BINNENLAND IEIDSCH DAGBLAD - Tweede Bfarï Maandag 23 September 1940 De Nederlandsche Unie Voorwaarden, waarop weer mag worden vergaderd Geen medailles aan leden der burgerwacht Treinen worden verduisterd De socialistische arbeidersbeweging Nederlandsche consuls in arrest Ingebruik-neming van gebouwen Uitbreiding maatregelen sociale verzekering Antwoord aan De Vuurslag De phosphor-celluloid- br andplaatjes VERBODEN BLIJVEN: OPTOCHTEN, OPENLUCHTBIJEENKOMSTEN EN OPENBARE VERGADERINGEN. In een circulaire aan de burgemeesters deelt de Secretaris-Generaal, waarn. hoofd van het Departement van Binnenlandsche Zaken mede, dat wederom toelaatbaar zijn vergaderingen, in besloten gebouwen, waar toe slechts daartoe schriftelijk uitgenoodig- de leden der betrokken vereeniging of par tij toegang hebben. Door den bevoegden procureur-generaal, fungeerend directeur van politie mag dis pensatie van de bepalingen, dat de deel nemers aan vergaderingen, uitgaande van staatkundige vereenigingen of van plaatse lijke af deelingen daarvan, of waar staat kundige onderwerpen besproken worden, schriftelijk moeten worden uitgenoodigd en dat de uitnoodiging op naam moet zijn ge steld, voorshands niet worden verleend. In het bijzonder behoort geen bezwaar gemaakt te worden tegen vergaderingen van leden van vereenigingen van zuiver economischen of commercieelen aard voor zoover deze niet ingevolge de verorde ning Nr. 24 van 21 Juni 1940 van de Se cretarissen-Generaal van Justitie en van Binnenlandsche Zaken uit anderen hoofde ongewenscht zijn te achten. Verboden zijn en blijven voorshands: op tochten in het openbaar, bijeenkomsten in de open lucht, en openbare, voor het pu bliek toegankelijke vergaderingen in be sloten lokalen. In een brief aan de burgemeesters schrijft de Secretaris - Generaalwnd. hoofd van het Departement van Binnenlandsche zaken, dat van de zijde der Duitsche autoriteiten er zijn aandacht op gevestigd is, dat door •het bestuur eener voormalige burgerwacht zou zijn besloten, aan de vroegere leden me dailles herinneringskruisenuit te reik Onder verwijzing naar zijn brieven waai in aan de burgemeesters werd medegedeeld, dat de burgerwachten haar werkzaamheden onmiddellijk moesten beëindigen en tot ont binding overgaan, merkt de Secretaris-Ge neraal op dat deze mededeelmig zoo moet worden verstaan, d)at ook het uitreiken van medailles als hierboven vermeld achterwege dient te blijven. Aan het bovenstaande behoort streng de hand te worden gehóuden. SPOEDIG GEEN STIKDONKERE COUPE'S MEER. Treinenvan de Nederlandsche Spoorwe gen rijden voor het grootste deel tot nu toe na zonsondergang en voor zonsopgang in het volslagen duister. De lampen in de coupé's branden niet. Voor wie zich door kleine ongemakken niet uit het veld laat slaan is dit wel is waar vervelend, maar de hoofdzaak is toch. dat de treinen rijden en men komt waar men wezen wil. Niettemin zal dat zoo niet den geheelen winter blijven, zect de „Tel.". De desbetreffende afdeelingen van de Ne derlandsche Spoorwegen zijn doende de noo- dige voorzieningen te treffen en als het zoo vroeg donker wordt, dat tal van treinen verduisterd zullen moeten rijden, dan zal het licht niet behoeven te ontbreken. Hoè verduisterd wordt, dat hangt af van den aard van den trein. Bij sommige wagens is het voldoende de gordijnen neer te laten en een blauw of zwak laimpje in de fitting te schroeven, bij sommige was het noodig een rand van zwart papier langs de ven sters te plakken Uiteraard is heldere verlichting niet mo gelijk. Men zal genoegen moeten nemen met een zwakkere lichtbron of met een blauw lampje. De passagiers van de