BINNENLAND
IEIDSCH DAGBLAD - Tweede Bfarï
Maandag 23 September 1940
De Nederlandsche Unie
Voorwaarden, waarop
weer mag worden
vergaderd
Geen medailles aan
leden der burgerwacht
Treinen worden
verduisterd
De socialistische
arbeidersbeweging
Nederlandsche consuls
in arrest
Ingebruik-neming van
gebouwen
Uitbreiding maatregelen
sociale verzekering
Antwoord aan De Vuurslag
De phosphor-celluloid-
br andplaatjes
VERBODEN BLIJVEN: OPTOCHTEN,
OPENLUCHTBIJEENKOMSTEN EN
OPENBARE VERGADERINGEN.
In een circulaire aan de burgemeesters
deelt de Secretaris-Generaal, waarn. hoofd
van het Departement van Binnenlandsche
Zaken mede, dat wederom toelaatbaar zijn
vergaderingen, in besloten gebouwen, waar
toe slechts daartoe schriftelijk uitgenoodig-
de leden der betrokken vereeniging of par
tij toegang hebben.
Door den bevoegden procureur-generaal,
fungeerend directeur van politie mag dis
pensatie van de bepalingen, dat de deel
nemers aan vergaderingen, uitgaande van
staatkundige vereenigingen of van plaatse
lijke af deelingen daarvan, of waar staat
kundige onderwerpen besproken worden,
schriftelijk moeten worden uitgenoodigd en
dat de uitnoodiging op naam moet zijn ge
steld, voorshands niet worden verleend.
In het bijzonder behoort geen bezwaar
gemaakt te worden tegen vergaderingen
van leden van vereenigingen van zuiver
economischen of commercieelen aard
voor zoover deze niet ingevolge de verorde
ning Nr. 24 van 21 Juni 1940 van de Se
cretarissen-Generaal van Justitie en van
Binnenlandsche Zaken uit anderen hoofde
ongewenscht zijn te achten.
Verboden zijn en blijven voorshands: op
tochten in het openbaar, bijeenkomsten in
de open lucht, en openbare, voor het pu
bliek toegankelijke vergaderingen in be
sloten lokalen.
In een brief aan de burgemeesters schrijft
de Secretaris - Generaalwnd. hoofd van het
Departement van Binnenlandsche zaken,
dat van de zijde der Duitsche autoriteiten
er zijn aandacht op gevestigd is, dat door
•het bestuur eener voormalige burgerwacht
zou zijn besloten, aan de vroegere leden me
dailles herinneringskruisenuit te reik
Onder verwijzing naar zijn brieven waai in
aan de burgemeesters werd medegedeeld,
dat de burgerwachten haar werkzaamheden
onmiddellijk moesten beëindigen en tot ont
binding overgaan, merkt de Secretaris-Ge
neraal op dat deze mededeelmig zoo moet
worden verstaan, d)at ook het uitreiken van
medailles als hierboven vermeld achterwege
dient te blijven.
Aan het bovenstaande behoort streng de
hand te worden gehóuden.
SPOEDIG GEEN STIKDONKERE
COUPE'S MEER.
Treinenvan de Nederlandsche Spoorwe
gen rijden voor het grootste deel tot nu toe
na zonsondergang en voor zonsopgang in
het volslagen duister. De lampen in de
coupé's branden niet. Voor wie zich door
kleine ongemakken niet uit het veld laat
slaan is dit wel is waar vervelend, maar de
hoofdzaak is toch. dat de treinen rijden en
men komt waar men wezen wil. Niettemin
zal dat zoo niet den geheelen winter blijven,
zect de „Tel.".
De desbetreffende afdeelingen van de Ne
derlandsche Spoorwegen zijn doende de noo-
dige voorzieningen te treffen en als het zoo
vroeg donker wordt, dat tal van treinen
verduisterd zullen moeten rijden, dan zal
het licht niet behoeven te ontbreken.
Hoè verduisterd wordt, dat hangt af van
den aard van den trein. Bij sommige wagens
is het voldoende de gordijnen neer te laten
en een blauw of zwak laimpje in de fitting
te schroeven, bij sommige was het noodig
een rand van zwart papier langs de ven
sters te plakken
Uiteraard is heldere verlichting niet mo
gelijk. Men zal genoegen moeten nemen met
een zwakkere lichtbron of met een blauw
lampje.
