Feest in Klausenburg - Voetbal- en hockeyspel zijn weer begonnen 8 Isfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Een viool verdween FEUILLETON door PAUL SCHOTT. Geen wonder, als verzamelaar was hij natuurlijk beangst voor zijn eigen schatten. Het was verschrikkelijk, en het ergste was, dat die arme Grangg door het verlies van zijn viool gehandicapt werd, terwijl hij aan den anderen kant zijn gedwongen rust scheen te willen benutten voor het nemen van informaties omtrent de Lorenzettis. Als hij werkelijk eens naar Vlcenca kwam! Iemand kon hem op die gedachte brengen, daar de familie toch in Florence en Vi- cenca thuis hoorde. Wat een schandaal zou dat geven! Faustina liep ongewonden op het terras heen en weer. Een koele zeewind streelde haar gloeiende wangen. Daar hoorde ze iets, er scheen wat te vallen. Misschien een steen van het dak? Neen, iemand had van beneden iets op het terras geworpen. Ze liep haastig naar de ba lustradeneen, er was niets te zien. Maar daar. vlak bij haar, lag een pakje op den grond. Ze nam het op ,het was een brief, om een steen gewikkeld. „Liefste Faustina," las zij opgewonden, „ik verwacht Je tusschen tien uur en half elf bij het bootenhuis. Je moet komen, ik heb je iets van belang mede te deelen. - H.Z." De Spanjaard! Faustina verscheurde het briefje en wierp de stukken over de ba lustrade in zee. Hoe dwaas was dit alles! Hij was handig in die dingeneen briefje met een steen op het terras ge worpen, en 'n klein meisje kwam 's avonds op een rendez-vousl Neen, senor, dat plan netje gaat niet door! Het meisje is niet zoo dom, al heeft ze eens een glas champagne teveel gedronken! Het avondeten verliep onder zwijgen. Eenmaal zei miss Francis, dat in het avond blad stond, dat men de pianiste van Grangg gearrsteerd had, waarop Lorenzetti woe dend opkeek, en uitriep, dat ze gek waren. De viool was natuurlijk al lang onderweg naar Amerika. Faustina klaagde over hoofdpijn, en ging direct na het eten naar haar kamer, waar ze in het vallend duister ongeduldig uit het raam naar het water staarde. Om kwart voor elf ging zij de trap af en liep langs de broeikassen en de ga rage naar het bootenhuls, waar een don kere gestalte haar tegemoet trad. Don Juan droeg champagnekleurige flanellen plus fours. met sportkousen in dezelfde kleur, en daarbij passend overhemd en das. Hij zag er in het schemerlicht precies uit als die reclameplaten met het onderschrift: „Voorjaar in het Zuiden" of „Deauville ver wacht u". Tot haar verbazing was hij dit maal noch terughoudend, noch verleide lijk, hij stormde op haar af, kuste haar handen en zei ademloos: „O, signoria Faustina.Faustina, ik ben zoo gelukkig, dat je gekomen bent! Ik dacht reeds, dat ik vergeefs gewacht had." „U hebt mij nieuwsgierig gemaakt," ant woordde Faustina, die zich-zeker van haar zelf voelde, nu de anders zoo welbewuste man schijnbaar geheel in de war was. Of was dit slechts een nieuwe truc van hem? „Ik woon daarginds, in de kleine albergo in Peehiera, Ik moet dus heelemaal het eiland rond om hier te komen." „Dat is goed voor u," antwoordde Faustina, waarop hij uitriep: „Wat bent u koud vanavond; ik zie den spottenden trek om uw mond. Misschien had u gedacht, dat ik u meteen in mijn armen zou nemen, maar ik wil u eerst bewijzen, dat ik wer kelijk van u houd." Hij was dichterbij ge- kamen, zij voelde zijn adem op haar wang. „Het is voor iemand, die den naam heeft een ladykiller te zijn, niet gemakkelijk, wanneer hij werkelijk ilef heeft." Hij zweeg en keek haar vast in de oogen. Het meisje beefde, eh ging op de trappen van het bootenhuis zitten. Dadelijk zette hij zich naast haar. „Ik heb u eenmaal ge kust, maar ik ken u niet. Nu een bent u koud en berekenend, dan weer vroolijk en hartelijk, ik weet alleen, dat ik nooit van iemand gehouden heb, zooals van u. Ik had een vriendin, die de vier jaar, dat ik in de tropen was, op me gewacht heeft. Ze wachtte me in Genua op, ik heb het uitge maakt, Faustina, om jou!" De halfluide stem van den man be dwelmde het meisje, de zoele nachtlucht was bezwangerd met de zware geuren van oranjebloesem en rozen. Ze rook de bittere parfum van den Spanjaard. Meent hij dat nu. dacht ze. Hij ging door. „Ik heb Mar guerite weggejaagd, omdat ik alle banden met het verleden wilde breken. Ik wil een nieuw leven beginnen, Faustina. Laten we trouwen, je oom zal zijn toestemming wel geven." Zijn