coupé's worden ver antwoordelijk gesteld voor het handhaven van de door de Spoorwegen aangebrachte verduisberingsmaatrerelen. Bordjes, die de reizigers daarvan in kennis stellen, worden reeds in de treinen aangebracht VRIJSTELLING VAN SOMMIGE LEGES, Het Verordeningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het De partement van Binnenlandsche Zaken be treffende vrijstelling van leges van af schriften van of uittreksels uit de akten van den Burgerlijken Stand. Daarin wordt het volgende bepaald: De afschriften van of uittreksels uit de akten van den Burgerlijken Stand, welke vereischt zijn voor de regeling der pen sioenen van nabestaanden van gesneuvel de of vermiste militairen van de voorma lige Nederlandsche land- en zeemacht zijn vrij van leges. Reeds betaalde leges kunnen worden te ruggevorderd. Door deze verordening van den secreta ris-generaal van het Departement van Bin nenlandsche Zaken worden afschriften van of uittreksel uit de akten van den Burger lijken Stand, welke vereischt zijn voor de regeling der pensioenen van nabestaanden van gesneuvelde of vermiste militairen van dp voormalige Nederlandsche land- en zee macht. vrijgesteld van leges. A. KUILER, t In den ouderdom van 60 jaar is te Arn hem overleden de heer A. Kuiler, oud directeur van het post- en telegraafkan toor te Den Helder. Mr. ROST VAN TONNINGEN AAN HET WOORD. Mr. M. M. Rost van Tonningen, commis saris der SD.A.P. heeft Zaterdagavond een radiorede gehouden, waaraan wij ontleenen: Het hoofdbestuur van de voormalige So ciaal-Democratische Arbeiderspartij had na de gebeurtenissen van den lOden Mei het wachtwoord uitgegeven om het werk te staken. Inderdaad moge het hoofdbestuur in de toenmalige omstandigheden aanleiding hebben gevonden tot deze houding, omdat het niet heeft geweten, wat de mogelijkhe den van arbeid waren. Het was niet te ver wachten dat de Duitsche bezettingsoverheid met die leden van het bestuur van een partij zou willen samenwerken, die, aldus mr. Rost van Tonningen, voor den lOden Mei op de gruwelijkste wijze het Duitsche Rijk hadden beklad en bezoedeld. Het Duitsche bezettingsbestuur heeft echter aan de werkelijk levende krachten van op bouw. die binnen de S.D.A.P. eerlijk een weg in de nieuwe toekomst wilden zoeken, niets in den weg willen leggen. Voor de wegbaning dezer nieuwe krach ten vormde het oude hoofdbestuur der S. D. A. P. een beletsel. Het wenschte niet al leen zelf niet tot nieuwen opbouwarbeid over te gaan, doch heeft sinds den 21sten Juli alle pogingen in het werk gesteld, om die nieuwe krachten te breken. Deze heeren begrepen blijkbaar niet, dat het Marxisme tot het verleden behoort. Gaarne wordt hier erkend, dat in dezen nihilistischen vernielingsarbeid gelukkig lang niet alle leden van het hoofdbestuur op dezelfde wijze werkzaam waren. Het grens aan misdadigheid! dat de lei ding der grootste groep Nederlandsche ar beiders met opzet en voorbedachten rade in de twee maanden, die sinds den 21sten Juli zijn verloopen, gepoogd heeft de cultureele waarden, die met zooveel opofferingen door de allerarmsten onder de arbeiders zijn op gebouwd, aan de vernietiging prijs te geven. Dit moest, aldus spr., mislukken. Het is een dier eenvoudigste levenswijsheden die ieder, die aan de kracht van het volk gelooft uit deze overtuiging kan putten, dat het nieuwe leven sterker is dan alle vooroor- deelen, die een dood verleden pogen te be houden. Het is mij een dure plicht geweest om geen moeite en arbeid te sparen, ten einde in persoonlijke gesprekken de moge lijkheden van het nieuwe werk te openen. Daarbij was een ontzaglijk wantrouwen te overwinnen, een