De passagiers van de coupé's worden ver
antwoordelijk gesteld voor het handhaven
van de door de Spoorwegen aangebrachte
verduisberingsmaatrerelen. Bordjes, die de
reizigers daarvan in kennis stellen, worden
reeds in de treinen aangebracht
VRIJSTELLING VAN SOMMIGE
LEGES,
Het Verordeningenblad bevat een besluit
van den secretaris-generaal van het De
partement van Binnenlandsche Zaken be
treffende vrijstelling van leges van af
schriften van of uittreksels uit de akten
van den Burgerlijken Stand.
Daarin wordt het volgende bepaald:
De afschriften van of uittreksels uit de
akten van den Burgerlijken Stand, welke
vereischt zijn voor de regeling der pen
sioenen van nabestaanden van gesneuvel
de of vermiste militairen van de voorma
lige Nederlandsche land- en zeemacht zijn
vrij van leges.
Reeds betaalde leges kunnen worden te
ruggevorderd.
Door deze verordening van den secreta
ris-generaal van het Departement van Bin
nenlandsche Zaken worden afschriften van
of uittreksel uit de akten van den Burger
lijken Stand, welke vereischt zijn voor de
regeling der pensioenen van nabestaanden
van gesneuvelde of vermiste militairen van
dp voormalige Nederlandsche land- en zee
macht. vrijgesteld van leges.
A. KUILER, t
In den ouderdom van 60 jaar is te Arn
hem overleden de heer A. Kuiler, oud
directeur van het post- en telegraafkan
toor te Den Helder.
Mr. ROST VAN TONNINGEN AAN
HET WOORD.
Mr. M. M. Rost van Tonningen, commis
saris der SD.A.P. heeft Zaterdagavond een
radiorede gehouden, waaraan wij ontleenen:
Het hoofdbestuur van de voormalige So
ciaal-Democratische Arbeiderspartij had na
de gebeurtenissen van den lOden Mei het
wachtwoord uitgegeven om het werk te
staken.
Inderdaad moge het hoofdbestuur in de
toenmalige omstandigheden aanleiding
hebben gevonden tot deze houding, omdat
het niet heeft geweten, wat de mogelijkhe
den van arbeid waren. Het was niet te ver
wachten dat de Duitsche bezettingsoverheid
met die leden van het bestuur van een
partij zou willen samenwerken, die, aldus
mr. Rost van Tonningen, voor den lOden
Mei op de gruwelijkste wijze het Duitsche
Rijk hadden beklad en bezoedeld. Het
Duitsche bezettingsbestuur heeft echter
aan de werkelijk levende krachten van op
bouw. die binnen de S.D.A.P. eerlijk een
weg in de nieuwe toekomst wilden zoeken,
niets in den weg willen leggen.
Voor de wegbaning dezer nieuwe krach
ten vormde het oude hoofdbestuur der S.
D. A. P. een beletsel. Het wenschte niet al
leen zelf niet tot nieuwen opbouwarbeid
over te gaan, doch heeft sinds den 21sten
Juli alle pogingen in het werk gesteld, om
die nieuwe krachten te breken. Deze heeren
begrepen blijkbaar niet, dat het Marxisme
tot het verleden behoort.
Gaarne wordt hier erkend, dat in dezen
nihilistischen vernielingsarbeid gelukkig
lang niet alle leden van het hoofdbestuur
op dezelfde wijze werkzaam waren.
Het grens aan misdadigheid! dat de lei
ding der grootste groep Nederlandsche ar
beiders met opzet en voorbedachten rade in
de twee maanden, die sinds den 21sten Juli
zijn verloopen, gepoogd heeft de cultureele
waarden, die met zooveel opofferingen door
de allerarmsten onder de arbeiders zijn op
gebouwd, aan de vernietiging prijs te geven.
Dit moest, aldus spr., mislukken. Het is
een dier eenvoudigste levenswijsheden die
ieder, die aan de kracht van het volk gelooft
uit deze overtuiging kan putten, dat het
nieuwe leven sterker is dan alle vooroor-
deelen, die een dood verleden pogen te be
houden. Het is mij een dure plicht geweest
om geen moeite en arbeid te sparen, ten
einde in persoonlijke gesprekken de moge
lijkheden van het nieuwe werk te openen.