stem klonk andets, roerend en geloofwaardig. „Ik houd van je. Faustina, het is een oud woord, maar voor mij is het nieuw. Ik heb het nooit eerder tegen een vrouw gezegd." Faustina zweeg. Achter de Montisola kwam de maan op, het werd lichter. Hoe schoon klonk dit alles, zelfs al was het niet waar! Het was moeilijk deze verleiding te weerstaan. Hij boog zich over haar heen, zijn hoofd naderde langzaam het hare. Zij week terug. Hoe zoet dit alles wasde zomernacht, deze sterke man, die nu zoo zacht was, het onzekere licht, de bloemengeur. En toch waarom kon zij niet de oogen sluiten, en vergeten? „Faustina", ging dezachte stem voort, ,.zeg toch wat. Laat me niet langer wach ten! Je weet niet, wat ik deze dagen door gemaakt heb!" Maar het meisje bleef zwijgen, ze kon geen woord uitbrengen. Had ze maar hulp ValentinValentin Grangg zou haar kunnen helpen, deze verleiding te weer staan, maar hij is ver weg. Hij heeft nu wellicht het verschrikkelijke ontdekt, hij veraci-', je, misschien is hij al wel vertrok ken, bij is misschien al op weg naar het Noorden, naar vreemde landen. „Faustina, ik zou je kunnen dwingen, maar ik wil geen misbruik maken van mijn macht Ik wil je uit vrijen wil laten be slissen, omdat ik weet, dat je van me houdt." „Ik houd niet van je", fluisterde het meisje, juist toen de maan boven het kerkje op den 1 uvel uitkwam. Ze schrok van het bleeke gelaat voor haar, zijn neus vleugels trilden. „Houd je niet van me?" riep hij. veel te luid. „Ik weet, dat het niet waar is. O, ik zou kunnen spreken, ik zou woorden kun nen spreken, die je zouden dwingen, ja te zeggen. Ik weet iets van je oom". Faustina legde haar hand op haar wild kloppend hart. Hij weet alles! Hij heeft het in Genua gehoord! „Maar ik zwijg, omdat ik van Je houd", ging hij voort. Hij nam haar in zijn armen en kuste hartstochtelijk haar mond, haar oogen en haar hals. Een oogenblik verloor zij haar zelfbeheersching, zij sloot de oogen, maar dadelijk sperde zij ze weer open. Verschrikt keek ze hem aan en rukte zich los. Toen sprong ze op, en rende naar huis. Hij riep haar na, dat hij eiken avond op den zelfden tijd hier op haar wachten zou Grangg rende door de kleine stad, inwel- dige uren had hij het werk van dagen ge daan. Hij was eerst naar den huisbewaar der van het paleis gegaan, een on-Ita- llaansch gesloten mensch, die geen woord wenschte los te laten over zijn meester, of schoon hij niet zoo erg te spreken was over hem. Op zijn vraag, waarom hij, als portier van het paleis, nog een handeltje in fruit erbij moest drijven, antwoorddede man knorrig, dat hij van zijn portiersinkomen niet bestaan kon. Gelukkig had een buur man, die een ijs-restaurant dreef, zich in het gesprek gemengd, en deze was bereid geweest, Grangg het een en ander te ver tellen. waartoe hij hem, zonder den portier mee te nemen, naar zijn paleis meegetroond had. Ja, aan die rijkelui was niet veel meer te verdienen, vertelde hij, terwijl hij aan zijn espresso-machine morrelde. Hoe stond het met Lorenzetti. vroeg Graagg. op den man af, want al dat er om heen ge draai begon hem te vervelen. Hij had nog zooveel te doen, hi) moest naar een anti quair, naar een advocaat, hij moest Faustina's vader te spreken zien te krij gen (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HET HOCKEYSEIZOEN IS BEGONNEN. Te Bussum werd een tour- nooi gehouden, waaraan Amsterdam, 't Gooi en Hilversum deelnamen. De Amsterdam-keeper wordt gepasseerd in den wedstrijd tegen 't Gooi Polygoon EEN PRACHTIGE OPNAME, GEMAAKT TIJDENS EEN NACHTELIJKEN BRITSCHEN LUCHTAANVAL OP BREMEN, Men ziet, hoe dicht het spervuur is, dat door de luchtafweerbatterijen boven de stad werd gelegd, waardoor de aanval dan ook is afgeslagen. (Hoffmann)] VOLKSSPELEN IN KLEEDERDRACHT IN HET WEST-FRIESCHE STADJE HOORN.' EEN AARDIG MOMENT TIJDENS HET RINGSTEKEN. (Holland) NA DEN INTOCHT VAN DE HONGAARSCHE TROEPEN IN HET DOOR ROEMENIE AFGESTANE GEBIED, vond in Klausenburg een groot bevrijdingsfeest plaats. De Rijksbestuurder, admiraal Horthy, slaat de parade gade, welke ter gelegenheid van het feest gehouden werd. (Scherf), DUITSCHE VLIEGERS VERMAKEN ZICII GAARNE MET PAARD RIJDEN. Vol ongeduld wachten de kameraden hun beurt at, om ook een ritje te mogen maken. (Polygoon), DE VOETBAL ROLT WEER. AJAX SCOORT IN DEN WEDSTRIJD TEGEN C.V.V. (5—1). (Polygoon)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5