wantrouwen, dat tweeledig was en wel in de eerste plaats een wan trouwen der arbeiders tegen de bedoelingen van mijn vriend Woudenberg en mij zelve in onzen nieuwen arbeid. Dit wantrouwen sproot voort uit aantij gingen, dat leden der N.S.B, op vooraan staande plaateen gesteld, hun ambt zouden kunnen misbruiken voor een propaganda voor de eigen beweging. Een dergelijke hou ding zou getuigen, zeide mr. Rost van Ton ningen. van de miskenning van den aard en het wezen van ons volk. In dezen geest zijn gedurende de afgeloo- pen twee maanden op het geh'eele gebied der werkzaamheid der vroegere S.D.A.P. de verantwoordelijke personen benaderd, met het oogmerk uit de arbeidersmassa's zelf de krachten te doen herleven, die de vormen zouden willen vinden voor een politieke wilsuiting in de toekomst. Na de moeizame besprekingen van twee maanden is in Amsterdam een aantal per soonlijkheden der voormalige S.D.A.P. bij eengekomen, die tot de stichting van een Nederlandsche Socialistische Werkgemeen schap hebben besloten. Hiermede is de eer- burgemeester der gemeente Hindeloopen. ste beslissende stap gezet naar de wegba ning der socialistische arbeiders naar de toekomst Het bestuur der nieuwe werkge meenschap zal het voorloopige programma ontwerpen, waarop de actie zich in den eerstvolgenden tijd zal ontplooien. Hiermede komt eenige teekening in den chaotischen toestand, waarin het bestuur der S.D.A.P. de massa der leden had achter gelaten. Naar mate de nieuwe afdeelingen van deze werkgemeenschap zullen zijn ge vormd, zullen plaatselijk de oude afdeelin gen der S.D.A.P. worden opgeheven. Nadere regelingen zullen door het voor- loopig bestuur der nieuwe werkgemeenschap worden getroffen om uit den chaos van ont bonden, zich ontbindende of nog bestaande afdeelingen der SD.A.P. een nieuwe orga nisatie der Nederlandsche Socialistische Werkgemeenschap op te bouwen. Als dit eenmaal zal zijn geschied, dan zal op grond van de nieuwe statuten een definitief be stuur worden gevormd en zal de Nederland sche Socialistische Werkgemeenschap, on der de leiding van het nieuwe bestuur, vrij van eenig commissariaal toezicht, dezelfde rechten genieten ,als andere politieke groe pen, die thans reeds actief aan het poli tieke leven deelnemen. Na de ontbinding van de A.J.C. zal uit den Arbeiders Sportbond de jeugdbeweging moeten wórden opgebouwd. Tallooze der leden van de arbeids mu ziek-, zang- en tooneelvereenigingen zijn dragers van een Nederlandsche cultuur in den waarsten zin van het woord. Met vreugde kan worden geconstateerd, dat een landelijke bijeenkomst van arbei ders muziekvereenigingen het winterpro- gram zal ontwikkelen. Zoo staat twee maanden na de maatrege len van opbouw het leven" op in de arbei dersmassa's, wier medewerking voor den bouw van het waarachtige socialisme on ontbeerlijk is. ALS REPRESAILLEMAATREGEL. Van bevoegde zijde vernemen wij, dat als represaille voor de interneering van den Duitschen consul-generaal te Soerabaja, von Plessen, die vele jaren in Nederlandsch Indië als beroepsconsul werkzaam geweest is, een aantal Nederlandsche beroepscon suls in Duitechland is geïnterneerd. Zij be vinden zich in Bad Essen. Vad. VEREENIGINGEN ZONDER ECONOMISCH DOEL. Om een overzicht over de hier te lande bestaande niet-economische vereenigingen van personen en stichtingen zonder econo misch doel te verkrijgen en een overzicht over haar economische doeleinden en fi- nancieelen toestand te .verkrijgen, is voor alle niet-economische vereenigingen van personen, hetzij vereenigingen, verbonden, organisaties en dergelijke instellingen, en voor alle stichtingen van niet-economi- sehen - ,aard- de - verplichting in. .het leven geroepen van haar bestaan binnen twintig dagen na het in werking treden dezer ver ordening bij den bevoegden directeur van politie (procureur-generaal) aangifte te doen. Deze aangifte moet geschieden door inlevering van een bij den procureur-gene raal verkrijgbare vragenlijst, die door de betrokkenen moet worden ingevuld, als mede door inlevering van een vermogens staat. Over vermogensbestanddeelen der betrokken vereenigingen en stichtingen mag tot nader order slechts in het kader van het loopende zakenverkeer worden be schikt. Op overtredingen der verordening zijn straffen gesteld. BURGEMEESTER VAN HINDELOOPEN. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is G. Stallinga opnieuw benoemd tot i DOOR DE DUITSCHE WEERMACHT. De Zaterdag nog door ons vermelde ver ordening van den Rijkscommissaris betref fende de in gebruik neming van bebouwde en onbebouwde erven voor doeleinden van de Duitsche weermacht, sluit den kring der verordeningen, waarbij de vergoedingen voor verrichtingen ten behoeve van de Duitsche weermacht worden geregeld. Deze verordening gaat er van uit, dat de weermacht erven slechts voor tijdelijk ge bruik noodig heeft en niet voorgoed aan den eigendom behoeft te onttrekken. De vordering van een zoodanig erf geschiedt door schriftelijke mededeeling aan de ge meente, waarin het erf gelegen is, welke gemeente den eigenaar en den directen ge bruiker hiervan onverwijld in kennis moet stellen. Voor het in gebruik nemen kan de weermacht een schadevergoeding betalen en wel aan den tot direct gébruik van het erf gerechtigde. Deze schadeloosstelling bedraagt voor landbouwgronden het bedrag van de jaar- lijksche pachtwaarde, Voor andere gronden tweederde deel van de j aarlij ksche huur waarde en voor alles wat zich op het erf bevindt 6% van de waarde. De waarde wordt volgens een vrij oordeel, echter na raadpleging van Nederlandsche instanties, zooals de pachtbureaux en belastinginstan ties, vastgesteld. Hij, die aanspraak maakt op de schadeloosstelling moet het verzoek daartoe bij den burgemeester van de ge meente, waarin het erf is gelegen, indienen De gemeente kan als voorschot maandelijks de helft van het waarschijnlijk per maand als schadevergoeding uit te betalen bedrag beschikbaar stellen. Is de schadevergoeding lager dan een vergoeding (pacht huur, enz.), welke de tot direct gebruik gerechtigde voor het gebruik van het erf betalen moet, dan wordt deze vergoeding verminderd tot het bedrag van de door de weermacht betaalde schadeloos stelling. Geen schadeloosstelling wordt betaald voor het in gebruik nemen van erven van Nederlandsche regeeringsorganen en Neder landsche regeeringsinstanties, van verster- kings-, verdedigings- en vlieghaveninstal- laties der vroegere Nederlandsche zee- en landmacht, alsmede van erven, waarvan de eigenaar zich buiten het bezette Neder landsche gebied bevindt. In het laatste ge val kan de chef-intendant bij wijze van uitzondering een billijke schadeloosstelling toestaan. Vanzelfsprekend geldt deze ver ordening niet voor verrichtingen, welke als inkwartiering vallen onder een vroeger af gekondigde verordening, alsmede in geval len waarin de Duitsche weermacht volgens privaatrechtelijke overeenkomst gehuurd of gepacht heeft. Een schadeloosstelling wordt slechts verleend voor in gebruik nemingen na den 29sten Mei 1940. Een verdere schade loosstelling van de betrokkenen door Neder landsche instanties wordt door deze veror dening niet uitgesloten. In het Verordeningenblad is opgenomen ëen besluit van den secretaris-generaal van het Departement van Sociale -Zaken, hou