bi mkm am "'n Akkertje LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 October 1940 Derde Blad No. 24699 81ste Jaargang „De Nederlandsche Unie" houdt algemeen appél Regaling van hef ziekenfonds wezen te verwachten Burgerslachtoffers van oorlogsgeweld Vergeet Uw bon niet Geldswaarden, die op reis naar het buitenland mogen worden meegenomen Leonard A. Springer overleden Maatregelen voor den aardappelhandel Nederlandsche Roode Kruis-ambulance uit Zuid-Frankrijk terug De Pers zegt Hoofdpijn LAND- EN TUINBOUW IN ALLE LAGEN DER BEVOLKING WERD DE OPROEP VOOR EEN NIEUWE NEDER LANDSCHE VOLKSGEMEENSCHAP VERSTAAN. Van de zijde van De Nederlandsche Unie deelt men ons mede: Toen eind Juli jongstleden de trompet stoot van de jonge „Nederlandsche Unie" door onze lage landen klonk, verwekte dat signaal „verzamelen" een spontane volks beweging, zooals ons land er in zijn lange historie nog nimmer een gekend heeft. Ja. dit willen wij, dit is het al zoo lang verbeid geluid, zoo spraken in enkele dagen tij ds honderdduizenden Nederlanders zich uit, Nederlanders van allen rang en stand. En een ware vloedgolf van aanmeldingen stroomde het hoofdkwartier van De Neder landsche Unie te 's-Gravenhage binnen. Om dat enthousiasme te reglstreeren en op lidmaatschapskaarten vast te leggen, daar was eenvoudig geen enkel administra tief apparaat in enkele weken tijds tegen opgewassen. Want waar een andere organi satie, welke dan ook, Jaren over deed, kwam hier in enkele dagen tot stand. Twee maanden zijn wij, wij van de Ne derlandsche Unie, nu aan het werk en als wij thans, na twee maanden, een oogenblik „algemeen appèl" houden, dan kunnen wij met groote voldoening nü reeds concludee- ren, dat wij onze volgelingen vermochten te verwerven in &lle lagen der bevolking en in alle politieke kampen (zooals wij die vóór 10 Mei kenden) „Vroeger" was het immers zoo: Bij ver kiezingen kregen de twee groote protes- tantsch-christelijke partijen ongeveer 25% van de stemmen; de Katholieken 30%; de Soc.-democraten, te zamen met de dezen groep sociaal-economisch zeer nastaande Chr. Dem. Unie, circa 25%; en de twee hu manistische groepen, Vrijz. Dem. Bond en Liberalen samen 10%. Daarnaast waren er dan nog o.m. de N.S.B. (4%) en de Com munisten (3%). Aan de hand van deze groepeering kun nen wij uitmaken, dat De Nederlandsche Unie inderdaad op haar eigen nieuw pro gram, waarin de Nederlandsche volksge- mèènschap voorop staat, reeds vele, vele honderdduizenden uit vrijwel alle kringen en kampen achter zich mocht vereenigen. Gezien de zoojuist geschetste partij-ver- deeling van vóór 10 Mei is dat gemakkelijk na te gaan. Een kort overzicht moge hier volgen: Prot. Christelijken: De adviezen van mannen als Dr. Colijn en Prof. Slotemaker de Bruine hebben uiteraard de toetreding uit dit kamp aanzienlijk geremd. Desniet tegenstaande blijft het aanmeldingen stroo men uit de kringen van hen, die vroeger A. R. en C. H. stemden. Men moet daarbij niet uit het oog verliezen, (en dit geldt ook voor de andere politieke formaties), dat slechts een gering percentage van het to taal bij verkiezingen behaalde aantal stem men van de leden van de partij-zélve kwam. Katholieken: Deze vtlksgroep, die vroe ger al in eigen kring zooveel gedaan had voor de verbreiding van de gemeenschaps gedachte, vond voor een belangrijk deel, van ondernemer tot arbeider, en boer tot middenstander, haar weg naar de Neder landsche Unie. Bestaat niet twee-derde dee1 van onze Brabantsche leden uit boeren en arbeiders? Soc. Democraten en C. D. U.: Aanvanke lijk brachten de gebeurtenissen van na 14 Mei een algemeene terneergeslagenheid en gevoel van