Daarbij was een ontzaglijk wantrouwen te
overwinnen, een wantrouwen, dat tweeledig
was en wel in de eerste plaats een wan
trouwen der arbeiders tegen de bedoelingen
van mijn vriend Woudenberg en mij zelve in
onzen nieuwen arbeid.
Dit wantrouwen sproot voort uit aantij
gingen, dat leden der N.S.B, op vooraan
staande plaateen gesteld, hun ambt zouden
kunnen misbruiken voor een propaganda
voor de eigen beweging. Een dergelijke hou
ding zou getuigen, zeide mr. Rost van Ton
ningen. van de miskenning van den aard
en het wezen van ons volk.
In dezen geest zijn gedurende de afgeloo-
pen twee maanden op het geh'eele gebied
der werkzaamheid der vroegere S.D.A.P. de
verantwoordelijke personen benaderd, met
het oogmerk uit de arbeidersmassa's zelf de
krachten te doen herleven, die de vormen
zouden willen vinden voor een politieke
wilsuiting in de toekomst.
Na de moeizame besprekingen van twee
maanden is in Amsterdam een aantal per
soonlijkheden der voormalige S.D.A.P. bij
eengekomen, die tot de stichting van een
Nederlandsche Socialistische Werkgemeen
schap hebben besloten. Hiermede is de eer- burgemeester der gemeente Hindeloopen.
ste beslissende stap gezet naar de wegba
ning der socialistische arbeiders naar de
toekomst Het bestuur der nieuwe werkge
meenschap zal het voorloopige programma
ontwerpen, waarop de actie zich in den
eerstvolgenden tijd zal ontplooien.
Hiermede komt eenige teekening in den
chaotischen toestand, waarin het bestuur
der S.D.A.P. de massa der leden had achter
gelaten. Naar mate de nieuwe afdeelingen
van deze werkgemeenschap zullen zijn ge
vormd, zullen plaatselijk de oude afdeelin
gen der S.D.A.P. worden opgeheven.
Nadere regelingen zullen door het voor-
loopig bestuur der nieuwe werkgemeenschap
worden getroffen om uit den chaos van ont
bonden, zich ontbindende of nog bestaande
afdeelingen der SD.A.P. een nieuwe orga
nisatie der Nederlandsche Socialistische
Werkgemeenschap op te bouwen. Als dit
eenmaal zal zijn geschied, dan zal op grond
van de nieuwe statuten een definitief be
stuur worden gevormd en zal de Nederland
sche Socialistische Werkgemeenschap, on
der de leiding van het nieuwe bestuur, vrij
van eenig commissariaal toezicht, dezelfde
rechten genieten ,als andere politieke groe
pen, die thans reeds actief aan het poli
tieke leven deelnemen.
Na de ontbinding van de A.J.C. zal uit
den Arbeiders Sportbond de jeugdbeweging
moeten wórden opgebouwd.
Tallooze der leden van de arbeids mu
ziek-, zang- en tooneelvereenigingen zijn
dragers van een Nederlandsche cultuur in
den waarsten zin van het woord.
Met vreugde kan worden geconstateerd,
dat een landelijke bijeenkomst van arbei
ders muziekvereenigingen het winterpro-
gram zal ontwikkelen.
Zoo staat twee maanden na de maatrege
len van opbouw het leven" op in de arbei
dersmassa's, wier medewerking voor den
bouw van het waarachtige socialisme on
ontbeerlijk is.
ALS REPRESAILLEMAATREGEL.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat
als represaille voor de interneering van den
Duitschen consul-generaal te Soerabaja,
von Plessen, die vele jaren in Nederlandsch
Indië als beroepsconsul werkzaam geweest
is, een aantal Nederlandsche beroepscon
suls in Duitechland is geïnterneerd. Zij be
vinden zich in Bad Essen. Vad.
VEREENIGINGEN ZONDER
ECONOMISCH DOEL.