dende wijzigingen en aanvullingen van be staande wettelijke bepalingen op het ge bied der sociale verzekering. In de eerste plaats wordt artikel 23 lid 3 der Ziektewet, dat thans luidt: „met ziekte worden zwangerschap en bevalling van een gehuwde vrouw gelijkgesteld enz." gelezen ais volgt: „met ziekte worden zwanger schap en bevalling gelijkgesteld." In verband hiermede vervalt ook in an dere artikelen het woord gehuwde. Verder wordt in artikel 53 bepaald, dat de Raad van Arbeid ook bevoegd is de uit- keerlng van ziekengeld en eventueel het verleenen van verloskundige hulp geheel of Naar men zich zal herinneren, heeft de „Nationale Unie", welke zich o.m. bezig houdt met de bestudeering van de corpora tieve gedachte, onlangs haar sympathie be tuigd met het streven van „De Nederland sche Unie". Tegelijk heeft toen de „Natio nale Unie" haar naam in „De Vuurslag" veranderd om in de toekomst misverstan den te voorkomen. Dezer dagen heeft „De Vuurslag" een pen brief gericht tot de „Nederlandsche Unie", waarin deze werd opgewekt, thans onverwijld de grondslagen te leggen voor een corporatieve ordening. Het driemanschap heeft in antwoord daarop thans een open brief tot „De Vuur slag" gericht, waarin zij zegt, in verband met den oproep van „De Vuurslag" eenige besprekingen te hebben gevoerd met „Na tionaal Herstel" en .Nationaal Front". Alle partijen hebben daarbij haar standpunt uit eengezet. waarbij overeenkomsten en ver schillen bleken. Het driemanschap zegt verder: Wij werken dagelijks hard aan de voort zetting der nationale samenwerking m het streven naar wat u kenmerkend noemt „Het nieuwe land". Wij hopen en vertrou wen, dat de aan ons volk gelaten vrijheid, deze hooge waarde zelf te vinden, zal wor den bestendigd en dat ons volk daarin vol doenden werkelijkheidszin "zal toonen. Wij hebben de verwachting, dat een en ander goede vruchten kan dragen, wanneer ook werkelijk allen werken in een nationalen geest van toenadering en niet één groep voortdurend spreekt van machteoverneming Wij streven dus naar corporatief werk op sociaal-economisch gebied. Wij zijn immers overtuigd, dat ook onze volks- meënïng dit reeds verlangt. Dit echter minder vérgaand dan het corporatief staatsbestel, hetwelk gij ons aanraadt, waarin geheel het beleid in het maat schappelijk leven, doch ook in het staatkundige leven bij corporaties be rust. Wij meenen. dat de corporaties het terrein van het sociaal-economische niet mogen verlaten. Wij hebben echter reeds bij de oprichting van De Neder landsche Unie deze vraagstukken voor gelegd aan een commissie, welke ons op korten termijn haar advies zal uitbren gen aan de hand van Nederlandsche gegevens en opvattingen en van buiten- landsche ervaringen. Wij blijven open voor overleg met allen, die werkelijk verbetering en vernieuwing in ons volksleven op Nederlandsche wijze voorstaan. Wij zijn bereid, met hen te za- men te komen tot een „beleidsprogramma" voor deze moeilijke tijden, op de basis van onderlinge toenadering. Doch wij kunnen ons eigen beleids-programma niet instellen op de gedachte van den corporatie ven staat zonder grondig verder onderzoek en over leg. Ook buiten het staatkundige is er ge noeg, dat. ons allen thans behoort te bin den: ons aller werk voor een in zichzelf sterk Nederland, waar ieder arbeid heeft, waar de klassentegenstellingen zijn verdwe nen, en waar geheel het volk als geheel arbeidt voor zijn aandeel in het nieuwe Europa en in de betere wereld-verhoudin gen, daarbij gedragen door geloof en tradi ties en gesterkt door zijn band met Neder land-overzee en door het ook daaruit voort komend plichtsbesef". MEDEWERKING