onmacht teweeg in het socialis tische kamp. Geleidelijk aan keerde echter ook daar de levensmoed en de daadkracht terug en parallel daarmee groeit, vooral de laatste weken, in steeds sneller tempo het aantal modern georganiseerde arbeiders, dat, met het oude gemeenschapsideaal voor oogen, in de Nederlandsche Unie mee wil bouwen aaneen ware volksgemeen schap, een in daden zich uitende sociale rechtvaardigheid voor allen, en een verzoe ning van Kapitaal en Arbeid in aller be- Jang. Ook vele voormannen van de oude S.D.A.P. gaven reeds zonder eenige voor behoud het goede, moedige voorbeeld. Ook de C.D.U.-ers van vroeger geven thans da gelijks te kennen, dat de N. U. die chris telijke staatkunde brengen wil, waarnaar in die kringen reeds zoolang werd uitgezien. Liberalen en Vrijz. Dem.: De toevloed uit het V. D.-kamp is eveneens verrassend groot. Er zijn Liberalen, die zich nog op advies van professor Telders meenen te moeten onthouden, doch tegelijk zijn er gelukkig reeds vele liberalen, waaronder tallooze werkgevers, die inzien en erkennen, dat eveneens in het economische leven de tijd van het ongebonden individualisme voorbij is en dat ook het kapitaal den arbeid moet dienen, zooals ook in dezen kring reeds vóór den lOden Mei wel betoogd werd. Zoo groeien wij gestadig, ook nu nog steeds met duizenden per dag. Wij weten het, er is nog veel kaf onder dit koren. Maar ons „koren", onze hechte kern dus, is nog altijd quantitatief en qualitatief ontzaglijk veel belangrijker dan elke andere groep, welke „het nieuwe" brengen wil. Intusschen blijft de Unie onvermoeid ver der werken, bereid om een ieder de hand te reiken, die, met ons, het „nieuwe" en het Nederlandsche evenzeer als een onver brekelijke eenheid ziet. AANSLUITEND AAN REEDS VROEGER BESTAANDE PLANNEN. Wij lezen in liet maandblad Ziekenzorg: Enkele weken geleden is te Utrecht een bijeenkomst gehouden waartoe de direc teur-generaal van de volksgezondheid, dr. C. v. d. Berg. vertegenwoordigers van alle groepeeringen in het ziekenfondswezen had opgeroepen. in die bijeenkomst deed de dirccteur- •eneraal een voor het geheele Neder landsche ziekenfondswezen hoogst be langrijke mededeeling, n.I. dat de lei dende figuren aan het departement van sociale zaken (afd. volksgezond heid) thans het tijdstip gekomen ach ten voor de invoering van een eenvoudi ge wettelijke regeling, zooals vroegere ministers zich die destijds hebben ge dacht en die reeds in een vergevorderd stadium voorbereid is. In deze wettelijke regeling is begrepen, behalve te stellen eischen, waaraan zie kenfondsen zullen dienen te voldoen willen zij als toelaatbaar worden aanvaard, de instelling van een ziekenfondsraad die naar analogie van den Verzekeringsraad een vergaand toezicht op de fondsen kan uitoefenen en die de mogelijkheid krijgt eveneens naar alalogie van de Verzekerings kamer, aan de fondsen adviezen ter opvol ging voor te leggen en die een bemiddelen de taak krijgt bij geschillen, eenigszins naar analogie van de rijksbemiddelaars. Vooralsnog zal deze wettelijke regeling geen materieele voorschriften geven. Steunverleening uit het Herstelfonds. EEN REGELING IN VOORBEREIDING. In voorbereiding is een regeling van wege het departement van sociale za ken, volgens welke in bepaalde gevallen steun kan worden verleend uit het Herstelfonds aan gezinnen, waaraan de kostwinner tengevolge van oorlogsge weld invalide is geworden of daaraan door den dood is ontvallen. Bedoeld worden gezinnen, die in zoodanige om standigheden zijn geraakt, dat zij on derstand van noode hebben, terwijl hier buiten beschouwing blijven de gezin nen, waarvan de kostwinner bij het