Om een overzicht over de hier te lande
bestaande niet-economische vereenigingen
van personen en stichtingen zonder econo
misch doel te verkrijgen en een overzicht
over haar economische doeleinden en fi-
nancieelen toestand te .verkrijgen, is voor
alle niet-economische vereenigingen van
personen, hetzij vereenigingen, verbonden,
organisaties en dergelijke instellingen, en
voor alle stichtingen van niet-economi-
sehen - ,aard- de - verplichting in. .het leven
geroepen van haar bestaan binnen twintig
dagen na het in werking treden dezer ver
ordening bij den bevoegden directeur van
politie (procureur-generaal) aangifte te
doen. Deze aangifte moet geschieden door
inlevering van een bij den procureur-gene
raal verkrijgbare vragenlijst, die door de
betrokkenen moet worden ingevuld, als
mede door inlevering van een vermogens
staat. Over vermogensbestanddeelen der
betrokken vereenigingen en stichtingen
mag tot nader order slechts in het kader
van het loopende zakenverkeer worden be
schikt. Op overtredingen der verordening
zijn straffen gesteld.
BURGEMEESTER VAN HINDELOOPEN.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het departement van binnenlandsche
zaken is G. Stallinga opnieuw benoemd tot i
DOOR DE DUITSCHE WEERMACHT.
De Zaterdag nog door ons vermelde ver
ordening van den Rijkscommissaris betref
fende de in gebruik neming van bebouwde
en onbebouwde erven voor doeleinden van
de Duitsche weermacht, sluit den kring der
verordeningen, waarbij de vergoedingen
voor verrichtingen ten behoeve van de
Duitsche weermacht worden geregeld.
Deze verordening gaat er van uit, dat de
weermacht erven slechts voor tijdelijk ge
bruik noodig heeft en niet voorgoed aan
den eigendom behoeft te onttrekken. De
vordering van een zoodanig erf geschiedt
door schriftelijke mededeeling aan de ge
meente, waarin het erf gelegen is, welke
gemeente den eigenaar en den directen ge
bruiker hiervan onverwijld in kennis moet
stellen. Voor het in gebruik nemen kan de
weermacht een schadevergoeding betalen
en wel aan den tot direct gébruik van het
erf gerechtigde.
Deze schadeloosstelling bedraagt voor
landbouwgronden het bedrag van de jaar-
lijksche pachtwaarde, Voor andere gronden
tweederde deel van de j aarlij ksche huur
waarde en voor alles wat zich op het erf
bevindt 6% van de waarde. De waarde
wordt volgens een vrij oordeel, echter na
raadpleging van Nederlandsche instanties,
zooals de pachtbureaux en belastinginstan
ties, vastgesteld. Hij, die aanspraak maakt
op de schadeloosstelling moet het verzoek
daartoe bij den burgemeester van de ge
meente, waarin het erf is gelegen, indienen
De gemeente kan als voorschot maandelijks
de helft van het waarschijnlijk per maand
als schadevergoeding uit te betalen bedrag
beschikbaar stellen.
Is de schadevergoeding lager dan een
vergoeding (pacht huur, enz.), welke de tot
direct gebruik gerechtigde voor het gebruik
van het erf betalen moet, dan wordt deze
vergoeding verminderd tot het bedrag van
de door de weermacht betaalde schadeloos
stelling.
Geen schadeloosstelling wordt betaald
voor het in gebruik nemen van erven van
Nederlandsche regeeringsorganen en Neder
landsche regeeringsinstanties, van verster-
kings-, verdedigings- en vlieghaveninstal-
laties der vroegere Nederlandsche zee- en
landmacht, alsmede van erven, waarvan de
eigenaar zich buiten het bezette Neder
landsche gebied bevindt. In het laatste ge
val kan de chef-intendant bij wijze van
uitzondering een billijke schadeloosstelling
toestaan. Vanzelfsprekend geldt deze ver
ordening niet voor verrichtingen, welke als
inkwartiering vallen onder een vroeger af
gekondigde verordening, alsmede in geval
len waarin de Duitsche weermacht volgens
privaatrechtelijke overeenkomst gehuurd of
gepacht heeft. Een schadeloosstelling wordt
slechts verleend voor in gebruik nemingen
na den 29sten Mei 1940. Een verdere schade
loosstelling van de betrokkenen door Neder
landsche instanties wordt door deze veror
dening niet uitgesloten.