VAN DE „CHR. DEM. UNIE". Jet secretariaat van de Chr. Dem. Unie verboektons de volgende motie te publi- ceeren: Het Algemeen Bestuur der Christelijk- Democratische Unie (C.D.U.), op 21 Sept. 1940 te Utrecht in vergadering bijeen; Overwegende, dat onder de huidige om standigheden ernstig dient te worden ge streefd naar een zoo sterk mogelijke aan eensluiting en samenwerking van alle groe pen der Nederlandsche bevolking, waarom de CD.U. haar standpunt ten opzichte van de Nederlandsche Unie heeft te bepalen; met nadruk constateerende, dat er van uit het standpunt der C.D.U. ernstige be zwaren bestaan tegen de inrichting en som mige programpunten van de Nederlandsche Unie; in aanmerking nemende evenwel, dat het sociaal-economisch program van de Neder landsche Unie grootendeels in de lijn ligt van de doelstellingen der C. D. U., welke echter van veel -verder gaande strekking zijn; Spreekt als zijn oordeel uit: le dat de C.D.U. als christelijke be weging op staatkundig en maatschap pelijk gebied in het belang van land en volk de actie voor haar doelstellingen welke veel verder gaan dan die van de Nederlandsche Unie met kracht dient voort te zetten; 2e. dat de C.D.U., die altoos bereid was tot samenwerking met anderen, in de huidige omstandigheden het als haar taak heeft te beschouwen, met welwillendheid tegenover het streven der Nederlandsche Unie te staan, wijl deze beweging momenteel de eenige is te achten, die namens het Nederland sche volk met de bezettingsoverheid in overleg kan treden; 3e. dat mitsdien gelet ook op het feit, dat door de leiders der Nederland sche Unie het lidmaatschap van deze beweging met dat van de C.D.U. ver- eenigbaar verklaard is zijnerzijds het lidmaatschap der C.D.U. vereenigbaar is te achten met dat van de Nederlandsche Unie. (Dit advies-.-werd met algemeene stem men genomen). ten deele te weigeren, indien de ongeschikt» heid tot werken het gevolg is van een. ziekte, welke haar oorzaak vindt in een vecht- of kloppartij, waaraan de verzekerde uit eigen beweging heeft deelgenomen. Voorts wordt voor den duur van een jaar buiten werking gesteld de bepaling van ar tikel 1 onder primo en secundo van het Koninklijk Besluit van 10 Juli 1029 tot uit voering van artikel 101 derde lid der Ziek tewet. Deze bepaling luidt: „De bedrijfsvereeniging is bevoegd de toelating van een werkgever als lid te wei geren of het lidmaatschap aan een reeds toegetreden werkgever op te zeggen: 1. Indien de werkgever bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis in staat van fail lissement is verklaard of hem bij zoodanig vonnis voorloopig of definitieve surséance van betaling is verleend. 2. Indien de werkgever, nadat hij des wege in gebreke is gesteld, nalatig blijft om eenige geldelijke verplichting jegens de bedrijfsvereniging, waarvan hij lid is of geweest is, na te komen." Vervolgens wordt bepaald dat de leider en de leden van een orkest als werknemers In dienst van den exploitant, in wiens be drijf of ln wiens naam het orkest optreedt, onder de verplichte verzekering overeen komstig de bepalingen van de Ziekteweten de Invaliditeitswet vallen, alles voor zoover het bestuur der Rijksverzekeringsbank niet beslist heeft, dat het orkest overeenkom stig de bepalingen der Ongevallenwet 1921 als een zelfstandig bedrijf moet worden beschouwd. Hetgeen voor de verrichting van werk zaamheden, als bovenbedoeld, wordt geno ten, wordt als loon in den zin van de Ziektewet en van de Invaliditeitswet be schouwd. Hetgeen voor den gezamenlijk verrichten arbeid wordt genoten, wordt, voor zoover niet blijkt van een andere ver deeling, geacht door