uitoefenen van zijn militairen dienst plicht invalide is geworden of om het leven is gekomen, en die zelf of wiens nabestaanden voor een uitkeering van wege het departement van defensie in aanmerking komen. De waarn. secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van sociale zaken, heeft in een circulaire aan de ge meentebesturen inlichtingen gevraagd in hoeverre burgerslachtoffers van oorlogs geweld.. als hier bedoeld, aanwezig zijn, zoomede over de samenstelling en de fi- nancieele positie dezer gezinnen. Hiervan zal mede afhangen de beantwoording van de vraag op wejke wijze het meest doel matig hulp zou kunnen worden verleend, bijv. door het verstrekken van een uitkee ring ineens of door een periodieke weke- lijksche uitkeering. Tenslotte worden inlichtingen gevraagd omtrent niet-kostwinners die tengevolge van het oorlogsgeweld invalide zijn gewor den en dientengevolge niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien (en niet voor een uitkeering vanwege het departe ment van defensie in aanmerking komen). ALS GIJ IN EEN RESTAURANT GAAT ETEN. In een gisteren gehouden persconferentie heeft de directeur'van het centraal distri butiekantoor een nadere uiteenzetting ge geven van de maatregelen, die zijn afge kondigd ten aanzien van de regeling voor het hotel- en restaurantbedrijf, alsmede voor de z.g. broodjeswinkels. In het vervolg —zoo zeide hij— zal het noodig zijn, dat men zijn bonnen voor brood en vleesch naar een hotel, restaurant of broodjeswinkel meeneemt. Tot nu toe ontvingen deze zaken 50 Pet. van de hoeveelheid, die zij in dezelfde peri ode van het vorige jaar kregen. Daar komt nu verandering in. Er is een systeem van z.g. „wisselbons" ontworpen. Het is tweele dig. Voor brood zijn er wisselbons, die ieder recht geven op 50 gram en voor vleesch ontvangt men wisselbons, die ieder recht geven op 25 gram. Deze wisselbons zijn in het gewone handelsverkeer niet geldig. Voorts zijn in hotels, restaurants en brood- jeswinkeis uitsluitend nieuwe bonnen geldig. Dus niet die van een vorige week. Deze maatregel houdt verband met de bevoorra ding der hotels, restaurants en broodjes- winkels. die hun voorraden uiteraard ook slechts op bonnen kunnen krijgen. De z.g. „weermachtsbonnen", bonnen, die vanwege en voor de Duitsche weermacht worden uitgegeven, zijn eveneens niet geldig in het gewone verkeer. De hotelhouders, restaura teurs en exploitanten van broodjeswinkels moeten deze bonnen op de distributiekan toren inwisselen voor Nederlandsche bon nen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de bonnen, die Duitsche reizigers in Neder landsche hotels en restaurants overhandi gen, de zg. „Gaststappemarken". Voor de maand October is een spe ciale regeling getroffen, waardoor het mogelijk is dat hotels, restaurants en broodjeswinkels in de gelegenheid zijn voldoenden voorraad aan brood en vleesch te hebben, zoodat zij niet in moeilijkheden komen. Suiker, thee, bo ter, rijst en dergelijke artikelen zijn voor den consument in hotels qp res taurants vrij. Zooals tot nu toe ook voor brood en vleesch gold, ontvangen de hotelhouders en restaurateurs van al deze artikelen 50 pet. van de hoeveel heid, die zij in dezlefde periode van het vorige jaar ontvingen. BEKENDMAKING VAN HET DEVIEZENINSTITÜUT. Het deviezeninstltuut maakt, aangaande de geldsoorten en maxima der in het reis verkeer in en uit te voeren betaalmiddelen en geldswaardige papieren bekend: I. Geldsoorten en maxima voor den uit voer van betaalmiddelen en geldswaardige papieren door ingezetenen overeenkomstig artikel 1 van het deviezenbeslult IV in het reisverkeer naar: a. Duitschland. 