dan...." Zubiaure werd ongeduldig, hij nam den oude bij een arm, en voerde hem naar zijn schrijftafel. ..Schrijf op, wat ik u dicteer. Als u wei gertGebroken gehoorzaamde Loren zetti. „Ik, Ugo Lorenzetti," zei Zubiaure hem voor, „beloof hierbij mijn nicht ten huwe lijk te geven aan Hjalmar Zubiaure. Na mijn dood De oude man draaide verschrikt het hoofd om en knipperde met zijn roodge rande oogen. Onverbiddelijk ging de stem achter hem door: „Na mijn dood komt mijn geheele verzameling aan genoemden heer Zubiaure.De grijsaard stootte een dof geluid uit, hij wierp zijn armen om hoog, viel voorover op het papier, en zakte toen langzaam van den stoel op den grond. De Spanjaard stond eenige oogenblikken bewegingloos, toen keek hij naar het groen achtige gezicht van den ouden man. Met tegenzin trok hij een van de gesloten oog leden op. Met een sprong als van een tijger was hij bij de deur, rukte haar open, en rende de gang af, en omkijkend verdween hij langs de trap naar de bovenste verdieping. Faustina was uit een diepen onmacht ontwaakt. Langzaam werd zij zich bewast wagr zij was. en wat er gebeurd was. Half verdoofd dronk zij een glas water, toen ging zij naar het raam, rukte het open, en gilde om hulp. Het stortregende, de donder gromde, schel klonk haar stem boven het geweld van den storm, toen zij Grangg's naam riep „Hallo," antwoordde een rustige stem. „Zal ik boven komen?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5