ieder 'dergenen, die den arbeid hebben verricht voor een gelijk deel te zijn genoten. Ten slotte is bepaald, dat onder leerling in den zin van het tweede lid, onder le. van artikel 2 der Ongevallenwet 1921 mede wordt verstaan hij, die tegen betaling van leergeld in een onderneming werkzaam is; hij, die al of niet tegen betaling van leer geld als leerling eener instelling van tech nisch onderwijs in een onderneming ten behoeve van zijn practische vakopleiding werkzaam is gesteld; alsmede hij, die aan een aan een onderneming verbonden vak school opleiding ontvangt. In de vorenbe doelde gevallen wordt degene, in wiens onderneming de leerling werkzaam is, of aan wiens onderneming de vakschool, aan welke de leerling opleiding ontvangt, is verbonden, als de werkgever van den leer ling beschouwd. Daartoe is niet vereischt, dat door of voor den leerling met den werkgever een arbeidsovereenkomst is gesloten. HOE ZE TE BEHANDELEN. In een circulaire aan de burgemeesters vestigt de secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Binnenlandsche Zaïkien nogimaails de aandacht op de Engel - sche phorphorplaaitjes, die den laatsten tijd herhaaldelijk boven ons land worden afge worpen om branden te stichten. De secre taris-generaal doet den burgemeesters als bijlage toekomen de volgende aanschrijving van den Befehlshaber der Ordnungspolizei omtrent de bestrijding van deze brand plaatjes. Uiterlijk voorkomen. 5x5 c.M. celluloddplaaitje van pl.m. 1 m.m. dikte ln de meest verschillende kleuren (zwart, wit. rood-, schildpad) met een ge- ponsd gat in het midden van 15 mm. grootte Boven dit gat ls aan de bovenzijde een stukje stof ran 3.5 cM. lengte en 1.8 cM. breedte met haakjes bevestigd, dat ln het midden geel doorschijnend, een rond schijfje van geel phosphor met een gewicht van pl.m. 0.4 gr. bevat. Het schijfje ls onge veer zoo groot als een eent en nog geen 1 m.m. dik. Duidelijke reuk ran phosphor. Uitwerking. Bij het uitgooien uit het vliegtuig ver dampt weliswaar een deel ran het water, aangezien het stukje stof uit zeer absorbee- rend materiaal bestaat, blijft een belang rijk deel van het water in het weefsel ach ter. Al naar het weer zal dit na uren of ook eerst na dagen tot ontbranding komen. Wijze van bestrijding. Wanneer het vermoeden bestaat, dat er brandplaatjes zijn uitgeworpen, of ook al bij laag overvliegen van het platteland door vijandelijk evliegtuigen, moeten overdag di rect opsporingsmaatregelen voor deze plaat jes worden getroffen. Bij het verzamelen van de brand plaatjes moet er op worden gelet, dat het stukje stof met de phosphor, het welk zich in het midden van 't plaatje bevindt, niet met de hand wordt aan geraakt. Het is aan te hevelen deze plaatjes, om nadeelige gevolgen voor de gezondheid te vermijden (brand wonden, vergiftiging) met twee houten stokjes beet te pakken en ln het water te leggen. Daar phosphor reeds bij gebruik van 1/10 gram den dood tengevolge heeft en bovendien moeilijk helende en zeer pijnlijke brandwonden veroorzaken kan, ls groote voorzichtigheid geboden. De gevonden plaatjes moeten ln bussen (bijv. oude Jambussen enz.) onder water worden bewaard. Door ze ln het water te werpen wordt het ontbranden onmogelijk gemaakt. Nadat de opsporingen beëindigd zijn moeten de reservoirs met de brandplaatjes bij den burgemeester, bij een post van de veldwacht of binnen het gebied van een stad op bet dichtstbijzijnde politiebureau worden afgeleverd. De dienstbureaux moeten de plaatjes als volgt onschadelijk laten maken: een put graven en de plaatjes daarin laten op branden. 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 7