1. Blnnenlandsche betaalmiddelen en bln- nenlandsche geldswaardige papleren tot ten hoogste dertig gulden voor iederen dag van het vermoedelijk verblijf ln Duitschland, doch niet meer dan vijfhon derd gulden ln totaal; 2, Rentenbankscheine en Dultsch me- taalgeld tot ten hoogste een gezamenlijke waarde van tien Reichsmark. N.B. Ingevolge artikel 1, tweede lid van het deviezenbeslult IV zijn aan den uit voer van Reglstermarkrelscheques, welker verbruik van Duitsche zijde geregeld is, geen maxima gesteld. b. België. Belgische, eventueel blnnenlandsche, be taalmiddelen en Belgische, eventueel bln nenlandsche geldswaardige papleren tot een waarde van ten hoogste 20 gulden voor lederen dag van het vermoedelijk ver blijf ln België, doch niet meer dan drie honderd gulden ln totaal. c. Andere landen: Betaalmiddelen en geldswaardige papie ren der te bezoeken en te passeeren lan den, eventueel blnnenlandsche betaalmid delen en geldswaardige papieren, tot een waarde van ten hoogste vijf en twintig gulden voor iederen dag van het vermoe delijk verblijf buiten het bezette Neder landsche gebied, doch niet meer dan vijf honderd gulden in totaal. II. 1. Maxima voor den Invoer van blnnen landsche betaalmiddelen en blnnenland sche geldswaardige papleren door nlet- lngezetenen overeenkomstig artikel 5 van het deviezenbeslult. IV: Dertig gulden voor iederen dag van het vermoedelijk verblijf binnen het bezette Nederlandsche gebied, doch niet meer dan vijfhonderd gulden ln totaal. 2. Voor den Invoer van bultenlandsche betaalmiddelen en bultenlandsche gelds waardige papieren bestaan geen maxima, met dien verstande, dat in het reisverkeer uit Duitschland slechts Rentenbankscheine en Dultsch metaalgeld tot ten hoogste een gezamenlijke waarde van tien Reichsmark mogen worden Ingevoerd. m. 1. Maximum voor uitbetalingen door de deviezenbanken op blnnenlandsche gelds waardige papleren en blnnenlandsche vor deringen mlddelijk of onmiddellijk ten gun ste van een binnen het bezette Nederland sche gebied vertoevenden niet-lngezetone overeenkomstig artikel 6 van het deviezen- besluit IV: Dertig gulden voor iederen dag van het verblijf binnen dit gebied, met dien ver stande dat zoodanige uitbetaling slechts geoorloofd Is, wanneer de door den niet- ingezetene ingevoerde en sindsdien door uitbetaling als bovenbedoeld verkregen bln nenlandsche betaalmiddelen gezamenlijk een bedrag van dertig gulden voor iederen dag van het verblijf binnen het bezette Nederlandsche gebied niet te boven gaan, 2. De uitbetaling kan telkenmale voor vijf dagen vooruit geschieden. IV. Het deviezeninstltuut kan In bijzondere gevallen of groepen van gevallen in plaats van de onder 1, 2 en 3 genoemde geldsoor ten andere geldsoorten toelaten zoomede de aldaar genoemde maxima verhoogen. V. Deze bekendmaking treedt tegelijk met het deviezenbeslult IV ln werking. BEKEND TUINARCHITECT. In den ouderdom van 85 jaar is te Haar lem de bekende tuinarchitect Leonard A. Springer overleden. Leonard Springer werd als zoon van den kunstschilder C. Springer te Amsterdam geboren. Hij studeerde aan de destijds be kende tuinbouwschool Linnaeus in de Wa tergraafsmeer en bekwaamde zich daarna bij de firma Halverhout en Co. te Amster dam in het ontwerpen van tuinen en par ken. In 1878 vestigde hij zich als tuinar chitect te Amsterdam. Tien jaar later trok hij naar Hilversum, waar hij drie jaar ver bleef. In 1891 vestigde hij zich te Haarlem, dat hij in 1897- verliet, toen hij benoemd werd tot leeraar aan de landbouwschool te Wageningen. In 1900 werd hij te Haarlem benoemd tot architect van den Hout, als mede tot hoofd van den gemeentelijken