In het Verordeningenblad is opgenomen
ëen besluit van den secretaris-generaal van
het Departement van Sociale -Zaken, hou
dende wijzigingen en aanvullingen van be
staande wettelijke bepalingen op het ge
bied der sociale verzekering.
In de eerste plaats wordt artikel 23 lid 3
der Ziektewet, dat thans luidt: „met ziekte
worden zwangerschap en bevalling van een
gehuwde vrouw gelijkgesteld enz." gelezen
ais volgt: „met ziekte worden zwanger
schap en bevalling gelijkgesteld."
In verband hiermede vervalt ook in an
dere artikelen het woord gehuwde.
Verder wordt in artikel 53 bepaald, dat
de Raad van Arbeid ook bevoegd is de uit-
keerlng van ziekengeld en eventueel het
verleenen van verloskundige hulp geheel of
Naar men zich zal herinneren, heeft de
„Nationale Unie", welke zich o.m. bezig
houdt met de bestudeering van de corpora
tieve gedachte, onlangs haar sympathie be
tuigd met het streven van „De Nederland
sche Unie". Tegelijk heeft toen de „Natio
nale Unie" haar naam in „De Vuurslag"
veranderd om in de toekomst misverstan
den te voorkomen.
Dezer dagen heeft „De Vuurslag" een
pen brief gericht tot de „Nederlandsche
Unie", waarin deze werd opgewekt, thans
onverwijld de grondslagen te leggen voor
een corporatieve ordening.
Het driemanschap heeft in antwoord
daarop thans een open brief tot „De Vuur
slag" gericht, waarin zij zegt, in verband
met den oproep van „De Vuurslag" eenige
besprekingen te hebben gevoerd met „Na
tionaal Herstel" en .Nationaal Front". Alle
partijen hebben daarbij haar standpunt uit
eengezet. waarbij overeenkomsten en ver
schillen bleken. Het driemanschap zegt
verder:
Wij werken dagelijks hard aan de voort
zetting der nationale samenwerking m het
streven naar wat u kenmerkend noemt
„Het nieuwe land". Wij hopen en vertrou
wen, dat de aan ons volk gelaten vrijheid,
deze hooge waarde zelf te vinden, zal wor
den bestendigd en dat ons volk daarin vol
doenden werkelijkheidszin "zal toonen. Wij
hebben de verwachting, dat een en ander
goede vruchten kan dragen, wanneer ook
werkelijk allen werken in een nationalen
geest van toenadering en niet één groep
voortdurend spreekt van machteoverneming
Wij streven dus naar corporatief werk
op sociaal-economisch gebied. Wij zijn
immers overtuigd, dat ook onze volks-
meënïng dit reeds verlangt. Dit echter
minder vérgaand dan het corporatief
staatsbestel, hetwelk gij ons aanraadt,
waarin geheel het beleid in het maat
schappelijk leven, doch ook in het
staatkundige leven bij corporaties be
rust. Wij meenen. dat de corporaties het
terrein van het sociaal-economische
niet mogen verlaten. Wij hebben echter
reeds bij de oprichting van De Neder
landsche Unie deze vraagstukken voor
gelegd aan een commissie, welke ons op
korten termijn haar advies zal uitbren
gen aan de hand van Nederlandsche
gegevens en opvattingen en van buiten-
landsche ervaringen.
Wij blijven open voor overleg met allen,
die werkelijk verbetering en vernieuwing
in ons volksleven op Nederlandsche wijze
voorstaan. Wij zijn bereid, met hen te za-
men te komen tot een „beleidsprogramma"
voor deze moeilijke tijden, op de basis van
onderlinge toenadering. Doch wij kunnen
ons eigen beleids-programma niet instellen
op de gedachte van den corporatie ven staat
zonder grondig verder onderzoek en over
leg. Ook buiten het staatkundige is er ge
noeg, dat. ons allen thans behoort te bin
den: ons aller werk voor een in zichzelf
sterk Nederland, waar ieder arbeid heeft,
waar de klassentegenstellingen zijn verdwe
nen, en waar geheel het volk als geheel
arbeidt voor zijn aandeel in het nieuwe
Europa en in de betere wereld-verhoudin
gen, daarbij gedragen door geloof en tradi
ties en gesterkt door zijn band met Neder
land-overzee en door het ook daaruit voort
komend plichtsbesef".