plantsoenendienst. Na zijn pensionnee- ring in 1915 bleef hij nog als adviseur aan die gemeente verbonden tot 1920 In geheel Nederland, doch vooral in Twente en Noord-Holland heeft Springer gewerkt. Tal van buitenplaatsen en parken zijn onder zijn leiding aangelegd of gere organiseerd. Zijn groot talent en zijn uit gebreide vakkennis bezorgden hem tal van opdrachten van gemeente en particulieren Zoo ontwierp hij de bekende „Thysse's hof" te Bloemen daal. In 1936 schonk hij zijn belangriik dendrologisch laboratorium aan de landbouwhoogeschool te Wagenin gen. De heer Springer was ridder in de orde van Oranje Nassau en eerelid der Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Verschil lende publicaties verschenen van zijn hand. AFLEVERINGSVERBODEN IN VERBAND MET HOUDBAARHEID EN TEELTPLAATS. De directeur-generaal vcor de voedsel voorziening, ir. S. L. Louwes, heeft ln een gisteren gehouden persconferentie enkele mededeelingen gedaan ln verband met de maatregelen, die getroffen zijn en nog ge troffen zullen worden met betrekking tot den aardappelhandel. Het doel van deze maatregelen zoo zelde hl) is er voor te zorgen, dat er voldoende aardappelen voor de bevolking beschikbaar blijven en te voorkomen, dat er aardappeldistributie komt. De reden, dat wij rantsoeneering wit len voorkomen. Is, dat de aardappel een aanvullingsvoedsel Is, vooral voor hen, die het niet zoo goed kunnen betalen. Men denkt wel eens, dat maatregelen ten aan zien van den aardappelhandel niet noodlg zijn, omdat er geen aanleiding is. In nor male Jaren Immers bedraagt de uitvoer 250 mlllioen kilogram en de hoeveelheid, die tot veevoeder wordt verwerkt, ls normaal ongeveer 500 miilioen kilogram. Toch ls er wel degelijk aanleiding om tot maatregelen over te gaan. We zien, dat wanneer ver schillende artikelen worden gedistribueerd, het gebruik van een bepaald, nog niet ge distribueerd artikel sterk toeneemt Zoo ls het ook in dit geval. Om te zorgen, dat de aardappelen een goede bestemming krijgen, zijn diverse maatregelen genomen. In de eerste plaats een serie maatregelen, die den verbouwer aangaan. Voorkomen moet worden, dat de voor menschelljke consumptie geschikte aardappelen aan het vee gevoerd worden Derhalve ls afgekondigd een vervoer- verbod van voor menschelljke consump tie geschikte aardappelen. Voor veo- voer mogen gebruikt worden aardappe len, die te klein zijn, die rotte plekken vertoonen en die door hun slechte kwa liteit niet voor menschelljke consumptie geschikt zijn. De beoordeellng is niet aan den boer overgelaten. Om haar goed ln de hand te houden ls een afleveringsverbod afgekon digd, waardoor de aardappelhandel langs bepaalde kanalen wordt geleld. Voorts komt er een prijsregeling. De aardappel, een volksvoedsel bij uitnemendheid, mag niet te duur worden, terwijl aan den anderen kant den producent een goede prijs moet worden gewaarborgd. De aardappelen zul len ln de toekomst gegeten worden ln de volgorde van hun houdbaarheid. Voor aardappelen, die heel goed tot het vroege voorjaar bewaard kunnen blijven ls een afleveringsverbod afge kondigd, zooals b.v .voor de Bevelan ders en voor de gekleurde soorten. Vooral in verband met vervoermoellljk- heden, die In de wintermaanden te ver wachten zijn, is tevens een afleverings verbod afgekondigd voor aardappelen, die geteeld zijn in de gebieden rond de groote steden. Afgeleverd mogen thans worden de soor ten, die het meest geschikt zijn om in den herst en ln den vroegen winter geconsu meerd te worden. De aardappelproduoenten ontvangen een garantieprijs, die ook rekening houdt met bewaarloon. Vergeleken bij vorige Jaren ls deze prijs zeer goed. Ir. Louwes besloot zijn uiteenzettingen met er met nadruk op te wijzen, dat de be volking voor oorlogsprljzen van aardappe len niet bang behoeft te zijn. 48 ZIEKE NEDERLANDERS TERUGGEBRACHT. Zaterdagavond J.I. is de Nederland sche Roode Kruis ambulance van haar tweede reis naar Zuid-Frankrijk terug gekeerd met 48 zieke Nederlandsche vluchtelingen, waaronder 26 vrouwen. Een twintigtal werd naar bun woon plaatsen in België teruggebracht, de overigen naar diverse plaatsen in Nederland. Onder hen waren eenige oude vrouwtjes van over de zeventig Jaren, terwijl de jong ste vluchteling een baby van 6 weken was, op de vlucht geboren, Hoe dankbaar de Ne derlandsche zieke vluchtelingen waren, toen de dokters en verpleegsters van het Neder landsche Roode Kruis hen kwam afhalen laat zich wel denken. De route welke de ambulance gevolgd heeft was ParijsVichyToulousePerpig- nan—ArgelezeBt. Cyprlen en Le Vernet en vervolgens terug over Toulouse, Mon- auban en Parijs. Zooals bekend had de ambulance ook een groote hoeveelheid geneesmiddelen, kinine, antidysenterle en antltyphusscra meegeno men voor de kampen St. Cyprlen en Lc Vernet. Vooral de kinine kwam zeer goed van pas aangezien Juist een malaria-epi demie was uitgebroken. Bij aankomst te Vichy werd aan de Santo Publique een lijst van deze geneesmidde len overhandigd. De Fransche autoriteiten waren Jaar mee zoozeer ingenomen, dat zij als tegenprestatie de 16 nog ln het kamp Le Vernet verblijvende Nederlanders ln vrij heid stelden en aan de ambulance mee gaven. De voormalige Nederlandsche gezant, jhr Loudon, de attache's Voorbeljtel en Labou chere alsmede de consul-genei aal mr dr. ir. Sevenster hebben op deze reis ook de ambulance, bestaande uit 2 groote reis- autobussen en 1 vrachtauto, en haar uit rusting bezichtigd en uiting gegeven aan hun groote erkentelijkheid voor en lngeno- me held met deze Roode Kruis ambulance. iiiniiiiiiiinuiiiiiDiniiiuiiiiiiiiiiDiininniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirr Nader overleg gewensclit Het Chr. Hist. Dagblad „De Nederlander" schrijft: Sedert wij in ons nummer van 13 Augus tus de Nederlandsche Unie aanspoorden klaren wijn te schenken, hebben wij over deze beweging niet meer geschreven. Dit sproot geenszins voort uit uit onver schilligheid en werd evenmin Ingegeven door de overweging, dat het naar onze mee ning met de Nederlandsche Unie een „ho peloos geval" zou zijn. Integendeel, de gedachte, die achter de Nederlandsche Unie ligt, om te komen tot samenbundeling van alle waarlijk natio naal voelende krachten, had van den aan vang af en heeft ook thans nog onze volle dige Instemming. De Nederlandsche Unie heeft fouten ge maakt. Er zijn van die zijde dingen gezegd en geschreven, die ln het bijzonder in Pro- testantsch-Christelijke kringen bezorgd heid hebben gewekt. Het zou verkeerd zijn dit te verdoezelen, het ls Integendeel goed dit duidelijk ln het licht te stellen. Het heeft echter geen nut die fouten breed uit te meten. WIJ zijn van oordeel, dat het ln het waarachtig belang van het volk is, dat van onzen kant alles wordt gedaan om met de Nederlandsche Unie tot over eenstemming te komen. Wij zeggen dit niet, omdat wij Illusies koesteren ten aanzien van resultaten, die met een versterking van de Nederlandsche Unie zouden kunnen worden bereikt. Maar wat er ook over ons volk komen moge, het ls van belang, dat het eigene van onzen volksaard zich zoo Indrukwekkend moge lijk openbare, opdat duidelijk blijke, wat men aan ons volk heeft en waar het staan wil. Daarvoor kan de Nederlandsche Unie dienen en daarom hopen wij, dat de weg gevonden kan worden om het den