MEDEWERKING VAN DE „CHR.
DEM. UNIE".
Jet secretariaat van de Chr. Dem. Unie
verboektons de volgende motie te publi-
ceeren:
Het Algemeen Bestuur der Christelijk-
Democratische Unie (C.D.U.), op 21 Sept.
1940 te Utrecht in vergadering bijeen;
Overwegende, dat onder de huidige om
standigheden ernstig dient te worden ge
streefd naar een zoo sterk mogelijke aan
eensluiting en samenwerking van alle groe
pen der Nederlandsche bevolking, waarom
de CD.U. haar standpunt ten opzichte van
de Nederlandsche Unie heeft te bepalen;
met nadruk constateerende, dat er van
uit het standpunt der C.D.U. ernstige be
zwaren bestaan tegen de inrichting en som
mige programpunten van de Nederlandsche
Unie;
in aanmerking nemende evenwel, dat het
sociaal-economisch program van de Neder
landsche Unie grootendeels in de lijn ligt
van de doelstellingen der C. D. U., welke
echter van veel -verder gaande strekking
zijn;
Spreekt als zijn oordeel uit:
le dat de C.D.U. als christelijke be
weging op staatkundig en maatschap
pelijk gebied in het belang van land en
volk de actie voor haar doelstellingen
welke veel verder gaan dan die van
de Nederlandsche Unie met kracht
dient voort te zetten;
2e. dat de C.D.U., die altoos bereid
was tot samenwerking met anderen, in
de huidige omstandigheden het als
haar taak heeft te beschouwen, met
welwillendheid tegenover het streven
der Nederlandsche Unie te staan, wijl
deze beweging momenteel de eenige is
te achten, die namens het Nederland
sche volk met de bezettingsoverheid in
overleg kan treden;
3e. dat mitsdien gelet ook op het
feit, dat door de leiders der Nederland
sche Unie het lidmaatschap van deze
beweging met dat van de C.D.U. ver-
eenigbaar verklaard is zijnerzijds het
lidmaatschap der C.D.U. vereenigbaar is
te achten met dat van de Nederlandsche
Unie.
(Dit advies-.-werd met algemeene stem
men genomen).
ten deele te weigeren, indien de ongeschikt»
heid tot werken het gevolg is van een.
ziekte, welke haar oorzaak vindt in een
vecht- of kloppartij, waaraan de verzekerde
uit eigen beweging heeft deelgenomen.
Voorts wordt voor den duur van een jaar
buiten werking gesteld de bepaling van ar
tikel 1 onder primo en secundo van het
Koninklijk Besluit van 10 Juli 1029 tot uit
voering van artikel 101 derde lid der Ziek
tewet.
Deze bepaling luidt:
„De bedrijfsvereeniging is bevoegd de
toelating van een werkgever als lid te wei
geren of het lidmaatschap aan een reeds
toegetreden werkgever op te zeggen:
1. Indien de werkgever bij in kracht van
gewijsde gegaan vonnis in staat van fail
lissement is verklaard of hem bij zoodanig
vonnis voorloopig of definitieve surséance
van betaling is verleend.
2. Indien de werkgever, nadat hij des
wege in gebreke is gesteld, nalatig blijft
om eenige geldelijke verplichting jegens de
bedrijfsvereniging, waarvan hij lid is of
geweest is, na te komen."
Vervolgens wordt bepaald dat de leider
en de leden van een orkest als werknemers
In dienst van den exploitant, in wiens be
drijf of ln wiens naam het orkest optreedt,
onder de verplichte verzekering overeen
komstig de bepalingen van de Ziekteweten
de Invaliditeitswet vallen, alles voor zoover
het bestuur der Rijksverzekeringsbank niet
beslist heeft, dat het orkest overeenkom
stig de bepalingen der Ongevallenwet 1921
als een zelfstandig bedrijf moet worden
beschouwd.
Hetgeen voor de verrichting van werk
zaamheden, als bovenbedoeld, wordt geno
ten, wordt als loon in den zin van de
Ziektewet en van de Invaliditeitswet be
schouwd. Hetgeen voor den gezamenlijk
verrichten arbeid wordt genoten, wordt,
voor zoover niet blijkt van een andere ver
deeling, geacht door ieder 'dergenen, die
den arbeid hebben verricht voor een gelijk
deel te zijn genoten.
Ten slotte is bepaald, dat onder leerling
in den zin van het tweede lid, onder le.
van artikel 2 der Ongevallenwet 1921 mede
wordt verstaan hij, die tegen betaling van
leergeld in een onderneming werkzaam is;
hij, die al of niet tegen betaling van leer
geld als leerling eener instelling van tech
nisch onderwijs in een onderneming ten
behoeve van zijn practische vakopleiding
werkzaam is gesteld; alsmede hij, die aan
een aan een onderneming verbonden vak
school opleiding ontvangt. In de vorenbe
doelde gevallen wordt degene, in wiens
onderneming de leerling werkzaam is, of
aan wiens onderneming de vakschool, aan
welke de leerling opleiding ontvangt, is
verbonden, als de werkgever van den leer
ling beschouwd.
Daartoe is niet vereischt, dat door of
voor den leerling met den werkgever een
arbeidsovereenkomst is gesloten.
HOE ZE TE BEHANDELEN.
In een circulaire aan de burgemeesters
vestigt de secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van Binnenlandsche
Zaïkien nogimaails de aandacht op de Engel -
sche phorphorplaaitjes, die den laatsten tijd
herhaaldelijk boven ons land worden afge
worpen om branden te stichten. De secre
taris-generaal doet den burgemeesters als
bijlage toekomen de volgende aanschrijving
van den Befehlshaber der Ordnungspolizei
omtrent de bestrijding van deze brand
plaatjes.
Uiterlijk voorkomen.
5x5 c.M. celluloddplaaitje van pl.m. 1 m.m.
dikte ln de meest verschillende kleuren
(zwart, wit. rood-, schildpad) met een ge-
ponsd gat in het midden van 15 mm. grootte
Boven dit gat ls aan de bovenzijde een
stukje stof ran 3.5 cM. lengte en 1.8 cM.
breedte met haakjes bevestigd, dat ln het
midden geel doorschijnend, een rond
schijfje van geel phosphor met een gewicht
van pl.m. 0.4 gr. bevat. Het schijfje ls onge
veer zoo groot als een eent en nog geen
1 m.m. dik. Duidelijke reuk ran phosphor.
Uitwerking.
Bij het uitgooien uit het vliegtuig ver
dampt weliswaar een deel ran het water,
aangezien het stukje stof uit zeer absorbee-
rend materiaal bestaat, blijft een belang
rijk deel van het water in het weefsel ach
ter. Al naar het weer zal dit na uren of ook
eerst na dagen tot ontbranding komen.
Wijze van bestrijding.
Wanneer het vermoeden bestaat, dat er
brandplaatjes zijn uitgeworpen, of ook al
bij laag overvliegen van het platteland door
vijandelijk evliegtuigen, moeten overdag di
rect opsporingsmaatregelen voor deze plaat
jes worden getroffen.
Bij het verzamelen van de brand
plaatjes moet er op worden gelet, dat
het stukje stof met de phosphor, het
welk zich in het midden van 't plaatje
bevindt, niet met de hand wordt aan
geraakt. Het is aan te hevelen deze
plaatjes, om nadeelige gevolgen voor
de gezondheid te vermijden (brand
wonden, vergiftiging) met twee houten
stokjes beet te pakken en ln het water
te leggen.
Daar phosphor reeds bij gebruik van
1/10 gram den dood tengevolge heeft
en bovendien moeilijk helende en zeer
pijnlijke brandwonden veroorzaken kan,
ls groote voorzichtigheid geboden.
De gevonden plaatjes moeten ln bussen
(bijv. oude Jambussen enz.) onder water
worden bewaard. Door ze ln het water te
werpen wordt het ontbranden onmogelijk
gemaakt.
Nadat de opsporingen beëindigd zijn
moeten de reservoirs met de brandplaatjes
bij den burgemeester, bij een post van de
veldwacht of binnen het gebied van een
stad op bet dichtstbijzijnde politiebureau
worden afgeleverd.
De dienstbureaux moeten de plaatjes als
volgt onschadelijk laten maken: een put
graven en de plaatjes daarin laten op
branden.
3—2