Protes- tantsch-Chrlstelijken groepen mogelijk te maken elke terughoudendheid te laten va ren. Dan zal voor haar vast moeten staan, dat zij niet genoodzaakt worden haar ge loofsovertuiging en alles wat daarmede ten nauwste verbonden ls, te verloochenen. Dit ls de eenige voorwaarde, die zij stellen en wanneer zU dat doen, dan doen zij dat niet alleen om haar eigen geestelijke le vensruimte zeker te stellen, maar ook, om dat voor haar het volksbelang daarmede ls gemoeid. Het schfjnt ons toe, dat de tijd voor na der overleg thans rijp ls. De leiding van de Nederlandsche Unie heeft zich in haar taak kunnen Inwerken en heeft zleh een volle diger begrip kunnen verwerven van wat er in het volk leeft, zoodat zij niet meer uit sluitend behoeft af te gaan op eigen in zicht maar ook rekening kan houden met wat anderen beweegt. En degenen, die thans nog afzijdig staan, hebben zich kun nen overtuigen van de goede bedoelingen van hen, die ln de Nederlandsche Unie leiding geven. In dezen geest achten wij verder contact met de Nederlandsche Unie ten zeerste ge- wenscht. 1410 (loses. Med.) VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Hierbij zend lk een takje van een heester, welke ln het wild groeit. Kunnen de vruchten gebruikt voor Jam? J. Z. te L. Antwoord: Uw heester heet Malus Schei- decken en ls een sierbloemheester. De bloem is dubbel rose en de heester zal in het groot zijn aangeplant; van ln het wild groeien is geen sprake. De vruchten zijn niet vergiftig en kun nen voor Jam bereiding dienst doen. De heester ls een sierappelsoort. Vraag: Hoe kan lk winterpeen bewaren zon der Inkuilen? J. B. te L. Antwoord: Dat kunt U doen door de wor tels laagsgewijze tusschen zand te leggen op een vorstvrhe plaats. De peen droogt dan niet uit en tevens wordt voorkomen, dat de muizen er aan vreten. U kunt er dan bij elke weersgesteld heid bij. Vraag: Is er nog een andere manier voor het kweeken van Brusselsch lof dan inkuilen? J. B. te L. Antwoord: Om de bekende kropjes te kweeken dient U de Br. lofwortels in te kullen, anders kan het niet. U kunt dit evenwel op verschillende plaatsen doen, n.I. bulten, ln een bak (dus onder glas) of ln een stal. Het ma teriaal, waarmede de wortels worden gedekt, varieert eveneens. Hiervoor kan zaad, bladaarde, turfmolm, gehakt stroo en kaf worden gebruikt. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto „Tuinbouw". EEN HONDERJARIGE IN DEN HAAG. Temidden van zijn talrijke familie heeft de heer L. van Dorsten in Den Haag zijn honderdsten verjaardag gevierd. Zijn 5 kin deren, 11 kleinkinderen en 18 achterklein kinderen waren bijna alle aanwezig, be nevens vele andere bekenden, toen wij den honderdjarige een bezoek brachten. De heer Van Dorsten mag zich nog in een goede gezondheid verheugen. Hoewel het gehoor niet zoo goed meer Ls, ls hij toch ln staat om met alles ten volle mede te leven, niet het minst met het wereldgebeuren, dat hij trouw lederen dag in zijn dagblad volgt, waarbij hij zelfs in normale omstandighe den geen bril noodig heeft. Fraaie cadeaux waren hem dezen dag aangeboden, o.a. een prachtige gebeeldhouwde stoel, dien hij dadelijk in gebruik nam. Zijn hart is nog altijd bij de zee, die hij zoo lange Jaren heeft bevaren, en uitdrukkelijk was zijn wensch, dat een driemastscheepje, door hem indertijd in zijn vrije uren vervaar digd. op dezen dag naast hem zou staan. Ook van officieele zijde werd belangstel ling getoond. De heer Heringa, sous-chef van het kabinet van den burgemeester, kwam namens den burgemeester geluk- wenschen aanbieden, welke vergezeld gin gen van een fraaien bloemenmand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9